Huisvesting aan Oekraïners: is sprake van ‘bewoning’?

05 nov 2024

Het huisvesten van arbeidsmigranten is een actueel thema. In dit artikel bespreken wij een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland over de huisvesting van arbeidsmigranten op een perceel met de bestemming ‘maatschappelijke dienstverlening’. Naast bespreking van de feiten en het oordeel van de rechtbank plaatsen wij deze uitspraak in een breder perspectief door het te koppelen aan eerdere relevante uitspraken die zien op huisvesting van arbeidsmigranten en eerdere blogs die wij hierover schreven. Interessant aan deze uitspraak is dat ook huisvesting van Oekraïense vluchtelingen uitgebreid aan bod komt, duidelijk wordt dat ook hier hetzelfde juridische kader van toepassing is.

Feiten

Deze zaak draait om een last onder dwangsom opgelegd door het college van burgemeester en wethouders aan eisers vanwege strijdig gebruik van een pand. Het perceel van eisers heeft de bestemming maatschappelijke dienstverlening’. Tijdens een controle door de gemeente is vastgesteld dat er meerdere mensen op het perceel wonen, en dat er dus sprake zou zijn van ‘kamergewijze bewoning’. Het gaat specifiek om bewoning door arbeidsmigranten en Oekraïense vluchtelingen. Dit is in strijd met het bestemmingsplan. Er is geen omgevingsvergunning verleend. Tegen het besluit tot oplegging van de last onder dwangsom is bezwaar gemaakt en vervolgens beroep ingesteld.

Door eisers wordt in beroep aangevoerd dat er met betrekking tot de arbeidsmigranten geen sprake is van ‘bewoning’. De arbeidsmigranten verblijven slechts tijdelijk in het pand om zich klaar te maken voor bewoning.

Voor de aanwezigheid van de Oekraïense vluchtelingen voeren eisers aan dat er geen strijd is met het bestemmingsplan, omdat het verblijf van de vluchtelingen moet worden aangemerkt als ‘maatschappelijke dienstverlening’ en niet als ‘wonen’, daarmee zou wel worden voldaan aan de bestemming van het bestemmingsplan. Volgens de eisers gaat het namelijk om kortdurende vluchtelingenopvang.

Rechtbank Noord-Nederland

Voor de beroepsgrond die ziet op het verblijf van de arbeidsmigranten moet de rechtbank beoordelen of er al dan niet sprake is van ‘bewoning’. Volgens de rechtbank is het aannemelijk dat er, anders dan eisers betogen, wel sprake was van ‘kamergewijze bewoning’. Er zijn verklaringen door andere bewoners afgegeven die de aanwezigheid van arbeidsmigranten bevestigen, minstens tweemaal is er een arbeidsmigrant in het pand aangetroffen en er is volgens de rechtbank geen sprake van het gereed maken voor bewoning omdat er geen andere woonadres was van de arbeidsmigranten. Deze bewoning is op grond van de bestemming ‘maatschappelijke dienstverlening’ niet toegestaan.

De rechtbank moet met betrekking tot de Oekraïense vluchtelingen beoordelen of dit valt onder de bestemming ‘maatschappelijke dienstverlening’. ‘Maatschappelijke dienstverlening’ is gedefinieerd in het bestemmingsplan als “het geheel van diensten die de overheden aan hun burgers leveren, alsmede het verlenen van maatschappelijke diensten, medische dienstverlening, psychosociale zorg, onderwijs, kinderdagopvang, sociaal-culturele voorzieningen, voorzieningen van levensbeschouwelijke aard, diensten ten behoeve van sport en sportieve recreatie, evenwel met uitzondering van een seksinrichting”. Verder is in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen dat de term ‘maatschappelijk’ het mogelijk maakt dat per locatie meerdere functies kunnen zijn toegestaan. De rechtbank is van oordeel dat het ter beschikking stellen van een woonruimte aan vluchtelingen niet kwalificeert als een vorm van ‘maatschappelijke dienstverlening’, maar dat het gaat om ‘bewoning’. In het bestemmingsplan is het begrip ‘wonen’ niet gedefinieerd. Wanneer een begrip niet is opgenomen in het bestemmingsplan volgt uit vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State dat er moet worden gekeken naar het algemene spraakgebruik. Uit de jurisprudentie van de Afdeling volgt dat er onder de definitie van ‘wonen’ verschillende vormen van huisvesting kunnen vallen, zo ook kamerverhuur. Om te kunnen spreken van ‘wonen’ moet er sprake zijn van “enige bestendigheid”. De rechtbank gaat niet mee met het argument van eisers dat van deze duurzaamheid van het verblijf geen sprake is, en oordeelt dat er dus sprake is van bewoning door de Oekraïense vluchtelingen.

Rechtspraak huisvesting arbeidsmigranten en de toepasselijkheid bij Oekraïense vluchtelingen

Voor de huisvesting van arbeidsmigranten is het relevant om deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland in het kader van eerdere jurisprudentie te plaatsen.

De rechtbank Noord-Nederland heeft in deze uitspraak duidelijk vastgesteld dat ‘kamergewijze bewoning’ door arbeidsmigranten niet is toegestaan op grond van de definitie van ‘maatschappelijke dienstverlening’ zoals deze is opgenomen in het bestemmingsplan. Hieruit volgt het belang van de bestemmingsplanregels voor het huisvesten van arbeidsmigranten, wat wij ook in eerdere blogs hebben aangekaart.

Vaak gaat het bij het huisvesten van arbeidsmigranten echter om een perceel met de bestemming ‘wonen’. Wanneer ‘wonen’ niet is gedefinieerd in het bestemmingsplan én niet is gelinkt aan begrippen in het bestemmingsplan, kunnen hieronder verschillende vormen van huisvesting vallen. Van belang is dat de Afdeling heeft geoordeeld dat onder ‘wonen’, onder bepaalde omstandigheden, ook het huisvesten van arbeidsmigranten kan vallen [ECLI:NL:RVS:2018:1882]. In een eerder blog is dit gedetailleerd besproken. Onder andere de duur van de huisvesting is hierbij van belang, ‘wonen’ vereist namelijk een duurzaam karakter. De implicaties hiervan voor de huisvesting van arbeidsmigranten bespraken wij in dit artikel.

De besproken uitspraak is in het bijzonder interessant omdat duidelijk is geworden dat ook voor de huisvesting van Oekraïense vluchtelingen het huisvestigingskader van arbeidsmigranten van belang is. De rechtbank heeft duidelijk gemaakt dat het huisvesten van de vluchtelingen niet valt onder de bestemming ‘maatschappelijke dienstverlening’ wanneer er enkel en alleen een woonruimte ter beschikking wordt gesteld. Ook het feit dat de eisers af en toe andere hulp zouden aanbieden aan de vluchtelingen (in dit geval het vinden van een school voor de kinderen), maakt niet dat er kan worden gesproken van een maatschappelijke dienst. Het huisvesten van Oekraïense vluchtelingen is dus niet zomaar een maatschappelijke dienstverlening. Voor de huisvesting van de Oekraïners was in dit geval dus een bestemming ‘wonen’ vereist en gelden daarvoor dezelfde voorwaarden als voor arbeidsmigranten.

Concluderend

De Rechtbank Noord-Nederland heeft met deze uitspraak de jurisprudentie die ziet op de huisvesting van arbeidsmigranten nog eens bevestigd. Maar meer interessant is het feit dat huisvesting van Oekraïners niet zomaar onder een maatschappelijke bestemming kan worden gebracht. Indien in die gevallen sprake is van bewoning, geldt ook dan dat een woonfunctie aan de gronden moet zijn toegekend. Dan volstaat de maatschappelijke functie dus niet. Dat zou mogelijk anders zijn, in het geval van een tijdelijke (nood)opvang. Ook bij huisvesting van Oekraïners gelden dus dezelfde beperkingen (of kansen) als bij huisvesting van arbeidsmigranten.

Dit artikel is geschreven door Rutger Boogers en Anne Verberne.

ECLI:NL:RBNNE:2024:4227

Rutger Boogers