AI als uitvinder in een octrooi? Nee.

10 jan 2024

Bij het aanvragen van een octrooi voor een uitvinding moet de uitvinder worden aangewezen. Traditioneel was de enige uitvinder een natuurlijk persoon, en dus was het vanzelfsprekend om zo'n natuurlijk persoon als uitvinder aan te wijzen. Met de voortgang van kunstmatige intelligentie ("AI") en AI die steeds meer een essentieel hulpmiddel wordt in de ontwikkeling van uitvindingen, rees de vraag of AI al dan niet als uitvinder kan worden vermeld. Over het antwoord op deze vraag laat het Verenigd Koninkrijk geen twijfel bestaan - het is een duidelijke nee.

De beslissende zaak - Achtergrond

In een recente Britse zaak van Thaler v Comptroller lag de focus op twee octrooiaanvragen. De aanvrager daarvan, Dr. Stephen Thaler ("Thaler"), wees zijn AI-machine genaamd DABUS aan als de autonome uitvinder van de geoctrooieerde uitvindingen. De geoctrooieerde uitvindingen waren respectievelijk een voedselcontainer en een waarschuwingslicht. Omdat de aanvrager niet dezelfde was als de uitvinder, moest Thaler aangeven hoe hij de rechten van DABUS had verkregen om octrooiaanvragen in te dienen. Hij verklaarde dat hij door eigenaarschap van de machine de rechten op de uitvindingen had verkregen.

Beslissing

In eerste instantie werden de octrooiaanvragen om twee redenen afgewezen. Ten eerste kon AI niet worden beschouwd als een natuurlijk persoon zoals vereist in de Octrooiwet. Ten tweede is louter eigenaarschap van een machine niet voldoende om eigendom te verwerven van de creaties van de machine. Op basis van deze redenen werden de octrooiaanvragen geacht te zijn ingetrokken.

Duidelijk niet tevreden hiermee, ging Thaler in hoger beroep en kwam uiteindelijk bij de Hoge Raad (Supreme Court) uit. Hier oordeelde de Hoge Raad dat AI geen uitvinder kan zijn in een octrooiaanvraag. Deze beslissing volgt in de voetsporen van beslissingen van de Europese, Amerikaanse en Australische rechtbanken in overeenkomstige rechtszaken van Thaler.

Reden voor de beslissing

Bij het nemen van deze beslissing overwoog de Raad drie vragen, namelijk:

  1. Wat is de reikwijdte en betekenis van de term "uitvinder" zoals vermeld in de Octrooiwet?
  2. Was Thaler feitelijk de eigenaar van een uitvinding gemaakt door DABUS en dus gerechtigd om een octrooiaanvraag in te dienen?
  3. Was het juist om te concluderen dat de aanvragen moesten worden ingetrokken?

Op de eerste vraag oordeelde de Raad dat volgens de wet een uitvinder een natuurlijk persoon moet zijn. Dus, bij gebrek aan de menselijke aard van DABUS, kon DABUS niet worden aangewezen als uitvinder van de in de octrooiaanvragen beschreven uitvindingen.

Op de tweede vraag oordeelde de Raad dat het louter feit dat Thaler eigenaar is van DABUS, hem niet het recht geeft op eigendom van diens creaties. Daarom was Thaler niet de eigenaar van de uitvinding en had hij dus geen recht om de octrooiaanvragen in te dienen.

Op de derde vraag oordeelde de Raad dat de octrooiaanvragen niet voldeden aan de formele eisen voor een octrooiaanvraag omdat, zoals hierboven uiteengezet, geen uitvinder of gerechtigde aanvrager was aangewezen. Dus bevestigde de rechtbank dat het inderdaad correct was om de octrooiaanvragen in te trekken.

Effect van de beslissing op onderzoeks- en ontwikkelingsorganisaties

Deze beslissing zal een grote invloed hebben op sectoren die sterk afhankelijk zijn van octrooiaanvragen, zoals life sciences en farmaceutica. Deze beslissing bevestigt dat uitvindingen die autonoom zijn gecreëerd met behulp van AI geen aanspraak zullen kunnen maken op octrooibescherming, wat deze sectoren mogelijk berooft van aanzienlijke inkomsten. Bijgevolg zullen deze sectoren hun benaderingen van de integratie van AI in hun onderzoeks- en ontwikkelingsfasen moeten heroverwegen.

Bij een dergelijke heroverweging moeten strategische maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat AI nooit de autonome uitvinder zal zijn van enige uitvinding. Om dit te bereiken, moet menselijke betrokkenheid naast AI gedurende het ontwikkelingsproces van de uitvinding worden gehandhaafd. Samenwerking tussen menselijke uitvinders en AI-technologieën is cruciaal om een natuurlijk persoon als uitvinder aan te wijzen. Bijgevolg zullen sectoren in aanmerking komen om octrooiaanvragen in te dienen voor uitvindingen waarbij AI tijdens de ontwikkeling ervan is gebruikt.

Hierbij de Engelse versie.

Magdaleen Jooste 3