Wetsvoorstel Wet open overheid aangenomen door Tweede Kamer

16 jun 2016

Op 19 april van dit jaar heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet open overheid [Woo] aangenomen. Het is nu aan de Eerste Kamer om het wetsvoorstel wel of niet aan te nemen. Als de Eerste Kamer het wetsvoorstel aanneemt, wordt de huidige Wet openbaarheid van bestuur [Wob] vervangen door de Woo.

In de Woo wordt het recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen, vastgelegd. De Woo geldt voor alle informatie neergelegd in documenten die berusten bij een orgaan waarop de Woo van toepassing is. Anders dan in de huidige Wob zal de informatie onder de Woo niet uitsluitend betrekking hoeven te hebben op een “bestuurlijke aangelegenheid”.

De reikwijdte van de Woo die van toepassing is op bestuursorganen, wordt ten opzichte van de Wob verruimd. Ook instellingen en bedrijven in de semi publieke sector kunnen onder de reikwijdte van de Woo worden gebracht door middel van een zogenoemde aanwijzing. Aangewezen instellingen en bedrijven maken overigens niet zelf onder de Woo vallende informatie openbaar, maar verstrekken die aan een daartoe aangewezen bestuursorgaan. De openbaarmaking van informatie van semi publiekrechtelijke instellingen en bedrijven zal beperkt zijn tot informatie over de besteding van de bekostiging, de uitvoering van de taak, de behartiging van het publieke belang en de totstandkoming van besluitvorming ter zake van andere onderwerpen, voor zover die besluitvorming wordt beïnvloed door een bestuursorgaan.

Het doel van de Woo is te komen tot een actieve openbaarmakingsverplichting van bestuursorganen. Hiertoe moeten bestuursorganen een openbaar toegankelijk [elektronisch] register bijhouden. Die registerplicht is wel uitsluitend van toepassing op documenten die na de inwerkingtreding van voornoemde verplichting bij de bestuurlijke organen komen te berusten.

Onder de huidige Wob hebben bestuursorganen een grote mate van vrijheid om te bepalen welke informatie zij uit eigen beweging openbaar maken. In de Woo zal worden bepaald welke informatie bestuursorganen in ieder geval uit eigen beweging openbaar moeten maken.

De regels die in de huidige Wob staan met betrekking tot het op verzoek openbaar maken van informatie [passieve openbaarmaking] komen grotendeels ongewijzigd terug in de Woo. Er komen wel wijzigingen met betrekking tot de wijze van het indienen van een verzoek om informatie, de beslistermijn en de rechtsmiddelen bij niet tijdig beslissen. De uitzonderingsgronden en de beperkingen die in de Wob staan, komen ook grotendeels zonder wijzigingen terug in de Woo.

Met de Woo wordt het anders dan onder de Wob, ook mogelijk om informatie aan één of enkele personen te verstrekken. Dit betreft in de eerste plaats op de verzoeken betrekking hebbende in documenten neergelegde informatie. Hierop kunnen overigens uitzonderingen worden gemaakt. Ook wanneer informatie niet openbaar is, kunnen bestuursorganen besluiten informatie uitsluitend aan de verzoeker te verstrekken wegens klemmende redenen. Dit laatste mag overigens niet leiden tot strijd met een toepasselijke geheimhoudingsplicht.

De Woo omvat ook een anti misbruikbepaling. Een bestuursorgaan kan besluiten een verzoek niet te behandelen indien de verzoeker kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie. Ook kan het verzoek niet in behandeling worden genomen indien het verzoek evident geen bestuurlijke aangelegenheid betreft. Bij dit laatste gaat het om verzoeken waarvoor het recht op informatie [apert] niet is bedoeld.

Voorts, verzoekers om informatie kunnen onder de Woo niet langer aanspraak maken op een dwangsom wegens niet tijdig beslissen. Op besluiten en beslissingen op bezwaar die op grond van de Woo worden genomen, zal de Wet dwangsom niet van toepassing zijn. Wel kan er uiteraard bezwaar worden gemaakt of beroep worden ingesteld in geval van het niet tijdig beslissen op een verzoek om informatie. Daarbij geldt dan wel ten einde wederom misbruik tegen te gaan, dat er geen aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van de in bezwaar en beroep [tegen het niet tijdig beslissen] van gemaakte proceskosten wanneer een verzoeker bij omvangrijke verzoeken onvoldoende meewerkt aan het maken van afspraken over een langere beslistermijn.

Terzijde, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten [VNG] is uiterst kritisch over de Woo. Men vindt het een volstrekt onuitvoerbare wet die voor extra bureaucratie zal zorgen. Het democratisch besluitvormingsproces binnen gemeenten zou ernstig worden belemmerd als gevolg van de eisen gesteld aan de actieve openbaarmaking. Ook met de uitzonderingsgronden zal het aldus de VNG, lastig worden om de bestuurlijke en ambtelijke beleidsintimiteit vorm te geven.

Hoe het ook zij, het wetsvoorstel ligt thans bij de Eerste Kamer voor schriftelijke voorbereiding en we zullen dus nog moeten afwachten of het wetsvoorstel Woo door de Eerste Kamer zal worden aangenomen en tot wet wordt.