Verplichte digitalisatie van gegevensuitwisseling in de zorg
Op woensdag 14 september 2022 werd het wetsvoorstel voor de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (de Wegiz) besproken in de Tweede Kamer. Een mooi moment om enkele hoofdlijnen uit het wetsvoorstel te bespreken.
Het doel van de Wegiz vloeit voort uit een andere wet, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (de Wkkgz). De Wkkgz verplicht zorgverleners tot het aanbieden van goede zorg, zorg van goede kwaliteit en van goed niveau. De Wegiz biedt de mogelijkheid voor de overheid om in het kader van die goede zorg eisen te stellen aan het uitwisselen van cliëntgegevens tussen zorgverleners. Het streven van de Wegiz is om een einde te maken aan de vaak nog analoge wijze waarop deze gegevens tussen zorgverleners wordt uitgewisseld. De minister van Volksgezondheid Kuipers sprak tijdens het debat over een ‘faxit’.
Artikel 2.1 Wegiz bepaalt dat de zorgaanbieder er op toe moet zien dat aangewezen gegevensuitwisselingen via een elektronische infrastructuur verlopen. Op basis van de Wegiz kan tevens worden verplicht dat er slechts gebruik wordt gemaakt van gecertificeerde ICT-producten of -diensten.
Aan de hand van een meerjarenagenda en middels algemene maatregelen van bestuur wordt bepaald welke uitwisselingen van patiëntgegevens als eerst in lijn moeten worden gebracht met de Wegiz en aldus moeten worden gedigitaliseerd. Zo krijgen onder andere de gegevensuitwisseling in het kader van Medicatieoverdracht en Verpleegkundige overdracht prioriteit. Er is inmiddels een concept algemene maatregel van bestuur opgesteld omtrent het versturen van een recept door een huisarts aan een terhandsteller (apotheek). Deze gegevensverwerking zal in de toekomst conform NEN-normen 7510, 7512 en 7513 elektronisch moeten verlopen.
Verhouding met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
De Wegiz is een zogenaamde kaderwet waarmee de overheid zoals eerder genoemd bij algemene maatregel van bestuur verplicht kan stellen dat een bepaalde gegevensuitwisseling ten minste elektronisch verloopt. De Wegiz vormt dus geen nieuwe grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens in de zorg. Daarvoor is artikel 6 AVG nog steeds de basis, waarbij toestemming van de betrokkene vaak de aangewezen grondslag zal zijn.
De handhaving van de gegevensverwerking onder de Wegiz is in artikel 4.1 opgedragen aan de Minister van Volksgezondheid, die dit in de praktijk zal laten uitvoeren door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Deze handhaving zal onder andere zien op het naleven van de verplichting de gegevensverwerking elektronisch, volgens vastgelegde normen en indien vereist middels gecertificeerde producten of diensten te laten verlopen. Wordt een overtreding geconstateerd, dan kan er een schriftelijke aanwijzing worden gegeven of kunnen er een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom worden opgelegd.
Mocht een gegevensverwerking niet elektronisch plaatsvinden terwijl dit wel verplicht is gesteld op basis van de Wegiz, dan komt mogelijk ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in beeld. Ook zij heeft handhavende bevoegdheden en een boetebevoegdheid op basis van de AVG. In het Samenwerkingsprotocol AP-IGJ zijn afspraken gemaakt over de samenloop van bevoegdheden van de AP en IGJ.
Meer weten over gegevensverwerking in de zorg in het algemeen of de Wegiz in het bijzonder? Neem dan contact op met het team van BG.zorg.