Eenvoudiger aanbesteden in de jeugdzorg en Wmo in het verschiet?
Inleiding
De ministerraad is akkoord gegaan met het wetsvoorstel maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015. Het wetsvoorstel maakt het gemeenten mogelijk om aanbestedingsprocedures voor jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning eenvoudiger in te richten.
Aanbestedingsprocedure voor inkopen jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning
De gemeenten voeren de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) uit door het sluiten van contracten met aanbieders van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning. Vaak moeten gemeenten hiervoor hun opdrachten aanbesteden. Daarbij gelden de regels van de Aanbestedingswet 2012. Hoewel deze wet het mogelijk maakt om gebruik te maken van een verlicht regime of te wel een meer eenvoudige aanbestedingsprocedure, bepalen de Jeugdwet en de Wmo dat er gegund moet worden op basis van de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (het emvi-criterium). Het gevolg van het moeten toepassen van het emvi-criterium is dat gemeenten offertes moeten opvragen en beoordelen.
Schrappen emvi-criterium in Jeugdwet en Wmo
Met het wetsvoorstel wordt de plicht om op grond van het emvi-criterium te gunnen uit de Jeugdwet en de Wmo geschrapt. Dit brengt met zich mee dat de onder de Aanbestedingswet 2012 mogelijke toepassing van een verlichte aanbestedingsprocedure voor de inkoop van zorg onder de Jeugdwet en Wmo dan zonder offertefase mogelijk is. De regel dat niet louter op de laagste prijs mag worden gegund en dat er altijd rekening wordt gehouden met de aangeboden kwaliteit, blijft gehandhaafd.
Waarborgen van een eerlijk verloop aanbestedingsprocedure
Het is zaak dat in deze eenvoudigere aanbestedingsprocedures zonder offertes, geschikte aanbieders wel een eerlijke kans op een contract hebben. Hiervoor dienen met name minimumeisen waaraan aanbieders moeten voldoen alsmede duidelijk en objectief geformuleerde criteria op basis waarvan zal worden geselecteerd.
De regering hoopt dat een procedure met selectie op basis van selectiecriteria leidt tot een reductie van de uitvoeringslasten van de aanbestedingsprocedure. Verder hoopt de regering dat hiermee tevens een prikkel wordt gegeven om het inkopen van zorg voor jeugdigen of maatschappelijke ondersteuning volgens de zogenoemde ‘open house’ procedure te verminderen. Open house betreft voor de goede orde, een vorm van inkoop de waarbij de overheid overeenkomsten sluit met elke ondernemer die tegen standaard voorwaarden en tarieven diensten levert.
In een handreiking zullen de aanbestedingsprocedures die ten gevolge van het schrappen van het emvi-criterium onder het verlichte regime kunnen worden ingericht, worden uitgewerkt.
Conclusie
Het mogelijk maken van het inrichten van vereenvoudigde aanbestedingsprocedures zonder de verplichting voor aanbieders om offertes te schrijven en voor gemeenten om offertes te vergelijken op basis van een op voorhand uitgedachte gunningssystematiek, is zonder meer positief te noemen. Er zal hierdoor bij de inkoop van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning mogelijk weer meer gebruik worden gemaakt van de onder het verlichte regime in de Aanbestedingswet 2012 voorziene eenvoudige aanbestedingsprocedures. Of ook de beoogde reductie van uitvoeringslasten gerealiseerd zal worden, moet blijken. Het door gemeenten formuleren van selectiecriteria en het door inschrijvers beoordelen of ze aan die criteria voldoen, kost ook tijd en daarmee geld.
In ieder geval, de in een eerdere bijdrage gesignaleerde trend tot meer aanbesteden in het sociaal domein lijkt wanneer onderhavig wetsvoorstel wet wordt doorgezet te kunnen gaan worden. Anders dan sommige commentaren die stellen dat de nieuwe wet een einde moet maken aanbesteding in de jeugdzorg en Wmo, constateer ik het tegenovergestelde, meer aanbesteding maar eenvoudiger (zoals ik in een eerdere bijdrage over de pilot bij de gemeente Rotterdam schreef). Dat dan weer wel.
Het wetsvoorstel is te lezen op de website van de Tweede Kamer.