Winstnormering in het sociaal domein is toegestaan

27 feb 2023

In een eerdere bijdrage is kort ingegaan op het arrest van het Hof van Justitie waarin is bepaald dat het is toegestaan dat opdrachten voor sociale diensten (denk aan maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp) alleen wordt gegund aan organisaties die geen winstoogmerk hebben.

Wie het meerdere mag, mag ook het mindere. In een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is onder meer overwogen dat de door de gemeenten gehanteerde eis over winstnormering, is toegestaan.

Waar gaat het om?

De inkooporganisatie Noord-Veluwe, een samenwerkingsverband van diverse gemeenten, organiseert een openbare procedure met Europese aankondiging in het sociaal domein, genaamd “aanbesteding Wmo-maatwerkvoorzieningen Begeleiding Groep”. Een zorgaanbieder klaagt onder meer over de voorschriften tot het tegengaan van excessieve winsten. Het hof in hoger beroep wijst deze klacht af.

De grief van de zorgaanbieder betreft de sobere besteding van zorggelden en meer in het bijzonder het uitgangspunt in paragraaf 13 van het programma van eisen dat de gemeenten winsten van meer dan 8% niet accepteren, dat zij in voorkomend geval nadere informatie zullen opvragen en uiteindelijk sancties kunnen opleggen.

De Zorgaanbieder stelt dat de voorwaarde onvoldoende verband houdt met het voorwerp van de opdracht. Immers, bij grote organisaties kan het zijn dat zij actief zijn op verschillende terreinen, waaronder terreinen die niets te maken hebben met deze opdracht. Het is dan niet proportioneel aldus de zorgaanbieder, dat de winsten die op die andere terreinen worden behaald onder de winstnormering in paragraaf 13 van het programma van eisen vallen. Verder stelt de Zorgaanbieder dat in het toezicht op de rechtmatige besteding van Wmo-gelden op publiekrechtelijke wijze is voorzien en dat de door de gemeenten voorgestelde contractuele regeling de publiekrechtelijke regelgeving op onaanvaardbare wijze doorkruist.

Het hof overweegt als volgt. De strekking van paragraaf 13 uit het programma van eisen is dat het behalen van excessieve winsten met de uitvoering van de opdracht onwenselijk is. Zou het voorkomen dat een zorgaanbieder meer dan 8% winst zou behalen en dat die winst in overwegende mate is behaald met een andere activiteit dan, in dit geval, de uitvoering van Wmo-maatwerk-voorzieningen Begeleiding groep op basis van het contract met de gemeenten, dan volgt uit een objectieve uitleg van de aan de orde zijnde bepaling uit het programma van eisen, dat er dan geen sprake is van een excessief hoge winst en het niet sober omgaan met Wmo-geld. In zo’n geval zouden de gemeenten aldus het hof, niet de in paragraaf 13 van het programma van eisen bedoelde sancties (audits, terugvordering van declaraties en beëindiging van het contract) kunnen toepassen.

De gemeenten hebben erop gewezen dat fraude met zorggelden hoog op de politieke agenda staat, dat er grote zorgen bestaan over de hoge winsten die zorgaanbieders soms behalen en dat de Algemene Rekenkamer en de regering aan gemeenten hebben aanbevolen dat zij het voorkomen van bovenmatige winsten verder tegengaan door naast het toezichtinstrumentarium dat al bestaat daarover contractuele voorzieningen te treffen met de zorgaanbieders. In het licht van dit verweer aldus het hof, kan niet worden volgehouden dat de gemeenten met de bewuste bepaling in het programma van eisen de publiekrechtelijke regeling op een onaanvaardbare wijze doorkruisen.

Conclusie

Winstnormering in het sociaal domein is aanvaardbaar. Uiteraard moet het wel gaan om winsten die te relateren zijn aan de uitvoering van met gemeenten overeengekomen uitvoering van zorg waar publieke gelden mee zijn gemoeid. Zorgaanbieders die een winstoogmerk hebben en ook op andere terreinen actief zijn, kunnen dus nog altijd op die andere terreinen zeker naar winstmaximalisatie streven.

Rik Wevers 2