Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 15
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 15
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1321
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 140, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 38407
                    [post_author] => 60
                    [post_date] => 2023-09-01 11:37:17
                    [post_date_gmt] => 2023-09-01 09:37:17
                    [post_content] => In 1981 oordeelde de Hoge Raad in het Haviltex-arrest dat bij de uitleg van een overeenkomst niet alleen naar de grammaticale betekenis van de tekst moet worden gekeken. De betekenis die partijen aan de tekst gaven in de gegeven omstandigheden en wat zij van elkaar mochten verwachten is hierbij ook van belang.[1] Het Haviltex-criterium wordt sindsdien regelmatig toegepast in geschillen over de uitleg van overeenkomsten. Vorige week, op 25 augustus 2023, heeft de Hoge Raad geoordeeld over de vraag of partijen kunnen afwijken van het Haviltex-criterium. In deze blog wordt dit arrest van de Hoge Raad nader besproken.[2]

De feiten

In 2009 stellen een vrouw en een man na hun scheiding een vaststellingsovereenkomst op met betrekking tot de partneralimentatie. In deze vaststellingsovereenkomst nemen zij op dat – in afwijking van het Haviltex-criterium – bij de uitleg van de overeenkomst alleen dient te worden gekeken naar de grammaticale betekenis van de tekst. Volgens de door partijen gesloten overeenkomst eindigt de partneralimentatie op de dag dat de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, te weten op 24 mei 2021. In een latere procedure verzoekt de curator van de vrouw om de partneralimentatie tot 25 mei 2022 te verlengen, de dag waarop de vrouw 65 jaar wordt. Dit verzoek wordt door de rechtbank toegewezen.

Oordeel van het Hof

De man gaat in hoger beroep. Het Hof vernietigt vervolgens de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek tot verlenging van de partneralimentatie af. Doordat partijen in hun vaststellingsovereenkomst toepassing van het Haviltex-criterium hebben uitgesloten, moet de rechter de bepaling in de vaststellingsovereenkomst alleen beoordelen op grond van de grammaticale betekenis van de tekst. Aangezien in de oorspronkelijke overeenkomst een datum is opgenomen om het moment waarop de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd bereikt aan te duiden, moet deze datum worden aangehouden en is een verlenging van de alimentatieverplichting niet mogelijk. Door het verzoek tot verlenging van de alimentatie toe te wijzen was de rechtbank onterecht buiten de grammaticale uitleg van de vaststellingsovereenkomst getreden.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad bevestigt de eerdere uitspraak van het Hof en oordeelt dat bij het uitleggen van de vaststellingsovereenkomst uitsluitend de grammaticale betekenis van de bepaling gebruikt moet worden. Nu de overeenkomst een eigen uitlegmaatstaf bevat, is het volgens de Hoge Raad toegestaan om af te wijken van het Haviltex-criterium. Dit maakt het voor partijen contractueel mogelijk om andere afspraken te maken over de uitlegmaatstaf van overeenkomsten.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Het is erg waarschijnlijk dat we in de praktijk steeds vaker contracten voorbij gaan zien komen met een eigen uitlegmaatstaf welke afwijkt van het Haviltex-criterium. Hierbij zal er vaak sprake zijn van uitlegmaatstaven waarbij enkel dient te worden gekeken naar de grammaticale betekenis van de tekst, waardoor de betekenis die partijen aan de tekst gaven in de gegeven omstandigheden zo veel mogelijk buitenspel gezet zal worden. Heeft u nog vragen? U kunt contact opnemen met de sectie Ondernemingsrecht. [1] Hoge Raad 13-03-1981 ECLI:NL:HR:1981:AG4158 [2] Hoge Raad 25-08-2023 ECLI:NL:HR:2023:1131 Karlijn van der Meule nieuw 1 [post_title] => Mag het Haviltex-criterium contractueel worden uitgesloten? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-het-haviltex-criterium-contractueel-worden-uitgesloten-2 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-09-05 11:16:49 [post_modified_gmt] => 2023-09-05 09:16:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38407 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 36170 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-09-01 09:00:32 [post_date_gmt] => 2023-09-01 07:00:32 [post_content] => Onlangs zijn er prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (“HvJEU”) voorgelegd over het al dan niet ontstaan van een schadevergoedingsplicht, indien een partij zijn/haar verplichtingen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (“AVG”) niet correct nakomt.[1] Benieuwd naar wat het HvJEU ervan vindt? Je leest er meer over in de onderstaande blog.

Wat ging eraan vooraf?

Österreichische Post (“OP”) is een handelaar in adressen en gegevens. Het bedrijf gebruikt een algoritme, waarbij verschillende sociale/demografische criteria worden gecombineerd om de politieke voorkeuren van bepaalde groepen te bepalen. De adressen van deze personen worden vervolgens verkocht aan verschillende partijen, die daarmee doelgerichte reclame kunnen verzenden. Een betrokkene was erachter gekomen dat aan hem een politieke voorkeur was gekoppeld, waar deze persoon zich niet in kon vinden. Hij vorderde dan ook dat de verwerking van zijn persoonsgegevens zou worden gestaakt én een immateriële schadevergoeding ad € 1000,-. Het Oberste Gerichtshof heeft kort daarna de behandeling van de zaak geschorst en een aantal prejudiciële vragen aan het HvJEU voorgelegd. In deze blog zullen de onderstaande vragen worden behandeld:
  1. Vereist de toekenning van schadevergoeding naast een inbreuk op de bepalingen van de AVG dat de eisende partij schade heeft geleden, of volstaat een inbreuk op de AVG als zodanig voor het toekennen van schadevergoeding?
  2. Is een nationale bepaling verenigbaar met de AVG, indien daarin wordt bepaald dat immateriële schade enkel kan worden vergoed, wanneer de door betrokkene geleden schade een bepaalde mate van ernst bereikt.

Vergoeding bij daadwerkelijk geleden schade en/of bij inbreuk op de AVG

Volgens het HvJEU is een inbreuk op de AVG an sich onvoldoende voor het toekennen van een schadevergoeding. Men kan enkel een vergoeding ontvangen voor de schade die is ontstaan door het schenden van de AVG. Er moet dus een causaal verband bestaan tussen de schade en de desbetreffende inbreuk. Het HvJEU merkt daarbij op dat inbreukmakers ook op een andere manier kunnen worden aangesproken, wanneer een betrokkene door de inbreuk geen schade heeft geleden. Te denken valt aan het opleggen van sancties en administratieve (geld)boetes. Met deze mechanismen kan het naleven van de AVG eveneens worden gewaarborgd, zonder dat daar een schadevergoeding aan te pas hoeft te komen. Fact AVG

Drempel voor het opleggen van een schadevergoeding

Allereerst stelt het HvJEU vast dat zowel materiële als immateriële schade een recht kunnen geven op vergoeding van die schade. In de overwegingen van de AVG wordt bovendien bepaald dat het begrip schade ruim moet worden uitgelegd. Het beperken van schadevergoeding tot een bepaalde mate van ernst, zou volgens het HvJEU dan ook niet te rijmen zijn met de bedoelingen van de Uniewetgever bij het opstellen van de AVG. Geleden schade kan dan ook volgens het HvJEU worden vergoed, ongeacht de hoogte van deze schade. Het HvJEU benadrukt echter dat het ruim uitleggen van het schadebegrip niet betekent dat een betrokkene die nadelige gevolgen heeft ondervonden, niet hoeft te bewijzen dát deze gevolgen hebben geresulteerd in immateriële schade.

Conclusie

Het schenden van de AVG is niet voldoende om een vordering op schadevergoeding te rechtvaardigen. De betrokkene moet bewijzen dat de door hem/haar ondervonden negatieve gevolgen hebben geresulteerd in (im)materiële schade. Deze schade hoeft echter niet aan bepaalde mate van ernst te voldoen. Mits dekkend bewijs wordt geleverd voor het gevorderde schadebedrag, kan een vordering tot schadevergoeding worden toegewezen, ongeacht de hoogte van deze vordering. Heeft u vragen over het vergoeden van schade bij een schending van de AVG? Neem dan gerust contact op met Mustafa Kahya. [1] HvJEU 4 mei 2023, ECLI:EU:C:2023:370 (UI/Österreichische Post AG) [post_title] => Niet altijd recht op schadevergoeding bij schending van de AVG [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => niet-altijd-recht-op-schadevergoeding-bij-schending-van-de-avg-2 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-10-25 12:10:45 [post_modified_gmt] => 2023-10-25 10:10:45 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36170 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 38359 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-08-31 09:16:39 [post_date_gmt] => 2023-08-31 07:16:39 [post_content] => Het Kadaster kampte deze week met een datalek waardoor het lange tijd mogelijk was om miljoenen namen en woonadressen te bekijken. Het Kadaster noemt de lek een “kwetsbaarheid in de aanmeldprocedure voor professionele gebruikers waarmee op die wijze alsnog oneigenlijk kon worden gezocht op naam”. Wat zijn de juridische gevolgen voor het Kadaster? En wat kunnen andere bedrijven doen om een datalek te voorkomen?

Inbreuk op de privacy

Het Kadaster, een openbaar register met informatie over panden en percelen, bevat gevoelige persoonsgegevens van miljoenen Nederlandse burgers met een koopwoning. Het lek in het systeem heeft geleid tot ongeautoriseerde toegang tot deze gegevens, wat een aanzienlijke inbreuk vormt op de rechten afkomstig uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De gelekte informatie omvat volledige namen, woonadressen, en zelfs paspoortnummers van personen. Dit brengt individuen in gevaar, aangezien deze gegevens kunnen worden misbruikt voor schadelijke doeleinden zoals bedreiging en stalking. Uit het onderzoek van RTL blijkt dat zelfs iemand die op een dodenlijst van de onderwereld staat, makkelijk is te vinden via het Kadaster. Het Kadaster, als beheerder van deze persoonsgegevens, heeft de wettelijke verplichting om adequate beveiligingsmaatregelen te implementeren om de vertrouwelijkheid en integriteit van de gegevens te waarborgen. Door het lek is het Kadaster in gebreke gebleven in zijn verplichtingen om de persoonsgegevens te beschermen tegen ongeautoriseerde toegang en misbruik. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft het Kadaster terecht opgedragen het lek onmiddellijk te verhelpen om verdere schendingen van privacy te voorkomen.

Kan dit juridische gevolgen hebben?

Individuen die door dit lek zijn getroffen, kunnen in beginsel recht hebben op schadevergoeding voor de inbreuk op hun privacy en de geleden schade. Het Kadaster kan namelijk op grond van de AVG aansprakelijk worden gesteld voor deze schade.  Echter, het is niet zo dat iedere inbreuk op het privacyrecht ervoor zorgt een vordering op schadevergoeding rechtvaardigt. Hoe dat precies zit, lees je in deze blog. Een grote zorg voor het Kadaster lijkt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) te zijn. de bevoegdheid. De AP komt als toezichthoudend orgaan immers de bevoegdheid toe om boetes op te leggen  voor schendingen van de AVG.

Wat kunnen bedrijven doen om een datalek te voorkomen?

Bij het Kadaster heeft een gebrek aan identiteitsverificatie en controle over wie toegang heeft tot het besloten deel van het Kadaster bijgedragen aan het ontstaan van het lek. Een datalek kan ieder bedrijf overkomen. Eerder schreven we al een artikel over de datalekkenrapportage van de AP. Deze casus en de rapportage benadrukken de cruciale noodzaak van het implementeren van strenge beveiligingsmaatregelen, identiteitsverificatie en controle over toegang tot gevoelige persoonsgegevens. Het is dus belangrijk om aandacht te schenken aan het beveiligen van uw data en alle aspecten die hierbij komen kijken. Hier zijn verschillende mogelijkheden voor, waarbij BG.legal u kan helpen op het gebied van het juridisch perspectief. Daarnaast hebben wij advocaten en juristen in ons team die ook veel van software en IT-omgevingen weten. Zij zijn daarmee in staat om, samen met partners van ons kantoor, u te helpen in het weerbaarder maken van uw organisatie tegen verlies van data. Neem vandaag nog contact met ons op voor een preventiescan en ontdek hoe wij uw zorginstelling kunnen helpen weerbaarder te worden tegen cybersecurity-incidenten. Bekijk hier de folder cybersecurity check, of neem direct contact op met een van onze specialisten voor een vrijblijvend gesprek over cybersecurity. Jody Esveldt [post_title] => Datalek bij het Kadaster: Wat zijn de gevolgen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => datalek-bij-het-kadaster-wat-zijn-de-gevolgen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-31 09:16:39 [post_modified_gmt] => 2023-08-31 07:16:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38359 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 38217 [post_author] => 74 [post_date] => 2023-08-29 16:10:28 [post_date_gmt] => 2023-08-29 14:10:28 [post_content] =>

Inleiding

Het projectbesluit is een instrument voor waterschappen, provincies en het Rijk voor het mogelijk maken van vaak complexe projecten met een publiek belang. Bijvoorbeeld de aanleg of uitbreiding van een snelweg. Ook voor private initiatieven die samenvallen met een publiek belang, zoals de uitbreiding van het stroomnet, kan het projectbesluit door het bevoegd gezag worden ingezet. Het projectbesluit als instrument moet zorgen voor een betere belangenafweging, snellere besluitvorming, alsmede eenvoud en overzicht door het uniformeren van verschillende procedures.

Het begrip ‘project’

In onderdeel A van de bijlage bij de Omgevingswet wordt het begrip ‘project’ als volgt gedefinieerd: Project
  1. het bouwen van bouwwerken of de totstandbrenging van installaties of werken,
  2. andere activiteiten die onderdelen van de fysieke leefomgeving wijzigen, inclusief activiteiten voor de winning van delfstoffen;
Een projectbesluit heeft enkel betrekking op projecten waar een waterstaats, provinciaal of nationaal belang mee gemoeid is. Verder worden in de Omgevingswet, Elektriciteitswet 1998, Gaswet en Mijnbouwwet projecten benoemd waarvoor waterschappen, provincies en het Rijk verplicht een projectbesluit moeten vaststellen.[1]

Procedure: kennisgeving, verkenning en voorkeursbeslissing

Voor het vaststellen van het projectbesluit geldt de projectprocedure van afdeling 5.2 van de Omgevingswet. Deze procedure komt erop neer dat het bevoegd gezag eerst kennisgeeft van zijn voornemen om een verkenning uit te voeren naar een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving en om een projectbesluit vast te stellen met of zonder voorafgaande voorkeursbeslissing. Bij algemene maatregel van bestuur of bij besluit van het bevoegd gezag wordt bepaald wanneer een voorkeursbeslissing in ieder geval moet worden genomen [artikel 5.47, eerste lid Omgevingswet]. Uiterlijk bij aanvang van de voorgenomen verkenning moet het bevoegd gezag tevens kennisgeven van de wijze waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de verkenning zullen worden betrokken. Na de kennisgeving, verzamelt het bevoegd gezag bij de verkenning de nodige kennis en inzichten over de aard van de opgave, de voor de fysieke leefomgeving relevante ontwikkelingen en de mogelijke oplossingen voor die opgave. Hieronder vallen tevens de oplossingen die door burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties, bestuursorganen en deskundigen zijn aangedragen. De verkenning moet uiteindelijk voldoende informatie bieden om een voorkeursbeslissing te kunnen nemen of een projectbesluit te kunnen opstellen. De voorkeursbeslissing is de afsluiting van de verkenning, welk het bevoegd gezag neemt als dat in de kennisgeving van het voornemen [al dan niet verplicht] is bepaald. In de voorkeursbeslissing geeft het bevoegd gezag aan welke oplossing de voorkeur van het bevoegd gezag heeft. Ook staat hierin hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen zijn betrokken. De voorkeursbeslissing geeft als conclusie dat het project wel, niet of gewijzigd kan worden uitgevoerd. In het uiteindelijke projectbesluit dient het bevoegd gezag in ieder geval aan te geven hoe belanghebbenden bij de voorbereiding zijn betrokken en wat de resultaten van de uitgevoerde verkenning zijn, waarbij moet worden ingegaan op de door derden aangedragen mogelijke oplossingen en daarover door deskundigen uitgebrachte adviezen. Verder moet een projectbesluit het project beschrijven en inzicht geven in de [compenserende] maatregelen en voorzieningen voor de fysieke leefomgeving die genomen moet worden om het project te realiseren. Voor de voorkeursbeslissing en het projectbesluit volgt het bevoegd gezag de uniforme voorbereidingsprocedure waarna het volgen het projectbesluit al dan niet wordt vastgesteld. Waar het voornemen om een verkenning uit te voeren en de voorkeursbeslissing niet appellabel zijn, kan tegen een projectbesluit rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Milieueffectrapportage

Aangezien het bij een projectbesluit vaak om complexe projecten in de fysieke leefomgeving gaat, zal er naar verwachting vaak een project-mer-plicht gelden. Als het project waarvoor het projectbesluit toestemming geeft in bijlage V bij het Omgevingsbesluit is opgenomen, dan geldt de regelgeving inzake van de milieueffectrapportage. Een eventuele voorkeursbeslissing valt onder de regels voor de plan-mer-plicht. Als de voorkeursbeslissing het kader vormt voor een projectbesluit voor een project dat is aangewezen in bovenbedoelde bijlage V dan moet een milieueffectrapportage worden gemaakt 16.36, eerste en tweede lid Omgevingswet. Dit geldt tevens als het project aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Voor het project-mer bij het projectbesluit kan de informatie uit het plan-mer voor een voorkeursbeslissing worden gebruikt. Als er geen voorkeursbeslissing is genomen, moet het project-MER ook die fase van de besluitvorming beslaan.

Coördinatie uitvoeringsbesluiten

Het projectbesluit maakt het mogelijk dat met één besluit alle [uitvoerings]besluiten voor het project gecoördineerd worden verleend. Dit door de vergunningplichtige activiteiten meteen in het projectbesluit regelen zodat nadien in principe geen omgevingsvergunningen meer nodig zijn om het project uit te voeren. Dit vereist op grond van artikel 5.52, tweede lid onder a Omgevingswet echter wel dat dit uitdrukkelijk in het projectbesluit is bepaald: 'Voor zover dat uitdrukkelijk in het projectbesluit is bepaald, geldt het projectbesluit: a. als omgevingsvergunning voor de activiteiten ter uitvoering van het projectbesluit.' Wanneer een projectbesluit gefaseerd wordt uitgevoerd, kunnen omgevingsvergunningen ook later door de initiatiefnemer worden aangevraagd. Op het moment van het vaststellen van het projectbesluit moet dan wel inzichtelijk zijn dat het projectbesluit uitvoerbaar is, in die zin dat dat de vereiste omgevingsvergunningen zullen worden verleend. Aldus moet het projectbesluit als instrument zorgen voor een snellere besluitvorming, eenvoud en overzicht door het uniformeren van verschillende procedures, alsmede een betere belangenafweging door het betrekken van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen. Heeft u vragen neemt u dan contact op met één van de specialisten van de sectie overheid en vastgoed. [1] Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving staat een overzicht met de vallen waarin een projectbesluit verplicht moet worden vastgesteld, zie https://iplo.nl/regelgeving/instrumenten/projectbesluit/projectbesluit-verplicht/
Lees hier de artikelen uit de blogreeks: 
Deel 1: De Omgevingsvisie 
Deel 2: Doel en opbouw van de Omgevingswet 
Deel 3: Algemene rijksregels en decentrale regels 
Deel 4: Het Omgevingsplan 
Deel 5: Het programma onder de Omgevingswet 
Deel 6: De omgevingsplanactiviteit 
Deel 7: Afwijken van het omgevingsplan 
Deel 8: Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet
Deel 9: Participatie onder de Omgevingswet
Deel 10: Instructies en instructieregels Provincie
Deel 11: Het projectbesluit
Deel 12: Planschade onder de Omgevingswet
Deel 13: Geluid onder de Omgevingswet
Deel 14: Handhaving onder de Omgevingswet
Deel 15: De Bruidsschat en overgangsrecht
Robin Hoon [post_title] => Het projectbesluit [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-projectbesluit [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-03-27 11:32:26 [post_modified_gmt] => 2024-03-27 10:32:26 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38217 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 38256 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-08-29 12:05:10 [post_date_gmt] => 2023-08-29 10:05:10 [post_content] => Amazon en koffieketen Starbucks worden voor de Amerikaanse federale rechtbank gedaagd voor het misbruiken van biometrische kenmerken van klanten. Om diefstal tegen te gaan werd in de winkels gebruikgemaakt van geavanceerde bewakingssystemen, waaronder een systeem waarmee bezoekers op basis van hun biometrische kenmerken konden worden geïdentificeerd. Dit artikel schijnt licht op deze zaak en onderzoekt tevens hoe deze zaak zich verhoudt binnen het juridische kader van Nederland.

Biometrische gegevens

Biometrische gegevens zijn persoonsgegevens die voortkomen uit specifieke technische verwerking van fysieke, fysiologische of gedrag gerelateerde kenmerken van een persoon. Dit type gegevens maakt het mogelijk om de persoon op een unieke manier te identificeren of diens identiteit te bevestigen (authenticatie). Biometrische persoonsgegevens omvatten bijvoorbeeld vingerafdrukken en gezichtsafbeeldingen. Deze kenmerken van het lichaam zijn van nature uniek, wat betekent dat ze kunnen worden teruggevoerd naar één specifiek individu.

De Amazon-Starbucks zaak

In de aangespannen rechtszaak worden de bedrijven ervan beschuldigd persoonsgegevens van klanten te verzamelen zonder hen daarvan op de hoogte te stellen. De bedrijven zouden de wet uit New York hebben overtreden die bedrijven verplicht om borden bij de ingang van winkels te plaatsen als ze biometrische gegevens van klanten verzamelen. Om toegang te krijgen tot de winkel dient de klant ofwel een creditcard, ofwel een bijbehorende app te scannen. Binnen de winkelruimte zijn sensoren en camera's geïnstalleerd om bij te houden welke producten klanten selecteren, zodat de kosten hiervan automatisch in rekening worden gebracht bij het verlaten van de winkel. Dit systeem stelt klanten in staat om de traditionele kassarij over te slaan. Amazon heeft zich verweert door te beargumenteren dat zij geen biometrische gegevens verzamelen om een specifieke klant te identificeren. De technologie zou enkel klanten die tegelijk in de winkel zijn uit elkaar kunnen halen. Of de rechter mee gaat in deze beredenering is nog niet bekend. In maart werden de winkels ook al geconfronteerd met dezelfde juridische discussie. Na deze gebeurtenis had Amazon één enkel bordje geplaatst, waarop stond dat biometrische gegevens alleen zouden worden verzameld wanneer klanten de handpalmscanner gebruikten om de winkel binnen te gaan. Omdat de winkel echter over zes ingangen beschikte, is één bordje onvoldoende om aan de wettelijke vereisten te voldoen.

Hoe zit dit in Nederland?

De regels rond biometrische gegevens zijn in de EU strenger dan in de Verenigde Staten. Biometrie gebruiken voor de beveiliging van je winkel is in Nederland dan ook niet zomaar toegestaan. Hoe zit dit nou precies? De Algemene Verordening Gegevens bescherming (AVG) bepaalt dat de verwerking van biometrische persoonsgegevens kwalificeert als een verwerking van bijzondere persoonsgegevens. In principe is het verboden om bijzondere persoonsgegevens te verwerken, tenzij er een uitzondering geldt. De uitzondering waar veelal een beroep op wordt gedaan, is de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.

Uitdrukkelijke toestemming

Uitdrukkelijke toestemming is een zwaardere vorm van toestemming. Dit betekent dat de betrokkene een uitdrukkelijke verklaring van toestemming moet afgeven. Om dit op een duidelijke manier te regelen, is het aan te raden om een schriftelijke verklaring van de betrokken persoon te verkrijgen. Dit kan eenvoudigweg helpen om ervoor te zorgen dat alles in goede orde verloopt. Als extra zekerheid kunt u overwegen om deze verklaring door de betrokkene te laten ondertekenen. Hoewel in theorie een mondelinge verklaring ook afdoende kan zijn, kan het echter lastig zijn om aan te tonen dat aan alle noodzakelijke voorwaarden voor geldige, expliciete toestemming is voldaan. Afgevraagd kan worden of de toestemming vrijelijk wordt gegeven indien de klant zonder toestemming geen toegang heeft tot bijvoorbeeld de winkel. Om toestemming op een vrije manier te verkrijgen, mag het verlenen van toegang tot diensten en functies niet voorwaardelijk zijn aan het feit dat een gebruiker instemt met het opslaan van gegevens.

Aanvullende vereisten

Indien aan een van bovenstaande uitzondering is voldaan, moet eerst een Data Protection Impact Assessment (DPIA) uitgevoerd worden voordat de gezichtsherkenning gebruikt mag worden. Een Data Protection Impact Assessment (DPIA) is een hulpmiddel waarmee vooraf de potentiële privacy risico's van een gegevensverwerking worden geïdentificeerd, waardoor de organisatie in staat wordt gesteld passende maatregelen te treffen om deze risico's te minimaliseren. Daarnaast is het essentieel om afdoende beveiligingsmaatregelen te implementeren. In situaties waarin vingerafdrukken worden verzameld, zou men bijvoorbeeld de data die daarop ziet kunnen versleutelen (encryptie). Deze codering zorgt ervoor dat de vingerafdruk niet direct herkenbaar is, terwijl de code nog steeds wordt gebruikt om de betreffende persoon te identificeren. Het voldoet aan wettelijke eisen om ervoor te zorgen dat het systeem dat deze code opslaat op een hoog niveau van beveiliging wordt gehouden.

Conclusie

Hoe de Amazon-Starbucks zaak zal aflopen zal nog even afwachten zijn. In Nederland zal gebruik van biometrische beveiligingssystemen in winkels in ieder geval niet snel voorkomen. In principe is er een verbod op de verwerking van biometrische gegevens. Ondanks dat er wel uitzonderingen zijn op het verwerkingsverbod, zullen deze niet snel van toepassing zijn voor een winkel. Heeft u vragen over de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens? Of heeft u andere vragen? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Biometrische systemen en toegangsverlening ook mogelijk in Nederland? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => biometrische-systemen-en-toegangsverlening-ook-mogelijk-in-nederland [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-29 12:05:10 [post_modified_gmt] => 2023-08-29 10:05:10 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38256 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 38174 [post_author] => 39 [post_date] => 2023-08-25 10:29:34 [post_date_gmt] => 2023-08-25 08:29:34 [post_content] => Wonen en zorg zijn soms onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij woon-zorgovereenkomsten doemen vragen op over de rechten en plichten van huurders en zorgaanbieders. Want wat als de zorg eindigt, eindigt dan ook automatisch het huren? Dit artikel werpt licht op de dynamiek tussen huurbescherming en beëindiging van de zorg. Welke factoren zijn doorslaggevend bij het bepalen welk belang zwaarder weegt?

Huurbescherming: een stevige grondslag

Als er naast zorg ook een woonruimte wordt aangeboden, dan wordt er gesproken over een gecombineerde huur/zorgovereenkomst, waarbij de overeenkomst zowel kenmerken heeft van een huurovereenkomst als van een overeenkomst van opdracht. De vraag doet zich dan voor in hoeverre de wettelijke bepalingen van huur van woonruimten dan onverkort van toepassing zijn. In ons rechtssysteem genieten huurders van woonruimten immers huurbescherming, hetgeen betekent dat de huur niet zonder meer door de verhuurder (de zorgaanbieder in dit geval) kan worden beëindigd. De opzegging van de huurovereenkomst door de verhuurder heeft de nodige voeten in de aarde. Zo kan de huurovereenkomst – behoudens opzegging op initiatief door de huurder of in goed overleg middels een beëindigingsovereenkomst – worden opgezegd conform de in artikel 7:274 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) genoemde opzeggronden. De huurder moet vervolgende instemmen met de opzegging, en als de huurder weigert, dan resteert alleen het opstarten van een gerechtelijke procedure.

Woon-zorgovereenkomsten

Huurbescherming is minder gunstig voor een zorginstellingen die ook woonruimten aanbieden. Zorgaanbieders zijn in de regel geen reguliere verhuurders en bieden de woonruimten slechts met een specifiek doel, namelijk het verlenen van zorg, aan hun patiënten aan. Het is van groot belang dat als de zorgovereenkomst eindigt, de huurovereenkomst dit ook doet. Zo niet, dan kan dit gevolgen hebben voor de continuïteit en kwaliteit van de zorg die aan de patiënten wordt geboden. Dit is niet alleen van belang als de zorgovereenkomst vanwege gewichtige redenen als bedoeld in artikel 7:460 BW wordt beëindigd (hetgeen een beduidend minder strenge norm is dan de hiervoor genoemde huurbeschermingsregels), maar tevens in het geval dat de patiënt de zorg beëindigd en weigert te vertrekken. De woon-zorgovereenkomst is zoals gezegd een gemengde overeenkomst. De hoofdregel hierbij is dat bij gemengde overeenkomsten de bijzondere regimes zo veel mogelijk naast elkaar van toepassing zijn, tenzij de regelgeving niet verenigbaar is of de aard van de overeenkomst zich daartegen verzet. Dit is wettelijk vastgelegd in artikel 6:215 BW. Maar hoe wordt eigenlijk vastgesteld of deze regels zich al dan niet tot elkaar verhouden? Dit is in de rechtspraak tot uiting gekomen. Fact woon-zorgovereenkomsten 1

Welk element overheerst?

Uit vaste rechtspraak volgt dat bij een gecombineerde woon/zorgovereenkomst in beginsel de dwingendrechtelijke huurregels voorgaan tenzij het zorgelement overheerst. De kernvraag is of het huurelement in dergelijke situaties zwaarder weegt dan het zorgelement. Dit is in de praktijk casuïstisch en hangt onder meer af van de feitelijke woon/zorgsituatie, de aard van de geboden zorg in verhouding tot het wonen, de inhoud van de overeenkomst(en) en de (daadwerkelijke) uitvoering daarvan, in hoeverre beide overeenkomsten onderling van elkaar afhankelijk zijn en in hoeverre de patiënt bij het aangaan van de overeenkomst(en) daarvan op de hoogte was. Dit zijn slechts enkele gezichtspunten en laat zien dat de praktijk weerbarstig is en het aangaan van dergelijke gecombineerde overeenkomsten niet geheel zonder risico is.

Conclusie

Het is voor zorgaanbieders van evident belang zicht bewust te zijn van de risico’s bij het aangaan van een gecombineerde woon/zorgovereenkomst en zich ter zake deskundig te laten bijstaan bij het opstellen van de gecombineerde overeenkomst. Of het zorgelement overheerst is afhankelijk van vele aspecten en moet dus per individueel geval bekeken worden. Niet alleen de contractuele situatie, maar juist ook de feitelijke situatie is hierbij van belang. Het is derhalve altijd aan te bevelen de overeenkomst(en) te laten toetsen. Neem gerust contact op met een van onze medewerkers! Het artikel is geschreven door Jody Esveldt. Michael de Marco 4 [post_title] => Woon-zorgovereenkomsten: Is einde zorg ook einde huur? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => woon-zorgovereenkomsten-is-einde-zorg-ook-einde-huur [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-25 10:29:34 [post_modified_gmt] => 2023-08-25 08:29:34 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38174 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 38122 [post_author] => 71 [post_date] => 2023-08-24 10:28:40 [post_date_gmt] => 2023-08-24 08:28:40 [post_content] => Als je de suggestie wekt dat een ander (mogelijk) inbreuk maakt op jouw intellectuele eigendomsrechten, zorg dan dat je dit kunt bewijzen. Anders kan een ander een rechtszaak tegen je beginnen vanwege onrechtmatige uitlatingen. Lees hier een korte beschrijving van een dergelijke kort gedingzaak, en waar je dan op kunt letten.

De gebeurtenissen

Huisman Equipment (“Huisman”) en Mammoet Holding (“Mammoet”) werkten ooit samen maar zijn op enige moment apart verder gegaan. Huisman brengt een nieuwe kraan op de markt, hetzelfde type ringkraan dat Mammoet ook bouwt. Huisman laat hiervoor een onderzoek doen waaruit blijkt dat er geen inbreuk op enig intellectueel eigendomsrecht is. Huisman laat verschillende malen in uitlatingen over deze nieuwe kraan ook de kraan van Mammoet zien, van de tijd dat ze nog samenwerkten.

Persbericht

Voor Mammoet een reden in een persbericht te schrijven dat ze onderzoek zou gaan doen naar mogelijk inbreuk door Huisman op de intellectuele eigendomsrechten, met name op de patentrechten, van Mammoet. Dit persbericht wordt wereldwijd gedeeld. Huisman reageert dat er geen sprake was van inbreuk op patenten of andere intellectuele eigendomsrechten. Verder onderzoek van een octrooigemachtigde, ingesteld door Huisman, bevestigt dat er geen sprake is van inbreuk op enige rechten.

Kort geding

Huisman spreekt Mammoet daarom in een kort geding aan op onrechtmatig handelen door haar onterecht te beschuldigen van inbreuk op intellectueel eigendom. Daarnaast stelt Huisman dat Mammoet gebruikt maat van ongeoorloofde vergelijkende reclame.

Belangenafweging

De voorzieningenrechter kijkt eerst of het toewijzen van de vordering het recht op vrijheid van meningsuiting van Mammoet niet te veel inperkt. In het geval van een onrechtmatige uitlating is die beperking geoorloofd. De rechter bepaalt aan de hand van een uitgebreide belangenafweging of er inderdaad sprake is van een onrechtmatige uitlating. Een belangenafweging is vaak maatwerk, want er moet steeds per geval gekeken worden wat er speelt. In dit geval behandelt de rechter de volgende punten:
  • de aard van de verdenkingen en ernst van de gevolgen ten opzichte van de ernst van de misstand
  • de mate waarin de verdenkingen op het moment van de publicatie steun vonden in het feitenmateriaal
  • de inkleding van de verdenkingen
  • de kans dat het doel van Mammoet ook op andere manieren kon worden bereikt
  • de kans dat de informatie ook zonder het persbericht in de publiciteit zou zijn gekomen

Beoordeling van de rechter

De rechter komt kort gezegd tot de conclusie dat de ernst van het misstand niet in verhouding staat tot de ernst van de verdenkingen en gevolgen. Huisman lijkt namelijk vooral voor haar eigen belang en niet voor een algemeen belang op te komen. Ook blijkt uit de beschikbare feiten en de gang van zaken niet dat er octrooirechten of andere intellectuele eigendomsrechten van Mammoet door Huisman zijn geschonden, in ieder geval niet in de mate zoals Mammoet in haar persbericht beschrijft. Hoewel Mammoet schrijft de inbreuk te gaan onderzoeken, wekt het wereldwijd gedeelde persbericht wel de indruk dat er sprake is van inbreuk. Waarom zou je anders de moeite nemen om een bericht op grote schaal naar buiten te brengen en een kostbaar onderzoek te gaan doen? Ook gaat de rechter niet mee in het argument van Mammoet dat zij vragen die haar klanten hadden naar aanleiding van een presentatie en persbericht van Huisman, alleen recht kon zetten door middel van een eigen persbericht. Tot slot acht de rechter de kans klein dat er zonder het persbericht van Mammoet evenveel publieke aandacht zou zijn geweest voor deze kwestie.

Onrechtmatige uitlating

De voorzieningenrechter komt op basis van bovenstaande punten tot de conclusie dat er inderdaad sprake is van onrechtmatige uitlating door Mammoet. Bepaalde omstandigheden die Mammoet aanbrengt, zoals de marktsegmenten waar partijen zich bevinden en terughoudendheid van Huisman in contact met Mammoet, doen hier niet aan af. Om die reden moet Mammoet staken met haar uitlating zoals gedaan in haar persbericht, en moet ze een rectificatie publiceren voor relevante partijen en op haar website.

Vermoed je dat iemand inbreuk maakt op jouw rechten?

Uit bovenstaande blijkt dat je niet te lichtvaardig moet omgaan met beschuldiging van inbreuk op intellectueel eigendom. Denk je toch dat een partij inbreuk maakt op jouw rechten?
  • Onderzoek eerst goed wat jouw rechten zijn en of daar inderdaad inbreuk op wordt gemaakt. Dit is bij uitstek werk wat wij als specialist voor je uit handen kunnen nemen.
  • Hang inbreuk niet meteen aan de grote klok, maar probeer er eerst onderling uit te komen. Ook hier helpen wij je graag bij!
Heb je te vragen over intellectueel eigendom en mogelijke inbreuk? Neem contact met ons op! De uitspraak waar bovenstaand artikel betrekking op heeft, kun je hier lezen. Yvonne Vetjens 1 [post_title] => Bedenk goed wat je met een beschuldiging van inbreuk op intellectueel eigendom doet [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => bedenk-goed-wat-je-met-een-beschuldiging-van-inbreuk-op-intellectueel-eigendom-doet [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-24 11:55:15 [post_modified_gmt] => 2023-08-24 09:55:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38122 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 38121 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-08-23 13:24:39 [post_date_gmt] => 2023-08-23 11:24:39 [post_content] => Sinds 1 juli 2021 zijn rookruimtes niet meer toegestaan in (semi)-publieke en openbare gebouwen, inclusief de zorgsector. In het Nationaal Preventieakkoord zijn ook specifieke maatregelen afgesproken om in 2030 de zorg compleet rookvrij te maken. Maar mag dit ook voor privéruimtes?

Toepasselijke wet- en regelgeving

De Tabaks- en rookwarenwet reguleert het rookverbod, waarbij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht houdt op de naleving door ondernemers. Hoewel het rookverbod van kracht is voor werkplekken en openbare gebouwen, zijn er enkele uitzonderingen, waaronder privéruimtes in zorginstellingen.

Wat valt er onder privéruimte?

In de wet wordt niet exact gedefinieerd wat er onder een privéruimte valt. De Brancheorganisatie Zorg verstaat onder privéruimte een ruimte die exclusief door de cliënt gebruikt wordt en waar hij voor langere tijd verblijft. Op een kamer die wordt gedeeld met anderen cliënten of een tijdelijk kamer (bijvoorbeeld in een ziekenhuis) is het rookverbod dus van toepassing. De kamer van een cliënt is echter tevens de werkplek van de medewerkers van de zorginstelling. En op werkplekken is het wel verplicht om een rookverbod in stellen. Hoe zit dat dan?

Toch een rookverbod op de plaatsen waar dit niet verplicht is

Binnen de huisregels van zorginstellingen kan worden vastgelegd dat het rookverbod ook van toepassing is in de open lucht of privéruimtes. Hier gaat het om een belangenafweging door de zorgaanbieder. Werknemers hebben het recht op bescherming van hun gezondheid. Aan de andere kant hebben cliënten de vrijheid om hun leven naar eigen inzicht in te richten en moet hun persoonlijke levenssfeer worden beschermd. Huisregels die betrekking hebben op de huidige bewoners lijken een te grote inbreuk te zijn op de persoonlijke levenssfeer van de cliënten. Voor nieuwe cliënten is dit anders. Zij hebben vooraf de keuze om met het beleid in te stemmen of zich tot een andere zorginstelling te wenden. Voor de vooraf goed geïnformeerde cliënt wordt het lastig om zich achteraf te beroepen op zijn grondrechten indien hij/zij toch in de privéruimte wil roken. Op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (WMCZ 2018) moet de cliëntenraad instemmen met huisregels die betrekking hebben op de kwaliteit, veiligheid en hygiëne. Tevens moet de ondernemingsraad instemmen met deze huisregels als deze de arbeidsomstandigheden van werknemers raken. Eerder schreven we al een artikel over het rookbeleid. Hierin beschreven we een zaak waar de rechter het rookbeleid van de zorginstelling niet kon beoordelen, omdat deze niet was opgenomen in de huisregels.

Overwegingen voor de thuiszorg

Indien de woning van de cliënt zich buiten het gebouw van de zorginstelling bevind kan er geen rookverbod worden ingesteld. Werkgevers zijn echter nog steeds verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkplek voor werknemers. De juridische mogelijkheden lijken beperkt, maar de werkgever kan bijvoorbeeld wel afspraken met de cliënt maken dat de kamer gelucht moet worden voordat de hulpverlener op bezoek komt. Ook kan de werkgever kijken of de hulpverleners die rookvrij willen werken enkel bij niet-rokende cliënten geplaatst kunnen worden.

Conclusie

Hoewel een rookverbod in privéruimtes inbreuk kan maken op de persoonlijke levenssfeer, is het niet onmogelijk. Overweegt u een rookverbod in de privéruimtes in te stellen? Zorg er dan voor dat u dit duidelijk communiceert aan nieuwe cliënten. Indien huidige cliënten niet willen stoppen dienen goede afspraken gemaakt te worden tussen de zorginstelling en haar werknemers enerzijds en de cliënten anderzijds. Heeft u vragen over het rookverbod of de huisregels? Of heeft u een meer algemeen (zorg)vraagstuk? Neem dan gerust contact met ons op! Jody Esveldt 1 [post_title] => Rookverbod in privéruimtes: een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => rookverbod-in-priveruimtes-een-inbreuk-op-de-persoonlijke-levenssfeer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-24 14:19:08 [post_modified_gmt] => 2023-08-24 12:19:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38121 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 37993 [post_author] => 68 [post_date] => 2023-08-18 08:48:25 [post_date_gmt] => 2023-08-18 06:48:25 [post_content] => Steeds vaker maken ondernemingen gebruik van apps ter exploitatie van hun waren en/of diensten. Een app ontwikkelen brengt echter kosten met zich, zeker als een app bouwer moet worden ingeschakeld bij gebrek aan bepaalde specialistische kennis. Als je een app bouwer inschakelt, is het van belang om goede afspraken te maken met elkaar. Recentelijk kwam een onderneming hier ook achter toen deze verwikkeld was geraakt in een conflict met zijn app bouwer. Uiteindelijk heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich over de kwestie gebogen. In deze blog zal ik dit arrest van het hof nader bespreken.

De feiten

De onderneming in deze kwestie begeleidt verschillende professionele voetbalteams en individuele profspelers. In 2019 benadert de onderneming een app bouwer, aangezien hij een voetbalapp voor smartphones wenst te ontwikkelen. Hierbij heeft de onderneming zowel het gewenste ontwerp als de functionaliteiten omschreven, door middel van een door hem verstrekte ‘blueprint’. Uiteindelijk besluit de onderneming met voornoemde app bouwer in zee te gaan, en sluiten zij een overeenkomst van opdracht met elkaar. Volgens deze overeenkomst zou de app bouwer voor de onderneming een app ontwikkelen die voetballers leert welke tactische keuzes te maken in bepaalde wedstrijdsituaties. De partijen spreken met elkaar af dat de app op 1 september 2019 moet worden opgeleverd. Echter, in de overeenkomst wordt ook voorzien in mogelijkheden om deze deadline uit te stellen in bepaalde situaties. Als de app op 28 februari 2020 nog steeds niet af is, wordt de app bouwer in gebreke gesteld. De app bouwer had namelijk tot twee keer toe een nieuwe opleverdatum voorgesteld, en verschillende problemen met de test-app zouden nog niet opgelost zijn. Even later, op 21 april 2020, bericht de app bouwer dat alle aanpassingen zijn doorgevoerd, en het project daarmee als afgerond zou moeten worden beschouwd. Aangezien de onderneming op dat punt nog steeds niet tevreden was over de app, besluit hij de overeenkomst te ontbinden.

Oordeel van het hof

Het hof moet op grond van deze feiten beoordelen of de app bouwer tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst. Vervolgens moet worden vastgesteld of deze tekortkoming ook een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.

Fatale termijn

Ten eerste voert de onderneming aan dat 1 september 2019 een fatale termijn is in de zin van artikel 6:83 sub a Burgerlijk Wetboek (BW). In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat dit géén fatale termijn is, en ook het hof volgt deze stellingname. Dit zou namelijk onvoldoende uit de feiten en omstandigheden blijken. Zo is de app bouwer meermaals in de gelegenheid gesteld om de app verder te ontwikkelen, en is de onderneming twee keer akkoord gegaan met een nieuwe opleverdatum.

Verzuim

Nu geen sprake is van een fatale termijn, is de app bouwer niet meteen na 1 september 2019 in verzuim. Hierdoor treedt het verzuim pas in na een ingebrekestelling en pas dan zou de onderneming een bevoegdheid tot ontbinding toekomen. Echter, het hof stelt dat de onderneming de app bouwer niet op een deugdelijke wijze in gebreke heeft gesteld. Er wordt daarbij namelijk niet duidelijk aangegeven op welke punten de app nog te wensen overliet en wat de onderneming in dat kader van de app bouwer verlangde.

Tekortkoming

Voorts stelt het hof dat de onderneming onvoldoende heeft onderbouwd dat de app niet voldoet aan de afspraken die tussen de app bouwer en de onderneming zijn gemaakt. De onderneming heeft aan het begin van de samenwerking een zogenaamde blueprint overlegd, met daarin beschreven waar de app aan zou moeten voldoen. De app bouwer heeft daarbij aangegeven deze app voor een bedrag van € 40.600,- te kunnen ontwikkelen. Echter, uit budgettaire overwegingen wordt uiteindelijk een prijs van € 21.470,- voor de werkzaamheden van de app bouwer overeengekomen. Bovendien wordt in correspondentie vanuit de app bouwer gesproken van het opleveren van een ‘minimum viable product’ die enkel de belangrijkste functionaliteiten bevat. Volgens het hof zou het, gelet op deze omstandigheden, voor de onderneming duidelijk moeten zijn geweest dat zij voor € 21.470,- niet een app conform de blueprint geleverd zou krijgen, als hiervoor eerder een bedrag van € 40.600,- geoffreerd is. Uiteindelijk komt het hof dus, net als de kantonrechter, tot de conclusie dat de app bouwer niet tekort is geschoten bij het opleveren van de app. Hierdoor komt aan de buitengerechtelijke ontbinding geen werking toe.

Wat betekent dit voor de praktijk?

In deze kwestie komt goed naar voren dat het van belang is om duidelijke afspraken te maken met je app bouwer. Daarbij is het onder meer van belang afspraken te maken over de eisen waar de app in ieder geval aan moet voldoen. Staat u op het punt een samenwerking met een app bouwer aan te gaan? Of bevindt u zich nu al in een conflict met een app bouwer? De IT-specialisten van BG.legal helpen u graag! Britt van den Branden nieuw [post_title] => Een app bouwer inschakelen? Maak duidelijke afspraken! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-app-bouwer-inschakelen-maak-duidelijke-afspraken [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-18 08:48:25 [post_modified_gmt] => 2023-08-18 06:48:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37993 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 37943 [post_author] => 58 [post_date] => 2023-08-14 10:36:03 [post_date_gmt] => 2023-08-14 08:36:03 [post_content] => In de zorgsector spelen technologische innovaties een steeds grotere rol. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van ChatGPT in uw dagelijkse praktijk, het gebruik van AI in de zorg met therapeutische werking of aan voorspellende AI-systemen die gezondheidsrisico’s vroegtijdig kunnen identificeren. Kunstmatige intelligentie (AI) heeft de potentie om de zorg te verbeteren en efficiëntie te vergroten. Echter, het is van cruciaal belang dat ethische en mensenrechtennormen worden nageleefd. Hier komt de Impact Assessment voor Mensenrechten bij de inzet van Algoritmes (IAMA) om de hoek kijken. In deze blog zullen we de relevantie van een IAMA in de zorg verder toelichten.

Waarom IAMA in de zorg?

Het gebruik van AI in de zorg biedt mogelijkheden, zoals gepersonaliseerde behandelingen, snelle diagnoses en efficiënte (zorg)processen. De keerzijde van het nemen van algoritmische beslissingen, is dat er een risico bestaat op bijvoorbeeld vooroordelen en privacy inbreuken. Een IAMA biedt een gestructureerde aanpak om deze en andere risico's te identificeren en te beperken. Het stelt zorgorganisaties in staat om hun activiteiten in overeenstemming te brengen met mensenrechtennormen, terwijl ze tegelijkertijd kunnen profiteren van de voordelen van algoritmische technologieën.

Voordelen van IAMA in de zorg

Het toepassen van een IAMA helpt bij het verminderen van ongelijkheden in de toegang tot zorg en voorkomt onbedoelde discriminatie op basis van demografische factoren. Bijvoorbeeld wanneer er een algoritme wordt gebruikt voor het toewijzen van transplantatieorganen aan patiënten. In zo een scenario kan het gebruik van een algoritme negatieve gevolgen hebben, wanneer bepaalde demografische factoren, zoals etniciteit of sociaaleconomische status, onbedoeld worden meegenomen bij het toekennen van organen. Door het uitvoeren van een IAMA kunnen zorginstellingen ethisch verantwoorde beslissingen nemen, het vertrouwen van patiënten en belanghebbenden vergroten en zorgen voor transparantie in hun algoritmische processen. Bovendien kunnen zij, door vooroordelen te identificeren en aan te pakken aan de hand van de uitkomst van een IAMA, ervoor zorgen dat algoritmes op de juiste manier bijdragen aan een effectieve en gepersonaliseerde zorgverlening. Dit resulteert op zijn beurt in betere zorgkwaliteit en positieve gezondheidsresultaten.

Uitvoeren IAMA

Wij bieden begeleiding aan bij het uitvoeren van een IAMA. Hiervoor kunt u contact opnemen met Frederick Droppert (droppert@bg.legal). Heeft u een zorg gerelateerde vraag? In dat geval staat ons team Zorg voor u klaar.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:

Wat is een IAMA?
Waarom een IAMA uitvoeren?
Wanneer moet een IAMA worden uitgevoerd?
IAMA voor bedrijven
Frederick Droppert   [post_title] => IAMA in de zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => iama-in-de-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-14 10:43:48 [post_modified_gmt] => 2023-08-14 08:43:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37943 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 38407 [post_author] => 60 [post_date] => 2023-09-01 11:37:17 [post_date_gmt] => 2023-09-01 09:37:17 [post_content] => In 1981 oordeelde de Hoge Raad in het Haviltex-arrest dat bij de uitleg van een overeenkomst niet alleen naar de grammaticale betekenis van de tekst moet worden gekeken. De betekenis die partijen aan de tekst gaven in de gegeven omstandigheden en wat zij van elkaar mochten verwachten is hierbij ook van belang.[1] Het Haviltex-criterium wordt sindsdien regelmatig toegepast in geschillen over de uitleg van overeenkomsten. Vorige week, op 25 augustus 2023, heeft de Hoge Raad geoordeeld over de vraag of partijen kunnen afwijken van het Haviltex-criterium. In deze blog wordt dit arrest van de Hoge Raad nader besproken.[2]

De feiten

In 2009 stellen een vrouw en een man na hun scheiding een vaststellingsovereenkomst op met betrekking tot de partneralimentatie. In deze vaststellingsovereenkomst nemen zij op dat – in afwijking van het Haviltex-criterium – bij de uitleg van de overeenkomst alleen dient te worden gekeken naar de grammaticale betekenis van de tekst. Volgens de door partijen gesloten overeenkomst eindigt de partneralimentatie op de dag dat de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, te weten op 24 mei 2021. In een latere procedure verzoekt de curator van de vrouw om de partneralimentatie tot 25 mei 2022 te verlengen, de dag waarop de vrouw 65 jaar wordt. Dit verzoek wordt door de rechtbank toegewezen.

Oordeel van het Hof

De man gaat in hoger beroep. Het Hof vernietigt vervolgens de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek tot verlenging van de partneralimentatie af. Doordat partijen in hun vaststellingsovereenkomst toepassing van het Haviltex-criterium hebben uitgesloten, moet de rechter de bepaling in de vaststellingsovereenkomst alleen beoordelen op grond van de grammaticale betekenis van de tekst. Aangezien in de oorspronkelijke overeenkomst een datum is opgenomen om het moment waarop de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd bereikt aan te duiden, moet deze datum worden aangehouden en is een verlenging van de alimentatieverplichting niet mogelijk. Door het verzoek tot verlenging van de alimentatie toe te wijzen was de rechtbank onterecht buiten de grammaticale uitleg van de vaststellingsovereenkomst getreden.

Uitspraak Hoge Raad

De Hoge Raad bevestigt de eerdere uitspraak van het Hof en oordeelt dat bij het uitleggen van de vaststellingsovereenkomst uitsluitend de grammaticale betekenis van de bepaling gebruikt moet worden. Nu de overeenkomst een eigen uitlegmaatstaf bevat, is het volgens de Hoge Raad toegestaan om af te wijken van het Haviltex-criterium. Dit maakt het voor partijen contractueel mogelijk om andere afspraken te maken over de uitlegmaatstaf van overeenkomsten.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Het is erg waarschijnlijk dat we in de praktijk steeds vaker contracten voorbij gaan zien komen met een eigen uitlegmaatstaf welke afwijkt van het Haviltex-criterium. Hierbij zal er vaak sprake zijn van uitlegmaatstaven waarbij enkel dient te worden gekeken naar de grammaticale betekenis van de tekst, waardoor de betekenis die partijen aan de tekst gaven in de gegeven omstandigheden zo veel mogelijk buitenspel gezet zal worden. Heeft u nog vragen? U kunt contact opnemen met de sectie Ondernemingsrecht. [1] Hoge Raad 13-03-1981 ECLI:NL:HR:1981:AG4158 [2] Hoge Raad 25-08-2023 ECLI:NL:HR:2023:1131 Karlijn van der Meule nieuw 1 [post_title] => Mag het Haviltex-criterium contractueel worden uitgesloten? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-het-haviltex-criterium-contractueel-worden-uitgesloten-2 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-09-05 11:16:49 [post_modified_gmt] => 2023-09-05 09:16:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38407 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1321 [max_num_pages] => 133 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 68858eeeb9bf1ade69ec1f69963bb394 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
In 1981 oordeelde de Hoge Raad in het Haviltex-arrest dat bij de uitleg van een overeenkomst niet alleen naar de grammaticale betekenis van de tekst moet worden gekeken. De betekenis...
Lees meer
Onlangs zijn er prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (“HvJEU”) voorgelegd over het al dan niet ontstaan van een schadevergoedingsplicht, indien een partij zijn/haar verplichtingen...
Lees meer
Het Kadaster kampte deze week met een datalek waardoor het lange tijd mogelijk was om miljoenen namen en woonadressen te bekijken. Het Kadaster noemt de lek een “kwetsbaarheid in de...
Lees meer
Inleiding Het projectbesluit is een instrument voor waterschappen, provincies en het Rijk voor het mogelijk maken van vaak complexe projecten met een publiek belang. Bijvoorbeeld de aanleg of uitbreiding van...
Lees meer
Amazon en koffieketen Starbucks worden voor de Amerikaanse federale rechtbank gedaagd voor het misbruiken van biometrische kenmerken van klanten. Om diefstal tegen te gaan werd in de winkels gebruikgemaakt van...
Lees meer
Wonen en zorg zijn soms onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij woon-zorgovereenkomsten doemen vragen op over de rechten en plichten van huurders en zorgaanbieders. Want wat als de zorg eindigt, eindigt...
Lees meer
Als je de suggestie wekt dat een ander (mogelijk) inbreuk maakt op jouw intellectuele eigendomsrechten, zorg dan dat je dit kunt bewijzen. Anders kan een ander een rechtszaak tegen je...
Lees meer
Sinds 1 juli 2021 zijn rookruimtes niet meer toegestaan in (semi)-publieke en openbare gebouwen, inclusief de zorgsector. In het Nationaal Preventieakkoord zijn ook specifieke maatregelen afgesproken om in 2030 de...
Lees meer
Steeds vaker maken ondernemingen gebruik van apps ter exploitatie van hun waren en/of diensten. Een app ontwikkelen brengt echter kosten met zich, zeker als een app bouwer moet worden ingeschakeld...
Lees meer
In de zorgsector spelen technologische innovaties een steeds grotere rol. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van ChatGPT in uw dagelijkse praktijk, het gebruik van AI in de zorg met therapeutische...
Lees meer