WHOA: principes kosten geld (en griffierecht)

08 jun 2022

Bedrijven gaan er vermoedelijk steeds meer mee te maken krijgen: de vordering op een schuldenaar wordt betrokken in een WHOA-akkoord. Dat hoeft de schuldeiser niet lijdzaam af te wachten. De schuldeiser kan bezwaar maken tegen de rechterlijke homologatie (goedkeuring) van het akkoord. Door homologatie krijgt de schuldeiser immers het akkoord in de maag gesplitst, of hij nu vóór of tegen dat akkoord is.

Griffierecht

Rechtbanken brengen kosten in rekening aan procederende partijen. Dat heet griffierecht. Als een bedrijf minder dan € 100.000,- te vorderen heeft van een schuldenaar, dan rekent de rechtbank een griffierecht van € 2.837,- om te mogen protesteren tegen de homologatie. Dat geldt dus ook voor een vordering van bijvoorbeeld slechts € 4.000,-.

Tegen de hoogte van het griffierecht is al verschillende keren bezwaar gemaakt door schuldeisers, maar dat is tevergeefs gebleken. Rechtbanken erkennen wel dat deze kostenpost niet in verhouding staat, maar kunnen slechts de wet toepassen bij de vaststelling ervan.

Trucje?

Op 3 juni jl. werd een uitspraak gepubliceerd van Rechtbank Midden-Nederland, waarin (de advocaat van) de schuldeiser een trucje had bedacht voor dit probleem. Zij stelde dat haar cliënt Eneco geen griffierecht is verschuldigd omdat Eneco niet een verzoek tot afwijzing van het verzoek tot homologatie, maar een zienswijze heeft ingediend. En voor het indienen van een zienswijze is volgens haar geen griffierecht verschuldigd, omdat het dan niet gaat om een verzoeker of verweerder zoals omschreven in artikel 3 van de Wgbz (Wet Griffierechten Burgerlijke Zaken).

De rechtbank gaat echter niet mee met dit taalkundige argument. Gezien de inhoud en strekking van het ingediende document moet het worden gekwalificeerd als een verzoek aan de rechtbank. En daarvoor is griffierecht verschuldigd. De conclusie van de rechtbank luidt dat terecht en correct griffierecht in rekening is gebracht. Als dit argument zou opgaan, zou de rechtbank uiteraard alleen nog maar ‘zienswijzes’ ontvangen.

Griffierecht heeft (onder andere) als doel om de rechterlijke macht niet te overspoelen met nutteloze verzoeken. Echter, de keerzijde van (hoog) griffierecht is dat schuldeisers zich in een WHOA-procedure niet laten horen, omdat zij een simpele kosten-baten afweging maken. Behandelend rechters zullen zo belangrijke informatie mislopen bij de beoordeling van een akkoord. In een poging om te balanceren tussen deze twee gevolgen, had het griffierecht bij homologatietrajecten mijns inziens lager moeten worden vastgesteld. Een eventuele wijziging zal echter van de hand van de wetgever en niet van de rechter moeten komen.

Wanneer u een akkoord van uw schuldenaar wenst tegen te houden, geldt dus het volgende gezegde: principes kosten geld.

Heeft u vragen? Neem contact op met de sectie Insolventierecht.

Dirk School