De octrooigemachtigde en het faillissement (Deel 2)
Een veel gehoorde vraag van octrooigemachtigden (en ook merken- en modelgemachtigden) is hoe zij moeten omgaan met het faillissement van hun cliënt en de aangestelde curator. In drie separate artikelen probeer ik octrooigemachtigden hiervoor handvatten te geven. Dit doe ik aan de hand van drie vragen. In elk deel zal een vraag worden beantwoord:
- Hoe kan ik een reactie van de curator uitlokken?
- Hoe kan ik de overeenkomst met de failliet eindigen en hoe ver reikt de zorgplicht?
- Welke afspraken kan ik met een curator maken?
Hoe kan ik de overeenkomst met de failliet eindigen en hoe ver reikt de zorgplicht?
Ondanks het feit dat de volmacht als gevolg van het faillissement is komen te vervallen, betekent dat niet dat de octrooigemachtigde geen zorgplicht[1] meer heeft voor zijn failliete cliënt, ook niet als de curator zijn recht heeft verloren om nakoming van de overeenkomst te vorderen. Hiervoor dient de overeenkomst eerst beëindigd te worden.
Beëindigen overeenkomst
Om de overeenkomst daadwerkelijk te beëindigen dient de octrooigemachtigde nog een stap te zetten. Wanneer duidelijk is dat de curator de overeenkomst niet wil voortzetten of indien de curator niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd, dan staat de toerekenbare tekortkoming van de failliete cliënt vast. Dit geeft de octrooigemachtigde de keuze om de overeenkomst:
- in stand te laten. Hiermee blijft echter ook de zorgplicht in stand, of;
- de overeenkomst schriftelijk te beëindigen door middel van ontbinding.
Zorgplicht
De vervolgvraag is of de octrooigemachtigde door het op deze wijze ontbinden van de overeenkomst in lijn handelt met zijn zorgplicht. Artikel 4 sub e van de Gedragsregels voor octrooigemachtigden speelt hierbij een belangrijke rol. Deze gedragsregel luidt als volgt:
“Indien een Lid een opdracht niet wil aanvaarden of indien het zijn dienstverlening inzake een lopende opdracht wil beëindigen, deelt het dit onverwijld aan de Cliënt mede. In het laatste geval treft het Lid de nodige maatregelen om de Cliënt in staat te stellen nadeel te vermijden.”
Met het schriftelijk inroepen van de ontbinding is aan het vereiste in de eerste zin voldaan. De tweede zin eist van de octrooigemachtigde dat hij de nodige maatregelen treft om de cliënt in staat te stellen nadeel te vermijden. Hoewel de uitleg van het woord ‘nodige’ arbitrair is, ben ik van mening dat aan dit vereiste wordt voldaan met het versturen van de eerste brief aan de curator als hiervoor aangegeven. Voor alle zekerheid raad ik octrooigemachtigden aan om, wanneer de situatie het toelaat, de curator te wijzen op de mogelijkheid om na de ontbinding opnieuw een volmacht te verstrekken aan de oorspronkelijke octrooigemachtigde of een andere bevoegde octrooigemachtigde. Dit kan zowel gelden voor de curator als een eventuele doorstartende partij.
Stappenplan
Wanneer resumerend de volgende stappen zijn doorlopen, zal de kans klein zijn dat een octrooigemachtigde in strijd met zijn zorgplicht handelt[2]:
- Brief 1: de curator is schriftelijk volledig geïnformeerd over het octrooirecht en aan hem is een redelijke termijn gegeven om te laten weten of hij de overeenkomst met de oorspronkelijk behandelend octrooigemachtigde wenst voort te zetten, waarbij ook de gevolgen en risico’s zijn geduid.
- Brief 2: aan de curator is schriftelijk bevestigd dat hij zijn recht op nakoming heeft verloren en dat de overeenkomst is ontbonden. De curator wordt aangeboden om in een later stadium alsnog afspraken te maken over een nieuwe volmacht.
Algemene voorwaarden
In deel 1 heb ik gewezen op de mogelijkheid om een overeenkomst ook te beëindigen door gebruik te maken van de opzegmogelijkheid in de algemene voorwaarden. Hoewel deze mogelijkheid bestaat, adviseer ik om terughoudend te zijn met het gebruik van deze mogelijkheid. De reden hiervoor is dat deze opzegging moeilijker te combineren is met de zorgplicht. Mocht alsnog voor deze route worden gekozen, dan verdient het de voorkeur om de elementen die in het stappenplan genoemd staan terug te laten komen.
In deel 3 wordt de vraag behandeld welke afspraken met de curator kunnen worden gemaakt. Daarnaast komt de mogelijkheid tot schorsing van de octrooiaanvraagprocedure ter sprake.
Voor meer informatie kunt u contact met mij opnemen. Als curator in faillissementen en tevens lid van onze sectie Intellectueel Eigendomsrecht adviseer ik u graag.
[1] De zorgplicht is neergelegd in artikel 23n Rijksoctrooiwet 1995 en verder uitgewerkt in de Gedragsregels voor octrooigemachtigden.
[2] Uiteraard moeten alle omstandigheden hierbij in ogenschouw worden genomen. Bij twijfel of in een bepaalde situatie aan de zorgplicht wordt voldaan, is het natuurlijk altijd verstandig extra advies in te winnen. Uiteraard bestaat ook de mogelijkheid om een mening te vragen van de Voorzitter van de Raad van Toezicht (Zie artikel 7 sub d Gedragsregels octrooigemachtigden)