Algoritmes in de arbeidswereld: de moderne gezagsverhouding van Uber

15 feb 2024

Uber, 's werelds meest bekende rit-hailingplatform, heeft de afgelopen jaren niet alleen grote veranderingen teweeggebracht in de transportindustrie, maar heeft ook belangrijke vragen opgeroepen over (schijn)zelfstandigheid van zzp’ers en werknemers. Vorig jaar heeft het gerechtshof Amsterdam besloten om vragen te stellen aan de Hoge Raad over de moderne gezagsverhouding van Uber. In deze blog gaan we dieper in op de vragen die centraal stonden in deze uitspraak en bespreken we de raakvlakken tussen het arbeidsrecht en algoritmes.

Uber en de arbeidsrelatie

In deze zaak heeft een gerechtshof zich gebogen over de arbeidsrelatie tussen Uber en hun chauffeurs. De kern van het geschil draait om de kwalificatie van deze arbeidsrelatie: is een Uber-chauffeur een werknemer of een zelfstandige ondernemer (zzp'er)? Dit is een essentiële vraag, omdat werknemers bepaalde wettelijke beschermingen genieten die zzp'ers niet hebben, zoals het recht op vakantiedagen en loondoorbetaling bij ziekte. Het antwoord op deze vraag heeft dus vergaande gevolgen voor zowel de chauffeurs als Uber zelf, maar helaas heeft het hof dit antwoord niet gegeven. In het Deliveroo-arrest van 24 maart 2023 gaf de Hoge Raad enkele factoren aan die van belang zijn om te bepalen of een arbeidsrelatie als een arbeidsovereenkomst moet worden beschouwd. Een van deze factoren betreft het ondernemerschap van de werknemer, in dit geval de chauffeurs. Het gerechtshof heeft besloten de Hoge Raad om verduidelijking te vragen over dit specifieke criterium. De vraag die het hof stelt, is, samengevat, of volgens het Deliveroo-arrest twee Uber-chauffeurs die exact hetzelfde werk doen, verschillende arbeidsrelaties kunnen hebben, waarbij de ene als een arbeidsovereenkomst wordt beschouwd en de andere niet.

De rol van algoritmes

Wat deze zaak nog interessanter maakt, is de rol van algoritmes bij Uber. Het bedrijf maakt uitgebreid gebruik van geautomatiseerde systemen om chauffeurs aan ritten te koppelen en prijzen vast te stellen. Het systeem gebruikt informatie zoals waar passagiers willen worden opgehaald en waar ze naartoe willen, evenals waar de chauffeurs zich bevinden en welke richting ze opgaan. Met al deze gegevens beslist het Uber-programma welke chauffeur de kans krijgt om een bepaalde rit te accepteren. Degene die als eerste accepteert, mag de rit rijden.

Er is, volgens de kantonrechters die zich eerder bogen over deze kwestie, sprake van een ‘moderne gezagsverhouding’. Waarbij het algoritme van de Uber-app bepaalt op welke wijze de ritten worden verdeeld en welke prioriteiten daarbij worden gesteld. De chauffeurs hebben geen invloed op de prijs, er geen sprake is van vrije onderhandeling en van de Uber-app gaat er een disciplinerende werking uit.

Deze systemen spelen dus een cruciale rol in de dagelijkse gang van zaken. Wanneer algoritmes op zo een manier betrokken zijn bij de arbeidsrelatie, rijst de vraag of chauffeurs enige inzage moeten krijgen in deze algoritmes. Het kan immers van belang zijn of de chauffeurs begrijpen hoe deze systemen werken en hoe ze hun belangen beïnvloeden. Op dit aspect wordt verder niet ingegaan in de uitspraak.

Raakvlakken tussen algoritme gebruik en het arbeidsrecht

De problematiek, waarbij algoritmes de arbeidsrelatie beïnvloeden door freelancers te matchen aan opdrachten, is niet uniek voor Uber. Veel platformbedrijven maken gebruik van vergelijkbare technologieën om arbeidskrachten te beheren en werk toe te wijzen. Deze ontwikkeling heeft geleid tot discussies over de verantwoordelijkheid van bedrijven voor hun werknemers in een wereld waar traditionele arbeidsmodellen steeds vaker plaatsmaken voor flexibele, op algoritmes gebaseerde systemen.

Naast de kwalificatie van arbeidsrelaties en de vraag naar gezag en zeggenschap binnen deze relaties, roepen deze ontwikkelingen ook vragen op over transparantie, (onbedoelde) discriminatie, verantwoordelijkheid en privacybescherming.

De toekomst van werk

Het hof heeft geen eindoordeel gegeven, maar heeft dus prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. Op het antwoord op de vraag ‘is een Uber-chauffeur een werknemer of een zelfstandige ondernemer (zzp'er) moeten we dus nog wachten, daarover later meer. De antwoorden op deze prejudiciële vragen zijn relevant voor alle toekomstige situaties waarbij arbeidsrelaties gekwalificeerd moeten worden en zijn dus van groot maatschappelijk belang.

Mocht u vragen hebben over de zzp’ers die u in dienst heeft of bent u zelf zzp’er en weet u niet waar u aan toe bent? Neem gerust contact op met Cas Kroese. Heeft u vragen over de invloed van algoritmes op uw arbeidsrelatie? Neem dan contact op met Noa Rubingh.

Cas Kroese