Blog
Restvoorraad bij einde distributieovereenkomst

Auteur
Jos van der Wijst
Gepubliceerd
03 nov. 2021

Wanneer een distributie of licentieovereenkomst eindigt, dan komt het regelmatig voor dat de distributeur/licentienemer nog een voorraad producten heeft. Het lukt niet altijd om deze te verkopen vóór het eindigen van de overeenkomst. Wat moet daar dan mee gebeuren? Mogen die toch worden verkocht? Een leverancier zal dat niet altijd willen omdat het soms kan leiden tot dumpprijzen.
Het eerste wat partijen kunnen doen om hier duidelijkheid over te geven is het maken van een afspraak in de overeenkomst. Daarin worden dan afspraken gemaakt over de restvoorraad. Bijvoorbeeld:
- de leverancier koopt deze terug van de distributeur tegen een bepaalde prijs. Het is zinvol vooraf al te bepalen hoe die prijs bepaald wordt (historische inkoopprijs, huidige inkoopprijs, een inkoopprijs plus vergoeding voor onkosten van de distributeur, etc.).
- de distributeur/licentienemer mag deze nog gedurende een bepaalde tijd ná het eindigen van de overeenkomst verkopen. Het is zinvol vooraf afspraken te maken over de duur van deze uitloopperiode, de verkoopprijs en wat te doen met een restvoorraad aan het einde van de uitlooptijd.
- de distributeur/licentienemer moet de restvoorraad vernietigen. Het is zinvol vooraf vast te leggen wie de kosten van vernietiging draagt, hoe de distributeur/licentienemer bewijs levert van de berekening van de eindvoorraad en bewijs van de vernietiging.
Restvoorraad verkopen
Wat betekent dit voor de praktijk?
- In iedere distributie/licentieovereenkomst zou een bepaling over de restvoorraad, bij zowel de distributeur als de leverancier, opgenomen moeten worden. Partijen hebben daar verschillende keuzes over de te maken afspraken.
- Wanneer er geen afspraak hierover is gemaakt, dan beoordeelt een rechter de situatie met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. Uitgangspunt is een redelijke uitlooptermijn om verkoop van restvoorraad mogelijk te maken. De Nederlandse rechter past hier Nederlands recht toe. Ook wanneer, zoals in de bovengenoemde zaak, het recht van Californië van toepassing is op de overeenkomst.
- Wanneer partijen zelf niet tot afspraken over de uitloopperiode kunnen komen, dan kan de rechter dat doen in het kader van een voorlopige voorziening.