Uroloog maakt cruciale fout waardoor patiënte komt te overlijden
Door het afwachtende beleid van de uroloog wordt een tumor te laat ontdekt. Patiënte komt te overlijden. Ziekenhuis aansprakelijk gesteld. Hof Den Haag heeft op 22 oktober jl. uitspraak gedaan.
Het gebeuren
Een 44 jarige vrouw komt in 2007 met klachten bij de uroloog terecht. Er wordt aan de rechternier een RIP [ ruimte innemend proces] ontdekt met een doorsnede van bijna 4 cm. Een RIP kan een gezwel , een cyste of een abceszijn, goed- of kwaadaardig .
De vrouw is onder behandeling gekomen van de uroloog. Deze heeft een afwachtend beleid gevoerd. Zij is onder controle gehouden door regelmatig scans te maken van de rechternier. In februari 2010 is zij uit de behandeling ontslagen.
In mei 2013 meldt zij zich opnieuw in het ziekenhuis met pijnklachten. De opvolger van de uroloog constateerde een tumor in de nier met uitzaaiingen. Op 4 augustus 2014 is zij overleden.
De nabestaanden vorderen van de verzekeraar een smartengeld van € 500.000,00.
Rechtbank
De rechtbank oordeelt dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de uroloog en kent een smartengeldvergoeding toe van € 200.000,00.
De verzekeraar van het ziekenhuis gaat in hoger beroep. De verzekeraar is het niet eens met de hoogte van het toegewezen bedrag. Tevens meent zij dat er weliswaar sprake is van een inschattingsfout door de behandelend arts maar dat er geen sprake is van ernstig medisch verwijtbaar handelen.
Het Hof
Het Hof schakelt een deskundige in voor de vraag of de uroloog ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Deskundigenoordeel
Volgens de deskundige was er geen reden tot afwachtend beleid. Tijdens de vele scans was duidelijk dat de tumor was gegroeid en hierop had gehandeld moeten worden. Door het afwachtend beleid was de overlevingskans van de vrouw van 92% [ in juli 2008] gezakt naar 13 % [in juni 2013].
De uitslag van de CT scan van 2007 had tot behandeling moeten leiden. De uitslag van de CT scan in 2008 toonde opnieuw een groei. Er was nu echt een indicatie voor een niet afwachtende houding. De tumor had verwijderd moeten worden.
Mede gelet op het deskundigenoordeel oordeelt het Hof dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.
Hoogte smartengeld
Bij de begroting van het smartengeld moet rekening gehouden worden met alle omstandigheden o.a. pijn, verdriet, gederfd levensvreugde, inbreuk op het rechtsgevoel van de benadeelde.
De vrouw ondervond ernstige vermoeidheidsklachten, zij had veel pijn, kreeg bewegingsbeperkingen en was uiteindelijk aan het bed gekluisterd. Ter bestrijding van de pijn en vochtophopingen moest zij in het ziekenhuis worden opgenomen. De vrouw raakte in een sociaal isolement. Zij had veel verdriet omdat ze afscheid moest nemen van haar naasten. Zij had, met name in de laatste maanden vóór haar overlijden, angst voor de dood.
De rechter kijkt voor beoordeling van de hoogte van het smartengeld ook naar de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen hebben toegekend. Het Hof kwam daarom tot een smartengeld van € 135.000,00. Alhoewel het een lagere vergoeding is dan toegekend door de rechtbank is dit bedrag ruimer dan toekenningen in eerdere vergelijkbare zaken.
Geen affectieschade
Het ging het hier niet om smartengeld als vergoeding voor het door de nabestaanden geleden verdriet om het verlies en lijden van hun moeder [ = affectieschade]. Het ging hier om smartengeld voor de vrouw zelf hetgeen na haar overlijden overgaat op haar erfgenamen.
In dat geval moet het ziekenhuis wel, bij leven van het slachtoffer, aansprakelijk worden gesteld, hetgeen hier ook is gebeurd.
Affectieschade voor nabestaanden is overigens wel mogelijk voor ongevallen en medische fouten vanaf 1 januari 2019.
Dit artikel is geplaatst in De Uitstraling, editie Oisterwijk, november 2019.