Verhuizing met kinderen

Verhuizen met minderjarige kinderen

Als een van de ouders tijdens of na de echtscheiding wil verhuizen samen met de minderjarige kinderen is toestemming van de andere ouder nodig. Als u de toestemming niet krijgt of wilt geven, kunt u dit aan de rechter voorleggen. De rechter zal een belangenafweging maken waarbij de rechter kijkt naar het belang van de kinderen. Daarbij zal de rechter vooral rekening houden met de mogelijkheid van contact tussen de kinderen en de niet-verzorgende ouder.

Dit geldt ook voor verhuizingen met minderjarige kinderen bij einde samenleving en einde geregistreerd partnerschap.

Gezag

Indien u getrouwd bent en uit elkaar gaat, geldt als uitgangspunt van de wet dat u beiden het gezag behoudt over de kinderen die uit uw huwelijk zijn geboren. Alleen in uitzonderingsgevallen zal de rechtbank, op een inhoudelijk en gemotiveerd verzoek daartoe, het zogenaamde “eenhoofdig gezag” kunnen uitspreken.

Hoofdverblijf, zorg/contactregeling

U als ouders maakt afspraken over de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de zorg-/contactregeling in verband met de kinderen. Dit geldt uiteraard ook indien er sprake is van een geregistreerd partnerschap of een verbreking van de samenleving. Vanaf 1 maart 2009 dient een zogenaamd “ouderschapsplan” te worden ingediend bij de rechtbank.

Ouderschapsplan

In het ouderschapsplan kan [desgewenst tot in detail] worden neergelegd welke regelingen de ouders met betrekking tot de kinderen afspreken, zowel financieel als niet-financieel. Ook staat daarin hoe de zorg- en verblijfsregeling van de kinderen eruit ziet en op welke manier u als ouders over bepaalde aspecten in het leven van de kinderen beslist. Ook maakt u afspraken over de manier waarop u als ouders elkaar informeert en consulteert. Daarbij staat het belang van de kinderen voorop. Indien de rechter beslissingen moet nemen omtrent bijvoorbeeld de hoofdverblijfplaats van het kind en de zorg/contactregeling van het kind met de ouder bij wie het niet [met name] woont, dient de rechtbank kinderen van 12 jaar of ouder in de gelegenheid te stellen daarover zijn of haar mening te geven.