Vergunningvrij bouwen en de berekening van het maximaal toegestane bebouwde oppervlakte; de onduidelijkheid weggenomen!
Met de komst van de Wabo en het Besluit omgevingsrecht [Bor] is het omgevingsrecht op een aantal punt gewijzigd. Eén van die punten betreft het vergunningsvrij bouwen. Het Bor kent een aantal bijlagen waarin onder meer is opgenomen welke bouwwerken vergunningsvrij zijn. Artikel 2 van bijlage II Bor wijst categorieën van bouwwerken aan die vergunningsvrij zijn ten aanzien van de activiteiten bouwen en gebruiken. Dat betekent dus dat het bestemmingsplan niet in de weg kan staan aan het bouwen van bouwwerken die aan de in dat artikel gestelde eisen voldoen.
Anders is dat ten aanzien van artikel 3 van bijlage II Bor. In die gevallen moet de bouwactiviteit voldoen aan de regels van het bestemmingsplan. Het gaat dan niet alleen om de bouwregels maar ook om de gebruiksregels die daarover in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Dat is in de praktijk dus een wezenlijk verschil met artikel 2 van bijlage II Bor.
In veel bestemmingsplannen is een beperking opgenomen ten aanzien van het toegestane bebouwd oppervlakte van een perceel. Meestal is daar een maximumpercentage aan gesteld. De vraag is nu hoe met deze beperking in de bouwrechtpraktijk moet worden omgesprongen. De Raad van State heeft daarover in augustus 2012 een interessante uitspraak gewezen. De kern van die uitspraak komt erop neer dat bouwwerken die op grond van artikel 2 van Bijlage II Bor vergunningsvrij zijn, niet meetellen bij de vraag of door de bouw van andere categorieën bouwwerken, de maximaal in het bestemmingsplan toegelaten oppervlakte aan bouwwerken wordt overschreden. Uiteraard moet wel voldaan worden aan alle overige vereisten van dat artikel. Zo is in artikel 2 bijlage II Bor bepaald dat niet meer dan 50% van het achtererf mag worden bebouwd. Indien het [op het eerste gezicht vergunningsvrije] bouwwerk dat percentage zou overschrijden, dan voldoet het niet aan de eisen van artikel 2 bijlage II Bor en is het artikel niet van toepassing. Daarmee is het bouwwerk dus ook niet vergunningsvrij.
In het geval van een bouwwerk waarop artikel 3 bijlage II Bor van toepassing is moet wel altijd gekeken worden naar het maximaal toegestane bouwoppervlakte in het bestemmingsplan. Daarin komt het verschil met artikel 2 dus weer tot uitdrukking. Het is dus van belang om dat onderscheid te maken, zeker in het geval op basis van het vigerende bestemmingsplan de maximale bebouwingsmogelijkheden bereikt dreigen te worden. Let dan wel op de overige eisen van artikel 2 bijlage II Bor.