Kunnen arbeidsmigranten samen 'één huishouden' vormen?

23 feb 2024

Inleiding

Er wordt door veel gemeenten actief handhavend opgetreden tegen het bewonen van woningen door arbeidsmigranten. In de regel bevat een bestemmingsplan een woonbestemming. Vaak betekent dit dat het perceel alleen gebruikt mag worden ten behoeve van het wonen in een ‘woning’. Meestal is het gebruik dan beperkt tot één huishouden. Over het algemeen wordt de huisvesting van arbeidsmigranten niet aanvaard als één huishouden. Toch is in een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat twee arbeidsmigranten samen één huishouden vormen. Het is dus niet per definitie onmogelijk dat arbeidsmigranten één huishouden vormen.

Feiten

In de betreffende woning wonen sinds 2017 twee arbeidsmigranten. Volgens het college van B&W is de huisvesting van deze arbeidsmigranten in strijd met het bestemmingsplan. Eiseres, de eigenaar van de woning, heeft daarom een omgevingsvergunning aangevraagd zodat het strijdige gebruik kan worden opgeheven. De aanvraag is vervolgens geweigerd door het college. De eigenaar gaat tegen die weigering in beroep. Bij de bestuursrechter ligt vervolgens de vraag voor of het gebruik van de woning voor de huisvesting van arbeidsmigranten strijd oplevert met het bestemmingsplan.

Wettelijk kader

Op het perceel rust de bestemming ‘wonen-2’ en het perceel is bestemd voor ‘woonhuizen’. De woning mag op grond daarvan alleen worden bewoond door één huishouden. Het begrip ‘huishouden’ moet volgens algemeen spraakgebruik worden uitgelegd. De volgende definitie wordt genomen door de rechtbank: “één of meer personen die in vast verband samenleven, eventueel met (hun) kinderen”.

Oordeel rechtbank

Volgens de rechtbank moet gekeken worden naar de feitelijke situatie om te beoordelen of er sprake is van één huishouden. De feitelijke situatie is als volgt:

  • de arbeidsmigranten zijn beide werknemers van de eisers;
  • ze wonen sinds 2017 in de woning (op het moment van uitspraak is dat vier jaar);
  • ze staan beiden op het adres ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie;
  • de woning is hun hoofdverblijf, ze gaan alleen met feestdagen naar het land van herkomst;
  • de kosten voor gas en elektriciteit worden door hen betaald vanaf een gezamenlijke rekening;
  • ze betalen geen huur; en
  • ze maken allebei schoon, koken en eten samen en maken gezamenlijk gebruik van de voorzieningen van de woning.

De rechtbank concludeert dat deze feiten ertoe leiden dat sprake is van één huishouden. Hieruit volgt dat er geen strijdig gebruik is met het bestemmingsplan en een omgevingsvergunning dus niet vereist is.

Hoe verhoudt deze uitspraak zich tot andere uitspraken?

In 2020 en 2018 werd door de hoogste bestuursrechter eerder geoordeeld dat een woning mocht worden gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten. In deze zaken oordeelde de Afdeling dat het begrip ‘wonen’ in het bestemmingsplan moest worden uitgelegd aan de hand van het algemeen spraakgebruik. Volgens de Afdeling kunnen onder ‘wonen’ verschillende en uiteenlopende vormen van huisvesting worden begrepen. Ook huisvesting van arbeidsmigranten kan vallen onder ‘wonen’ en daarom was de huisvesting van arbeidsmigranten niet in strijd met het bestemmingsplan.

In deze zaken werd dus niet ingegaan op de vraag of arbeidsmigranten één huishouden vormden, maar werd gesteld dat onder het algemeen spraakgebruik van ‘wonen’ ook huisvesting van arbeidsmigranten kan vallen. Dit deze zaken was de bestemming ‘wonen’ niet nader gedefinieerd in het bestemmingsplan en er bestond geen koppeling of relatie met de planregels waarin het begrip ‘woning’ werd gedefinieerd. In dat geval zijn er dus diverse woonvormen toegestaan omdat er dan gekeken wordt naar het algemeen spraakgebruik.

  • Het belang van het wel of niet aanwezig zijn van de relatie tussen de begrippen ‘woning’ en ‘wonen’ is door Rutger Boogers eerder uitgebreid aan bod gekomen in dit artikel.

Vaak vormen arbeidsmigranten geen huishouden

Het voorgaande is dus anders in de zaak die hierboven is toegelicht. In dat geval is immers wél in het bestemmingsplan opgenomen dat de woning bestemd is voor één huishouden. Over het algemeen oordeelt de Afdeling in deze gevallen dat arbeidsmigranten geen huishouden vormen. Zo is in de volgende zaken het argument verworpen dat arbeidsmigranten samen één huishouden kunnen vormen.

  • Huisvesting van seizoenarbeiders is niet op één lijn te stelen met het begrip ‘huishouden’. Er is namelijk geen sprake van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid. De omstandigheden dat de seizoenarbeiders hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit hebben en samen de zorg dragen voor de huishouding is niet voldoende [ECLI:NL:RVS:2007:BA4193].
  • Naast de bewoning door een gezin of een samenlevingsverband is het mogelijke dat minder traditionele woonvormen on de algemene woonbestemming vallen. Er moet dan wel sprake zijn van (nagenoeg) zelfstandige bewoning met duurzaam verblijf ter plaatse. Er is continuïteit in de samenstelling vereist en er moet een onderlinge verbondenheid Het hoofdverblijf moet de betreffende woning zijn. In deze zaak werd niet voldaan aan de voorgenoemde omstandigheden en worden de omstandigheden dat de arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten en gezamenlijk de huishouding doen niet voldoende geacht [ECLI:NL:RBMID:2010:BL6803].
  • Alhoewel de arbeidsmigranten voor langere tijd in de woning verblijven kan bewoning door één huishouden niet worden aangenomen om de volgende redenen. Er is geen sprake van een onderliggende overeenkomst, er is geen sprake van continuïteit in de samenstelling of onderlinge verbondenheid van de bewoners. Er is geen intentie om voor onbepaalde tijd één huishouden te vormen [ECLI:NL:RBMNE:2017:2227].

Voor de praktijk

Uit de jurisprudentie kan worden afgeleid dat voor de kwalificatie ‘één huishouden’ over het algemeen sprake moet zijn van continuïteit in de samenstelling, nagenoeg zelfstandige bewoning, onderlinge verbondenheid en de woning het hoofdverblijf betreft. De toetsing aan deze voorwaarden is in deze zaak geslaagd, waardoor de twee arbeidsmigranten vallen onder de definitie van één huishouden. Dit betekent dat geen sprake is van een overtreding en het gebruik van de woning dus rechtstreeks is toegestaan op grond van het bestemmingsplan.

Artikel is geschreven door Rutger Boogers en Anne Verberne.

Heeft u vragen? Neemt u dan gerust vrijblijvend contact met:  Rutger Boogers, advocaat en specialist arbeidsmigranten (boogers@bg.legal)

Rutger Boogers