Afgelasting evenement door Coronavirus: Is gemeente aansprakelijk?

17 mrt 2020

Het regende afgelopen weken afgelastingen als gevolg van het Coronavirus. Voor veel evenementen is een vergunning verleend, de ‘evenementenvergunning’. Vanwege het Coronavirus hebben gemeenten zich genoodzaakt gezien evenementen waarvoor een vergunning is verleend, af te gelasten. Dat kan door gebruik te maken van de Noodverordening of eventueel door intrekking van een vergunning. Deze afgelastingen zijn voor veel organisaties een behoorlijke financiële strop. Maar kunnen zij met hun schade bij de gemeente terecht?

Vergunning nog in aanvraag

Allereerst: we gaan ervan uit dat de vergunningen zijn verleend. De volksgezondheid is in de regel een grond om een evenementenvergunning te weigeren [vaak art. 1:8 APV, de weigeringsgronden].  De meeste vergunningen zijn echter al weken of maanden geleden verleend en onherroepelijk. Dat betekent dat de vergunning niet meer op die grond geweigerd kan worden. Dat wil niet zeggen dat de vergunning niet ingetrokken kan worden of, wat nu op grote schaal gebeurt, het evenement alsnog kan worden afgelast en verboden kan worden op grond van een Noodverordening.

Hoewel veel evenementen worden afgelast op grond van een Noodverordening, is het intrekken van een vergunning op grond van bijvoorbeeld bescherming van de volksgezondheid niet uitgesloten.

Vergunning verleend: intrekking

De vergunning kan ingetrokken worden. Dat betekent feitelijk een ‘afgelasting’: zonder vergunning geen evenement.

Die intrekking kan gebaseerd zijn op de Algemene Plaatselijke Verordening [‘APV’]. Veel gemeenten hanteren daarvoor hetzelfde model. In dat model is in de regel de navolgende bepaling opgenomen:

Op grond van de verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist.

Op grond van onder meer deze bepaling kan het bevoegde gezag de evenementenvergunning intrekken vanwege een ‘verandering van omstandigheden’. Het Coronavirus voldoet aan deze bepaling. Het gaat immers om een nieuwe, na vergunningverlening, voorgedane omstandigheid. De intrekking is noodzakelijk ter bescherming van bezoekers aan het evenement, ter voorkoming van verdere besmetting. Vaak hebben gemeenten ook beleid waarin nadere regels zijn gesteld over het verlenen en intrekken van vergunningen. Ook de Gemeentewet biedt de mogelijkheid om een vergunning in te trekken wanneer de volksgezondheid in het geding is.

Tegen een dergelijk intrekkingsbesluit kan bezwaar en beroep worden ingesteld. Indien geen gebruik wordt gemaakt van die mogelijkheid, kan achteraf het intrekkingsbesluit niet meer aan de rechter worden voorgelegd. Oplettendheid is hier dus vereist! Het ongebruikt laten verstrijken van de termijn, betekent dat het besluit ‘formele rechtskracht’ krijgt. Dat betekent dat een rechter uitgaat van de juistheid van het besluit. Zelfs als achteraf komt vast te staan dat ten onrechte de evenementenvergunning is ingetrokken vanwege het Coronavirus. Daar moeten organisaties zich dus bewust van zijn.

Ook een civiele rechter zal in zo’n geval – wanneer bijvoorbeeld schadevergoeding wordt gevorderd – uitgaan van een juist intrekkingsbesluit.

Is de gemeente aansprakelijk voor de schade?

Er zijn twee wegen te bewandelen wanneer een organisator de schade vergoed wil krijgen van de gemeente.

  1. De gang naar de civiele rechter: onrechtmatige daad [onrechtmatig besluit]

De organisator kan stellen dat het intrekken van de evenementenvergunning een onrechtmatige daad betreft. Dan zal vast moeten staan dat sprake is van een ‘onrechtmatig besluit’. In de regel zal de bestuursrechter al hebben vastgesteld dat de vergunning ten onrechte is ingetrokken. Dat betekent dus dat eerst bezwaar en/of beroep moet worden ingesteld tegen het intrekkingsbesluit. Vervolgens zal de civiele rechter beoordelen of de gemeente onzorgvuldig heeft gehandeld, of sprake is van schade en die schade ook het gevolg is van de onterechte intrekking van de vergunning. Dat zijn dus aardig wat stappen die gezet moeten worden.

  1. Nadeelcompensatie [rechtmatig besluit]

Wanneer géén sprake is van een onrechtmatig besluit – wat dus een vereiste is bij punt 1. – dan kan een verzoek om nadeelcompensatie worden ingediend bij het bestuursorgaan. Het is niet uitgesloten dat het bevoegd gezag organisatoren [deels] zal compenseren voor de schade die zij lijden als gevolg van de Corona-uitbraak. Het lijkt een overmachtssituatie waarvan het de vraag is of dat risico volledig bij de organisator moet komen te liggen [‘het normaal te dragen maatschappelijk risico’]. Daar staat tegenover dat alle organisatoren even hard worden getroffen. Wil een organisator in aanmerking komen voor nadeelcompensatie, moet daartoe een verzoek worden ingediend bij het bestuursorgaan. Dat leidt tot een besluit. Indien de organisator het niet eens is met het besluit, kan het besluit worden voorgelegd aan de rechter. De schade kan eventueel ook al worden gevraagd gedurende de bezwaar- of beroepsprocedure tegen het intrekkingsbesluit.

Noodverordening

Zoals in de inleiding al aangegeven, is er in veel gemeenten een Noodverordening van kracht. Die Noodverordening is weer het gevolg van een besluit van de minister. Die Noodverordening geeft burgemeesters de bevoegdheid om op grond van Gemeentewet alle evenementen geduid in die verordening af te gelasten. Het overtreden van die Noodverordening is een strafbaar feit. In dit geval gaat het om evenementen met meer 100 bezoekers.

Hoewel de Noodverordening zelf niet vatbaar is voor bezwaar of beroep, kan een gemeente nog steeds onrechtmatig handelen tegen een organisator door een evenement af te gelasten. Het gebruik van de Noodverordening kan onrechtmatig zijn. Daarvoor zal een organisator zich in eerste instantie tot de civiele rechter moeten wenden. De grondslag van de vordering is de onrechtmatige daad: het niet vergoeden van de onevenredige schade maakt de overheidshandeling onrechtmatig. Dat lijkt dus sterk op de eerder genoemde ‘nadeelcompensatie’ bij intrekking van de vergunning.

Relevantie voor de praktijk

Het Coronavirus vraagt om oplettendheid van organisatoren van evenementen. Gelet op de ongebruikelijke situatie is het voorstelbaar dat [bezwaar]termijnen ongebruikt verstrijken. Dat kan in het kader van een latere schadevergoedingsvordering grote gevolgen hebben.Het Coronavirus leidt tot een unieke situatie. Dat betekent ook dat er nog geen rechtspraak is. De schade die het virus veroorzaakt – los van al het leed in het kader van de gezondheid – zal naar verwachting enorm zijn. Het is de vraag wie die schade moet dragen. Ook indien alle evenementen terecht zijn afgelast. Het is zeker denkbaar dat ondernemers onevenredig benadeeld worden en dat het gepast is dat een zekere vorm van compensatie wordt toegekend. Dat is van belang bij zowel toepassing van de Noodverordening als intrekking van een evenementenvergunning.

  • In het geval waarin gebruik is gemaakt van een Noodverordening, zal de ondernemer zich in eerste instantie moeten wenden tot de civiele rechter. In de gemeente ’s-Hertogenbosch en andere Brabantse gemeentes zal dat veelal het geval zijn, omdat de Noodverordening van kracht is.
  • In het geval van een intrekking van een evenementenvergunning, kan de organisator zich ook wenden tot de bestuursrechter. Van belang is dat tijdig bezwaar wordt gemaakt en eventueel al meteen een verzoek tot nadeelcompensatie wordt ingediend.

Voor meer informatie/vragen over Corona: zie onze Q&A of mail naar onze helpdesk: corona@bg.legal

Rutger Boogers