Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet

31 mei 2023

Inleiding

Onder het huidige recht is het niet toegelaten om zonder benodigde omgevingsvergunning te bouwen. De wetgever heeft echter voor een aantal bouwactiviteiten bepaald dat deze vergunningvrij mogen worden uitgevoerd (dit is onder het huidig recht geregeld in artikel 2 en 3 van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor)). Ook onder de Omgevingswet is vergunningvrij bouwen mogelijk. Van belang is eerst om te begrijpen dat de systematiek van vergunningen onder de Omgevingswet wijzigt.

De knip: de omgevingsplanactiviteit en technische bouwactiviteit

Onder de Omgevingswet is de activiteit bouwen onderverdeeld in een ruimtelijk en een technisch deel (de ‘knip’ genoemd), wat wil zeggen dat er voor bouwen twee vergunningen nodig zijn, namelijk:

  • Een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwen, en;
  • Een omgevingsvergunning voor de (technische) bouwactiviteit.

In artikel 5.1 lid 1 onder a en lid 2 onder a van de Omgevingswet is bepaald dat het verboden is om zonder benodigde omgevingsvergunning de hiervoor genoemde activiteiten te verrichten. Bij de omgevingsplanactiviteit worden de planologische aspecten van de activiteit bouwen getoetst (vergelijk dit met de huidige toets aan het bestemmingsplan en de redelijke eisen van welstand). Bij de bouwactiviteit worden de technische eisen getoetst (vergelijk dit met de huidige toets aan het Bouwbesluit 2012).

Wanneer is bouwen nu vergunningvrij?

Zoals hiervoor besproken gelden er onder de Omgevingswet twee activiteiten die allebei getoetst moeten worden. Voor beide activiteiten moet dus beoordeeld worden of vergunningvrij kan worden gebouwd.

De Omgevingsplanactiviteit

Het wettelijk uitgangspunt is dat de omgevingsplanactiviteit (dat wil zeggen in strijd met het omgevingsplan of een daarin opgenomen verbodsbepaling) vergunningplichtig is. Het omgevingsplan bepaalt dus (op termijn, de bruidsschat regelt de overgangsperiode) welke planactiviteiten vergunningplichtig zijn of niet. Uitzondering hierop zijn de activiteiten die (i) zijn opgenomen in een landelijke lijst met vergunningvrije activiteiten en (ii) een lijst met vergunningvrije activiteiten opgenomen in de bruidsschat.

Op rijksniveau zijn de vergunningvrije activiteiten opgenomen in artikel 2.29 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Deze lijst komt op veel vlakken overeen met de huidige regeling in Bijlage II Bor. Voor wat betreft de activiteiten die niet langer landelijk vergunningvrij zullen zijn, regelt de bruidsschat de regeling in de overgangsperiode, waarbij geldt dat een aantal activiteiten vergunningvrij zijn mits zij in overeenstemming zijn met het omgevingsplan (artikel 22.27 Invoeringsbesluit Omgevingswet) en een aantal activiteiten die van rechtswege vergunningvrij zijn (artikel 22.36 Invoeringsbesluit Omgevingswet). Het is van belang om op te merken dat het bevoegd gezag in het omgevingsplan de regels van de bruidsschat kan wijzigen.

De bouwactiviteit

Het wettelijke uitgangspunt is dat (technische) bouwactiviteiten niet vergunningplichtig zijn, tenzij dit in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) geregeld is. De vergunningplichtige activiteiten zijn geregeld in artikelen 2.25 en 2.26 van het Bbl. In artikel 2.27 Bbl zijn de uitzonderingen op de vergunningplicht opgenomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor een dakkapel. Kortom een bouwactiviteit is vergunningvrij als de activiteit niet wordt genoemd in artikelen 2.25 of 2.26 van het Bbl, of indien deze activiteit daarin wel is genoemd is uitgezonder in artikel 2.27 van het Bbl.

Conclusie

Er wijzigt het nodige ten opzichte van de huidige regeling onder artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met Bijlage II van het Bor. Zo dient er voor zowel de omgevingsplanactiviteit als de bouwactiviteit beoordeeld te worden of het bouwen vergunningplichtig, of vergunningvrij is en is voor wat betreft de omgevingsplanactiviteit een deel decentraal overgelaten, waardoor de gemeente op lokaal niveau kan beslissen of zij een activiteit vergunningplichtig acht, of niet (denk als voorbeeld aan het bouwen van een bijbehorend bouwwerk of erfafscheidingen). Ten slotte verdient het opmerking dat er diverse uitzonderingen op de hiervoor besproken hoofdregels zijn (onder meer bij uitbreiding van het aantal woningen of het (ver)bouwen van monumenten).

Lees hier de artikelen uit de blogreeks: 
Deel 1: De Omgevingsvisie 
Deel 2: Doel en opbouw van de Omgevingswet 
Deel 3: Algemene rijksregels en decentrale regels 
Deel 4: Het Omgevingsplan 
Deel 5: Het programma onder de Omgevingswet 
Deel 6: De omgevingsplanactiviteit 
Deel 7: Afwijken van het omgevingsplan 
Deel 8: Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet
Deel 9: Participatie onder de Omgevingswet
Deel 10: Instructies en instructieregels Provincie
Deel 11: Het projectbesluit
Deel 12: Planschade onder de Omgevingswet
Deel 13: Geluid onder de Omgevingswet
Deel 14: Handhaving onder de Omgevingswet
Deel 15: De Bruidsschat en overgangsrecht

Michael de Marco 5