Corona Helpdesk

16 feb 2022

De impact van het coronavirus op de samenleving is de afgelopen jaren groot geweest en zal ons ook de komende jaren bezig blijven houden. De gevolgen leiden tot veel juridische vragen, o.a. met betrekking tot personeel, handelscontracten, ondernemingen etc. Op deze vragen wordt in deze Q&A nader ingegaan. Heeft u vragen over juridische kwesties naar aanleiding van de coronacrisis, neem dan vrijblijvend contact op met onze Corona Helpdesk via corona@bg.legal of 088 1410800. Of vul het onderstaande formulier in.

Corona helpdesk

Q&A

Arbeidsrecht

Vakantie-uren

Een werkgever mag een werknemer niet verplicht vakantie op laten nemen als er door het coronavirus minder of niet genoeg werk is.

ATV/ADV-uren

De afspraken over het opnemen van ATV/ADV-uren zijn vaak schriftelijk vastgelegd. Als schriftelijk is afgesproken dat de werkgever kan bepalen wanneer ATV/ADV-uren opgenomen moeten worden, dan kan de werkgever de werknemer dus verplichten deze uren op te nemen.

Overuren en meer-uren

Bij het opnemen van overuren of meer-uren zijn de concrete afspraken die door werkgever en werknemer zijn gemaakt relevant. Het is mogelijk dat ook de van toepassing zijnde cao afspraken bevat hierover. Afhankelijk van de gemaakte afspraken, kan het een redelijk verzoek van de werkgever zijn om de werknemer deze uren in coronatijd op te laten nemen.

Als werknemers thuiswerken, maken zij extra kosten voor onder andere water- en elektriciteitsverbruik, verwarming, koffie en thee en toiletpapier. Werkgevers zijn niet verplicht deze kosten te vergoeden. Dit kan anders zijn als dit in de arbeidsovereenkomst of CAO is opgenomen.

Vanaf 1 januari 2022 is het werkgevers toegestaan om een onbelaste thuiswerkvergoeding van maximaal € 2,- per dag aan hun personeel te vergoeden per dag waarop wordt thuisgewerkt. Per dag kan dan ofwel de thuiswerkvergoeding, of de reiskostenvergoeding (maximaal € 0,19 per kilometer) aan een werknemer worden uitgekeerd. De werkgever mag dus op één dag maar één van de vergoedingen uitkeren, ook als een werknemer een deel van de dag thuis werkt en een deel op kantoor.

Het arbeidscontract is bindend dus in beginsel kan dit niet. U kunt natuurlijk altijd in overleg met de nieuwe werknemer trachten afspraken te maken over een latere indiensttreding. Als het contract een proeftijd-beding bevat kan daarvan in principe gebruik worden gemaakt nog voordat het contract is aangevangen. De arbeidsovereenkomst wordt op deze manier voor inwerkingtreding beëindigd.

Let op: bij een ontslag op deze manier bestaat de kans dat u als werkgever schadeplichtig bent tegenover de werknemer. Zolang het contract niet rechtsgeldig beëindigd is en de nieuwe werknemer beschikbaar is voor het verrichten van de arbeid, zult u wel het loon moeten doorbetalen.

Bij een gewijzigde situatie zoals een verplichte bedrijfssluiting in de coronatijd, kan een werkgever werknemers verzoeken tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten. Als dit verzoek redelijk is, mag een werknemer dit voorstel voor ander (tijdelijk) werk niet zomaar weigeren.

Nee, niet als u daarmee als werkgever de verplichting tot loondoorbetaling wilt kunnen uitstellen. De werknemer heeft recht op het loon voor het aantal uren waarvoor hij een vast aanbod had moeten ontvangen.

Een werknemer die zijn werkgever heeft verteld dat hij niet is gevaccineerd of niet wil zeggen of hij gevaccineerd is, kan wellicht te maken krijgen met aangepaste werkzaamheden. Of een werkgever de werkzaamheden mag aanpassen, is afhankelijk van het risico op besmetting met het coronavirus voor collega’s en eventuele klanten. Als alternatieve oplossingen mogelijk zijn (zoals een aangepast werkrooster, andere werkplek of thuiswerken) en de werkgever hieromtrent met een redelijk voorstel komt, mag van de werknemer verwacht worden dat hij dit voorstel accepteert.

Op dit moment mag een werkgever, als hij een goede reden hiervoor heeft, vragen of zijn werknemers gevaccineerd zijn. De werknemers zijn echter niet verplicht deze vraag te beantwoorden. Werkgever mag deze informatie (nog) niet vastleggen. De zorg is hierop een uitzondering.

Een werknemer mag niet zomaar op eigen initiatief thuis blijven uit angst voor besmetting met het coronavirus. De werkgever heeft een instructiebevoegdheid op grond waarvan hij werknemers op zijn instructie kan verplichten naar het werk te komen. Het moet wel om een redelijke instructie gaan en daarbij wordt rekening gehouden met alle omstandigheden van het geval, waaronder de gezondheid van de werknemer (en zijn of haar huisgenoten) en de door de werkgever getroffen veiligheidsmaatregelen op het werk.

Van de werkgever mag verwacht worden dat hij de werknemers een veilige en gezonde werkomgeving biedt. Als dat niet zo is, kan in redelijkheid niet van een werknemer worden verwacht dat deze naar het werk komt. Als wel sprake is van een veilige werkomgeving, zal de werknemer toch moeten komen. Als deze dat niet doet, kan dat onder bepaalde omstandigheden als werkweigering worden beschouwd en mag de werkgever een loonsanctie opleggen.

Of sprake is van werkweigering hangt af van de omstandigheden van het geval. De afgelopen twee jaar zijn verschillende uitspraken over deze situatie gewezen.

Een reis naar een land met een negatief reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (kleurcode rood) mag geweigerd worden door de werknemer. Als de reis gepland staat naar een land met kleurcode oranje, dan mag deze geweigerd worden als de reis niet nodig is. In deze situatie kunnen werkgever en werknemer het beste met elkaar overleggen over de noodzakelijkheid van de reis. Gaat het om een reis naar een land met kleurcode groen of geel en hoort de reis bij de normale werkzaamheden van de werknemer, dan kan deze meestal niet geweigerd worden.

In beginsel staat een vakantie die is goedgekeurd vast.  De werknemer is dan verplicht deze vakantie op te nemen. Als sprake is van onvoorziene omstandigheden, dan kan in overleg met de werkgever worden getreden om de vakantieafspraken te wijzigen. De werkgever moet zich op grond van goed werkgeverschap openstellen voor een wijziging van de vakantie, zolang de bedrijfsvoering zich hier niet tegen verzet.

In beginsel mag een arbeidvoorwaarde alleen met instemming van de werknemer worden gewijzigd. Als een zogenoemd eenzijdig wijzigingsbeding op de arbeidsrelatie van toepassing is, mag u als werkgever mogelijk besluiten om tot een eenzijdige wijziging van een arbeidsvoorwaarde over te gaan als u dusdanig zwaarwichtig belang hebt, dat het belang van de werknemer bij instandhouding van de arbeidsvoorwaarde daarvoor in redelijkheid moet wijken. Per te wijzigen arbeidsvoorwaarde moeten de belangen wel telkens tegen elkaar worden afgewogen.

Werkgevers mogen aan werknemers vragen of zij onlangs een risicogebied hebben bezocht. Dit is niet in strijd met de AVG, omdat werkgevers deze vragen moeten stellen om te voldoen aan de wettelijke verplichting om te zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving.

Indien u het vermoeden heeft dat een werknemer met het virus is besmet, is het op grond van de AVG niet toegestaan om de betreffende werknemer te verplichten zich medisch te laten testen. De werkgever kan de werknemer wel verzoeken thuis te werken, met behoud van loon. Dit is in een dergelijk geval de beste maatregel, zeker vanuit de zorgplicht van de werkgever voor de overige werknemers.

Nee. Er is een overeengekomen arbeidscontract voor een vaste urenomvang met een ingangsdatum. De werknemer die beschikbaar is voor de arbeid heeft recht op het loon over de vaste uren.

De werkgever kan in geval van gewichtige redenen na overleg met de werknemer besluiten om het reeds goedgekeurde verlof in te trekken. Zeker in de zorg is het goed denkbaar dat sprake is van een gewichtige reden. Als een werknemer al een vakantie heeft geboekt of op een andere wijze schade lijdt, dient de werkgever deze kosten te vergoeden.

Ja, het recht op betaling van loon vervalt niet. Dit betekent dat een werknemer recht heeft op salaris wanneer hij of zij in quarantaine zit. De werkgever dient tijdens de duur van de quarantaine net zoveel loon door te betalen als bij ziekte het geval zou zijn. Dit betreft dan minimaal 70% van het loon.

Wanneer een werknemer in het buitenland in quarantaine is geplaatst, moet het loon ook worden doorbetaald. Dit geldt niet wanneer hij of zij doelbewust is afgereisd naar een risicogebied en daar vast komt te zitten.

Als een werknemer preventief in quarantaine zit (en dus geen klachten heeft) moet zijn loon volledig worden betaald. Als de werknemer klachten heeft, dan is die ziek en zal die zich ook moeten ziekmelden. In dat geval kan gelden de normale afspraken voor loonbetaling bij ziekte. Er mag dan ook met eventuele wachtdagen worden gerekend.

Een reiskostenvergoeding geldt niet als salaris maar als compensatie voor de onkosten die een werknemer moet maken om naar het werk te komen. Een werknemer die thuis werkt hoeft dergelijke onkosten niet te maken, zodat deze ook niet door de werkgever hoeven te worden vergoed. Op dagen waarop een werknemer thuiswerkt bestaat dan ook geen recht op doorbetaling van de reiskostenvergoeding, tenzij in de arbeidsovereenkomst of de toepasselijke CAO anders is bepaald.

Het is in bepaalde gevallen wel mogelijk om deze vergoedingen door te betalen, ook al werken werknemers thuis.

Het antwoord is nee. Wanneer een werknemer gedurende zijn of haar vakantie besmet raakt, dan behoudt hij of zij het recht op loon en worden geen vakantiedagen afgeschreven. Een uitzondering is wanneer de vakantiebestemming voor vertrek al gemarkeerd was als risicogebied. Dan mogen vakantiedagen vaak wel worden afgeschreven.

Dit kan. Als alle scholen gesloten zijn in verband met het coronavirus, kan het gebeuren dat een werknemer naar huis moet om zijn of haar kind op te vangen. In een dergelijk geval spreken we van kortdurend calamiteitenverlof, met als doel een geschikte oppas te vinden. Wanneer dit niet lukt en de werknemer langer thuis moet blijven, dient hij of zij vakantiedagen of onbetaald verlof op te nemen.

Een andere optie is dat de werknemer zolang thuis werkt. Maar dat kan alleen met toestemming van de werkgever.

Als werkgever bent u verplicht te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek. Dat geldt ook bij thuiswerken. Als de werknemer zelf niet over een goed ingerichte werkplek beschikt, dan moet u ervoor zorgen dat de werknemer wel over goed ingerichte werkplek komt te beschikken. Denk daarbij aan het ter beschikking stellen van laptop, beeldscherm etc. Ook instructies over veilig thuiswerken en een checklist wat voor een goede werkplek nodig is kan nuttig zijn, zeker als het thuiswerken een meer permanent karakter krijgt.

Contracten

Van belang bij beantwoording van deze vraag is vooral of een geslaagd beroep op overmacht kan worden gedaan. Hiervoor dient nauwkeurig te worden gekeken naar de inhoud van de overeenkomst en de (mogelijk) daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Daarnaast is het bij betrokkenheid van internationale partijen (bijvoorbeeld bedrijven uit Italië of China) belangrijk om vast te stellen welk recht van toepassing is. Als niets over overmacht is vastgelegd in de overeenkomst, wordt teruggevallen op de Nederlandse wet in geval van een overeenkomst die wordt beheerst door het Nederlands recht. Voor een gerechtvaardigd beroep op overmacht dient in ieder geval duidelijk te zijn dat de leverancier écht niet meer kan leveren en dat partijen hier ten tijde van het overeenkomen van de levering geen weet van hadden. Kan de leverancier bijvoorbeeld producten bij een andere leverancier in de wereld inkopen of laten produceren, of is de verplichting tot levering na de uitbraak van het coronavirus aangegaan, dan zal het voor de leverancier moeilijk zijn om een gerechtvaardigd beroep op overmacht te kunnen doen.

Mocht de leverancier wel een gerechtvaardigd beroep op overmacht kunnen doen, dan beschikt de afnemer van de leverancier mogelijk over de optie om de overeenkomst te ontbinden als aan de ontbindingsvereisten is voldaan. Overmacht staat niet in de weg aan ontbinding. Bovenal dient, ook ten aanzien van bovenstaande vragen en antwoorden, te worden opgemerkt dat de uitbraak van het coronavirus nog in ontwikkeling is. Daarmee zijn ook de maatregelen die hiertegen worden getroffen aan verandering onderhevig, waarmee de toekomst nog onzeker zal zijn.

Familierecht

Gezien het advies van de regering en het RIVM is het verstandig om dat contact te beperken. Denk wel aan andere opties, zoals skypen met opa en oma en een tekening sturen. 1,5 meter afstand bewaren en handen wassen blijft noodzakelijk.

Nee, uw kinderen hebben recht op de tussen u beiden afgesproken zorg- en contact regeling met hun vader of moeder.

Wel is het goed om flexibel met deze regeling om te gaan en goed te overleggen hoe en welke regeling in deze uitzonderlijke situatie het meest gewenst is. Let daarbij op de gezondheid van de ouders en de kinderen. Dit vraagt veel van de communicatie tussen de ouders.

Ja ons kantoor is gewoon bereikbaar. Indien u een bespreking wilt kan dat face to face, mits u geen klachten heeft en de maatregelen zoals 1,5 meter afstand in acht worden genomen. Indien noodzakelijk kan de bespreking ook via beeldverbinding plaatsvinden. Neem dus gerust vrijblijvend contact op bij vragen.

 

Nee dat kan niet. Als u uw kind meer opvangt dan anders, bijvoorbeeld omdat de andere ouder in de zorg werkt, kunt u daarover samen nieuwe afspraken maken. Dit zullen dan tijdelijke afspraken zijn.

Komt u er niet uit ?

Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij denken graag met u mee.

Ja dat kan. De komende drie weken zullen er geen zittingen plaatsvinden, tenzij er sprake is van zeer urgente zaken. Dan zal -in overleg met de rechtbank- bekeken worden of er toch een zitting plaats zal vinden. Wij adviseren u daar graag in. De schriftelijke voortgang gaat wel door. Overleg tussen advocaat en cliënt kan wel doorgaan.

Als beide partijen een advocaat hebben, kunnen de onderhandelingen over de echtscheiding ook doorgaan.

Face to face besprekingen zijn weer mogelijk. Het is van belang met beide partijen en de mediator aan tafel te gaan om de tussen partijen spelende kwesties samen op te lossen. Ook kunnen - mits dit gezamenlijk gebeurt- alle financiële gegevens e.d. aan de mediator gestuurd worden, zodat die de zaak al kan voorbereiden. In overleg zal er over de voortgang gesproken worden. Indien noodzakelijk kan de bespreking ook online plaatsvinden. Voor het eerste gesprek is de voorkeur echter face to face.

Ook hier geldt dat de tussen u beiden gemaakte afspraken blijven gelden. Alleen als er een afspraak gemaakt kan worden tussen beide partijen kan van de afspraken afgeweken worden.

Heeft de rechtbank in uw zaak ooit een beschikking afgegeven? Die blijft gelden totdat er een verzoekschrift tot wijziging van de alimentatie is ingediend bij de rechtbank.

Er moet dan wel sprake zijn van een relevante wijziging van omstandigheden. Of het Coronavirus een zodanige wijziging van omstandigheden is dat de alimentatie direct wijzigt zal per geval moeten worden bekeken.

Onlangs is er een voorlopige voorziening geweest waarbij het Gerechtshof Den Haag heeft beslist dat voorlopig aannemelijk is  dat er geen dividend zal kunnen worden uitgekeerd door omzetdaling als gevolg van coronacrisis. Daarbij werd rekening gehouden met toepassing van de uitkeringstest op grond van art. 2:216 lid 2 BW. De bestuurder dient bij weging van vennootschappelijk belang rekening te houden met belangen van derden, waaronder crediteuren.

In dit geval werd de partneralimentatie voorlopig lager vastgesteld. Gerechtshof Den Haag: uitspraak 27 mei 2020.

Let wel: indien er een verzoekschrift wordt ingediend, duurt het even voordat de rechtbank een beslissing neemt.

 

Als de kinderen vanwege het coronavirus minder naar de andere ouder gaan, krijg ik dan meer alimentatie?

In principe niet, tenzij je het samen afspreekt. De meeste kosten voor de kinderen gaan natuurlijk gewoon door. Overleg is hierbij erg belangrijk.

Ondernemingen

Een huurder is in beginsel verplicht om de huurpenningen te voldoen. Het niet voldoen levert een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst op. Een uitzondering op deze verplichting is overmacht of onvoorziene omstandigheden. Het enkele feit dat een huurder moeite heeft om de huurpenningen te voldoen is onvoldoende. Van een huurder mag ook verlangd worden dat hij naar alternatieven zoekt, zoals bijvoorbeeld een tijdelijk krediet of gebruik van noodvoorzieningen. Het is verdedigbaar dat het coronavirus in specifieke gevallen een overmachtssituatie oplevert. Indien een beroep op overmacht niet slaagt dan kan mogelijk sprake zijn van onvoorziene omstandigheden. De rechterlijke toets is echter streng en de rechter zal terughoudend toetsen of  sprake is van onvoorziene omstandigheden.

Verder is het in sommige gevallen verdedigbaar dat het niet kunnen gebruiken van het gehuurde vanwege de coronacrisis een ‘gebrek’ oplevert waardoor de huurder aanspraak kan maken op huurprijsvermindering. Denk hier vooral aan gedwongen sluitingen zoals die van horecapanden en sportscholen. Voor verdere toelichting over dit onderwerp verwijzen wij naar deze blog.

Inmiddels zijn er enkele uitspraken gepubliceerd waarin een beroep op de hiervoor besproken gebrekenregeling wordt aangevoerd. De inhoud van deze uitspraken bespreken wij in een aparte blog.

Van de hierboven beschreven wettelijke regeling kan bij overeenkomst worden afgeweken. Het is om die reden raadzaam de huurovereenkomst en eventuele algemene (ROZ) voorwaarden aandachtig te bestuderen.

Een beroep op de gebrekenregeling of een beroep op overmacht of onvoorziene omstandigheden laat de mogelijkheid om de huurovereenkomst te ontbinden vanwege het niet of niet tijdig betalen van de huurprijs onverlet. De huurder die zijn huurbetalingen opschort loopt om die reden een risico dat de huurovereenkomst wegens niet (tijdig) betalen wordt ontbonden.

Tussen vastgoedeigenaars en huurders is de afgelopen periode veelvuldig overleg geweest om de lasten tussen huurders en verhuurders waar mogelijk te verdelen. In april leek er een akkoord te zijn gesloten tussen een aantal brancheorganisaties in de retail branche, maar dit akkoord werd weer snel van tafel geveegd. Er is nadien verder onderhandeld, zo blijkt uit een recent artikel uit het financieel dagblad. Veel huurders en verhuurders lijken zodoende bereid om afspraken te maken om op die manier de lasten van de coronacrisis zo veel mogelijk te verdelen.

Dat is zeer de vraag. Als een bedrijf er zo slecht voor staat dat een faillissement onvermijdelijk is, dan kan de oorzaak ook dieper liggen. Maar de coronacrisis kan ook voor ernstige financiële problemen gaan zorgen bij bedrijven die nog niet in de financiële problemen zaten.  Een faillissement kan op aanvraag van het bedrijf zelf of op aanvraag van een schuldeiser door de rechtbank worden uitgesproken. De rechtbank zal ter zitting toetsen of er meerdere schuldeisers bestaan en of de vennootschap inderdaad haar schulden niet meer kan betalen (of de vennootschap verkeert ‘in de toestand opgehouden te betalen’). Een dergelijk eigen verzoek tot het uitspreken van het faillissement hoeft niet te worden ingediend door een advocaat, maar het is wel verstandig juridische hulp in te schakelen. Met het uitspreken van het faillissement wordt er een curator aangesteld, welke zal overgaan tot het afwikkelen van het bedrijf. Voor veel bedrijven lijkt dit vooralsnog een zwaar middel, waarmee de onderneming zal worden beëindigd. Echter hoef een faillissement niet het einde te zijn van de onderneming, want dit biedt ook nieuwe kansen, zoals een doorstart. Klik  hier voor een uitgebreide beschrijving van die nieuwe kansen.

Een lichter middel dat mogelijk uitkomst biedt gedurende de coronacrisis is de zogenaamde surseance van betaling. Waar het faillissement gericht is op de liquidatie van de onderneming, is de surseance van betaling gericht op het overleven hiervan. Een aanvraag tot surseance van betaling kan worden gedaan wanneer een bedrijf vaststelt dat zij niet langer aan haar opeisbare schulden kan voldoen. Het doel van de surseance van betaling is het bieden van een adempauze, om zo een faillissement te voorkomen. Gedurende de surseance van betaling kan het bedrijf niet gedwongen worden haar gewone (concurrente) schuldeisers te betalen. Eventuele incassomaatregelen van schuldeisers, bijvoorbeeld beslaglegging, worden gedurende de surseance geschorst. Tijdens deze adempauze zal de door de rechtbank aangestelde bewindvoerder bekijken of het bedrijf door kan gaan met het betalen van haar schuldeisers, of dat er toch een faillissement moet worden aangevraagd. De surseance kan ook worden gebruikt om een akkoord te sluiten met de schuldeisers. Voor een succesvolle surseance is wel geld nodig, want dit wordt omgezet in een faillissement zodra lopende kosten niet meer zouden kunnen voldaan en/of de bewindvoerder geen reëel uitzicht meer heeft op een succesvol akkoord.

Voor zowel de aanvraag tot faillissement als de aanvraag tot surseance van betaling geldt dat de Rechtspraak deze procedures heeft aangemerkt als urgente zaken, die gedurende de coronacrisis nog steeds kunnen worden behandeld. Mocht u een van bovenstaande juridische stappen overwegen, neem dan contact op met één van onze insolventiespecialisten via de Corona helpdesk van BG.legal.

Als een werkgever vraagt naar de vaccinatiestatus van zijn werknemer, vraagt hij naar gezondheidsgegevens van die werknemer. In de Algemene Verordening Gegevensbescherming worden dit soort gegevens aangemerkt als bijzondere persoonsgegevens. Het is in principe niet toegestaan om bijzondere persoonsgegevens te verwerken, tenzij daarvoor een (wettelijke) uitzondering bestaat.

Een van de uitzonderingen die verwerking mogelijk zou kunnen maken, is dat de betrokkene uitdrukkelijk zijn toestemming heeft gegeven voor de verwerking van zijn gezondheidsgegevens voor een bepaald doel. De Autoriteit Persoonsgegevens is echter van mening dat deze mogelijkheid niet bestaat binnen een werkgever-werknemer relatie. De werknemer bevindt zich namelijk in een afhankelijke positie ten opzichte van de werkgever, waardoor deze toestemming niet uitdrukkelijk en vrijwillig gegeven kan worden. Het is dus niet toegestaan om als werkgever bij te houden of je werknemer (nog) een vaccinatiebewijs heeft.

Post NL heeft aangegeven dat zij er alles aan doen om het contact met mensen zo goed mogelijk te minimaliseren. Dit betekent dat de bezorgers zelf zullen tekenen voor het ontvangst van pakketjes, met mondelinge toestemming van de ontvanger. Maar dat betekent dat er lastige situaties kunnen ontstaan.

Wat als je niet thuis bent en de bezorger toch tekent voor ontvangst? Bijvoorbeeld omdat hij het pakketje bij de voordeur achterlaat. Dan ontstaat een lastige situatie op het moment dat het pakketje door een andere persoon wordt meegenomen. Je hebt geen toestemming voor het tekenen gegeven, je hebt het pakketje ook niet ontvangen, maar toch heb je via de bezorger voor ontvangst getekend.

Hetzelfde geldt als je de buurman laat tekenen voor ontvangst. Als de bezorger in naam van de buurman tekent voor jouw pakket, heb jij dan getekend voor ontvangst? Er wordt immers alleen een krabbel van de bezorger zelf genoteerd.

Dit zijn vragen die kunnen ontstaan de komende periode. Op voorhand willen we ontvangers van pakketjes meegeven dat zij in een nadelige bewijspositie verkeren. Want het is moeilijk om aan te tonen dat je géén toestemming hebt gegeven voor tekening voor ontvangst. Of dat niet jij, maar de buurman toestemming voor het tekenen heeft gegeven. Anderzijds kan Post NL ook niet aantonen dat je daadwerkelijk toestemming hebt gegeven voor ontvangst. De praktijk zal uitwijzen hoe afzenders van pakketjes hiermee om zullen gaan.

Natuurlijk moet Post NL in deze tijden maatregelen nemen. Desalniettemin raden wij voor nu aan om goed te letten op de bezorgtijden van uw pakketten, zodat u deze zelf in ontvangst kan nemen.

Een verhuurder is in beginsel verplicht om de bedrijfsruimte aan de huurder ter beschikking te stellen en hiervan genot te laten verschaffen. Bij een gedwongen sluiting voldoet de verhuurder niet aan die verplichting en is sprake van een gebrek. Dit standpunt leek, met verwijzing naar de wetsgeschiedenis, enige tijd gevolgd te worden in de rechtspraak. Diverse rechters zijn op dit standpunt terug te komen en oordelen dat helemaal niet zeker is of dat de coronacrisis en de al dan niet gedwongen sluiten een gebrek oplevert in de zin van artikel 7:204 BW. Aan de discussie over de gebrekenregeling zal in veel gevallen heengestapt worden, nu de ROZ-voorwaarden een beroep op deze regeling beperken.

De coronacrisis vormt bovendien een onvoorziene omstandigheid in de zin van artikel 6:248 BW. Indien zich tijdens de looptijd van de huurovereenkomst een onvoorziene omstandigheid voordoet, dan kan dit onder omstandigheden leiden tot aanpassing van de huurovereenkomst, met bijvoorbeeld een (tijdelijke) huurkorting ten gevolg. Of dat hier sprake van is hangt af van de omstandigheden van het geval.

Inmiddels is er, naast een grote hoeveelheid aan uitspraken in kort geding, een uitspraak van een bodemrechter. Wij verwijzen u onder meer naar dit blog van mr. Michael de Marco: Rechter wijst huurkorting vanwege corona toe

Mochten de maatregelen van de overheid niet afdoende zijn en mocht uw bedrijf nu in de financiële problemen komen, dan zijn er enkele belangrijke aandachtspunten voor de bestuurder zelf.

  • Wanneer u belastingen en/of premies niet kunt betalen, bent u verplicht dit schriftelijk (via de standaard formulieren) te melden bij de Belastingdienst en het bedrijfspensioenfonds. Bij uw melding geeft u aan om welke schulden en welk tijdvak het gaat. De melding moet gedaan zijn uiterlijk twee weken nadat het bedrag betaald had moeten zijn. Maakt u niet tijdig deze melding, dan loopt u het risico privé aansprakelijk gesteld te worden voor die schulden.
  • Er is terughoudendheid geboden bij het selectief betalen van één of meerdere partijen, wanneer er niet (meer) voldoende liquide middelen voorhanden zijn om iedereen te betalen. Ga niet aan u gelieerde partijen voldoen boven anderen. Daarnaast moet een betaling, afhankelijk van hoe spannend het al is en in hoeverre dat ook duidelijk is of behoort te zijn, in een later stadium verantwoord kunnen worden.
  • Als zelfs uw faillissement al aangevraagd zou zijn, mag u niemand meer betalen. Ongeacht of het een opeisbare vordering is of niet. De aan te stellen curator zal deze betaling kunnen terughalen bij uw debiteur.
  • Verder begrijpen wij dat er 1001 vragen en uitdagingen op u af komen als er financiële nood ontstaat. Die kunnen wij niet allemaal in deze Q&A opnemen. U kunt deze vragen uiteraard altijd voorleggen voor een maatwerk beantwoording aan één van onze specialisten. Onze insolventierechtadvocaten worden ook regelmatig door de rechtbank aangesteld als curator, dus hebben zeer ruime ervaring.
  • Voorziet u dat uw onderneming schulden in de toekomst niet meer kan betalen, maar is er wel een financier bereid om een akkoord te financieren. In dat geval biedt de WHOA wellicht mogelijkheden om een nieuwe start (buiten faillissement om) te kunnen maken. Neem vooral eens contact met ons op om de mogelijkheden te bekijken.

Zoals vermeld werkt de surseance van betaling en de hierdoor geboden adempauze enkel tegen gewone schuldeisers. Schulden waaraan voorrang is verbonden, zoals de loonbetaling aan werknemers, belastingschulden of schulden aan een financier die zekerheden heeft bedongen, worden door de surseance niet getroffen. Ten aanzien van deze vorderingen komt de Nederlandse overheid het bedrijfsleven gedurende de coronacrisis echter wel tegemoet. Zie daarover de volgende onderwerpen.

Werktijdverkorting

Zo kan het bedrijf voor haar werknemers werktijdverkorting aanvragen, waardoor het bedrijf op basis van de ministeriële regeling ‘Regeling onwerkbaar weer’ van 1 januari 2020 geen loon hoeft te betalen. Deze naam is misleidend, omdat in de regeling buitengewone natuurlijke omstandigheden ook andere buitengewone, niet-natuurlijke omstandigheden aan bod komen. Indien de werkgever toestemming tot werktijdverkorting verkrijgt als gevolg van buitengewone, niet-natuurlijke omstandigheden, bijvoorbeeld de coronacrisis, dan vervalt de loondoorbetalingsverplichting. Mocht het verzoek tot werktijdverkorting worden toegewezen, dan hoeft het bedrijf dus geen loon door te betalen. Werknemers vallen volledig terug op de WW-uitkering voor het deel dat hun werktijd is verkort. Dit geldt ook voor werknemers die onvoldoende WW hebben opgebouwd. Veel werkgevers zullen vanwege goed werkgeverschap wel het volledige loon doorbetalen, maar niet ieder bedrijf zal hiertoe in staat zijn. Op basis van artikel 5 van de Regeling onwerkbaar weer hoeft dat ook niet.

Bijzonder uitstel van betaling voor fiscale schulden

Ook de Belastingdienst komt ondernemers tegemoet ten tijde van deze coronacrisis. Voor alle aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting/btw en loonbelasting bestaat er de mogelijkheid om bijzonder uitstel van betaling aan te vragen. Hiervoor moet er een brief worden geschreven aan de Belastingdienst, met daarin het verzoek tot uitstel en een toelichting over hoe de uitbraak van het coronavirus betalingsproblemen heeft veroorzaakt. Hier stelt de belastingdienst wel een aantal eisen aan. Zo dient een derde deskundige (zoals een externe consultant, externe financier, brancheorganisatie of uw eigen accountant/financieel adviseur) een verklaring af te leggen waaruit blijkt dat:

  • Er sprake is van bestaande betalingsproblemen en bijvoorbeeld geen nog te verwachten betalingsproblemen.
  • De betalingsproblemen van tijdelijke aard zijn als gevolg van het coronavirus.
  • De onderneming levensvatbaar is.

Verruimde Borgstelling midden- en kleinbedrijf (BMKB) versneld openstellen

Ten slotte heeft het kabinet aangegeven dat bedrijven in financiële nood bij de overheid kunnen aankloppen. De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft op 15 maart besloten de verruimde borgstelling midden- en kleinbedrijf (BMKB)-regeling versneld open te stellen. Via het BMKB staat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat borg voor de kredieten verstrekt (door veelal banken) aan ondernemers, zodat zij gemakkelijker geld kunnen lenen. In de reguliere regeling staat het ministerie voor 50% van het verstrekte krediet garant, maar met de verruimingsmaatregel wordt de omvang verhoogd naar 75%. Hierdoor kunnen de banken makkelijker en sneller krediet verruimen en kunnen bedrijven eerder en meer geld lenen bij deze banken. Met het besluit van 15 maart 2020 worden overbruggingskredieten en rekening-courantkredieten met een looptijd tot 2 jaar tevens onder deze regeling geschaard.

Overheid

Juridische vragen over de gevolgen van de coronacrisis kunt u ook stellen aan onze Corona Helpdesk via corona@bg.legal of 088 1410800. Of vul het onderstaande formulier in.

 

BG.legal