Normaal gebruik en veranderde kleurstelling: het chevronteken van Hummel

06 jul 2023

Inleiding

Eén van de bekendere merken op het gebied van sportartikelen is misschien wel Hummel. De producten van Hummel worden gekenmerkt door het gebruik van een dubbel chevron-teken. Onlangs trok dit dubbel chevron-teken van Hummel ook juridische aandacht. De Kamer van Beroep (hierna: de Kamer) van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO) moest immers beoordelen of kleurverandering ervoor zorgde dat van normaal gebruik niet langer sprake was.

In deze blog lees je meer over het normaal gebruik van een merk en de beoordeling van de Kamer in deze kwestie.

Normaal gebruik

In deze kwestie stond onder meer het normaal gebruik centraal, maar wat houdt dat precies in?

Op het moment dat een merkregistratie voltooid is, kan de merkhouder niet zomaar achterover gaan leunen. Het is namelijk aan de merkhouder om zijn merk binnen 5 jaar normaal te gebruiken voor de waren en diensten waar het merk bescherming voor geniet. Volgens vaste rechtspraak is sprake van normaal gebruik van een merk wanneer het, overeenkomstig zijn wezenlijke functie, wordt gebruikt. Dat wil zeggen voor het waarborgen van de identiteit van de oorsprong van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, met als doel voor die waren of diensten een afzet te vinden of te behouden. Het enkel symbolisch gebruiken van een merk, om de aan het merk verbonden rechten te behouden, valt hier niet onder.[1] Of sprake is van normaal gebruik, wordt beoordeeld aan de concrete omstandigheden van het geval.

Indien een merk niet normaal gebruikt wordt binnen 5 jaar na inschrijving, kan een merk vervallen worden verklaard. Op grond van het normale gebruik diende de wederpartij in de onderhavige kwestie, Barry's Bootcamp Holdings LLC, een vordering tot vervallenverklaring in.

De feiten in de Hummel-zaak

Hummel is houdster van het volgende internationale beeldmerk:

Dit merk is sinds 2006 ingeschreven voor verschillende goederen en diensten. Naar aanleiding van de ingestelde vordering heeft het EUIPO in eerste instantie geoordeeld dat normaal gebruik was bewezen voor de volgende goederen:

  • Tassen voor sport (klasse 18);
  • Sportkleding, -schoeisel en -hoofddeksels, vrijetijdskleding, -schoeisel en -hoofddeksels en modieuze kleding, schoeisel en hoofddeksels (klasse 25);
  • Ballen voor sport en spel (klasse 28).

De wederpartij nam hier echter geen genoegen mee en is vervolgens in beroep gegaan. Hierbij werd onder meer aangevoerd dat het beeldmerk van Hummel is geregistreerd in het zwart op een witte achtergrond, maar dat Hummel het teken vaak gebruikt in het wit op een zwarte of anderszins gekleurde achtergrond. Daarbij voerde de wederpartij aan dat het beeldmerk van Hummel een gering inherent onderscheidend vermogen heeft, waardoor deze kleurwijziging van negatieve invloed was op het normale gebruik.

Beoordeling van de Kamer

De wederpartij kreeg echter niet het antwoord waar zij op gehoopt had. De Kamer begint jurisprudentie over soortgelijke merken te herhalen, en deze tegen de onderhavige kwestie aan te houden. Daarbij komt zij tot de conclusie dat de wezenlijke kenmerken van het zwart-op-wit merk van Hummel nog steeds aanwezig zijn bij de wit-op-zwart wijze van gebruik. Hierdoor verandert dit laatste gebruik het onderscheidend vermogen van het geregistreerde beeldmerk niet.

Om dit standpunt kracht bij te zetten, zoekt de Kamer tevens aansluiting bij de Gemeenschappelijke mededeling over de gemeenschappelijke praktijk van de mate van bescherming van zwart-witmerken.

Dit document stelt dat een enkele wijziging van kleur het onderscheidend vermogen van een merk niet aantast, zolang:

  • de woord-/beeldelementen samenvallen en de belangrijkste onderscheidende elementen zijn,
  • het contrast van de tinten wordt gerespecteerd,
  • de kleur of kleurencombinatie op zichzelf geen onderscheidend vermogen bezit, en
  • de kleur niet een van de belangrijkste bijdragen levert aan het algehele onderscheidend vermogen van het merk.

De Kamer komt uiteindelijk tot de conclusie dat de twee chevrons de belangrijkste onderscheidende elementen van het merk zijn, het contrast behouden blijft en dat de zwart-witcombinatie op zichzelf geen onderscheidend element van het merk is. Het normale gebruik wordt dan ook niet doorbroken door de wijziging in kleurstelling bij het gebruik van het beeldmerk door Hummel.

Conclusie

Als je een beeld of woord-/beeldmerk inschrijft, is het dus van belang na te denken over de kleurstelling. Dit kan namelijk van invloed zijn op het moment dat je normaal gebruik van je merk moet aantonen. Heb je vragen over het normaal gebruik, of het merkenrecht in het algemeen? Neem contact op met één van onze specialisten.

[1] HvJ EG 11 maart 2003, zaak C-40/01, (Ansul/Ajax).

Britt van den Branden nieuw 1