Meer gemeentelijke handhaving op toeristische verhuur mogelijk

23 aug 2021

De volledige Wet toeristische verhuur van woonruimte is per 1 juli 2021 in werking getreden. Een groot deel van deze wet is vanaf 1 januari 2021 overigens al geldend recht. Door deze wet is de Huisvestingswet 2014 en de Gemeentewet gewijzigd. Het doel hiervan is het reguleren van de   toeristische verhuur van woonruimte.

Meer en meer woningen worden voor toeristisch gebruik particulier verhuurd. De Wet toeristische verhuur van woonruimte geeft gemeenten meer mogelijkheden om aan de hand van een nieuw kader toeristische verhuur te reguleren.

Regels met het oog op de leefbaarheid van de woonomgeving

Vóór de wet bood de Huisvestingswet aan gemeenten de mogelijkheid om te sturen op toeristische verhuur door middel van een vergunningstelsel. Daarvoor gold wel een drempel. Een vergunningstelsel was alleen mogelijk wanneer dit noodzakelijk en geschikt was voor de bestrijding van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte. Er moest deugdelijk worden gemotiveerd waarom er sprake was van een dergelijke schaarste.

Ook bestond er onduidelijkheid over de precieze afbakening van de bevoegdheid van gemeenten voor de regulering van toeristische verhuur.

Door de wijziging van de Huisvestingswet kunnen gemeenten nu gemakkelijker haar bevoegdheden met betrekking tot toeristische verhuur toepassen. Naast het schaarste-criterium is in de Huisvestingswet ook voor de gemeenteraad de mogelijkheid opgenomen om regels te stellen betreffende toeristische verhuur van woonruimte als dat noodzakelijk is met oog op de leefbaarheid van de woonomgeving. Gemeenten kunnen met dit instrument gemakkelijker ingrijpen in de woonvoorraad. Daarbij moet wel de afweging worden gemaakt of de inbreuk noodzakelijk is.

De sturingsinstrumenten uit de Wet toeristische verhuur van woonruimte zijn een registratieplicht, het bepalen van een maximaal aantal nachten en eventuele meldplicht en ook een vergunningplicht.

Registratieplicht

Gemeenten kunnen ervoor kiezen om een gemeentelijke registratieplicht in te voeren. Verhuurders van een woonruimte voor toeristisch verhuur moeten zich dan eenmalig registreren en vervolgens dit registratienummer bij elke (online) advertentie vermelden. Het is verboden om de woonruimte zonder registratienummer aan te bieden. Bij overtreding van dit verbod kan aan de verhuurder een boete van de derde categorie, maximaal ter hoogte van € 8.700,- worden opgelegd. Bestaande verhuurders moeten zich binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de gemeentelijke registratieplicht registreren. Door de registratieplicht wordt gezorgd dat inzage kan worden geboden in welke woonruimtes toeristisch worden verhuurd en door wie. Dit draagt bij aan de handhaving en aan de inning van toeristenbelasting.

Een dergelijke registratieplicht betekent ook dat er ook een publicatieverbod geldt van advertenties zonder registratienummer op verhuurplatforms. Dit publicatieverbod is 1 juli 2021 in werking getreden. Deze inwerkingtreding hield verband met het feit dat de bewuste regeling op grond van de Richtlijn inzake elektronische handel eerst genotificeerd moest worden bij de Europese Commissie. Dit gold ook voor de informatieplicht vanwege de Huisvestingswet die de verhuurplatforms dragen richting de verhuurder.

Maximaal aantal nachten en eventuele meldplicht

Gemeenten kunnen een maximum stellen aan het aantal nachten dat een woning per jaar beschikbaar is voor toeristische verhuur. Gemeenten kunnen dit desgewenst koppelen aan een meldplicht. Bij een meldplicht moet elke verhuring door de verhuurder vooraf gemeld worden bij de gemeente. Bij overschrijding van de maximumtermijn kan de gemeente verbieden dat de woning nog aangeboden wordt op verhuurplatforms. Bij overtreding van de maximumtermijn aan overnachtingen kan de verhuurder worden beboet met een boete uit de vijfde categorie, tot maximaal € 21.750.- Bij herhaaldelijke overtreding van het zogenoemde nachtencriterium kan de boete oplopen tot € 87.000.-

Vergunningplicht

In aanvulling op de registratieplicht kunnen gemeenten een vergunningplicht instellen. Een gemeente kan dan een wijk of gebied instellen waarin woningen enkel verhuurd mogen worden met een (tijdelijke) vergunning. Wanneer de gemeente dit noodzakelijk acht, kan ze een maximaal aantal vergunningen per gebied instellen. Het invoeren van een dergelijk quotum betekent dat er sprake is van een schaarse vergunning. De gemeente moet hierbij een gelijk speelveld creëren. De verdelingssystematiek bij schaarse vergunningen moet dan worden vastgelegd in de huisvestingsverordening om iedere vorm van willekeur te voorkomen. Overtreding van de vergunningplicht kan een boete uit de vijfde categorie, maximaal € 21.750,- opleveren. Bij herhaaldelijke overtreding kan de boete oplopen tot € 87.000,-

Conclusie

Door de wijziging van artikel 2 Huisvestingswet en met de nieuwe artikelen 23a tot en met 23h van de Huisvestingswet gemeenten meer mogelijkheden om toeristische verhuur van woningen te reguleren. De tijd zal ons leren in welke mate gemeenten van het nieuwe instrumentarium gebruik gaan maken. Voor aanbieders van woonruimtes voor toeristische verhuur is het in ieder geval zaak om in de voor hen relevante gemeenten de ontwikkelingen op het gebied van regulering van toeristische verhuur van woonruimte in de gaten te houden.

Rik Wevers