WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 13
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 13
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1400
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 120, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 41379
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-03-05 10:11:38
[post_date_gmt] => 2024-03-05 09:11:38
[post_content] => Automobilist heeft groen licht en slaat met normale snelheid linksaf. De bestuurder van de rechtdoor gaande snorfiets is door rood gereden. Is de bestuurder van de snorfiets volledig aansprakelijk?
Casus
Het staat vast dat de automobilist groen licht heeft gehad. De bestuurder van de snorfiets had rood licht. Het ongeval vond binnen de bebouwde kom plaats alwaar 50 km/uur gereden mocht worden. Er is geen indicatie dat de automobilist harder heeft gereden. De automobilist stond voorgesorteerd om linksaf te gaan en nam de bocht naar links. De bestuurder van de snorfiets kwam van de tegenovergestelde richting en reed rechtdoor bij rood licht. Een botsing was het gevolg en de bestuurder van de snorfiets liep hierbij letsel op. De bestuurder van de snorfiets stelt de [verzekeraar van] de automobilist aansprakelijk. De verzekeraar wijst de aansprakelijkheid af.
Het slachtoffer stapt naar de rechter.
Toepasselijke wetsartikelen
Een snorfiets wordt niet gelijkgesteld met een fiets. Dus de bestuurder van de snorfiets geniet ook geen bescherming zoals fietsers en voetgangers [art. 185 WVW] nu zij gewoon gemotoriseerd verkeer is. Het geschil zal moeten worden beoordeeld naar de gewone onrechtmatigheid, art. 6:162 BW.
Uitspraak Rechtbank
Vast staat dus dat de automobilist door een voor hem groen uitstralend verkeerslicht is gereden. De algemeen geldende regel van zorgvuldigheid in het verkeer (artikel 6 WVW) brengt echter mee dat - ook bij groen licht - niet mag worden afgeslagen voordat is gecontroleerd of dat zonder gevaar kan, en de weg daadwerkelijk vrij is.
De omstandigheid dat de automobilist door groen licht is gereden ontsloeg hem dus niet van zijn verplichting rekening te houden met de mogelijkheid dat verkeer vanuit de tegenovergestelde richting rechtdoor over de kruising zou kunnen rijden.
Bij het besturen van een personenauto geldt voorts dat niet goed uitkijken door de snelheid en de massa van de auto gemakkelijk tot een ongeval en daarmee tot letsel bij andere weggebruikers leidt, zoals bekend is.
Verkeerssituatie
Van belang is dat het hier om een overzichtelijke situatie ging. De snorfiets moet op enige afstand zichtbaar zijn geweest. Naast de aangesproken automobilist reed nog een automobilist die de aanrijding wel heeft kunnen voorkomen. Het betrof aldus twee banen voor links afslaand verkeer.
Alcoholgebruik
Ook staat vast dat de automobilist onder invloed van alcohol was. Het promillage van de automobilist bedroeg op het moment van de aanrijding 0,35, terwijl voor hem een promillage van maximaal 0,2 was toegestaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat (teveel) alcohol in het bloed de oplettendheid en het reactievermogen van de bestuurder negatief beïnvloedt.
De automobilist is aansprakelijk. Hij is bij de kruising afgeslagen zonder te controleren of de weg daadwerkelijk vrij was van verkeer.
Eigen schuld bestuurder snorfiets
Vast staat dat de snorfietser door roodlicht is gereden. Als zij was gestopt voor het roodlicht had de aanrijding niet plaats gevonden. Ook voor haar was de situatie overzichtelijk en zij had de automobilist al van enige afstand moeten kunnen zien. De automobilist had weliswaar beter moeten opletten maar daar tegenover staat dat de snorfietser een zeer ernstige fout heeft gemaakt. Gelet op de grote waarschijnlijkheid dat een aanrijding volgt als een rood verkeerslicht wordt genegeerd, dient de weggebruiker zeer scherp op verkeerslichten te letten.
De rechtbank oordeelt daarom dat de vergoedingsplicht van de verzekeraar van de automobilist met 70% moet worden verminderd.
Het slachtoffer krijgt aldus 30% van haar schade vergoed.
Conclusie
Ook al heb je groen licht je moet altijd nog controleren of de weg daadwerkelijk vrij is. Daarnaast is er in de praktijk ook altijd nog de mogelijkheid dat tegemoetkomende fietsers, bromfietsers, snorfietsen ook groen licht hebben en je dus voorrang moet geven.
Dit was hier echter niet aan de orde. Vanwege het rijden door roodlicht kreeg de bestuurder van de snorfiets toch de meeste schuld toebedeeld. Echter de automobilist die groen licht had gaat niet vrij uit.
Volledige uitspraak.
[post_title] => Groen licht? En toch kan het misgaan
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => groen-licht-en-toch-kan-het-misgaan
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-03-05 10:38:27
[post_modified_gmt] => 2024-03-05 09:38:27
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41379
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 41358
[post_author] => 6
[post_date] => 2024-02-29 16:03:12
[post_date_gmt] => 2024-02-29 15:03:12
[post_content] => De verplichtingen van de AI Act zijn in beginsel niet van toepassing op AI-modellen die onder vrije en open source licenties worden vrijgegeven. Maar wat is Open Source-AI precies en welke uitzonderingen gelden? In deze blog nemen we je mee.
Definitie
Één duidelijke, vaste definitie van ‘open-source’ wordt niet gegeven in de AI Act, maar in de tekst van de Verordening kunnen we wel een aantal aanknopingspunten vinden:
- AI-modellen voor algemene doeleinden, die onder een vrije en open source licentie worden vrijgegeven, worden geacht hoge niveaus van transparantie en openheid te garanderen door hun parameters, met inbegrip van de gewichten, de informatie over de modelarchitectuur en de informatie over het gebruik van het model openbaar te maken.
- Een licentie wordt geacht vrij en open source te zijn wanneer de gebruikers de software en gegevens, inclusief modellen, kunnen runnen, kopiëren, verspreiden, bestuderen, wijzigen en verbeteren op voorwaarde dat de oorspronkelijke leverancier van het model vermeld wordt en de identieke of vergelijkbare distributievoorwaarden worden gerespecteerd.
Uitzonderingen
De verplichtingen van de AI Act zijn zoals gezegd
in beginsel niet van toepassing op
AI-modellen die onder vrije en open source licenties worden vrijgegeven (oftewel: ‘Open Source AI-modellen). Dit is anders wanneer het Open Source AI-systeem op de markt wordt gebracht of in gebruik wordt genomen als AI-systeem met een hoog risico of als het een AI-systeem is dat onder de titels II en IV valt. Hierbij gaat het om verboden AI-toepassingen, GPAI-modellen en ‘bepaalde AI-systemen’ (zoals AI-systemen die beeld-, audio- of video-inhoud genereren of manipuleren om een deep fake te creëren, emotieherkenningssystemen en biometrische categorisatiesystemen).
Om het wat ingewikkelder te maken, geldt op de uitzondering van
GPAI-modellen (waardoor de AI Act toch wél van toepassing is op Open Source AI-modellen), weer een uitzondering die blijkt uit overweging 60f van de AI Act:
AI-modellen voor algemene doeleinden die onder een vrije en open source licentie worden vrijgegeven (hierna: ‘Open Source GPAI’) en waarvan de ‘
parameters, including the weights, the information on the model architecture, and the information on model usage’ openbaar worden gemaakt, zijn uitgezonderd van de
transparantievereisten die aan GPAI’s worden gesteld (in art. 52 van de AI Act). Dus: de verplichtingen uit de AI Act gelden wel voor de Open Source GPAI’s, maar de transparantieverplichtingen niet.
Maar, wanneer deze Open Source GPAI’s een
systeemrisico inhouden, gaat die vlieger niet meer op. Het feit dat het model transparant is en onder een open source licentie wordt vrijgegeven is dan niet voldoende reden om de naleving van de verplichtingen van de AI Act uit te sluiten.
Een systeemrisico
Een systeemrisico is een risico specifiek voor GPAI’s met grote gevolgen voor de interne markt vanwege de reikwijdte ervan, en met daadwerkelijke of redelijkerwijs te verwachten negatieve gevolgen voor de volksgezondheid, de openbare veiligheid, de openbare veiligheid, de grondrechten of de samenleving als geheel, die zich op grote schaal in de waardeketen kunnen verspreiden.
Het kan dus zo zijn dat een Open Source GPAI een systeemrisico inhoudt, waardoor de transparantieverplichtingen voor GPAI’s uit art. 52 alsnog gelden.
Bovendien, onthullen Open Source GPAI’s niet noodzakelijkerwijs substantiële informatie over de dataset die is gebruikt voor het trainen of afstemmen van het model. Hetzelfde geldt voor de informatie over de wijze waarop daarbij de naleving van het auteursrecht is gewaarborgd. De transparantie uitzondering voor Open Source GPAI’s,
geldt daarom dus niet ten aanzien van de verplichting om een samenvatting te maken van de inhoud die is gebruikt voor de modeltraining en de verplichting om een beleid in te voeren om het auteursrecht van de Unie te respecteren.
Dit betekent dat dus in ieder geval, ook als er geen sprake is van een systeemrisico, zal een
Open Source GPAI dus een samenvatting moeten maken van de inhoud die is gebruikt voor de modeltraining en een beleid moeten voeren om het auteursrecht te respecteren.
Samengebracht in een schematisch overzicht ziet het er zo uit:
Verder worden de ontwikkelaars van Open Source instrumenten, diensten, processen of AI-componenten
anders dan GPAI worden aangemoedigd om algemeen aanvaarde documentatiepraktijken toe te passen
, zoals modelkaarten en gegevensbladen, als een manier om het delen van informatie langs de AI-waardeketen te versnellen, waardoor de bevordering van betrouwbare AI-systemen mogelijk wordt.
Waarom worden Open Source AI-modellen uitgezonderd?
Software en gegevens, met inbegrip van modellen, die worden vrijgegeven onder
een open source-licentie waardoor ze openlijk kunnen worden gedeeld en gebruikers ze of gewijzigde versies ervan vrij kunnen openen, gebruiken, wijzigen en verspreiden, kunnen bijdragen aan onderzoek en innovatie op de markt en kunnen aanzienlijke groeikansen bieden voor de economie van de Unie. Dit is een afweging die de Europese wetgever heeft gemaakt, om een
chilling effect op open-source ontwikkeling te voorkomen.
Een open einde
Hoewel Open Source AI-modellen in beginsel zijn vrijgesteld van de verplichtingen van de AI Act, zijn er ook belangrijke uitzonderingen. Vooral wanneer deze systemen worden beschouwd als hoog-risico of vallen onder specifieke categorieën die strengere
transparantie- en compliance-eisen stellen. De vrijstelling van Open Source AI-modellen onderstreept het belang dat de Europese wetgever hecht aan het bevorderen van transparantie, innovatie en groei binnen de AI-sector.
Voor ontwikkelaars en gebruikers van Open Source AI-modellen is het van belang dat zij zich bewust zijn van de relevante wettelijke kaders en de waarde van
best practices in documentatie en naleving, zelfs in de open-source context. Heb je vragen over de impact van de AI Act op Open Source AI-systemen, de specifieke uitzonderingen of hoe je kunt vaststellen of jouw AI-systeem hoog-risico is? Neem dan contact op met
Jos van der Wijst.
[post_title] => Is Open Source-AI vrijgesteld van transparantie eisen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => is-open-source-ai-vrijgesteld-van-transparantie-eisen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-03-01 10:54:26
[post_modified_gmt] => 2024-03-01 09:54:26
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41358
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 41340
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-02-28 13:50:43
[post_date_gmt] => 2024-02-28 12:50:43
[post_content] =>
In de zorg wordt steeds meer gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentie (ook wel AI genoemd). Eerder schreven we al over de mogelijkheden van AI, zoals ChatGPT, voor je dagelijkse praktijk als zorgverlener. In dit artikel gaan we in op de ontwikkelingen die sindsdien hebben plaatsgevonden en de (nieuwe) juridische kaders waarmee je rekening moet houden bij het gebruik van ChatGPT als zorgverlener.
AI Act
In onze eerdere blog legden we uit dat er nog geen specifieke
regelgeving voor AI bestond. Daardoor was alleen algemenere regelgeving zoals de AVG, de UAVG en de MDR van toepassing op het gebruik van ChatGPT in de zorg.
Sinds begin dit jaar is de tekst van de
Europese AI Act rond. De AI Act is nog niet inwerking getreden, maar dat zal naar verwachting dit voorjaar gebeuren. Vanaf dat moment gelden verschillende termijnen voordat de bepalingen daadwerkelijk van toepassing zijn. Voor general purpose systems, zoals ChatGPT, geldt er een termijn van twaalf maanden. De algemenere wet- en regelgeving blijft daarnaast van toepassing.
Wat houdt de AI Act in?
Als je als zorgverlener ChatGPT wilt gebruiken, zal je je onder andere aan de regels moeten houden die voor gebruikers van general purpose systems gelden. Zo geldt er een
transparantie verplichting wanneer je een gegenereerde tekst openbaar wilt maken om het publiek te informeren. Bijvoorbeeld de uitleg van complexe gezondheidsonderwerpen in een openbare blog. Je moet dan bekendmaken dat de inhoud gemaakt is door AI, tenzij de inhoud door mensen is gecontroleerd en een persoon de redactionele verantwoordelijkheid draagt voor publicatie.
Verder is het van belang dat, gelet op de risicoclassificatie van de AI Act, ChatGPT naar waarschijnlijkheid als
een general purpose AI model with systemic risk zal worden geclassificeerd. Dit betekent dat ChatGPT aan aanvullende eisen moet voldoen, zoals modelevaluaties en risicobeoordelingen. Het is als zorgverlener daarom belangrijk om je bewust te zijn van de impact die ChatGPT kan hebben.
Naast dat het vanwege het medische beroepsgeheim en
de AVG niet toegestaan is om patiëntgegevens (zomaar) in ChatGPT te gebruiken, spelen de potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid ook een rol bij het gebruik van ChatGPT in de zorg. Wanneer onnauwkeurige, onbetrouwbare of onjuiste informatie wordt gegenereerd en vervolgens wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het stellen van diagnoses, levert dit een groot risico voor de gezondheid van patiënten op. Bovendien benadrukt de AI Act het belang van het waarborgen van ieders privacy.
Dit betekent niet dat je als zorgverlener geen gebruik kan of mag maken van ChatGPT, maar voorzichtigheid is zeker geboden.
Wat zegt ChatGPT er ondertussen zelf van?
Niet alleen de regelgeving is de afgelopen tijd in ontwikkeling geweest, ChatGPT geeft inmiddels ook zelf een genuanceerder en uitgebreider antwoord op de vraag “Mag ik als zorgverlener ChatGPT gebruiken?”:
“Als zorgverlener kun je ChatGPT gebruiken als ondersteunend hulpmiddel, maar er zijn enkele belangrijke overwegingen en beperkingen:
Privacy en vertrouwelijkheid: Het is cruciaal om de privacy en vertrouwelijkheid van patiëntgegevens te waarborgen. Het delen van persoonlijke gezondheidsinformatie van patiënten zonder hun toestemming kan in strijd zijn met wetgeving zoals de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) in de EU of HIPAA (Health Insurance Portability and Accountability Act) in de VS. Zorg ervoor dat je geen persoonlijke gezondheidsinformatie deelt in een omgeving die niet beveiligd is of niet voldoet aan de regelgeving.
Besluitvorming en verantwoordelijkheid: ChatGPT kan algemene informatie en advies bieden op basis van de ingevoerde gegevens, maar het is geen vervanging voor professioneel medisch advies, diagnose of behandeling. Beslissingen over de zorg voor patiënten moeten altijd worden genomen door gekwalificeerde zorgverleners die de volledige context en medische geschiedenis van de patiënt kennen.
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid: Hoewel ChatGPT getraind is op een breed scala aan informatiebronnen, kan het fouten maken of achterhaalde informatie verstrekken. Het is belangrijk om de door ChatGPT verstrekte informatie kritisch te beoordelen en te verifiëren met betrouwbare medische bronnen en richtlijnen.
Regelgeving en richtlijnen: Houd rekening met de lokale en nationale regelgeving en professionele richtlijnen die van toepassing zijn op het gebruik van kunstmatige intelligentie en digitale hulpmiddelen in de gezondheidszorg.
Gebruik ChatGPT als een aanvullend hulpmiddel voor algemene informatie, educatie of ideeëngeneratie, maar vertrouw niet op het als primaire bron voor medische besluitvorming of diagnose. Het is altijd aan te raden om kritisch na te denken over de informatie die je ontvangt en deze te toetsen aan je professionele kennis en ervaring.”
Conclusie
Generatieve AI, zoals ChatGPT, brengt de zorg tal van mogelijkheden om efficiënter en effectiever te werken. De Europese AI Act wijst ons echter op de noodzaak van voorzichtigheid en bewustzijn rond de risico’s voor de volksgezondheid en de bescherming van de privacy van patiënten. Zorgverleners kunnen profiteren van de nieuwe technologieën en mogelijkheden zolang het op een verantwoorde manier gebeurt.
Artikel is geschreven door
Jody Esveldt en N
oa Rubingh.
Heeft u vragen over het gebruik van
AI in de zorg of heeft u andere vragen? Neem gerust
contact op met een van onze medewerkers.
[post_title] => Update: het gebruik van ChatGPT in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => update-het-gebruik-van-chatgpt-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-28 13:50:43
[post_modified_gmt] => 2024-02-28 12:50:43
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41340
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 41333
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-02-28 10:29:29
[post_date_gmt] => 2024-02-28 09:29:29
[post_content] =>
Het European Patent Office (EPO) is de instantie die Europese octrooiaanvragen inhoudelijk behandelt en verleent. De laatste tijd wordt er veel gediscussieerd over de rol van AI bij Europese octrooiaanvragen, dus heeft het EPO haar richtlijnen voor het verlenen aangepast. Vanaf maart 2024 zullen
de nieuwe regels in werking treden. Hierdoor wordt het duidelijker aan welke voorwaarden AI uitvindingen moeten voldoen om een Europees octrooi te krijgen.
Waar is geen octrooi voor te krijgen?
Voordat we kijken welke AI uitvindingen wel octrooieerbaar zijn, is het belangrijk om te weten dat bepaalde ‘uitvindingen’ altijd zijn uitgesloten van octrooieerbaarheid, zoals:
- Wiskundige methodes, zoals de methodes achter machine learning algoritmes en de bouwblokken van AI modellen. Ongetrainde modellen en algoritmes zijn per definitie wiskundige methodes.
- Computerprogramma’s, zolang er geen effecten buiten het programma om zijn.
Technische toepassingen van deze uitvindingen kunnen echter
wel in aanmerking komen voor een
octrooi. Hierbij is het van belang dat de technische toepassing
specifiek is en bestaat uit een oplossing voor een technisch probleem.
Het technische effect van
een machine learning algoritme kan op zichzelf duidelijk zijn. Het kan echter ook nodig zijn om extra uitleg, bewijs of resultaten toe te voegen. Een algemene conclusie zonder onderbouwing is niet genoeg. De onderbouwing moet voldoende zijn zodat een persoon bekwaam op het gebied van AI de uitvinding kan uitvoeren op basis van deze onderbouwing.
Verschafte informatie
Als een effect afhankelijk is van de eigenschappen van de training dataset in een conclusie, dan moet dit te reproduceren zijn met de juiste vakkennis
without undue burden en met algemene vakkennis. Als men zelf
een nieuwe dataset moet verzamelen, dan is dat waarschijnlijk een
undue burden. Het openbaren van de dataset zelf is echter geen absolute vereiste.
De verschafte informatie moet dus voldoende zijn om alle conclusies te kunnen reproduceren. Dit betekent dat bijzondere details van de trainingsdata vermeld moeten worden en bijzondere resultaten uitgelegd moeten worden. Een alternatief is de parameters van het algoritme openbaar maken.
Uitvinders
Het EPO bevestigt nu ook in haar richtlijnen dat alleen een mens als uitvinder kan worden geregistreerd en dat dit ook gecheckt moet worden.
Tips om een AI uitvinding te octrooieer:
- Maak de structuur van het AI model duidelijk, bijvoorbeeld met een diagram of een standaardnotatie.
- Wees gedetailleerd bij het omschrijven van vernieuwende onderdelen.
- Geef een voorbeeld van de input en output data.
- Bedenk welke informatie nodig is om het AI model na te maken als iemand de juist vakkennis heeft.
- Eventueel kan het nodig zijn om het trainen van het systeem te omschrijven of zelfs training data of de weights van het model te vermelden.
Afwezigheid van de informatie benoemd in de tips kan erop duiden dat de uitvinding in een octrooi niet voldoende is omschrijft. Dus, deze tips kunnen ook gebruik worden als richtlijn in een nietigheidsactie van een octrooi op een AI model.
Als u advies wil over het aanvragen van een octrooi op uw AI model, dan kunt u contact opnemen met
Magdaleen Jooste (
jooste@bg.legal).
[post_title] => Strengere regels voor octrooi op AI uitvindingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => strengere-regels-voor-octrooi-op-ai-uitvindingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-28 10:46:56
[post_modified_gmt] => 2024-02-28 09:46:56
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41333
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 41321
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-02-27 08:19:44
[post_date_gmt] => 2024-02-27 07:19:44
[post_content] =>
Het betreft hier een tuchtzaak waarbij klaagster jarenlang patiënt was van de betreffende huisarts en tevens ook bevriend was met de huisarts. Thans verwijt klaagster dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege had de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege denkt er anders over.
Casus
Klaagster was jarenlang patiënt van de huisarts. Sinds 2015 hadden zij ook een persoonlijke vriendschappelijke band met elkaar gekregen. De huisarts was in 2015 nauw betrokken bij het overlijden van de echtgenoot van klaagster. In die periode waren er ook problemen met de dochter van klaagster, die een relatie had met een persoon uit het criminele circuit. Informatie daarover heeft de huisarts toen door zijn nauwe betrokkenheid meegekregen onder andere doordat dit klaagster en haar echtgenoot veel geld had gekost.
De huisarts kwam veelvuldig over de vloer bij klaagster en klaagster paste ook vaak op de hond van de huisarts. Klaagster en huisarts hadden beiden elkaars huissleutels. In de contacten had klaagster de huisarts ook op de hoogte gehouden van het wel in wee in haar familie.
In de zomer van 2022 heeft een inbraak plaats gevonden in het huis van de huisarts. Vanwege zijn vermoeden dat de dochter van klaagster de inbraak had gepleegd, heeft de huisarts de vriendschap met klaagster verbroken. De partner van de huisarts heeft klaagster gebeld. De partner uit de beschuldiging aan klaagster dat de dochter van klaagster heeft ingebroken en juwelen heeft vervreemd.
Klacht
De klaagster stapt naar de tuchtrechter en stelt dat de huisarts zijn beroepsgeheim heeft
geschonden. Hij heeft persoonlijke informatie over haar dochter in de thuissituatie gedeeld met zijn partner, aldus klaagster.
Verweer huisarts
De huisarts stelt zich op het standpunt dat hij de informatie niet had verkregen in zijn hoedanigheid als huisarts, maar als vriend van de familie. Van schending van het beroepsgeheim is dan geen sprake, aldus de huisarts.
Uitspraak Centraal Tuchtcollege
Klaagster vond
geen gehoor bij het Regionaal Tuchtcollege. De klacht werd aldaar ongegrond verklaard. Klaagster ging in beroep bij het Centraal Tuchtcollege.
Het beroepsgeheim geldt zowel voor medische als niet medische aangelegenheden die een arts in hoedanigheid van een arts worden
toevertrouwd door een patiënt of diens naaste betrekkingen. Dit betekent in dit geval dat de informatie over de dochter van klaagster, die de huisarts rond de ziekte en het sterfbed van de echtgenoot van klaagster ter ore was gekomen, onder zijn beroepsgeheim valt.
Het standpunt van de huisarts dat hij die informatie als vriend van klaagster heeft verkregen volgt het Centraal Tuchtcollege niet. De huisarts was als arts bij klaagster en wijlen haar echtgenoot betrokken. Na het overlijden zijn naast de nog voortdurende behandelrelatie pas vriendschappelijke betrekkingen met klaagster ontstaan en onderhouden. Ook toen heeft klaagster met de huisarts gesproken over haar gezinssituatie. Ook die informatie valt onder het
medisch beroepsgeheim, aangezien op dat moment nog steeds sprake was van een behandelrelatie. Het verweer van de huisarts dat hij bij klaagster in de thuissituatie geen medische handelingen heeft verricht, omdat hij dan geen dokterstas bij zich had, doet niet ter zake. Aldus het Centraal Tuchtcollege.
Conclusie
Het Centraal Tuchtcollege bevestigt met deze uitspraak dat het medisch beroepsgeheim een ruime uitleg heeft. Alle informatie die een arts van een patiënt verkrijgt valt in principe onder het
medisch beroepsgeheim. Hierover moet de huisarts
zwijgen, ook ten opzichte van zijn/haar eigen partner.
Volledige uitspraak:
ECLI:NL:TGZCTG:2024:30
[post_title] => Medische zorgverleners opletten geblazen als je familie of vrienden behandelt!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => medische-zorgverleners-opletten-geblazen-als-je-familie-of-vrienden-behandelt
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-27 08:19:44
[post_modified_gmt] => 2024-02-27 07:19:44
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41321
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 41276
[post_author] => 19
[post_date] => 2024-02-23 11:05:41
[post_date_gmt] => 2024-02-23 10:05:41
[post_content] =>
Inleiding
Er wordt door veel gemeenten actief handhavend opgetreden tegen het bewonen van woningen door
arbeidsmigranten. In de regel bevat een bestemmingsplan
een woonbestemming. Vaak betekent dit dat het perceel alleen gebruikt mag worden ten behoeve van het wonen in een ‘woning’. Meestal is het gebruik dan beperkt tot één huishouden. Over het algemeen wordt de huisvesting van arbeidsmigranten niet aanvaard als één huishouden. Toch is in een
uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat twee arbeidsmigranten samen één huishouden vormen. Het is dus niet per definitie onmogelijk dat arbeidsmigranten één huishouden vormen.
Feiten
In de betreffende woning wonen sinds 2017 twee arbeidsmigranten. Volgens het college van B&W is de huisvesting van deze arbeidsmigranten in strijd met
het bestemmingsplan. Eiseres, de eigenaar van de woning, heeft daarom een omgevingsvergunning aangevraagd zodat het strijdige gebruik kan worden opgeheven. De aanvraag is vervolgens geweigerd door het college. De eigenaar gaat tegen die weigering in beroep. Bij de bestuursrechter ligt vervolgens de vraag voor of het gebruik van de woning voor de huisvesting van arbeidsmigranten strijd oplevert met het bestemmingsplan.
Wettelijk kader
Op het perceel rust de bestemming ‘
wonen-2’ en het perceel is bestemd voor ‘
woonhuizen’. De woning mag op grond daarvan alleen worden bewoond door één huishouden. Het begrip ‘
huishouden’ moet volgens algemeen spraakgebruik worden uitgelegd. De volgende definitie wordt genomen door de rechtbank: “
één of meer personen die in vast verband samenleven, eventueel met (hun) kinderen”.
Oordeel rechtbank
Volgens de rechtbank moet gekeken worden naar de feitelijke situatie om te beoordelen of er sprake is van één huishouden. De feitelijke situatie is als volgt:
- de arbeidsmigranten zijn beide werknemers van de eisers;
- ze wonen sinds 2017 in de woning (op het moment van uitspraak is dat vier jaar);
- ze staan beiden op het adres ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie;
- de woning is hun hoofdverblijf, ze gaan alleen met feestdagen naar het land van herkomst;
- de kosten voor gas en elektriciteit worden door hen betaald vanaf een gezamenlijke rekening;
- ze betalen geen huur; en
- ze maken allebei schoon, koken en eten samen en maken gezamenlijk gebruik van de voorzieningen van de woning.
De rechtbank concludeert dat deze feiten ertoe leiden dat sprake is van één huishouden. Hieruit volgt dat er geen strijdig gebruik is met het bestemmingsplan en een
omgevingsvergunning dus niet vereist is.
Hoe verhoudt deze uitspraak zich tot andere uitspraken?
In
2020 en
2018 werd door de hoogste bestuursrechter eerder geoordeeld dat een woning mocht worden gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten. In deze zaken oordeelde de Afdeling dat het begrip ‘wonen’ in het bestemmingsplan moest worden uitgelegd aan de hand van het algemeen spraakgebruik. Volgens de Afdeling kunnen onder ‘wonen’
verschillende en uiteenlopende vormen van huisvesting worden begrepen. Ook huisvesting van arbeidsmigranten kan vallen onder ‘wonen’ en daarom was de huisvesting van arbeidsmigranten niet in strijd met het bestemmingsplan.
In deze zaken werd dus niet ingegaan op de vraag of arbeidsmigranten één huishouden vormden, maar werd gesteld dat onder het algemeen spraakgebruik van ‘wonen’ ook huisvesting van arbeidsmigranten kan vallen. Dit deze zaken was de bestemming ‘wonen’ niet nader gedefinieerd in het bestemmingsplan en er bestond geen koppeling of relatie met de planregels waarin het begrip ‘woning’ werd gedefinieerd. In dat geval zijn er dus diverse woonvormen toegestaan omdat er dan gekeken wordt naar het algemeen spraakgebruik.
- Het belang van het wel of niet aanwezig zijn van de relatie tussen de begrippen ‘woning’ en ‘wonen’ is door Rutger Boogers eerder uitgebreid aan bod gekomen in dit artikel.
Vaak vormen arbeidsmigranten geen huishouden
Het voorgaande is dus anders in de zaak die hierboven is toegelicht. In dat geval is immers wél in het bestemmingsplan opgenomen dat de woning bestemd is voor één huishouden. Over het algemeen oordeelt
de Afdeling in deze gevallen dat arbeidsmigranten geen huishouden vormen. Zo is in de volgende zaken het argument verworpen dat arbeidsmigranten samen één huishouden kunnen vormen.
- Huisvesting van seizoenarbeiders is niet op één lijn te stelen met het begrip ‘huishouden’. Er is namelijk geen sprake van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid. De omstandigheden dat de seizoenarbeiders hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit hebben en samen de zorg dragen voor de huishouding is niet voldoende [ECLI:NL:RVS:2007:BA4193].
- Naast de bewoning door een gezin of een samenlevingsverband is het mogelijke dat minder traditionele woonvormen on de algemene woonbestemming vallen. Er moet dan wel sprake zijn van (nagenoeg) zelfstandige bewoning met duurzaam verblijf ter plaatse. Er is continuïteit in de samenstelling vereist en er moet een onderlinge verbondenheid Het hoofdverblijf moet de betreffende woning zijn. In deze zaak werd niet voldaan aan de voorgenoemde omstandigheden en worden de omstandigheden dat de arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten en gezamenlijk de huishouding doen niet voldoende geacht [ECLI:NL:RBMID:2010:BL6803].
- Alhoewel de arbeidsmigranten voor langere tijd in de woning verblijven kan bewoning door één huishouden niet worden aangenomen om de volgende redenen. Er is geen sprake van een onderliggende overeenkomst, er is geen sprake van continuïteit in de samenstelling of onderlinge verbondenheid van de bewoners. Er is geen intentie om voor onbepaalde tijd één huishouden te vormen [ECLI:NL:RBMNE:2017:2227].
Voor de praktijk
Uit de jurisprudentie kan worden afgeleid dat voor de kwalificatie ‘één huishouden’ over het algemeen sprake moet zijn van continuïteit in de samenstelling, nagenoeg
zelfstandige bewoning, onderlinge verbondenheid en de woning het hoofdverblijf betreft. De toetsing aan deze voorwaarden is in deze zaak geslaagd, waardoor de twee arbeidsmigranten vallen onder de definitie van één huishouden. Dit betekent dat geen sprake is van een overtreding en het gebruik van de woning dus rechtstreeks is toegestaan op grond van het bestemmingsplan.
Artikel is geschreven door
Rutger Boogers en
Anne Verberne.
Heeft u vragen? Neemt u dan gerust vrijblijvend contact met:
Rutger Boogers, advocaat en specialist arbeidsmigranten (
boogers@bg.legal)
[post_title] => Kunnen arbeidsmigranten samen 'één huishouden' vormen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kunnen-arbeidsmigranten-samen-een-huishouden-vormen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-17 11:01:06
[post_modified_gmt] => 2024-07-17 09:01:06
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41276
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 41263
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-02-22 10:09:55
[post_date_gmt] => 2024-02-22 09:09:55
[post_content] => Voordat u een huis huurt, zult u waarschijnlijk een evaluatie uitvoeren om te bepalen of de huurprijs inderdaad redelijk is en of u het huis daadwerkelijk moet huren. Hetzelfde moet worden gedaan wanneer u van plan bent een octrooi '
te huren' oftewel gebruiken. Een dergelijke evaluatie wordt aangeduid als een octrooi-due diligence.
De due diligence geeft u een indicatie of de gevraagde prijs redelijk is en belangrijker nog, of u daadwerkelijk de octrooilicentie (gebruiksrecht) nodig hebt om de technologie te exploiteren. Bij de due diligence worden vier aspecten overwogen, namelijk:
- De geldigheid van het octrooi
- Het marktaandeel dat wordt beheerst door het octrooi
- Vrijheid om het octrooi te gebruiken
- Onafhankelijkheid van het octrooi
De geldigheid van het octrooi
Bij het huren van een huis wilt u allereerst zekerstellen dat het huis daadwerkelijk bestaat. Op dezelfde manier is het bepalen van de geldigheid van het octrooi het startpunt voor elke octrooi-due diligence. Als het
octrooi niet geldig is, is er geen noodzaak om een
licentieovereenkomst aan te gaan.
Om te bepalen of het octrooi geldig is, worden juridische aspecten van het octrooi geëvalueerd. Deze juridische aspecten omvatten bijvoorbeeld, de vragen of de octrooihouder het recht had om het octrooi aan te vragen en of het octrooi van kracht is.
Het marktaandeel dat wordt beheerst door het octrooi
Het is niet erg waarschijnlijk dat u wilt betalen voor huur om erachter te komen dat er anderen gratis in hetzelfde huis wonen. Met een
octrooilicentie wilt u idealiter ook weten dat u een voordeel hebt ten opzichte van anderen die niet betalen voor een octrooilicentie. Als alleen de octrooihouder en diens licentiehouders de markt voor de geoctrooieerde technologie beheersen, is er een voordeel bij het verkrijgen van een
octrooilicentie voor de technologie.
Het is daarom belangrijk om vast te stellen of er andere partijen zijn die inbreuk maken op het octrooi. Als er andere inbreukmakende partijen zijn, moet verder worden gecontroleerd of ze kunnen worden gestopt door de octrooihouder. Dit geeft u een indicatie van het marktaandeel dat wordt beheerst door het octrooi.
Vrijheid om het octrooi te gebruiken
Alleen omdat er een huis is, betekent dat nog niet dat u er daadwerkelijk in mag wonen. Op dezelfde manier betekent een octrooi niet noodzakelijkerwijs dat de geoctrooieerde technologie mag worden geëxploiteerd. Door
het octrooi te exploiteren, kunnen de octrooirechten van anderen worden geschonden.
Om te bepalen of u het octrooi mag exploiteren, is een ‘freedom-to-operate’-onderzoek nodig. Dit onderzoek zal bepalen of exploitatie van het octrooi inbreuk zal maken op de octrooirechten van anderen. Als het octrooi geen ‘freedom-to-operate’ heeft, moet u mogelijk een verdere octrooilicentie verkrijgen van de octrooihouder waarop u inbreuk zult maken.
Onafhankelijkheid van het octrooi
Afgezien van het huis zelf, wilt u mogelijk ook weten of er nog iets anders nodig is om in het huis te wonen, bijvoorbeeld een energieleverancier. Bij het exploiteren van het octrooi kunnen aanvullende
intellectuele eigendomsrechten nodig zijn om succes te garanderen. Dit kan bijvoorbeeld know-how, bedrijfsgeheimen of zelfs handelsmerken zijn.
Voordat u de licentieovereenkomst aangaat, is het belangrijk om vast te stellen of het octrooi onafhankelijk kan worden gebruikt. Aan de andere kant, is het belangrijk om te weten welke andere intellectuele eigendomsrechten nodig zijn om het octrooi te exploiteren. Als er andere intellectuele eigendomsrechten nodig zijn, kan het verstandig zijn om ook een octrooilicentie te verkrijgen voor deze intellectuele eigendomsrechten.
[post_title] => Overweegt u een octrooilicentie? Kijk uit voor een kat in de zak
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => overweegt-u-een-octrooilicentie-kijk-uit-voor-een-kat-in-de-zak
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-22 10:09:55
[post_modified_gmt] => 2024-02-22 09:09:55
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41263
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 41202
[post_author] => 67
[post_date] => 2024-02-21 08:50:54
[post_date_gmt] => 2024-02-21 07:50:54
[post_content] =>
Het is niet de bedoeling dat een bestuurder van een failliete onderneming wordt aangepakt door én de curator én de Belastingdienst vanwege kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Inleiding
Tot het takenpakket van de curator behoort een
oorzaken- en rechtmatigheidsonderzoek. Als de curator van mening is dat de bestuurder zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement, kan de curator besluiten om de bestuurder aansprakelijk te stellen voor het
faillissementstekort. Daarnaast kan een bestuurder aansprakelijk gesteld worden door de Belastingdienst als sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur en belastingen en premies als gevolg daarvan niet zijn afgedragen.
De aansprakelijkheidsregelingen
Beide aansprakelijkheidsgronden zijn gestoeld op het leerstuk kennelijk
onbehoorlijk bestuur. Daarbij wordt in beginsel aansluiting gezocht bij de zogenaamde maatman-bestuurder. Hoe zou een redelijk denkend bestuurder in de gegeven omstandigheden hebben gehandeld?
De
Belastingdienst wordt geholpen door een
bewijsvermoeden. Indien een bestuurder nalaat om tijdig te melden dat de belastingen en premies niet kunnen worden voldaan, wordt vermoed dat het niet betalen van deze schulden het gevolg is van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Het leveren van tegenbewijs is nauwelijks mogelijk. Is een bestuurder vergeten om tijdig een melding betalingsonmacht te doen, dan leidt dat doorgaans tot aansprakelijkheid voor niet-betaalde belastingschulden.
Ook de
curator kan worden geholpen door bewijsvermoedens. Indien jaarrekeningen niet of niet-tijdig worden gedeponeerd of als de boekhoudplicht is geschonden, staat vast dat sprake is van onbehoorlijk bestuur. Ook wordt dan vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dit vermoeden kan ontzenuwd worden door de bestuurder door aannemelijk te maken dat andere oorzaken dan onbehoorlijk bestuur tot het faillissement hebben geleid.
Samenloop
In geval van faillissement kan zich een
samenloop voordoen. De bestuurder kan zowel door de curator als de Belastingdienst worden aangesproken wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur. In de
Leidraad Invordering is het
invorderingsbeleid van de Belastingdienst opgenomen. Aan dit beleid dient de Belastingdienst zich te houden. De Leidraad Invordering bevat ook beleid over de samenloop van bestuurdersaansprakelijkheid. Uit de Leidraad Invordering volgt dat bij samenloop in beginsel slechts één van de
bestuurdersaansprakelijkheidsregelingen moet worden toegepast. In geval van faillissement dient de Belastingdienst, indien voornemens om over te gaan tot aansprakelijkheidsstelling van de bestuurder, contact op te nemen met de
curator om te overleggen over de vraag wie tot aansprakelijkheidsstelling overgaat. Hierbij geldt dat aansprakelijkheidsstelling door de curator de voorkeur geniet. Vorig jaar heeft de Hoge Raad
arrest gewezen over voornoemde samenloop en het beleid dat de Belastingdienst in deze situaties hanteert.
De feiten
De curator had de bestuurder aansprakelijk gesteld voor het faillissementstekort. Tot een procedure komt het niet. De curator en bestuurder treffen een
schikking waarbij de bestuurder een bedrag aan de boedel voldoet tegen
finale kwijting en zonder erkenning van schuld. De bestuurder is na afwikkeling van het faillissement door de Belastingdienst alsnog aansprakelijk gesteld voor de niet afgedragen loonheffingen in de laatste drie maanden vóór het faillissement
Rechtbank en hof
De rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst de bestuurder alsnog aansprakelijk kan stellen. Omdat de curator de bestuurder formeel niet aansprakelijk zou hebben gesteld, was volgens de rechtbank geen sprake van samenloop. Het hof is echter
van oordeel dat wel sprake is geweest van een aansprakelijkheidsstelling door de curator. Het hof oordeelt vervolgens dat de Belastingdienst zijn recht om de bestuurder aansprakelijk te stellen heeft prijsgegeven. De Belastingdienst was van de faillissementen op de hoogte gebracht en had de vorderingen bij de curator aangemeld.
De Hoge Raad
Volgens de Hoge Raad is de bedoeling van de Leidraad Invordering dat wordt voorkomen dat een bestuurder zowel door de Belastingdienst als curator wordt aangesproken op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De Belastingdienst dient daarom tijdig contact op te nemen met de curator over een eventuele aansprakelijkheidsstelling, ook als hij had moeten inzien dat er voldoende aanknopingspunten voor de Belastingdienst zijn om tot aansprakelijkheidsstelling over te gaan. Deze aansprakelijkheidsstelling kan in strijd zijn met de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In dat geval zal moeten worden beoordeeld of aan de bestuurder een nadeel wordt toegebracht dat de Leidraad Invordering beoogt te voorkomen. De Hoge Raad verwijst de zaak terug naar het hof.
Het verwijzingshof moet onderzoeken of de aansprakelijkheidsstelling van de Belastingdienst heeft geleid tot een
benadeling die volgens de Leidraad Invordering vermeden had moeten worden.
Volgens het hof zijn de belastingschulden in kwestie echter al verjaard, waardoor de aansprakelijkheidsstelling niet langer doorgezet kan worden.
Conclusie
Uit de Leidraad Invordering volgt dat in geval van
samenloop van bestuurdersaansprakelijkheid in beginsel alleen de curator overgaat tot aansprakelijkheidsstelling. Dit is in lijn met het uitgangspunt dat slechts één bestuurdersaansprakelijkheidsregeling dient te worden toegepast ter voorkoming van
dubbele procedures over hetzelfde onderwerp.
Uit het arrest van de Hoge Raad wordt duidelijk dat de Belastingdienst niet achterover mag leunen indien hij voornemens is het bestuur aansprakelijk te stellen of als er voldoende aanknopingspunten voor de Belastingdienst zijn om daartoe over te gaan. Er wordt van de Belastingdienst dus verwacht dat hij
actief contact opneemt met de curator over een eventuele aansprakelijkheidsstelling van het bestuur. Doet de Belastingdienst dat niet, terwijl de curator wel overgaat tot aansprakelijkheidsstelling, dan is de kans groot dat de Belastingdienst zijn rechten heeft prijsgegeven.
Is er wel contact geweest tussen de Belastingdienst en de curator? Dan kan de Belastingdienst in beginsel niet meer overgaan tot aansprakelijkheidsstelling op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Bent u als bestuurder van uw (failliete) onderneming aansprakelijk gesteld door een curator, de Belastingdienst of een derde (bijv. een leverancier), of is daartoe een voornemen geuit? Neem dan direct contact op met een van onze specialisten! Uiteraard kunt u ook contact met ons opnemen in geval van overige vragen op het gebied van het
Ondernemings- en Insolventierecht.
[post_title] => Samenloop van bestuurdersaansprakelijkheid
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => samenloop-van-bestuurdersaansprakelijkheid
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-21 08:50:54
[post_modified_gmt] => 2024-02-21 07:50:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41202
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 41209
[post_author] => 71
[post_date] => 2024-02-19 16:46:04
[post_date_gmt] => 2024-02-19 15:46:04
[post_content] => Wanneer je goederen verkoopt, dan heb je deze vaak ingekocht bij een producent/importeur/tussenhandelaar van die goederen. Hoe weet je dan zeker dat die goederen geen inbreuk maken op
IE rechten (merkrechten, octrooirechten, modelrechten, auteursrechten) van anderen? Wat kun je doen wanneer je toch een brief van een IE houder krijgt dat je inbreuk maakt op zijn IE rechten? Kun je je leverancier dan aanspreken op een schadevergoeding? Wat zou je hierover moeten regelen in je inkoopvoorwaarden? Hoe ga je om met bepalingen in verkoopvoorwaarden die aansprakelijkheid voor aanspraken van IE houders afwijzen?
Op 25 oktober 2023 heeft de rechtbank een vonnis uitgesproken met betrekking tot de verkoop van Antargaz Flessen door derden, inzake
merkinbreuk. Dit vonnis, dat onlangs werd gepubliceerd, is met name relevant voor inkopers die merkartikelen (willen) verkopen. Maar de conclusies zijn dezelfde voor houders van andere IE rechten.
Waar gaat het over?
Antargaz houdt zich als onderneming onder meer bezig met leveren van gas in verschillende formaten
gasflessen. De gasflessen worden in bruikleen gegeven en blijven eigendom van Antargaz. Kavegas handelt in gasflessen. Antargas ontdekte dat er flessen in de omloop waren met een vervalst zegel. Tijdens een onderzoek door Antargas verkreeg de rechercheur een gasfles met vervalst zegel van Kavegas. Antargaz liet vervolgens conservatoir beslag leggen bij Kavegas. De zaak kwam voor de rechter en die oordeelt in het vonnis (onder andere) dat Antergaz moet bewijzen dat Kavegas inderdaad bewust handelde in gasflessen voorzien van een vervalst zegel. Kortom dat Kavegas zelf de gasflessen vulde of redelijkerwijs moet hebben geweten dat de gasflessen een vervalst zegel hadden. Wordt vervolgd dus.
Discussie
Toch is het alvast interessant om een discussie uit het vonnis te lichten betreffende eigen verantwoordelijkheid van handelaren als Kavegas die
merkartikelen inkopen. Kavegas stelt dat zij niet verplicht is de zegels op bij derden ingekochte Antargaz Flessen te controleren op echtheid, zeker nu deze controle alleen kan worden uitgevoerd door het zegel te verbreken. De rechtbank wijst dit standpunt af en legt de verantwoordelijkheid bij Kavegas om zich bij derden te vergewissen en eventuele garanties te verkrijgen van de authenticiteit van de ingekochte goederen, zodat deze geen inbreuk maken op de merkrechten van Antargaz. Kortom, het is de eigen verantwoordelijkheid van de verkoper van merkartikelen om zich ervan te vergewissen dat deze goederen geen inbreuk maken op merkrechten (IE rechten) van derden.
Advies
Dit vonnis indachtig is het voor inkopers van merkartikelen, die willen voorkomen dat ze inbreukmakende producten verkopen, van cruciaal belang om de juiste maatregelen te nemen. Hier zijn enkele juridische overwegingen en strategieën:
Verklaring: Inkopers kunnen aan hun leveranciers vragen om een expliciete verklaring dat de aangeboden producten geen inbreuk maken op de rechten van derden, zoals de merkrechten, octrooirechten, auteursrechten en modelrechten van de fabrikant. Deze verklaring dient specifiek te zijn en moet de inkoper beschermen in het geval van juridische geschillen met betrekking tot inbreuk.
Vrijwaring door de leverancier: wij adviseren om een vrijwaring af te spreken tussen de inkoper en de leverancier. Deze vrijwaring houdt in dat de leverancier de inkoper schadeloos stelt in het geval dat de inkoper wordt aangesproken door een houder van een intellectueel eigendomsrecht (zoals een merk) wegens vermeende inbreuk met betrekking tot de verkochte goederen. .
Leveringsvoorwaarden en aanvullende afspraken: vaak zal een verkoper zijn goederen alleen willen verkopen wanneer zijn leverings/verkoopvoorwaarden van toepassing zijn. In die voorwaarden is vaak vastgelegd dat de aansprakelijkheid van de verkoper is beperkt. Vaak is ook opgenomen dat de verkoper niet aansprakelijk is wanneer de goederen inbreuk maken op IE rechten van derden. Wat kun je dan als koper doen? Je zou kunnen overeenkomen dat (i) de leverings/verkoopvoorwaarden van toepassing zijn maar dat aanvullend en in afwijking daarvan nadere afspraken worden gemaakt. Daarin zou je dan kunnen vastleggen dat de verkoper garandeert dat de goederen geen inbreuk maken op IE rechten van derden. Je zou ook kunnen vastleggen dat de verkoper de koper vrijwaart wanneer deze wordt aangesproken door derden op grond van een gesteld IE recht van die derde. Het opstellen van een hiërarchieafspraak, waarin wordt bepaald welke afspraken voorrang hebben in geval van tegenstrijdigheden, is van groot belang om potentiële geschillen te voorkomen.
In geval van complexe juridische kwesties bij onderhandelingen met leveranciers zoals een discussie rondom
IE rechten, is het het beste om juridisch advies in te winnen.
Wij kunnen hierbij helpen om uw belangen te beschermen. Zoals het opstellen van een overeenkomst met afspraken die de leverings/verkoopvoorwaarden aanvullen c.q. vervangen.
[post_title] => Hoe wapen je je tegen een leverancier die 'namaak’ merkproducten verkoopt?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => hoe-wapen-je-je-tegen-een-leverancier-die-namaak-merkproducten-verkoopt
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-19 16:50:09
[post_modified_gmt] => 2024-02-19 15:50:09
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41209
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 41193
[post_author] => 86
[post_date] => 2024-02-16 11:09:07
[post_date_gmt] => 2024-02-16 10:09:07
[post_content] =>
"Kunnen uitvindingen die door AI zijn bedacht, worden geoctrooieerd?" Deze vraag is trending en is tot nu toe alleen beantwoord door de rechtbanken in de gevallen van Dabus (zie
blog). Tot nu toe zijn er geen richtlijnen om deze vraag te kunnen beantwoorden. Echter, het United States Patent and Trademark Office (hierna
'USPTO') heeft deze recente richtlijnen gepubliceerd.
Vanaf 13 februari 2024 is de
Inventorship Guidance for AI-Assisted Inventions van het USPTO (hierna de
'richtlijnen') van kracht geworden. De richtlijnen zijn van toepassing op alle Amerikaanse octrooiaanvragen die zijn ingediend op of na 13 februari 2024. De richtlijnen beogen een kader te bieden voor de aanpak die moet worden gevolgd bij het beoordelen of een door AI gecreëerde uitvinding in aanmerking komt voor octrooibescherming.
Wat zijn de richtlijnen?
Om een
octrooi aan te vragen, moet een menselijke uitvinder worden vermeld als
uitvinder. De richtlijnen geven aanwijzingen over hoe te beoordelen of de bijdrage van een natuurlijk persoon aan een met AI gecreëerde uitvinding significant genoeg is om die persoon als uitvinder te beschouwen. Het ondersteunt bovendien de integratie van AI in innovatie en benadrukt dat uitvindingen die worden ondersteund door AI niet automatisch worden uitgesloten van octrooibescherming. De richtlijnen begeleiden ook onderzoekers bij het bepalen van wie de juiste uitvinder(s) zijn in een octrooi of octrooiaanvragen voor innovaties die zijn gemaakt met behulp van AI.
Leidende principes voor AI-uitvindingen
Om octrooibescherming te verkrijgen voor een uitvinding die mede is gecreëerd door AI, is het essentieel dat de bijdrage van een persoon aan de uitvinding
significant is. Het kan echter lastig zijn om te bepalen of die bijdrage voldoende is, aangezien er geen duidelijke test voor bestaat. Om aanvragers en personeel van het USPTO te helpen bij het beoordelen van de significantie van iemands bijdrage, zijn de volgende principes vastgesteld:
- Het gebruik van een AI-systeem door een natuurlijk persoon om een uitvinding te creëren, doet geen afbreuk aan hun rol als uitvinder. Als de persoon een aanzienlijke bijdrage levert aan de uitvinding, kan deze als uitvinder worden vermeld.
- Het simpelweg presenteren van een probleem aan een AI-systeem maakt iemand niet automatisch tot een juiste uitvinder. Echter, het leveren van een significante bijdrage aan het construeren van de instructies voor een specifiek probleem kan wel uitvinderschap vestigen.
- Het louter waarderen van de output van een AI-systeem maakt een persoon niet automatisch tot uitvinder. Maar het leveren van een significante bijdrage aan de output om een uitvinding te creëren of het succesvol uitvoeren van een experiment met behulp van de output van het AI-systeem kan wel uitvinderschap vestigen.
- Het ontwikkelen van een essentiële bouwsteen voor een geclaimde uitvinding, zelfs als deze niet betrokken is bij elke activiteit die leidt tot conceptie, kan als een significante bijdrage worden beschouwd. Het ontwerpen, bouwen of trainen van een AI-systeem voor een specifiek probleem kan ook als uitvinderschap worden beschouwd.
- Het handhaven van "intellectuele dominantie" over een AI-systeem maakt een persoon op zichzelf niet automatisch tot uitvinder. Enkel het bezitten of toezicht houden op een AI-systeem zonder een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de uitvinding verleent geen uitvindersstatus.
Relevantie voor de praktijk
Er bestaat veel onzekerheid over de vraag of een uitvinding geoctrooieerd kan worden wanneer AI is gebruikt om de uitvinding te creëren. Dit resulteert in veel door AI gecreëerde uitvindingen die niet octrooieerbaar zijn. Deze richtlijnen zijn de eerste stap om duidelijkheid te verschaffen over
octrooibescherming van door AI gecreëerde uitvindingen. Hopelijk zal dit een stimulans vormen, in de vorm van octrooien, voor uitvinders die AI gebruiken in hun uitvindingen.
Hoewel deze richtlijnen alleen van toepassing zijn in de Verenigde Staten, is het al een eerste stap in de goede richting. Dit zal hopelijk ook tot toekomstige richtlijnen over octrooieerbaarheid van door AI gecreëerde uitvindingen in Europa leiden.
Het USPTO heeft een openbaar webinar georganiseerd op 5 maart 2024 van 13.00-14.00 uur ET en zoekt ook openbare opmerkingen over de richtlijnen met een deadline van 13 mei 2024.
Hierbij de Engelse versie.
[post_title] => Officiële richtlijnen voor octrooibescherming door AI gecreëerde uitvindingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => officiele-richtlijnen-voor-octrooibescherming-door-ai-gecreeerde-uitvindingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-16 11:31:44
[post_modified_gmt] => 2024-02-16 10:31:44
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41193
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 41379
[post_author] => 16
[post_date] => 2024-03-05 10:11:38
[post_date_gmt] => 2024-03-05 09:11:38
[post_content] =>
Automobilist heeft groen licht en slaat met normale snelheid linksaf. De bestuurder van de rechtdoor gaande snorfiets is door rood gereden. Is de bestuurder van de snorfiets volledig aansprakelijk?
Casus
Het staat vast dat de automobilist groen licht heeft gehad. De bestuurder van de snorfiets had rood licht. Het ongeval vond binnen de bebouwde kom plaats alwaar 50 km/uur gereden mocht worden. Er is geen indicatie dat de automobilist harder heeft gereden. De automobilist stond voorgesorteerd om linksaf te gaan en nam de bocht naar links. De bestuurder van de snorfiets kwam van de tegenovergestelde richting en reed rechtdoor bij rood licht. Een botsing was het gevolg en de bestuurder van de snorfiets liep hierbij letsel op. De bestuurder van de snorfiets stelt de [verzekeraar van] de automobilist aansprakelijk. De verzekeraar wijst de
aansprakelijkheid af.
Het slachtoffer stapt naar de rechter.
Toepasselijke wetsartikelen
Een snorfiets wordt niet gelijkgesteld met een fiets. Dus de bestuurder van de snorfiets geniet ook
geen bescherming zoals fietsers en voetgangers [art. 185 WVW] nu zij gewoon gemotoriseerd verkeer is. Het geschil zal moeten worden beoordeeld naar de gewone onrechtmatigheid, art. 6:162 BW.
Uitspraak Rechtbank
Vast staat dus dat de automobilist door een voor hem groen uitstralend
verkeerslicht is gereden. De algemeen geldende regel van zorgvuldigheid in het verkeer (artikel 6 WVW) brengt echter mee dat - ook bij groen licht - niet mag worden afgeslagen voordat is gecontroleerd of dat zonder gevaar kan, en de weg daadwerkelijk vrij is.
De omstandigheid dat de automobilist door groen licht is gereden ontsloeg hem dus niet van zijn verplichting rekening te houden met de mogelijkheid dat verkeer vanuit de tegenovergestelde richting rechtdoor over de kruising zou kunnen rijden.
Bij het besturen van een personenauto geldt voorts dat niet goed uitkijken door de snelheid en de massa van de auto gemakkelijk tot een ongeval en daarmee tot letsel bij andere weggebruikers leidt, zoals bekend is.
Verkeerssituatie
Van belang is dat het hier om een overzichtelijke situatie ging. De snorfiets moet op enige afstand zichtbaar zijn geweest. Naast de aangesproken automobilist reed nog een automobilist die de aanrijding wel heeft kunnen voorkomen. Het betrof aldus twee banen voor links afslaand verkeer.
Alcoholgebruik
Ook staat vast dat de automobilist onder invloed van alcohol was. Het promillage van de automobilist bedroeg op het moment van de aanrijding 0,35, terwijl voor hem een promillage van maximaal 0,2 was toegestaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat (teveel) alcohol in het bloed de oplettendheid en het reactievermogen van de bestuurder negatief beïnvloedt.
De automobilist is aansprakelijk. Hij is bij de kruising afgeslagen zonder te controleren of de weg daadwerkelijk vrij was van verkeer.
Eigen schuld bestuurder snorfiets
Vast staat dat de snorfietser door roodlicht is gereden. Als zij was gestopt voor het roodlicht had de aanrijding niet plaats gevonden. Ook voor haar was de situatie overzichtelijk en zij had de automobilist al van enige afstand moeten kunnen zien. De automobilist had weliswaar beter moeten opletten maar daar tegenover staat dat de snorfietser een zeer ernstige fout heeft gemaakt. Gelet op de grote waarschijnlijkheid dat
een aanrijding volgt als een rood verkeerslicht wordt genegeerd, dient de weggebruiker zeer scherp op verkeerslichten te letten.
De rechtbank oordeelt daarom dat de vergoedingsplicht van de verzekeraar van de automobilist met 70% moet worden verminderd.
Het slachtoffer krijgt aldus 30% van haar schade vergoed.
Conclusie
Ook al heb je
groen licht je moet altijd nog controleren of de weg daadwerkelijk vrij is. Daarnaast is er in de praktijk ook altijd nog de mogelijkheid dat tegemoetkomende fietsers, bromfietsers, snorfietsen ook groen licht hebben en je dus voorrang moet geven.
Dit was hier echter niet aan de orde. Vanwege het rijden door roodlicht kreeg de bestuurder van de snorfiets toch de meeste schuld toebedeeld. Echter de automobilist die groen licht had gaat niet vrij uit.
Volledige uitspraak.
[post_title] => Groen licht? En toch kan het misgaan
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => groen-licht-en-toch-kan-het-misgaan
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-03-05 10:38:27
[post_modified_gmt] => 2024-03-05 09:38:27
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41379
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1400
[max_num_pages] => 140
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 2e9bae55dd88168369e06a04bdfb350d
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Automobilist heeft groen licht en slaat met normale snelheid linksaf. De bestuurder van de rechtdoor gaande snorfiets is door rood gereden. Is de bestuurder van de snorfiets volledig aansprakelijk? Casus...
Lees meer
De verplichtingen van de AI Act zijn in beginsel niet van toepassing op AI-modellen die onder vrije en open source licenties worden vrijgegeven. Maar wat is Open Source-AI precies en...
Lees meer
In de zorg wordt steeds meer gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentie (ook wel AI genoemd). Eerder schreven we al over de mogelijkheden van AI, zoals ChatGPT, voor je dagelijkse praktijk...
Lees meer
Het European Patent Office (EPO) is de instantie die Europese octrooiaanvragen inhoudelijk behandelt en verleent. De laatste tijd wordt er veel gediscussieerd over de rol van AI bij Europese octrooiaanvragen,...
Lees meer
Het betreft hier een tuchtzaak waarbij klaagster jarenlang patiënt was van de betreffende huisarts en tevens ook bevriend was met de huisarts. Thans verwijt klaagster dat de huisarts zijn beroepsgeheim...
Lees meer
Inleiding Er wordt door veel gemeenten actief handhavend opgetreden tegen het bewonen van woningen door arbeidsmigranten. In de regel bevat een bestemmingsplan een woonbestemming. Vaak betekent dit dat het perceel...
Lees meer
Voordat u een huis huurt, zult u waarschijnlijk een evaluatie uitvoeren om te bepalen of de huurprijs inderdaad redelijk is en of u het huis daadwerkelijk moet huren. Hetzelfde moet...
Lees meer
Het is niet de bedoeling dat een bestuurder van een failliete onderneming wordt aangepakt door én de curator én de Belastingdienst vanwege kennelijk onbehoorlijk bestuur. Inleiding Tot het takenpakket van...
Lees meer
Wanneer je goederen verkoopt, dan heb je deze vaak ingekocht bij een producent/importeur/tussenhandelaar van die goederen. Hoe weet je dan zeker dat die goederen geen inbreuk maken op IE rechten...
Lees meer
"Kunnen uitvindingen die door AI zijn bedacht, worden geoctrooieerd?" Deze vraag is trending en is tot nu toe alleen beantwoord door de rechtbanken in de gevallen van Dabus (zie blog)....
Lees meer