Ziekenhuis gebruikt een gebrekkige zaak bij een oogoperatie waardoor letsel ontstaat. Is het ziekenhuis aansprakelijk?

18 mrt 2019
Casus

In 1992 werd een patiënt geopereerd in het toenmalige Radboud UMC aan zijn rechteroog wegens loslating van het netvlies. Hierbij werd gebruik gemaakt van een Miragelplombe. Dit is een soort kussentje ter afdichting van de netvliesscheur. Al in 1993 kreeg de patiënt opnieuw klachten aan zijn oog en heeft lange tijd last gehad. Meerder operaties waren noodzakelijk.

Ongeschikt hulpmiddel

Tijdens de nieuwe operaties in 2006 [14 jaar na de eerste operatie!]  bleek dat de Miragelplombe te zijn gezwollen en brak bij de verwijdering, met schade als gevolg.

In 2012 oordeelde de rechtbank dat de Miragelplombe ongeschikt was. Bij 10% van de patiënten treden complicaties op. Bij een deel van de patiënten verandert de Miragelplombe van chemische samenstelling, zwelt en breekt.

Overigens had de fabrikant van  de Miragelplombe de productie al in 1995 gestaakt. De redenen hiervoor zijn niet bekend.

Is het ziekenhuis aansprakelijk?

De hoofdregel is dat de behandelend arts of het ziekenhuis aansprakelijk is voor de ontstane schade als er ongeschikte medische hulpzaken worden gebruikt. Als echter de arts of het ziekenhuis stelt en kan bewijzen dat dit in het specifieke geval onredelijk zou zijn wordt het de arts of ziekenhuis niet toegerekend.

In afwijking van de hoofdregel wordt veelal aangenomen door rechters dat toerekening aan artsen of ziekenhuizen in beginsel onredelijk is.

Rechtbank

De rechtbank oordeelt dat het ziekenhuis niet aansprakelijk is omdat de aansprakelijkheid van de producent zou afstuiten wegens een beroep op het ontwikkelingsrisico. Ook was destijds  het gebruikelijk om dit type plombes te gebruiken en te verkiezen boven andere typen plombes. Het ziekenhuis was destijds niet op de hoogte van het feit dat deze plombe ongeschikt was.

De patiënt gaat in hoger beroep bij het Hof.

Hof

Het Hof rekent het gebruik van de ongeschikte Miragelplombe wel toe aan het ziekenhuis met o.a. de volgende argumenten:

  • de patiënt zou de producent van de Miragelplombe kunnen aanspraken maar die vordering is verjaard;
  • er waren destijds meerdere [andere] operaties mogelijk naast het gebruik van de Miragelplombe maar de patiënt heeft op geen enkele wijze invloed kunnen uitoefenen op de keuze;
  • er is sprake van een aanzienlijke letselschade, het Radboud UMC is hiervoor verzekerd. De patiënt heeft juist geen [dekkende] verzekering voor zijn schade.

Het Hof oordeelt dus [in november 2018!] dat toerekening aan het ziekenhuis niet onredelijk is, ook al kon het ziekenhuis in 1992 niet bekend zijn met de ongeschiktheid van de Miragelplombe.

Conclusie

De enkele onwetendheid over het gebrek van een hulpmiddel is dus niet langer voldoende  voor een uitzondering op toerekening aan het ziekenhuis.

De patiënt kan rechtstreeks de schade op het ziekenhuis verhalen en hoeft niet de weg naar de producent te bewandelen. Het ziekenhuis kan altijd trachten als afnemer van de hulpmiddelen regres te halen bij de producent.

In ieder geval is deze uitspraak een doorbraak  voor slachtoffers van een gebrekkige medische hulpzaak zoals o.a. PIP implantaten e.d.

Het ziekenhuis zal nog in cassatie gaan van deze uitspraak van het Hof. Het is dus wachten op het oordeel van ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad.

Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling", maart 2019.