De grenzen van het concurrentiebeding; werken voor een concurrent in het buitenland

21 mrt 2023

Het concurrentiebeding komt veel voor in arbeidsovereenkomsten. Het doel van dit beding is het beschermen van bedrijfsdebiet en voorkomen van oneerlijke concurrentie. Rechters zijn regelmatig kritisch in de beoordeling van concurrentiebedingen.

Op 1 maart 2023 publiceerde de Rechtspraak een uitspraak over een concurrentiebeding van een werknemer die bij een concurrent in het buitenland ging werken.

In deze blog wordt de bovenstaande uitspraak gebruikt om te laten zien dat een juiste bewoording van het concurrentiebeding het verschil kan maken om een werknemer weg te houden bij concurrerende bedrijven.

Strekking concurrentiebeding binnen Nederland

Deze zaak ging over een werknemer bij een bedrijf dat chemische goederen en diensten inspecteerde en certificeerde. In zijn arbeidsovereenkomst was een concurrentiebeding opgenomen. Hierin stond dat de werknemer gedurende 12 maanden na beëindiging van de dienstbetrekking niet in Nederland in dienst mocht treden bij, of werkzaam mocht zijn voor een bedrijf dat vergelijkbare werkzaamheden uitvoert. De werknemer trad op een bepaald moment uit dienst en ging aan de slag bij een chemisch bedrijf gevestigd in België.

De werkgever stelt dat de werknemer het concurrentiebeding heeft overtreden en vordert een boete van € 45.600,-. De werknemer heeft dezelfde functie bij een directe concurrent van de werkgever. Dat de concurrent in België is gevestigd maakt de werkgever niet uit. De werknemer woont namelijk in Nederland en werkt regelmatig vanuit huis in Nederland.

Uitleg van concurrentiebeding

Of de rechter meegaat in de vordering van werkgever hangt af van de uitleg van het concurrentiebeding. Uitgangspunt is dat er wordt gekeken naar de bedoelingen van partijen. Als er geen relevante informatie over bedoelingen van partijen is, dan moet het beding taalkundig uitgelegd worden. Dit gebeurt aan de hand van de bewoording van het concurrentiebeding.

In deze zaak ontbrak er relevante informatie over partijbedoelingen. Dit omdat het concurrentiebeding eenzijdig door de werkgever was opgesteld. Verder hebben partijen niet gesproken over de inhoud en betekenis van het concurrentiebeding.

De meeste concurrentiebedingen worden op deze manier opgesteld. Rechters kunnen hierdoor bij de beoordeling van concurrentiebedingen alleen rekening houden met wat partijen daadwerkelijk hebben opgeschreven. Omdat informatie over de partijbedoeling ontbrak was de kantonrechter in deze zaak dus aangewezen op een taalkundige uitleg van het concurrentiebeding.

Vestigingsplaats is bepalend voor werking concurrentiebeding

Bij een taalkundige beoordeling kijkt de kantonrechter dus naar de tekst van het concurrentiebeding. In de tekst van dit beding stond een duidelijke landelijke grens: de werknemer mocht niet in Nederland in dienst treden bij een concurrent. Volgens de kantonrechter werd hiermee de vestigingsplaats van de concurrent bedoeld. De vestigingsplaats van de concurrent was in België. Hierbij maakt het niet uit dat de uitvoering van de feitelijke werkzaamheden wél in Nederland plaatsvindt. De kantonrechter concludeert dat de werknemer de grenzen van het concurrentiebeding heeft opgezocht, maar deze niet heeft overtreden. De vordering van de werkgever wordt afgewezen.

Belang van juiste formulering gelding concurrentiebeding

Als de werkgever niet de vestigingsplaats Nederland in het concurrentiebeding had opgenomen, dan was de vordering hoogstwaarschijnlijk toegewezen. Uit eerdere rechtspraak volgt dat concurrentiebedingen ook in het buitenland kunnen gelden. Een juiste formulering kan dus voorkomen dat een werkgever met lege handen staat.

Heeft u vragen over een concurrentiebeding? Of wilt u een deugdelijk concurrentiebeding op laten stellen? Neem dan contact op met Marlies Hol, advocaat arbeidsrecht bij BG.legal.

Marlies Hol