WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[news-type] => publicatie
)
[query_vars] => Array
(
[news-type] => publicatie
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[paged] => 0
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] => all
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => publicatie
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => publicatie
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => publicatie
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 28
[name] => Publicatie
[slug] => publicatie
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 28
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 168
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 28
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (28)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 0, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 45294
[post_author] => 7
[post_date] => 2025-07-09 15:44:04
[post_date_gmt] => 2025-07-09 13:44:04
[post_content] => Voor veel bedrijven is het een herkenbaar scenario: een samenwerking die eenvoudig begint, maar in de loop van de tijd steeds hechter en complexer wordt. Er wordt geïnvesteerd, processen raken op elkaar afgestemd en de afhankelijkheid tussen partijen groeit gestaag. Totdat één partij besluit op te zeggen – en zich daarbij beroept op de korte opzegtermijn die ooit in het contract is afgesproken.
De casus
De transportbedrijven Get Moving c.s. hadden in 2008 en 2011 contracten gesloten met pakketdienst DPD met een opzegtermijn van slechts één maand. Wat destijds wellicht passend was bij de beperkte omvang van de samenwerking, werd door de jaren heen problematischer. De transportbedrijven investeerden steeds meer in de relatie, namen extra personeel aan en richtten hun bedrijfsvoering grotendeels in op deze ene grote klant.
Toen DPD in november de samenwerking opzegde met inachtneming van de contractuele termijn van één maand, voelden de transportbedrijven zich overvallen. Hun argument was begrijpelijk: de oorspronkelijke opzegtermijn paste niet meer bij de inmiddels intensieve en complexe samenwerking die was ontstaan. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch toonde begrip voor deze redenering. In een opmerkelijke beslissing oordeelde het hof dat de contractuele opzegtermijn van één maand niet langer redelijk was en stelde daarvoor eigenhandig langere termijnen van twee respectievelijk drie maanden in de plaats. Het was een juridisch gedurfde stap: het hof beweerde in feite dat rechters contractuele bepalingen kunnen bijstellen wanneer de omstandigheden zijn veranderd.
De Hoge Raad corrigeert
De Hoge Raad kon zich in deze redenering niet vinden. In heldere bewoordingen stelt het hoogste rechtscollege dat "In het wettelijk stelsel van art. 6:248 BW en art. 6:258 BW een contractuele bepaling niet op grond van alleen de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid op deze manier kan worden 'uitgeschakeld'.2" De Hoge Raad neemt daarmee een resolute stelling in over de aard van contractuele verhoudingen. Rechters zijn geen contractherschrijvers, zo maakt de Hoge Raad duidelijk. Zij kunnen contractuele bepalingen aanvullen waar lacunes bestaan of in extreme gevallen bepalingen buiten werking stellen wanneer een beroep daarop onaanvaardbaar zou zijn, maar zij kunnen niet zomaar contractuele bepalingen vervangen door iets anders dat zij redelijker achten.
Twee aspecten van redelijkheid en billijkheid
In dit arrest laat de Hoge Raad zien dat artikel 6:248 BW twee verschillende toepassingen kent die van elkaar moeten worden onderscheden. Allereerst de aanvullende werking (artikel 6:248 lid 1 BW): de eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat aan de opzegging nadere eisen gesteld worden. Dit kan betekenen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond bestaat, dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen, of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. Vervolgens de beperkende werking (artikel 6:248 lid 2 BW): een beroep op een uit de wet of overeenkomst voortvloeiende bevoegdheid de duurovereenkomst op te zeggen, kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Hiervoor geldt het strenge onaanvaardbaarheids-criterium.
De aanvullende werking kan wel met zich brengen dat degene die gebruik maakt van een contractuele opzegmogelijkheid onder omstandigheden gehouden kan zijn de wederpartij een (schade)vergoeding aan te bieden, aldus de Hoge Raad. Bij het bepalen van de omvang van deze vergoeding kan van belang zijn of de opzeggende partij een langere dan de contractuele opzegtermijn hanteert. Als op de contractueel bepaalde termijn wordt opgezegd zonder het aanbieden van een vergoeding, hangt "de hoogte van de dan alsnog te bepalen (scha-de)vergoeding af van wat in de omstandigheden van het geval uit redelijkheid en billijkheid voortvloeit” en niet van een hypothetische vergelijking gebaseerd op wanpres-tatie.3
Hierin schuilt ook de fout van het hof. Het hof had de beperkende werking moeten toetsen door te onderzoeken of het beroep van DPD op de contractuele opzegtermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was. In plaats daarvan probeerde het hof via de aanvullende werking een contractuele bepaling te "vervangen" door een andere regeling. De Hoge Raad maakt duidelijk dat deze mechanismen wezenlijk van elkaar verschillen en niet door elkaar mogen worden gehaald. Het hof had " het onaanvaard-baarheidscriterium moeten hanteren" bij toetsing van de beperkende werking.4 Door dit niet te doen en in plaats daarvan via aanvullende werking de contractuele termijn te willen vervangen, ging het hof uit van een onjuiste rechtsopvatting.
Na verwijzing moet het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de zaak opnieuw beoordelen aan de hand van de door de Hoge Raad gestelde criteria. Het hof moet concreet onderzoeken of de contractuele opzegtermijn onaanvaardbaar is naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid en moet zich opnieuw buigen over de hoogte van de te bepalen schadevergoeding.
Een lijn die bijna vijftien jaar in de maak is
Het DPD/Get Moving-arrest staat niet op zichzelf, maar vormt (tot nu toe) het sluitstuk van een ontwikkeling in de rechtspraak die al een geruime tijd geleden begon. Al in 2011 leek de Hoge Raad in het De Ronde Venen/Stedin-arrest te oordelen dat ‘in beginsel opzegbaarheid’ van duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd verleden tijd was.5 In 2018 legde de Hoge Raad in het Goglio/SMQ-Group-arrest de verdere fundamenten door te erkennen
dat redelijkheid en billijkheid een rol speelt bij opzegging van duurovereenkomsten, maar daar wel duidelijke grenzen aan te stellen.6
Het Leen Bakker-arrest van november 2024 verfijnden deze leer door te verduidelijken dat de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid met zich brengt dat bij de opzegging een passend aanbod tot betaling van schadevergoeding gedaan had moeten worden, niet als regel met zich brengt dat de opzegging niet geldig is op grond van de beperkende werking van de eisen van redelijkheid en billijkheid als een dergelijk aanbod niet is gedaan.7 Wel is het mogelijk dat op grond van de specifieke omstandigheden van het geval de opzegging in een dergelijk geval op grond van artikel 6:248 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, en daarmee niet geldig is. Het DPD/Get Moving-arrest voltooit deze ontwikkeling door vast te stellen dat contractuele opzegtermijnen niet door rechterlijke interventie kunnen worden vervangen.
Gevolgen voor de praktijk
Deze nieuwste uitspraak van de Hoge Raad biedt (bedrijfs)juristen belangrijke inzichten voor de dagelijkse praktijk. Het kernpunt is helder: overeengekomen opzegtermijnen blijven onverkort van kracht, ook wanneer de samenwerking intensiever wordt. Partijen die wijziging wensen, moeten dit expliciet contractueel vastleggen via een addendum of nieuw contract. Bij duurovereenkomsten verdient het aanbeveling om flexibiliteit in te bouwen. Het kan de moeite waard zijn opzegtermijnen te overwegen die meegroeien met de duur van de samenwerking of de omvang van wederzijdse investeringen. Ook periodieke evaluatiemomenten kunnen nuttig zijn om contractuele bepalingen te herijken aan gewijzigde omstandigheden.
Hoewel contractuele termijnen leidend zijn, blijft artikel 6:248 BW van toepassing. Bij langdurige samenwerkingen met aanzienlijke wederzijdse investeringen is het verstandig om rekening te houden met gerechtvaardigde belangen van de wederpartij. De aanvullende werking van artikel 6:248 BW kan de opzegtermijn dan wel niet uitschakelen, het kan in bepaalde gevallen wel leiden tot een schadevergoeding. Een redelijke overgangsregeling of compensatie kan zulke juridische risico's beperken en reputatieschade voorkomen. Transparantie over motieven voor beëindiging helpen om de indruk van opportunistisch handelen weg te nemen. Voor de praktijk betekent dit: juridische correctheid volstaat niet altijd - ook commerciële wijsheid en zorgvuldige belangenafweging zijn geboden bij het beëindigen van contractuele relaties.
Voor (bedrijfs)juristen die geconfronteerd worden met opzeggingen die zij onbillijk achten, creëert het arrest duidelijkheid over de processuele mogelijkheden. Er zijn twee duidelijke sporen: het primaire spoor via de beperkende werking, waarbij gesteld wordt dat het beroep op de contractuele opzegtermijn onaanvaardbaar is, en het subsidiaire spoor via de aanvullende werking, waarbij gesteld wordt dat de opzegging weliswaar geldig is maar gepaard had moeten gaan met compensatie.
Balans tussen zekerheid en billijkheid
Het DPD/Get Moving-arrest geeft geen kant-en-klare oplossing voor de spanning tussen contractuele zekerheid en de redelijkheid en billijkheid bij het opzeggen van duurovereenkomsten. Wel zet de Hoge Raad heldere lijnen uit die recht doen aan beide belangen. Afspraak is afspraak, maar hoe die afspraak wordt uitgevoerd (of opgezegd), moet passen binnen wat redelijk en billijk is.
Voor de praktijk betekent dit dat zorgvuldige contractvorming centraal staat. Het DPD/Get Moving-arrest voegt een belangrijke nuancering toe aan de bestaande jurisprudentie over opzegging van duurovereenkomsten, zonder daarmee alle vragen definitief te beantwoorden. Bedrijfsjuristen doen er goed aan om niet te leunen op een mogelijke rechterlijke correctie achteraf, maar juist vooraf stil te staan bij wat in een langdurige samenwerking eerlijk en werkbaar is – al wil deze definitie van eerlijk en werkbaar nog wel eens verschillen tussen partijen.
Noten:
- J.F.M. (Marc) Heuvelmans is werkzaam bij BG.legal, Tilburg.
- HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:763 ( DPD/Get Moving), r.o. 3.4.
- HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:763 ( DPD/Get Moving), r.o. 3.4; HR 29 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1709 ( Leen Bakker), rov. 3.3, 3.4 en 4.2.
- HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:763 ( DPD/Get Moving), r.o. 3.1 jo. r.o. 3.4.
- HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854 ( De Ronde Venen/Stedin).
- HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141, NJ 2018/98 (Goglio/SMQ-Group).
- HR 29 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1709 ( Leen Bakker).
Dit artikel is gepubliceerd in Juridisch up to Date.
[post_title] => DPD/Get Moving: Opnieuw grenzen gesteld aan redelijkheid en billijkheid bij opzeg¬ging duurovereenkomsten
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => dpd-get-moving-opnieuw-grenzen-gesteld-aan-redelijkheid-en-billijkheid-bij-opzeg%c2%acging-duurovereenkomsten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-07-09 15:44:04
[post_modified_gmt] => 2025-07-09 13:44:04
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=45294
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 44450
[post_author] => 78
[post_date] => 2025-01-28 10:31:20
[post_date_gmt] => 2025-01-28 09:31:20
[post_content] => Een recente rechtszaak bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant over een apothekerssorteerkast heeft vragen opgeroepen over auteursrechtelijke bescherming. Wanneer wordt een ontwerp beschermd door auteursrecht, en waar liggen de grenzen?
De rechtszaak
Twee partijen werkten samen aan de ontwikkeling van een innovatieve apothekerssorteerkast. De inhoud van de samenwerking is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Gedurende de samenwerking ontstond onenigheid, waardoor partijen besloten de samenwerking te beëindigen. Eiser meent dat hij rechthebbende is ten aanzien van de auteursrechten op de apothekerskast en de afzonderlijke componenten. De eerste vraag was of de kast in kwestie überhaupt auteursrechtelijke bescherming genoot. De eiser stelde dat dit het geval was. Gedaagde stelt dat zij zelf met het idee is gekomen om een sorteerkast te ontwikkelen en dat zij zelf diverse ontwerpkeuzes heeft gemaakt. De keuzes ten aanzien van de diverse componenten zijn in de optiek van eiser functioneel ingegeven, waardoor auteursrechtelijke bescherming uitgesloten is.
Oordeel van de rechter
Op 18 december 2024 oordeelde de rechtbank dat het ontwerp niet in aanmerking kwam voor auteursrechtelijke bescherming. Veel van de ontwerpkeuzes, zoals de plaatsing van onderdelen, waren functioneel en technisch bepaald. Puur functionele en technische keuzes zonder dat enige vorm van creativiteit valt aan te wijzen, komen niet in aanmerking voor auteursrechtelijke bescherming. Ook kon de eiser niet overtuigend onderbouwen waarom de afmetingen en de egale belichting creatieve keuzes waren. Hierdoor ontbrak het aan het vereiste “persoonlijke stempel” van de maker, een voorwaarde voor auteursrecht. Omdat het ontwerp niet voldeed aan de criteria voor auteursrecht, verloor de eiser de zaak.
Ook het beroep op de slaafse nabootsing ging niet op, aangezien de rechtbank van oordeel was de sorteerkast van eiser geen eigen gezicht op de markt had.
Wat betekent dit voor auteursrecht op ontwerpen?
Deze uitspraak benadrukt dat auteursrecht beperkte bescherming biedt voor ontwerpen met een technisch of functioneel karakter. Het is met dit soort voortbrengselen van belang om goed te benadrukken welke vrije en creatieve ontwerpkeuzes zijn gemaakt, om in aanmerking te komen voorauteursrechtelijke bescherming.
Alternatieve beschermingsmogelijkheden voor functionele Ontwerpen
Als je een technisch of functioneel ontwerp wilt beschermen, zijn er andere regimes binnen het intellectuele eigendomsrecht beschikbaar. Door een combinatie van deze rechten strategisch in te zetten, kun je intellectueel eigendom effectief beschermen en je marktpositie versterken, bijvoorbeeld:
Octrooien: Beschermen technische innovaties, mits ze nieuw en inventief, en toepasbaar in de nijverheid zijn.
Modelrecht: Hiermee kun je het uiterlijk van een product beschermen. Creativiteit is hierbij minder van belang; de vormgeving moet nieuw zijn en beschikken over een eigen karakter.
Ook als er geen sprake is van een van de bovengenoemde rechten, is er onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om een ander op slaafse nabootsing aan te spreken. Het product moet dan wel een eigen gezicht op de relevante markt hebben en verwarring bij het publiek wekken die – zonder afbreuk te doen aan het gebruik van het product – voorkomen had kunnen worden.
Conclusie
Deze rechtszaak toont aan dat vrije, creatieve keuzes en originaliteit nodig zijn voor auteursrechtelijke bescherming. Denk dus niet alleen na over functionaliteit, maar ook over hoe je de creatieve aspecten van je product kunt beschermen. Indien een product mogelijk niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, is het goed te bekijken of het product door een van de andere
IE-regimes beschermd kan worden. Slimme bescherming is tenslotte net zo belangrijk als slim design.
Deze blog verscheen eerder op Engineersonline.nl.
[post_title] => Geen auteursrecht op technisch en functioneel ontwerp
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => geen-auteursrecht-op-technisch-en-functioneel-ontwerp
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-05-01 09:25:25
[post_modified_gmt] => 2025-05-01 07:25:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44450
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 44358
[post_author] => 65
[post_date] => 2025-01-16 14:15:53
[post_date_gmt] => 2025-01-16 13:15:53
[post_content] => Ben jij een creatieve ontwerper in mode, techniek, interieur en/of elektronica artikelen? Wil je jouw creaties optimaal beschermen tegen namaak? Dankzij het vernieuwde
modelrecht is dit nu eenvoudiger dan ooit. Het EU Design Reform Package biedt een modern en toegankelijk systeem dat perfect is afgestemd op onder meer digitale innovaties zoals 3D-modellen. Een enorme stap vooruit.
Het modellenrecht beschermt nieuwe en creatieve ontwerpen tegen imitatie. Het biedt ontwerpers exclusieve rechten om vormen, patronen en andere uiterlijke kenmerken te exploiteren. Vooral met de opkomst als platformen als
Temu is het belangrijk om je producten te beschermen.
Waarom deze hervorming?
Het huidige systeem voor
modelbescherming in de Europese Unie was sterk verouderd. Nationale regels verschillen per land, en het Europese Gemeenschapsmodelrecht voldeed niet aan de eisen van de moderne tijd. Vooral kleinere ontwerpers en ondernemingen vonden het lastig om hun werk te beschermen door complexe en kostbare procedures.
Daarnaast bracht het digitale tijdperk nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals de bescherming van digitale ontwerpen en 3D-printtechnologie. De EU heeft deze obstakels willen aanpakken met een update van het modelrecht.
Waarom deze hervorming?
Het huidige systeem voor modelbescherming in de Europese Unie was sterk verouderd. Nationale regels verschillen per land, en het Europese Gemeenschapsmodelrecht voldeed niet aan de eisen van de moderne tijd. Vooral kleinere ontwerpers en ondernemingen vonden het lastig om hun werk te beschermen door complexe en kostbare procedures.
Daarnaast bracht het digitale tijdperk nieuwe uitdagingen met zich mee, zoals de bescherming van digitale ontwerpen en 3D-printtechnologie. De EU heeft deze obstakels willen aanpakken met een update van het modelrecht.
Belangrijkste veranderingen
1. Aanpassing van terminologie
Een modelrecht is nu nog een ‘voortbrengsel’ waar het voornamelijk zag op een fysiek voortbrengel. Dit wordt aangepast naar een ‘model’ waardoor het niet meer uitmaakt of het in een fysiek object is vormgegeven of niet.
2. Bescherming van digitale ontwerpen
Statistische, dynamische en geanimeerde modellen kunnen geregistreerd worden. Alle nationale bureaus uit de EU zullen dezelfde technische middelen moeten hanteren.
3. Digitalisering
Het zal ook mogelijk worden om het downloaden, kopiëren, delen en verspreiden van modellen op dragers (bijvoorbeeld geheugenkaarten en ,-sticks) als inbreuk aan te merken. Denk aan software voor voor 3D-printen.
Inwerkingtreding
De invoering van de wijzigingen gaat in twee fasen. De eerste fase gaat in op 25 mei 2025 waarin vooral aanpassingen worden gedaan aan terminologie. De tweede fase gaat in op 1 juli 2026, waarin de meeste inhoudelijke wijzigingen zoals hierboven genoemd in gaat. Omdat het hier gaat om
Europese regelgeving, hebben de EU-lidstaten tot uiterlijk 9 december 2027 om alle wijzigingen in de nationale wetgeving door te voeren. Dit duurt dus nog wel even…
Voordelen
De voordelen van het Reform Package is dat de regelgeving in de EU-lidstaten gelijk wordt getrokken, het proces eenvoudiger en goedkoper wordt én animaties ook beschermd kunnen worden. Het wordt voor het MKB aantrekkelijker om een model te registeren, met name ook voor de creatieve sector die voornamelijk online actief is.
Waarom een modelrecht ook voordelen kan hebben, bleek ook onlangs in een
uitspraak waarin
Rituals de rechter heeft verzocht om Aldi te verbieden geurstokhouders aan te bieden die te veel leek op haar, als model geregistreerde, geurstokhouders. Aldi werd geboden om binnen 4 uur na de uitspraak alle geurstokhouder uit de schappen te halen. Maar dit is nog niet ten einde, Rituals zal nog een procedure moeten starten om uitspraak te krijgen over potentieel inbreuk op haar geurstokhouders. Dus
to be continued.
Wat
de juridische en praktische gevolgen zullen zijn van de wijzigingen, voor onder andere het handhaven van de rechten en op treden tegen namaak, zal moeten blijken. Naar verwachting zullen in de loop van 2026 en 2027 de eerste procedures plaatsvinden. Ik houd deze nauw in de gaten en houd jullie
up-to-date.
Hierbij de link naar het artikel van Frankwatching.
[post_title] => Wat de hervorming van het modelrecht betekent voor jouw ontwerpen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wat-de-hervorming-van-het-modelrecht-betekent-voor-jouw-ontwerpen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-16 14:22:03
[post_modified_gmt] => 2025-01-16 13:22:03
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44358
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 44178
[post_author] => 26
[post_date] => 2024-12-13 14:08:00
[post_date_gmt] => 2024-12-13 13:08:00
[post_content] =>
Naar aanleiding van het jubileumevent 'Flexibele huisvesting als permanente uitdaging' schreven we een whitepaper 'Verhuur aan arbeidsmigranten'. Alles wat u wilt weten over de omgevingsrechtelijke en huurrechtelijke aspecten bij verhuur aan arbeidsmigranten.
Klik hier om de whitepaper te downloaden.
Voor persoonlijk advies op maat, neem contact op met team Vastgoed.

[post_title] => Whitepaper: Verhuur aan arbeidsmigranten
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => whitepaper-verhuur-aan-arbeidsmigranten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-12-13 14:10:52
[post_modified_gmt] => 2024-12-13 13:10:52
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44178
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 43856
[post_author] => 78
[post_date] => 2024-10-28 09:58:36
[post_date_gmt] => 2024-10-28 08:58:36
[post_content] => Een uitspraak van de rechtbank in Hamburg op 27 september 2024 vormt een nieuwe mijlpaal in de discussie rondom
AI (kunstmatige intelligentie) en
auteursrecht. Kort gezegd draait deze zaak om de vraag of door het gebruik van foto’s in generatieve AI-programma’s inbreuk wordt gepleegd op het auteursrecht van de betreffende fotograaf. De rechter haakte aan bij de DSM-richtlijn om tot zijn antwoord te komen.
De zaak
De eiser is een Duitse fotograaf die online foto’s verkoopt, onder andere via stockfoto-websites. De gedaagde is een organisatie die
online data aan het publiek ter beschikking stelt, waarbij online afbeeldingen worden gebruikt om generatieve AI te trainen. Hiervoor worden bestanden – waaronder de foto in kwestie – vastgelegd, gedownload, geanalyseerd en met de metagegevens opgenomen in de dataverzameling.
Auteursrecht en tekst- en datamining (TDM)
De fotograaf stelt dat de handelingen van de organisatie inbreuk maken op zijn auteursrecht. Hij is rechthebbende van de foto en de foto is zonder zijn toestemming gebruikt. De gedaagde beroept zich op de uitzondering voor
tekst- en datamining. Dit is nieuw in het
auteursrecht, met de komst van de Europese DSM-richtlijn. Tekst- en datamining vormen nu een uitzondering op de bescherming van het auteursrecht: het mag, mits er aan bepaalde vereisten is voldaan.
Voorwaarden voor tekst- en datamining
De rechter bevestigt het argument over tekst- en datamining. De rechter kijkt vooral naar artikel 3 van de
DSM-richtlijn. Artikel 3 geeft aan dat tekst- en datamining is toegestaan als er rechtmatige toegang tot de werken is verleend en er wetenschappelijk onderzoek wordt nagestreefd met de tekst- en datamining. De gedaagde voldoet aan beide voorwaarden. Daarom verwerpt de rechter de vorderingen van de fotograaf. Er is immers niet langer sprake van een inbreuk op het auteursrecht.
Conclusie
Auteursrechtelijk beschermd werk mag online niet zomaar door anderen gebruikt worden – hier is toestemming van de rechthebbende voor nodig. Er zijn echter verschillende uitzonderingen op deze regel. Een nieuwe uitzondering is dat tekst en afbeeldingen die rechtmatig toegankelijk zijn, gebruikt mogen worden voor training van
generatieve AI, zolang dit voor niet-commerciële, wetenschappelijke doeleinden gebeurt.
Werk je met tekst- en datamining en wil je weten of je risico loopt? Of ben je er juist achter gekomen dat jouw werk zonder toestemming is opgenomen in de data van een AI-programma? In beide gevallen kunnen we beoordelen wat je het beste kunt doen. Neem contact op met onze
specialisten!
Deze blog verscheen eerder op
Dutch Cowboys.
Yvonne schreef over deze uitspraak al eerder een blog, waarbij ze focust op de
opt out-regeling.
[post_title] => Eerste Europese vonnis over gebruik van afbeeldingen in generatieve AI: is er sprake van auteursrechtinbreuk?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => eerste-europese-vonnis-over-gebruik-van-afbeeldingen-in-generatieve-ai-is-er-sprake-van-auteursrechtinbreuk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-05-01 09:30:45
[post_modified_gmt] => 2025-05-01 07:30:45
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43856
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 43704
[post_author] => 78
[post_date] => 2024-10-10 14:01:05
[post_date_gmt] => 2024-10-10 12:01:05
[post_content] =>
Naburige rechten
De naburige rechten zijn wat minder bekende rechten binnen de creatieve industrie. Ze gaan vooral over het uitvoeren en uitzenden van
creatieve werken en zijn vastgelegd in de Wet op de Naburige Rechten (WNR). Volgens artikel 7 van de WNR moeten degenen die voor commerciële doeleinden muziek spelen of uitzenden, hiervoor een billijke vergoeding betalen. Die moeten ze betalen aan producenten en uitvoerende kunstenaars, of degenen die hun rechten hebben verkregen. Omdat dit natuurlijk behoorlijk ingewikkeld kan worden, is er een collectieve beheerorganisatie die deze rechten regelt: Sena (Stichting ter Exploitatie van Naburige rechten).
Sena vs organisatoren van evenementen
In de praktijk komt het nogal eens voor dat men zich niet aan betaling voor deze rechten houdt. Zo waren er een paar organisatoren van dance evenementen die al lange tijd wanbetalers waren en zich niet hielden aan eerdere via de rechtbank gemaakte betaalafspraken met Sena. De organisatoren gaven steevast niet goed op wat ze moesten betalen en betaalden ook te laat of niet. Sena eiste onder meer nakoming van betaling en van de juiste opgaven en
een verbod op het gebruik van muziek zolang daar niet aan was voldaan. De organisatoren beweerden dat zij de betalingen hadden gedaan en wilde hiervan een verklaring voor recht, zodat ze zich op de in de afspraken bedongen finale kwijting zouden kunnen beroepen.
Haviltex
Voor deze kwestie keek de rechter enerzijds naar
de Wet op de Naburige Rechten, maar ook naar de gemaakte afspraken. Daarbij werd niet alleen gekeken naar wat er letterlijk was opgeschreven, maar ook naar wat de partijen daarmee bedoeld hebben (het Haviltex-principe). Daarbij was het belangrijk dat de vorderingen in de procedure in het verlengde van die afspraken liggen, dus er kunnen op basis van de eerdere gemaakte afspraken geen nieuwe vorderingen worden ‘verzonnen’.
Nakomen van gemaakte afspraken
Dat betekent dat de rechter inderdaad oordeelde dat de organisatoren de afspraken moeten nakomen, tijdig goede opgaven moeten doen en tijdig moeten betalen. Maar
vorderingen die niet eerder in de afspraken voorkwamen werden afgewezen. Tegelijkertijd was de rechter het met Sena eens dat er sprake is van niet nakomen van de afspraken en structurele wanbetaling, terwijl de organisaties dit makkelijk hadden kunnen voorkomen. Dus geen verklaring voor recht dat de organisaties betaald hebben.
Conclusie
Het op
commerciële basis uitzenden van een liedje lijkt misschien niet veel bijzonders, maar er zijn verschillende rechten aan verbonden. Rechthebbenden zijn niet alleen de makers, maar ook degenen die uitvoeren en uitzenden. Ook zij hebben rechten waar vaak betaalafspraken aan zijn verbonden.
Deze blog verscheen eerder op
Dutch Cowboys.
[post_title] => Commercieel uitzenden van muziek moet betaald worden
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => commercieel-uitzenden-van-muziek-moet-betaald-worden
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-05-01 09:26:51
[post_modified_gmt] => 2025-05-01 07:26:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43704
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 43462
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-08-28 13:31:21
[post_date_gmt] => 2024-08-28 11:31:21
[post_content] => Kunstmatige intelligentie, oftewel artificiële intelligentie, (AI) is niet langer een nieuwigheid, maar de toepassingen ervan blijven zich snel ontwikkelen. Een van de meest invloedrijke ontwikkelingen is de opkomst van AI-modellen die specifiek zijn ontworpen voor het beheer van
Intellectueel Eigendomsrechten (“IE”).
Denk aan bijvoorbeeld merkenrecht, auteursrecht of octrooirecht – de rechten die uw intellectuele creaties beschermen. Deze modellen hebben de potentie om een revolutie teweeg te brengen in de manier waarop IE wordt ontwikkeld en gewaardeerd, waardoor er aanzienlijke zelfstandige waarde wordt gecreëerd voor IE-portefeuilles.
Sony bijvoorbeeld benut zijn waardevolle
IE-portefeuille om strategische samenwerkingen aan te gaan, financiering veilig te stellen en fusies en overnames (M&A) te navigeren. Dit illustreert de potentie van IE als een cruciale troef in de bedrijfsstrategie.
IE transformeren tot strategische activa
Om waardevolle IE-portefeuilles te realiseren, moeten organisaties mogelijk hun benadering van
IE-ontwikkeling en -evaluatie fundamenteel veranderen.
De vraag over welke aspecten IE moet worden aangevraagd kan overweldigend zijn, vooral voor grote bedrijven die bijvoorbeeld te maken hebben met duizenden openbaarmakingen van uitvindingen (“invention disclosures”). Ter bescherming van deze uitvindingen via octrooien, focussen IE-afdelingen zich soms alleen op octrooieerbaarheid als het belangrijkste criterium voor octrooiaanvragen. Dit resulteert vaak in IE-rechten die niet nauw verbonden zijn met de kernactiviteiten van het bedrijf.
Hoewel veel leiders op het gebied van IE dit probleem erkennen, missen ze vaak de middelen om te beoordelen of een uitvinding in lijn is met de strategische doelen van het bedrijf, de marktpotentie of de licentie- en commercialisatiemogelijkheden.
Met door
AI aangedreven systemen kunnen IE-afdelingen nu analyses in een vroeg stadium op schaal uitvoeren, waarbij ze meer strategische criteria kunnen toepassen op hun beslissingen. Deze systemen zijn in verschillende vormen beschikbaar. Zo kan ChatGPT zijn eigen bijdrage leveren. Deze AI-systemen stellen IE-professionals in staat om diepere waarderingsexpertise toe te passen op elke uitvinding, waardoor de kans toeneemt dat elk aangevraagd IE-recht waardevol kan worden.
Een nieuw tijdperk voor IE-waarde
Het ziet ernaar uit dat we aan de vooravond staan van een ingrijpende transformatie in de manier waarop IE-portefeuilles worden gezien en beheerd.
AI heeft altijd al de potentie gehad om de
IE- industrie te veranderen, en de opkomst van geavanceerde, domeinspecifieke AI-modellen, gekoppeld aan deskundige input, kan deze verandering teweegbrengen. Door de verschuiving naar het creëren van waardevolle portefeuilles kunnen bedrijven nieuwe manieren ontsluiten om waarde te genereren en hun concurrentievoordeel te vergroten.
Hierbij de link naar het artikel van Engineersonline.nl

[post_title] => AI als katalysator voor waardevolle IE-portefeuilles
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-als-katalysator-voor-waardevolle-ie-portefeuilles
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-28 13:31:21
[post_modified_gmt] => 2024-08-28 11:31:21
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43462
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 43165
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-08-23 15:26:13
[post_date_gmt] => 2024-08-23 13:26:13
[post_content] => Aangezien het in Nederland inmiddels ook eindelijk zomer is, geeft dat mij een goede reden om het over een IE-zaak met een zonnig thema te hebben. In een recente rechtszaak bij de rechtbank Noord-Holland stond een aflevering van het televisieprogramma ‘Design Secrets’ centraal. Wat op het eerste gezicht een standaard uitzending leek, mondde uit in
een juridisch conflict over een vermeende
auteursrechtinbreuk. De landschapsontwerper, verantwoordelijk voor het ontwerp van de buitenruimte van een Spaanse villa, ontdekte namelijk dat zijn werk zonder zijn toestemming was vertoond.
De kern van het geschil
In de aflevering worden beelden getoond van een prachtige villa in de Spaanse plaats Altea. De presentatie werd verzorgd door de interieurarchitect die betrokken was bij het ontwerp van de villa. De landschapsontwerper beweerde dat de interieurarchitect inbreuk had gemaakt op zijn auteursrechten door het vertonen van beelden van de door hem ontworpen buitenruimte in het programma. Hij stelde verder dat de interieurontwerper
misleidende reclame had gemaakt door de indruk te wekken dat hij zelf de ontwerper was van deze buitenruimte. De eiser vorderde onder meer een onmiddellijke stopzetting van de uitzendingen waarin deze beelden te zien waren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank boog zich over de vraag of hier sprake was van een
auteursrechtinbreuk. Daarbij oordeelt de rechter dat het hier van belang is wie daadwerkelijk verantwoordelijk was voor het filmen en uitzenden van de beelden. Dat was namelijk SBS6 dan wel producent van het Tv-programma. Daarmee was de interieurontwerper dan ook niet actief betrokken bij het vastleggen en verspreiden van de beelden. Om die reden kon de interieurontwerper niet worden aangesproken op auteursrechtinbreuk.
Wat betreft het beroep op de misleidende reclame en
onrechtmatige daad, trekt ook dit keer de landschapsontwerper aan het kortste eind. Bij dat oordeel neemt de rechtbank in overweging dat voornamelijk de binnenkant van het huis in beeld is gebracht en het commentaar van de interieurontwerper vooral betrekking heeft op de woning zelf en de door hem gemaakte interieurkeuzes. Het staat vast dat er in het televisieprogramma ook (drone)beelden zijn gebruikt waarin de buitenruimte is afgebeeld. De paar opmerkingen die de interieurontwerper maakte over de buitenruimte waren echter niet genoeg om te kunnen spreken van misleidende reclame. De rechtbank vond dat het programma geen onjuiste indruk wekte over wie de ontwerper van de buitenruimte was.
Conclusie
Deze uitspraak laat enerzijds zien hoe belangrijk het is om
de juiste partij te dagvaarden. Anderzijds is het van belang dat ook het vertonen van
beelden van een gebouw soms kan leiden tot een schending van auteursrechten, maar dat men zich dan wel bewust moet zijn van de manier waarop dit gepresenteerd wordt. Het is dan ook aan te raden om goede afspraken te maken over de rechten en verantwoordelijkheden bij creatieve samenwerkingen.
Hierbij de link naar het artikel van Dutch Cowboys.

[post_title] => Beelden over een Spaanse villa: auteursrechtinbreuk?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => beelden-over-een-spaanse-villa-auteursrechtinbreuk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-23 15:26:13
[post_modified_gmt] => 2024-08-23 13:26:13
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43165
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 43166
[post_author] => 65
[post_date] => 2024-08-16 11:47:06
[post_date_gmt] => 2024-08-16 09:47:06
[post_content] => Het auteursrecht beschermt creatieve werken, zoals we weten. Maar
de Auteurswet kent ook een aantal uitzonderingen. Door deze uitzonderingen kan het auteursrechtelijk beschermd werk
gebruikt worden, zonder daar inbreuk op te maken.
Hieronder licht ik een aantal van deze uitzonderingen toe volgens
de Nederlandse Auteurswet.
1. Korte citaten, lange verhalen: het citaatrecht
Je leest weleens een indrukwekkende zin of een wijs woord in een boek. Het
citaatrecht maakt het mogelijk om onder bepaalde voorwaarden korte stukken uit een werk te gebruiken
zonder toestemming van de auteur. Denk aan een passage uit een boek of een fragment uit een muziekstuk. Mits het citaat relevant is voor het doel waarvoor het wordt gebruikt.
Hier zijn wel
voorwaarden aan verbonden. Van belang is dat je bij het citaat de rechthebbende vermeldt, rekening houdt met de persoonlijkheidsrechten, de rechtmatigheid van de publicatie en uiteraard de verhouding van de citaat tot de rest van het werk.
2. Thuiskopieën
Nee, dit betekent niet dat je thuis mag kopiëren en het dan mag aanbieden. De
thuiskopie-uitzondering houdt in dat je een kopie mag maken voor
persoonlijk gebruik. Dus het kopiëren van een cd naar een digitale muziekspeler.
3. Lachen met en om kunst: parodieën en karikaturen
Parodieën en karikaturen zijn als de joker in het auteursrecht. Wil je
een grappige versie maken van een beroemd schilderij of een liedje? Dat mag, zolang je niet zomaar het originele werk overneemt. De bedoeling is om te lachen en te spotten, niet om een ander werk na te maken. Maar let op, het mag de marktwaarde van het oorspronkelijke werk niet schaden.
4. Linken met een knopje: embedden
Embedden houdt in dat je een stukje content ‘insluit’ op je eigen website. Denk hierbij aan een video, foto of audiobestand. Het bestand blijft op de server van de oorspronkelijke partij. De content blijft dus op de oorspronkelijk website, terwijl het ook is te zien op jouw website.
Dit is van belang omdat je in dit geval de content niet downloadt en opnieuw op je eigen website uploadt. In dit laatste geval is er namelijk sprake van een
reproductie, wat niet is toegestaan zonder toestemming van de rechthebbende.
Er zijn verschillende voorwaarden verbonden aan het embedden van content. Zo moet er wel embed worden naar content die op legale wijze openbaar is gemaakt en mag je niet zomaar linken naar content die achter een wachtwoord zit.
5. Persvrijheid
Persvrijheid stelt mediaorganisaties en journalisten in staat om informatie te verspreiden en publiekelijk debat te voeren zonder ongepaste beperkingen. Dit omvat het recht om berichten en verslaggeving te publiceren die auteursrechtelijk beschermd materiaal bevatten. Mits dit gebeurt binnen de grenzen van de wet.
Nieuwsorganisaties mogen bijvoorbeeld vaak fragmenten van teksten, foto’s, en video’s gebruiken om nieuws te brengen, zelfs als deze beschermd zijn door auteursrecht.
6. Onderwijs en wetenschap
Voor de leraren en onderzoekers onder ons, die werken voor onderwijsinstellingen en organisaties zonder winstoogmerk (zoals stichtingen), zijn er speciale regels. Je mag stukken van boeken, artikelen en andere werken gebruiken in je lessen of onderzoeken. Dit maakt leren en onderzoeken een stuk makkelijker.
Dus ja, je mag die afbeelding van die beroemde schilder gebruiken in je lessen die vallen binnen het leerplan. Mits je maar goed aangeeft waar het vandaan komt. Dat voorkomt
inbreuk op het auteursrecht. Ook betaalt de onderwijsinstelling een vergoeding aan speciaal daarvoor opgerichte organisaties.
7. De online boekenplank: digitale bibliotheken
Met de digitalisering van boeken tot oude documenten, zijn er regels voor
digitale bibliotheken. Deze instellingen mogen boeken en artikelen uit de eigen collectie digitaliseren en online zetten. Het doel hier is dat mensen toegang hebben tot oude en waardevolle informatie. Het idee is dat deze werken beschikbaar blijven voor de publieke kennis zonder de rechten van de oorspronkelijke auteurs te schenden.
Bibliotheken hebben contact met speciale organisaties die deze rechten beheren, omdat het om veel verschillende werken gaat en vaak niet duidelijk is of er nog auteursrechthebbenden zijn.
Voorkom inbreuk op auteursrecht
De Auteurswet beschermt
de creatieve werken van mensen, maar maakt ook uitzonderingen mogelijk. Zoals voor citaten, thuiskopieën, onderwijs en persvrijheid.
Je kunt onder bepaalde voorwaarden bijvoorbeeld korte citaten gebruiken zonder toestemming, thuis een kopie maken voor persoonlijk gebruik, en auteursrechtelijk beschermd materiaal gebruiken in les- en onderzoekcontexten. Ook mogen journalisten en nieuwsmedia vrij berichten verspreiden zonder onterecht beperkt te worden door auteursrechten.
Hierbij de link naar het artikel van Frankwatching.

[post_title] => De belangrijkste uitzonderingen binnen het auteursrecht
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-belangrijkste-uitzonderingen-binnen-het-auteursrecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-16 11:47:06
[post_modified_gmt] => 2024-08-16 09:47:06
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43166
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 43063
[post_author] => 46
[post_date] => 2024-08-06 14:12:09
[post_date_gmt] => 2024-08-06 12:12:09
[post_content] =>
In het UMCG heeft een anesthesioloog jarenlang in de operatiekamer gewerkt terwijl hij een ernstig alcoholprobleem had. Het ziekenhuis wist dit, maar kon naar eigen zeggen weinig doen.
Dronken dokter
Een 47-jarige medisch specialist van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is een paar weken geleden op staande voet ontslagen vanwege een reeks incidenten, bevestigt het ziekenhuis naar aanleiding van vragen van deze krant.
De man was al op non-actief gezet in oktober 2023 na een melding van alcoholmisbruik, maar werd afgelopen juni door de beveiliging van het ziekenhuis meermaals aangetroffen in patiëntenkamers. Daar deed hij zich, gehuld in een witte doktersjas, voor als behandeld arts.
De 47-jarige dokter stond bekend als een zeer capabele anesthesioloog en trauma-arts. Toch uitten meerdere collega’s van de man hun zorgen bij de leiding van de afdeling anesthesiologie van het UMCG. Zij vertellen aan deze krant dat de medisch specialist steeds vaker een alcoholadem had terwijl hij aan het werk was. Het was breed bekend op de afdeling dat hij een drankprobleem had en dat het steeds slechter met hem ging, melden meerdere bronnen.
Ondanks die meldingen bleef de man actief in de patiëntenzorg en werkte hij ook als anesthesioloog, verantwoordelijk voor de narcose, op de operatiekamers van het UMCG. Hij stond in ieder geval nog tot halverwege oktober 2023 op vijf dagen ingepland in het operatieschema.
Veroordeeld
De anesthesioloog zou eind juni – toen hij al op non-actief stond – onder meer aan een terminale patiënt hebben verteld dat er nog wel behandelmogelijkheden waren. Nadat de dokter was aangetroffen in meerdere patiëntenkamers en door de beveiliging uit het ziekenhuis was verwijderd, werd zijn UMCG-pas geblokkeerd. Toch slaagde hij er in om wederom een witte jas te bemachtigen en opnieuw onbevoegd kamers binnen te gaan.
Ook probeerde de geschorste dokter op de operatiekamers te komen. Operatie medewerkers die het niet vertrouwden waarschuwden daarop de beveiliging die de arts uit het ziekenhuis zette. Deze krant heeft de ontslagen arts om een reactie gevraagd. Hij weerspreekt de hierboven beschreven gebeurtenissen niet, maar zegt dat de algemene afspraak met het UMCG is dat de communicatie via de persvoorlichting loopt. ,,Ook als ex-werknemer wens ik mij daar zoveel mogelijk aan te houden.”
Een UMCG-woordvoerder laat weten dat naar aanleiding van ,,een reeks ingrijpende gebeurtenissen” besloten is om de schorsing van de man om te zetten in ontslag. ,,De desbetreffende arts is inderdaad recent in een witte doktersjas in het UMCG verschenen terwijl hij toen niet in de patiëntenzorg werkte en geen contact met patiënten mocht hebben.”
Het ziekenhuis heeft daarvan een melding gedaan bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en informeerde naar eigen zeggen alle patiënten en betrokken familieleden van wie het UMCG weet dat de man onbevoegd bij hen op de kamer is geweest. ,,Sommigen hadden ook al door dat dit niet hun arts was, of dachten vanwege zijn gedrag al wel dat het niet een ‘echte’ arts was”, laat de woordvoerder weten. Het UMCG stelt tegelijkertijd dat de arts ,,voor zover het ziekenhuis weet” deze patiënten ,,niet van onjuiste behandel adviezen of informatie heeft voorzien”.
Knieletsel
Eind november vorig jaar werd de dokter veroordeeld voor het rijden onder invloed. Het UMCG stelt dat daarmee ,,vermoedens over alcoholgebruik werden bevestigd” en dat zijn ,,positie in de patiëntenzorg niet meer houdbaar was”.
Een UMCG-medewerker had in de zomer van 2023 al bij de politie verklaard dat de man een paar maanden daarvoor van de traumahelikopter was afgehaald omdat de trauma-arts een alcoholverslaving had. De betrokken arts geeft zelf in een reactie aan dat hij ,,met pijn in hart” op eigen verzoek is gestopt met zijn werk als trauma-arts. ,,Je moet topfit zijn voor die baan”, laat hij weten. Volgens hem was hij dat niet meer door ernstig letsel aan zijn linkerknie dat na een jaar maar niet verbeterde.
Bij de politie verklaarde diezelfde UMCG-medewerker ook dat de arts alleen nog maar dagdiensten onder begeleiding zou mogen draaien vanwege zijn toestand. Het UMCG stelt nu dat de arts soms onder toezicht werkte: ,,Om de veiligheid van patiënten en medewerkers niet in gevaar te brengen, heeft hij bij re-integratie taken met minder verantwoordelijkheid gekregen, en/of werd zijn werk gemonitord door een collega.” Dit verhaal van het ziekenhuis klopt niet, zegt een direct betrokkene. Die meldt dat de anesthesioloog weliswaar soms minder risicovolle taken kreeg op de preoperatieve polikliniek anesthesiologie (popa), maar ook, gewoonzelfstandig op de operatiekamers meedraaide”. Sterker, de inmiddels ontslagen dokter werd een maand voor zijn rechtszaak (wegens rijden onder invloed) nog ingepland bij operaties, zelfs nog buiten het operatiecomplex van het ziekenhuis. Opereren buiten het reguliere OK-complex – zogeheten buitengewesten – is risicovoller omdat er geen andere anesthesiologen in de buurt zijn. Bij nood duurt het langer op deze afdelingen hulp te krijgen. Leerling-anesthesiologen mogen bijvoorbeeld niet alleen op deze buiten-afdelingen werken, zelfs niet als ze bijna medisch specialist zijn.
Alcoholtest
Het UMCG erkent dat er de afgelopen jaren ,,meerdere keren bij zijn leidinggevenden meldingen geweest zijn” over de man. Die gingen over zijn gedrag op de werkvloer en over vermoedens dat hij onder invloed van alcohol was. Tegelijkertijd kan het ziekenhuis niet zeggen wanneer de meldingen over alcoholmisbruik zijn gedaan, want er is volgens het UMCG niets over vastgelegd. Ook omdat het ,,informele meldingen” van collega’s zouden zijn geweest. Uiteindelijk is de man in oktober 2023 geschorst vanwege vermoedens van een alcoholprobleem.
Het ziekenhuis laat weten dat ,,alle meldingen wel serieus zijn genomen” en daar ,,waar mogelijk altijd op is gehandeld”. Het UMCG stelt dat dit altijd is gedaan met ,,het doel om de veiligheid van patiënten en collega’s niet in gevaar te brengen”.
Het UMCG benadrukt dat het als werkgever niet zomaar een arts uit zijn functie kan zetten bij vermoedens van alcoholgebruik. Helemaal omdat de medewerker volgens het UMCG altijd heeft ontkend problemen te hebben met alcohol. ,,Wij mogen iemand niet verplichten tot een alcoholtest of bloed afgeven en konden derhalve toetsen noch bewijzen dat er sprake was van het onder invloed zijn van alcohol.”
Volgens
advocaat arbeidsrecht Marlies Hol van BG.legal Advocaten kunnen werkgevers wel degelijk meer doen als personeel onder invloed of dronken in het ziekenhuis verschijnt. Zij begeleidt regelmatig werkgevers in de zorg die vermoeden dat hun zorgverleners drank of verdovende middelen gebruiken. Zij adviseert klanten om in
dit soort gevallen een dossier op te bouwen en zelfs de politie in te schakelen, ook vanwege de mogelijke gevaren voor
patiënten. Werkgevers vinden dergelijke maatregelen altijd ingrijpend, stelt Hol. ,,Maar de veiligheid van de zorg staat voorop.” De betrokkenheid van
de politie kan leiden tot een bekentenis of het alsnog meewerken aan een alcoholtest, zegt Hol.
Dronken Dollemansrit
Het alcoholprobleem van de arts werd pas in volle omvang duidelijk voor het UMCG na berichtgeving in deze krant over de aanhouding van de 47-jarige medisch specialist voor rijden onder invloed. Op 29 juli 2023 hadden politieagenten de arts klem gereden bij zijn huis in Noord-Drenthe. Ze troffen hem dronken aan in zijn Volvo. Hij bleek zes maal de toegestane hoeveelheid alcohol op te hebben (1315 microgram per liter uitgeademde lucht). Ondanks dit ongekend hoog alcoholpercentage constateerden agenten dat de man niet dronken overkwam.
Voorafgaand aan zijn arrestatie was hij op de vlucht voor de politie en reed hij met snelheden van ruim 130 kilometer per uur een ’dronken dollemansrit’ over smalle Drentse wegen. Daarbij miste de dronken dokter volgens de agenten op centimeters na een fietser. Dit werd hem in de rechtbank van Assen in november 2023 en later bij het hoger beroep in Leeuwarden op 6 juni 2024 ernstig aangewreven (zie ook kader). De man had juist als trauma-arts, die bijna 15 jaar op de traumahelikopter had gewerkt, moeten weten welke levensgevaarlijke gevolgen zijn dronken rit met de auto had kunnen hebben.
Getraumatiseerd
Drie dagen voordat de ontslagen arts onbevoegd de patiëntenkamers binnenliep, sommeerde het gerechtshof in Leeuwarden tijdens het hoger beroep dat de reclassering onderzoek moest doen naar de persoonlijke omstandigheden van de man. Dit omdat zijn advocaat onder meer had aangevoerd dat de arts, die uit een echte doktersfamilie komt, getraumatiseerd was geraakt. Dat onderzoek loopt nog.
Naast dat de man als anesthesioloog werkte, draaide hij ook intensieve diensten als trauma-arts bij het Mobiel Medisch Team. In de 15 jaar dat hij op de traumahelikopter werkte heeft hij het voor de kiezen gehad, volgens zijn verdediging. ,,Hij heeft afgerukte lichaamsdelen gezien en lichaamsdelen die met een draadje aan elkaar zaten”, stelde zijn advocaat na de zitting. De anesthesist geeft volgens zijn raadsvrouw aan dat hij door zijn trauma-werk onbehandelde posttraumatische stress-stoornis (PTSS) heeft.
Meerdere bronnen melden dat er al sinds het begin van de coronajaren zorgen waren over de geestelijke gesteldheid en de gezondheid van de man. Maar ook dat hier nooit goed op is geacteerd door de leiding van de afdeling anesthesiologie. Alle betrokkenen spreken van een intens verdrietige zaak.
Een medewerker van de afdeling anesthesiologie omschrijft de arts ,,als een van de allerbeste dokters” van het UMCG. Een betrokken collega-arts zegt dat de man ,,een zeer geliefde collega en goede arts is”. Tegelijkertijd wordt geschetst dat hij ,,slachtoffer was van de bejegening op de afdeling”. Zo zouden zijn persoonlijke problemen en zijn alcoholverslaving deels het gevolg zijn van de manier waarop hij door een deel van de afdelingsleiding werd behandeld, aldus een oud-collega.
Zelf zegt de ontslagen arts dat hij ,,over het UMCG niets meer wenst te zeggen dan dat de begeleiding als summier door mij is ervaren.”
Het UMCG en de afdelingsleiding herkennen dat juist niet en stellen steeds in gesprek te zijn geweest met de man en dat vanaf het begin van zijn problemen een bedrijfsarts is aangehaakt die ook meerdere probleemanalyses heeft gemaakt. ,,De betreffende arts is vanaf de coronaperiode meermaals langdurig ziek geweest vanwege diverse redenen. De leiding heeft de adviezen van de bedrijfsarts opgevolgd. De betreffende arts is alleen in de patiëntenzorg ingezet indien dit positief werd geadviseerd door de bedrijfsarts.”
Hierbij de link naar het artikel van Dagblad van het Noorden.

[post_title] => Dronken dokter UMCG op staande voet ontslagen. Arts gaf willekeurige patiënten onjuist medisch advies
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => dronken-dokter
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-06 14:16:57
[post_modified_gmt] => 2024-08-06 12:16:57
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43063
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 45294
[post_author] => 7
[post_date] => 2025-07-09 15:44:04
[post_date_gmt] => 2025-07-09 13:44:04
[post_content] =>
Voor veel bedrijven is het een herkenbaar scenario: een samenwerking die eenvoudig begint, maar in de loop van de tijd steeds hechter en complexer wordt. Er wordt geïnvesteerd, processen raken op elkaar afgestemd en de afhankelijkheid tussen partijen groeit gestaag. Totdat één partij besluit op te zeggen – en zich daarbij beroept op de korte opzegtermijn die ooit in het contract is afgesproken.
De casus
De transportbedrijven Get Moving c.s. hadden in 2008 en 2011 contracten gesloten met pakketdienst DPD met een opzegtermijn van slechts één maand. Wat destijds wellicht passend was bij de beperkte omvang van de samenwerking, werd door de jaren heen problematischer. De transportbedrijven investeerden steeds meer in de relatie, namen extra personeel aan en richtten hun bedrijfsvoering grotendeels in op deze ene grote klant.
Toen DPD in november de samenwerking opzegde met inachtneming van de contractuele termijn van één maand, voelden de transportbedrijven zich overvallen. Hun argument was begrijpelijk: de oorspronkelijke opzegtermijn paste niet meer bij de inmiddels intensieve en complexe samenwerking die was ontstaan. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch toonde begrip voor deze redenering. In een opmerkelijke beslissing oordeelde het hof dat de contractuele opzegtermijn van één maand niet langer redelijk was en stelde daarvoor eigenhandig langere termijnen van twee respectievelijk drie maanden in de plaats. Het was een juridisch gedurfde stap: het hof beweerde in feite dat rechters contractuele bepalingen kunnen bijstellen wanneer de omstandigheden zijn veranderd.
De Hoge Raad corrigeert
De Hoge Raad kon zich in deze redenering niet vinden. In heldere bewoordingen stelt het hoogste rechtscollege dat "
In het wettelijk stelsel van art. 6:248 BW en art. 6:258 BW een contractuele bepaling niet op grond van alleen de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid op deze manier kan worden 'uitgeschakeld'.2" De Hoge Raad neemt daarmee een resolute stelling in over de aard van contractuele verhoudingen. Rechters zijn geen contractherschrijvers, zo maakt de Hoge Raad duidelijk. Zij kunnen contractuele bepalingen aanvullen waar lacunes bestaan of in extreme gevallen bepalingen buiten werking stellen wanneer een beroep daarop onaanvaardbaar zou zijn, maar zij kunnen niet zomaar contractuele bepalingen vervangen door iets anders dat zij redelijker achten.
Twee aspecten van redelijkheid en billijkheid
In dit arrest laat de Hoge Raad zien dat artikel 6:248 BW twee verschillende toepassingen kent die van elkaar moeten worden onderscheden. Allereerst de aanvullende werking (artikel 6:248 lid 1 BW): de eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat aan de opzegging nadere eisen gesteld worden. Dit kan betekenen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond bestaat, dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen, of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. Vervolgens de beperkende werking (artikel 6:248 lid 2 BW): een beroep op een uit de wet of overeenkomst voortvloeiende bevoegdheid de duurovereenkomst op te zeggen, kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Hiervoor geldt het strenge onaanvaardbaarheids-criterium.
De aanvullende werking kan wel met zich brengen dat degene die gebruik maakt van een contractuele opzegmogelijkheid onder omstandigheden gehouden kan zijn de wederpartij een (schade)vergoeding aan te bieden, aldus de Hoge Raad. Bij het bepalen van de omvang van deze vergoeding kan van belang zijn of de opzeggende partij een langere dan de contractuele opzegtermijn hanteert. Als op de contractueel bepaalde termijn wordt opgezegd zonder het aanbieden van een vergoeding, hangt "
de hoogte van de dan alsnog te bepalen (scha-de)vergoeding af van wat in de omstandigheden van het geval uit redelijkheid en billijkheid voortvloeit” en niet van een hypothetische vergelijking gebaseerd op wanpres-tatie.
3
Hierin schuilt ook de fout van het hof. Het hof had de beperkende werking moeten toetsen door te onderzoeken of het beroep van DPD op de contractuele opzegtermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was. In plaats daarvan probeerde het hof via de aanvullende werking een contractuele bepaling te "vervangen" door een andere regeling. De Hoge Raad maakt duidelijk dat deze mechanismen wezenlijk van elkaar verschillen en niet door elkaar mogen worden gehaald. Het hof had "
het onaanvaard-baarheidscriterium moeten hanteren" bij toetsing van de beperkende werking.
4 Door dit niet te doen en in plaats daarvan via aanvullende werking de contractuele termijn te willen vervangen, ging het hof uit van een onjuiste rechtsopvatting.
Na verwijzing moet het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de zaak opnieuw beoordelen aan de hand van de door de Hoge Raad gestelde criteria. Het hof moet concreet onderzoeken of de contractuele opzegtermijn onaanvaardbaar is naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid en moet zich opnieuw buigen over de hoogte van de te bepalen schadevergoeding.
Een lijn die bijna vijftien jaar in de maak is
Het
DPD/Get Moving-arrest staat niet op zichzelf, maar vormt (tot nu toe) het sluitstuk van een ontwikkeling in de rechtspraak die al een geruime tijd geleden begon. Al in 2011 leek de Hoge Raad in het
De Ronde Venen/Stedin-arrest te oordelen dat ‘in beginsel opzegbaarheid’ van duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd verleden tijd was.
5 In 2018 legde de Hoge Raad in het
Goglio/SMQ-Group-arrest de verdere fundamenten door te erkennen
dat redelijkheid en billijkheid een rol speelt bij opzegging van duurovereenkomsten, maar daar wel duidelijke grenzen aan te stellen.
6
Het
Leen Bakker-arrest van november 2024 verfijnden deze leer door te verduidelijken dat de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid met zich brengt dat bij de opzegging een passend aanbod tot betaling van schadevergoeding gedaan had moeten worden, niet als regel met zich brengt dat de opzegging niet geldig is op grond van de beperkende werking van de eisen van redelijkheid en billijkheid als een dergelijk aanbod niet is gedaan.
7 Wel is het mogelijk dat op grond van de specifieke omstandigheden van het geval de opzegging in een dergelijk geval op grond van artikel 6:248 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, en daarmee niet geldig is. Het
DPD/Get Moving-arrest voltooit deze ontwikkeling door vast te stellen dat contractuele opzegtermijnen niet door rechterlijke interventie kunnen worden vervangen.
Gevolgen voor de praktijk
Deze nieuwste uitspraak van de Hoge Raad biedt (bedrijfs)juristen belangrijke inzichten voor de dagelijkse praktijk. Het kernpunt is helder: overeengekomen opzegtermijnen blijven onverkort van kracht, ook wanneer de samenwerking intensiever wordt. Partijen die wijziging wensen, moeten dit expliciet contractueel vastleggen via een addendum of nieuw contract. Bij duurovereenkomsten verdient het aanbeveling om flexibiliteit in te bouwen. Het kan de moeite waard zijn opzegtermijnen te overwegen die meegroeien met de duur van de samenwerking of de omvang van wederzijdse investeringen. Ook periodieke evaluatiemomenten kunnen nuttig zijn om contractuele bepalingen te herijken aan gewijzigde omstandigheden.
Hoewel contractuele termijnen leidend zijn, blijft artikel 6:248 BW van toepassing. Bij langdurige samenwerkingen met aanzienlijke wederzijdse investeringen is het verstandig om rekening te houden met gerechtvaardigde belangen van de wederpartij. De aanvullende werking van artikel 6:248 BW kan de opzegtermijn dan wel niet uitschakelen, het kan in bepaalde gevallen wel leiden tot een schadevergoeding. Een redelijke overgangsregeling of compensatie kan zulke juridische risico's beperken en reputatieschade voorkomen. Transparantie over motieven voor beëindiging helpen om de indruk van opportunistisch handelen weg te nemen. Voor de praktijk betekent dit: juridische correctheid volstaat niet altijd - ook commerciële wijsheid en zorgvuldige belangenafweging zijn geboden bij het beëindigen van contractuele relaties.
Voor (bedrijfs)juristen die geconfronteerd worden met opzeggingen die zij onbillijk achten, creëert het arrest duidelijkheid over de processuele mogelijkheden. Er zijn twee duidelijke sporen: het primaire spoor via de beperkende werking, waarbij gesteld wordt dat het beroep op de contractuele opzegtermijn onaanvaardbaar is, en het subsidiaire spoor via de aanvullende werking, waarbij gesteld wordt dat de opzegging weliswaar geldig is maar gepaard had moeten gaan met compensatie.
Balans tussen zekerheid en billijkheid
Het
DPD/Get Moving-arrest geeft geen kant-en-klare oplossing voor de spanning tussen contractuele zekerheid en de redelijkheid en billijkheid bij het opzeggen van duurovereenkomsten. Wel zet de Hoge Raad heldere lijnen uit die recht doen aan beide belangen. Afspraak is afspraak, maar hoe die afspraak wordt uitgevoerd (of opgezegd), moet passen binnen wat redelijk en billijk is.
Voor de praktijk betekent dit dat zorgvuldige contractvorming centraal staat. Het
DPD/Get Moving-arrest voegt een belangrijke nuancering toe aan de bestaande jurisprudentie over opzegging van duurovereenkomsten, zonder daarmee alle vragen definitief te beantwoorden. Bedrijfsjuristen doen er goed aan om niet te leunen op een mogelijke rechterlijke correctie achteraf, maar juist vooraf stil te staan bij wat in een langdurige samenwerking eerlijk en werkbaar is – al wil deze definitie van eerlijk en werkbaar nog wel eens verschillen tussen partijen.
Noten:
- J.F.M. (Marc) Heuvelmans is werkzaam bij BG.legal, Tilburg.
- HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:763 ( DPD/Get Moving), r.o. 3.4.
- HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:763 ( DPD/Get Moving), r.o. 3.4; HR 29 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1709 ( Leen Bakker), rov. 3.3, 3.4 en 4.2.
- HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:763 ( DPD/Get Moving), r.o. 3.1 jo. r.o. 3.4.
- HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854 ( De Ronde Venen/Stedin).
- HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141, NJ 2018/98 (Goglio/SMQ-Group).
- HR 29 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1709 ( Leen Bakker).
Dit artikel is gepubliceerd in Juridisch up to Date.

[post_title] => DPD/Get Moving: Opnieuw grenzen gesteld aan redelijkheid en billijkheid bij opzeg¬ging duurovereenkomsten
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => dpd-get-moving-opnieuw-grenzen-gesteld-aan-redelijkheid-en-billijkheid-bij-opzeg%c2%acging-duurovereenkomsten
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-07-09 15:44:04
[post_modified_gmt] => 2025-07-09 13:44:04
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=45294
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 168
[max_num_pages] => 17
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] =>
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 48258fe65bdfd76931e0c21fac01c838
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:dc1ad2301447f8dcc58a3bb5f35718aa:0.67079500 17526459740.11720200 1752645975
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Voor veel bedrijven is het een herkenbaar scenario: een samenwerking die eenvoudig begint, maar in de loop van de tijd steeds hechter en complexer wordt. Er wordt geïnvesteerd, processen raken...
Lees meer
Een recente rechtszaak bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant over een apothekerssorteerkast heeft vragen opgeroepen over auteursrechtelijke bescherming. Wanneer wordt een ontwerp beschermd door auteursrecht, en waar liggen de grenzen? De rechtszaak...
Lees meer
Ben jij een creatieve ontwerper in mode, techniek, interieur en/of elektronica artikelen? Wil je jouw creaties optimaal beschermen tegen namaak? Dankzij het vernieuwde modelrecht is dit nu eenvoudiger dan ooit....
Lees meer
Naar aanleiding van het jubileumevent ‘Flexibele huisvesting als permanente uitdaging’ schreven we een whitepaper ‘Verhuur aan arbeidsmigranten’. Alles wat u wilt weten over de omgevingsrechtelijke en huurrechtelijke aspecten bij verhuur...
Lees meer
Een uitspraak van de rechtbank in Hamburg op 27 september 2024 vormt een nieuwe mijlpaal in de discussie rondom AI (kunstmatige intelligentie) en auteursrecht. Kort gezegd draait deze zaak om...
Lees meer
Naburige rechten De naburige rechten zijn wat minder bekende rechten binnen de creatieve industrie. Ze gaan vooral over het uitvoeren en uitzenden van creatieve werken en zijn vastgelegd in de...
Lees meer
Kunstmatige intelligentie, oftewel artificiële intelligentie, (AI) is niet langer een nieuwigheid, maar de toepassingen ervan blijven zich snel ontwikkelen. Een van de meest invloedrijke ontwikkelingen is de opkomst van AI-modellen...
Lees meer
Aangezien het in Nederland inmiddels ook eindelijk zomer is, geeft dat mij een goede reden om het over een IE-zaak met een zonnig thema te hebben. In een recente rechtszaak...
Lees meer
Het auteursrecht beschermt creatieve werken, zoals we weten. Maar de Auteurswet kent ook een aantal uitzonderingen. Door deze uitzonderingen kan het auteursrechtelijk beschermd werk gebruikt worden, zonder daar inbreuk op te maken....
Lees meer
In het UMCG heeft een anesthesioloog jarenlang in de operatiekamer gewerkt terwijl hij een ernstig alcoholprobleem had. Het ziekenhuis wist dit, maar kon naar eigen zeggen weinig doen. Dronken dokter...
Lees meer