Blog
Huisvesting van arbeidsmigranten; welk huurregime is van toepassing?

Auteur
Rutger Boogers
Gepubliceerd
20 sep. 2021

In diverse blogs heb ik geschreven over het huisvesten van arbeidsmigranten in relatie tot bestemmingsplannen en vergunningen. Dat is ook nog steeds actuele problematiek. Veel gemeenten hebben beleid opgesteld en via paraplubestemmingsplannen wordt het huisvesten van arbeidsmigranten beperkt. Dat leidt er vervolgens ook toe dat er een groot tekort aan woonplekken is ontstaan, zo blijkt ook uit onderzoek waarover de NOS berichtte. Maar er speelt vaak ook een heel ander probleem; de verhuur van panden aan arbeidsmigranten of aan uitzendbureaus. En met name de vraag welk huurregime van toepassing is op de verhuur van een pand via een uitzendbureau aan arbeidsmigranten. Is het woonruimte-regime van toepassing, dan kan het uitzendbureau [en de arbeidsmigrant] aanspraak maken op huurbeëindigingsbescherming. Indien het regime van artikel 7:230a BW [‘overige ruimte’] van toepassing is, heeft het uitzendbureau veel minder bescherming. Dat is voor een verhuurder vaak gunstig bij beëindiging van de huurovereenkomst. Op 17 augustus 2021 heeft de rechtbank Midden-Nederland hierover een voor de praktijk relevant vonnis gewezen.
Feiten: een veelvoorkomende situatie
Wat vindt de rechtbank?
Conclusie en relevantie voor de praktijk
- Dit is temeer relevant omdat gemeenten steeds vaker optreden tegen de verhuur van panden aan arbeidsmigranten. In de regel wordt de verhuurder in ieder geval als overtreder aangemerkt. Het is dan aan de verhuurder om binnen de door de gemeente gestelde begunstigingstermijn een einde aan de overtreding [dus: de bewoning door arbeidsmigranten] te maken. Indien het uitzendbureau zich beroept op huurbescherming leidt dat tot een probleem; aan de ene kant moet de verhuurder het gebruik van het pand beëindigen aan de andere kant weigert het uitzendbureau het gehuurde te verlaten [feitelijk; de arbeidsmigranten blijven zitten]. De verhuurder zit dan klem en verbeurt dwangsommen met alle gevolgen van dien.