Een proeftijdbeding ná een stage? Volgens de kantonrechter is dat mogelijk.

24 aug 2020

Een proeftijdbeding ná een stage? Volgens de kantonrechter is dat mogelijk. Het is niet ongebruikelijk dat een stagiair na het afronden van zijn/haar stage in dienst treedt bij dat bedrijf. De vraag die recentelijk aan de kantonrechter Rotterdam voorlag was of een arbeidsovereenkomst ná een stageovereenkomst een proeftijdbeding mag bevatten. In de wet is namelijk geregeld dat een proeftijdbeding alleen in de eerste arbeidsovereenkomst mag zijn opgenomen (artikel 7:652 BW). Is een stageovereenkomst gelijk aan een arbeidsovereenkomst?

Een proeftijdbeding ná een stage? Volgens de kantonrechter is dat mogelijk.
Voorwaarden arbeidsovereenkomst

De drie voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst zijn dat arbeid wordt verricht, dat loon wordt betaald en dat er sprake is van een gezagsverhouding (artikel 7:610 BW). Een stageovereenkomst heeft bepaalde gelijkenissen met een arbeidsovereenkomst. Er wordt gewerkt (arbeid verricht) onder begeleiding van een stagebegeleider (gezagsverhouding). Een stagiair verricht soms opdrachten ten behoeve van het bedrijf, denk aan een intern onderzoek. Verder kan een stagevergoeding worden betaald (loon).

Verschillen stage en arbeidsovereenkomst

Het belangrijkste verschil tussen een stage en een arbeidsovereenkomst is dat een stage is gericht op het uitbreiden van kennis en werkervaring van de stagiair. Een stagiair zit vaak nog op school en dient ter voltooiing van de opleiding een stage te volgen. Bij een werknemer staat het verrichten van arbeid centraal.

Beoordeling kantonrechter

De kantonrechter neemt in zijn beoordeling mee dat met de stageovereenkomst tussen de stagiair, het bedrijf én de school expliciet is beoogd dat er sprake is van een stage. De stageovereenkomst bevat onder andere afspraken over leerdoelen, evaluaties door de school en een assessment. Gedurende de stage is een stageverslag bijgehouden en de stagiair heeft schoolopdrachten gemaakt. Dat er soms ondersteunende werkzaamheden zijn verricht én de stagiair veel zelfstandig heeft gewerkt, maakt niet dat er sprake is van productieve arbeid. Daarbij speelt mee dat het bedrijf kleinschalig was en de stagebegeleider langdurig ziek was. Tot slot is de stagevergoeding volgens de kantonrechter niet hoog genoeg om te spreken van loon (de vergoeding lag ver onder het minimumloon).

De kantonrechter oordeelt (gelijktijdig in kort geding en in de hoofdzaak) dat de arbeidsovereenkomst ná een stageovereenkomst geen opvolgende arbeidsovereenkomst is. De stageovereenkomst is namelijk niet gelijk aan een arbeidsovereenkomst. Dat betekent dat in de arbeidsovereenkomst een geldig proeftijdbeding was opgenomen.

Het bedrijf heeft binnen de proeftijdperiode van één maand het dienstverband rechtsgeldig opgezegd. Een arbeidsovereenkomst mag tijdens de proeftijd om vrijwel iedere reden worden beëindigd. Overigens is sinds 1 januari 2020 een transitievergoeding verschuldigd aan iedere werknemer met wie het dienstverband wordt beëindigd. Zelfs bij een arbeidsovereenkomst van nog geen maand, is een transitievergoeding verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding is dan minimaal.

Heeft u vragen over een stageovereenkomst, arbeidsovereenkomst een proeftijd of andere arbeidsrechtelijke onderwerpen? Neem dan contact op met Marlies Hol, jurist arbeidsrecht.

Marlies Hol 1