Blog
Bezwaar tegen verleende vergunningen voor kamerverhuur kan lonen

Auteur
Robin de Hoon
Gepubliceerd
19 jan. 2023

Het kan lonen om bezwaar te maken tegen verleende vergunningen voor kamerverhuur. Dit bewijst de uitspraak van de Raad van State van 4 januari 2023 waar een door de gemeente Eindhoven verleende omgevingsvergunning voor kamerverhuur centraal stond.
Een echtpaar koopt in 2018 een woning in de Eindhovense buurt Woensel-Noord, met als latere doel om er arbeidsmigranten te huisvesten. Hiertoe vragen zij in maart 2019 bij de gemeente een omgevingsvergunning voor kamerverhuur aan. De vergunning wordt in juni 2020 verleend, niet omdat de vergunningsaanvraag voldoet aan de geldende voorwaarden, maar omdat de gemeente – ruimschoots- te laat is met het beslissen op de aanvraag. Zodoende is van rechtswege een omgevingsvergunning voor kamerbewoning ontstaan. Omwonenden - die overlast en een verhoogde parkeerdruk ervaren – maken met succes bezwaar en worden later ook door rechter en hoogste bestuursrechter in het gelijk gesteld. De van rechtswege verleende omgevingsvergunning voldoet namelijk niet aan de geldende vergunningsvoorwaarden: de kamers in de woning waren te klein en het gebruik van de woning voor kamerverhuur bracht een ongeoorloofde inbreuk op het woon- en leefmilieu met zich mee.
De vergunning van rechtswege
Wanneer is een bestuursorgaan te laat met beslissen?
Geen inhoudelijke toetsing bij vergunningverlening, wel in de bezwaarprocedure
Vergunning van rechtswege: voor- en nadelen