Het verschoningsrecht: het belang en structurele schendingen door het OM
Het verschoningsrecht staat onder druk. Recentelijk zijn er meerdere gevallen geweest waarin het Openbaar Ministerie (OM) dit recht heeft geschonden. In dit artikel leggen we uit wat het verschoningsrecht inhoudt, wat het verschil is met privacyrecht en waarom het cruciaal is voor een eerlijk proces.
Het verschoningsrecht
Het verschoningsrecht houdt in dat bepaalde beroepsgroepen, zoals advocaten, artsen en geestelijken, het recht hebben om vertrouwelijke informatie van hun cliënten geheim te houden.
Zij mogen deze informatie niet delen met derden, ook niet als de rechter of politie ernaar vraagt. Het doel hiervan is dat burgers vrijuit kunnen praten met hun advocaat, dokter of priester, zonder angst dat deze privé-informatie later tegen hen wordt gebruikt.
Het verschoningsrecht is een fundamenteel recht in ons rechtsstelsel. Het verschoningsrecht is een van de manieren waarop privacy wordt beschermd, met name in situaties waarin individuen vertrouwelijke informatie delen met professionals. Het waarborgt dat iedereen een eerlijk proces krijgt en zich vrijuit kan verdedigen.
Als advocaten geen geheimhoudingsplicht zouden hebben, zouden cliënten misschien bepaalde informatie achterhouden uit angst dat het tegen hen wordt gebruikt. Hierdoor kunnen advocaten hun werk als raadsman en verdediging niet goed doen.
Schendingen van het verschoningsrecht door het OM
Recentelijk zijn er meerdere gevallen geweest waarin het OM vertrouwelijke communicatie tussen advocaten en hun cliënten in handen heeft gekregen en gebruikt heeft.
In de fraudezaak rond Box Consultants is vertrouwelijke communicatie tussen het advocatenkantoor Stibbe en hun cliënt in handen van het OM gekomen. Ook in een andere misbruikzaak zou het OM vertrouwelijke informatie hebben ingezien. Tevens is het mogelijk dat in de zaak tegen advocaat Inez Weski vertrouwelijke informatie was bekeken.
Dit ondermijnt het vertrouwen in een eerlijk proces. Als het verschoningsrecht niet wordt gerespecteerd, hebben burgers geen vrije toegang meer tot rechtshulp. Ze weten dan niet zeker of hun gesprekken met een advocaat wel privé blijven.
Het OM heeft toegegeven dat interne procedures rondom het verschoningsrecht niet deugden en dat opsporingsambtenaren deze procedures niet altijd goed hebben gevolgd. Er lijkt sprake te zijn van een 'instrumentele' in plaats van intrinsieke motivatie bij het OM om het verschoningsrecht te respecteren.
In een persbericht benadrukt het OM echter dat zij het verschoningsrecht beschouwen als “een fundamenteel rechtsbeginsel” dat moet garanderen dat iedereen vrijelijk met een vertrouwenspersoon, zoals een advocaat, notaris of arts, moet kunnen communiceren.
Het verschil tussen het verschoningsrecht en privacyrecht
Zoals eerder gesteld heeft het verschoningsrecht raakvlakken met het privacyrecht. Beide rechten zorgen ervoor dat burgers zich vrijuit kunnen uiten zonder dat hun vertrouwelijke gesprekken worden gedeeld met derden.
Toch is er een belangrijk verschil. Het privacyrecht beschermt de persoonlijke levenssfeer in brede zin, terwijl het verschoningsrecht specifiek gaat over de vertrouwelijke relatie tussen een burger en zijn advocaat, arts of notaris.
Het balanceren van deze rechten met de noodzaak van openbare veiligheid en rechtshandhaving is vaak een complex juridisch en ethisch debat.