Publicatie
WP_Query Object ( [query] => Array ( [paged] => 12 [news-type] => publicatie ) [query_vars] => Array ( [paged] => 12 [news-type] => publicatie [error] => [m] => [p] => 0 [post_parent] => [subpost] => [subpost_id] => [attachment] => [attachment_id] => 0 [name] => [pagename] => [page_id] => 0 [second] => [minute] => [hour] => [day] => 0 [monthnum] => 0 [year] => 0 [w] => 0 [category_name] => [tag] => [cat] => [tag_id] => [author] => [author_name] => [feed] => [tb] => [meta_key] => [meta_value] => [preview] => [s] => [sentence] => [title] => [fields] => [menu_order] => [embed] => [category__in] => Array ( ) [category__not_in] => Array ( ) [category__and] => Array ( ) [post__in] => Array ( ) [post__not_in] => Array ( ) [post_name__in] => Array ( ) [tag__in] => Array ( ) [tag__not_in] => Array ( ) [tag__and] => Array ( ) [tag_slug__in] => Array ( ) [tag_slug__and] => Array ( ) [post_parent__in] => Array ( ) [post_parent__not_in] => Array ( ) [author__in] => Array ( ) [author__not_in] => Array ( ) [search_columns] => Array ( ) [ignore_sticky_posts] => [suppress_filters] => [cache_results] => 1 [update_post_term_cache] => 1 [update_menu_item_cache] => [lazy_load_term_meta] => 1 [update_post_meta_cache] => 1 [post_type] => [posts_per_page] => 10 [nopaging] => [comments_per_page] => 50 [no_found_rows] => [taxonomy] => news-type [term] => publicatie [order] => DESC ) [tax_query] => WP_Tax_Query Object ( [queries] => Array ( [0] => Array ( [taxonomy] => news-type [terms] => Array ( [0] => publicatie ) [field] => slug [operator] => IN [include_children] => 1 ) ) [relation] => AND [table_aliases:protected] => Array ( [0] => wp_term_relationships ) [queried_terms] => Array ( [news-type] => Array ( [terms] => Array ( [0] => publicatie ) [field] => slug ) ) [primary_table] => wp_posts [primary_id_column] => ID ) [meta_query] => WP_Meta_Query Object ( [queries] => Array ( ) [relation] => [meta_table] => [meta_id_column] => [primary_table] => [primary_id_column] => [table_aliases:protected] => Array ( ) [clauses:protected] => Array ( ) [has_or_relation:protected] => ) [date_query] => [queried_object] => WP_Term Object ( [term_id] => 28 [name] => Publicatie [slug] => publicatie [term_group] => 0 [term_taxonomy_id] => 28 [taxonomy] => news-type [description] => [parent] => 0 [count] => 165 [filter] => raw ) [queried_object_id] => 28 [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) WHERE 1=1 AND ( wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (28) ) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR ( wpml_translations.language_code = 'nl' AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' ) AND ( ( ( SELECT COUNT(element_id) FROM wp_icl_translations WHERE trid = wpml_translations.trid AND language_code = 'nl' ) = 0 ) OR ( ( SELECT COUNT(element_id) FROM wp_icl_translations t2 JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id WHERE t2.trid = wpml_translations.trid AND t2.language_code = 'nl' AND ( p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' ) ) ) = 0 ) ) ) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) GROUP BY wp_posts.ID ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC LIMIT 110, 10 [posts] => Array ( [0] => WP_Post Object ( [ID] => 10491 [post_author] => 16 [post_date] => 2016-01-18 11:20:51 [post_date_gmt] => 2016-01-18 10:20:51 [post_content] => Het is onder mensen die met regelmaat het vliegtuig pakken, inmiddels wel bekend dat een aanzienlijke vertraging een aardige financiële compensatie kan opleveren. Op basis van een Europese Verordening hebben passagiers van een vlucht die een vertraging ondervinden van vier uur, recht op compensatie van € 600,= per persoon. De luchtvaartmaatschappij is echter niet verplicht deze compensatie te bieden indien zij kan aantonen dat de annulering of vertraging het gevolg is van ‘buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden’. Het zal niet tot veel verbazing leiden dat luchtvaartmaatschappijen zich met regelmaat op deze uitzonderingsgrond beroepen. Op 8 januari van dit jaar heeft de rechtbank Rotterdam zich nog maar eens uitgelaten over de vraag of een – in de praktijk veel voorkomende aanleiding voor vertraging – technisch mankement een beroep op deze grond rechtvaardigt. Technisch probleem Een technisch probleem kan onder de genoemde uitzonderingsgrond vallen. Er moet dan sprake zijn van een technisch probleem dat voortvloeit uit gebeurtenissen die niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij. Daarbij kan gedacht worden aan een verborgen fabricagefout of een beschadiging door sabotage of terrorisme. Met andere woorden: de luchtvaartmaatschappij heeft geen daadwerkelijke invloed op de oorsprong van het technisch probleem. De luchtvaartmaatschappij zal moeten aantonen dat er sprake is van een dergelijke gebeurtenis. Oordeel rechter In de uitspraak van de rechtbank Rotterdam beroept de luchtvaartmaatschappij zich op de uitzonderingsgrond met als argument dat er sprake was van een onverwacht veiligheidsprobleem, bestaande in een technisch mankement. Er zou een probleem zijn met de brandstoftoevoer naar de motor. Nu die onderdelen voor het incident nog waren gecontroleerd deed het probleem zich ook onverwacht voor. De rechtbank overweegt vervolgens dat de vliegmaatschappij niet heeft aangetoond dat het defect het gevolg is van een buitengewone omstandigheid. De rechtbank stelt dan vervolgens dat in zijn algemeenheid heeft te gelden dat een technisch probleem moet worden aangemerkt als inherent aan de normale uitoefening van de activiteit van de luchtvaartmaatschappij en er dus niet snel een beroep kan worden gedaan op de uitzonderingsgrond. Ook indien een luchtvaartmaatschappij heeft voldaan aan de voorgeschreven minimumvereisten voor onderhoud en veiligheid, betekent dat niet dat zij ‘alle redelijke maatregelen’ heeft genomen om het technisch probleem te voorkomen. De passagiers moeten dus worden gecompenseerd met € 600,= per persoon. Conclusie De regel is dat bij een vertraging van vier uur of meer een compensatie van € 600,= moet worden geboden. Slechts in uitzonderingsgevallen zal hier geen verplichting voor bestaan. De luchtvaartmaatschappij zal zich moeten beroepen op die uitzonderingsgrond en ook moeten bewijzen dat zich een dergelijke uitzonderingsgrond voordoet. Gelet op de rechtspraak zal een technisch mankement niet snel reden zijn om compensatie af te wijzen. [post_title] => Schadevergoeding na vertraagde vlucht, technisch mankement ‘noodtoestand’? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => schadevergoeding-vertraagde-vlucht-technisch-mankement-noodtoestand [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2017-01-31 11:23:36 [post_modified_gmt] => 2017-01-31 10:23:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10491 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 1261 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-10-27 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-10-27 00:00:00 [post_content] =>Een vrouw is in haar tuin door haar hond in haar rechterarm en haar rechterborst gebeten. Zij loopt hierbij letsel op. Zij acht haar echtgenoot voor 50% aansprakelijk voor de door het ongeval veroorzaakte schade. Aansprakelijkheidsverzekering particulieren [AVP] De vrouw en haar echtgenoot hebben een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten. Onderlinge aansprakelijkheid in geval van personenschade is ook gedekt. Hetgeen velen niet weten is dat je dus voor letselschade mogelijk een aanspraak kan doen op je eigen aansprakelijkheidsverzekering. Hiervan is veelal sprake als het ongeval en dus het letsel is toegebracht door een ander gezinslid. Aansprakelijkheid voor schade toegebracht door dieren [art. 6:179BW] De bezitter van een dier is aansprakelijk voor schade die het dier toebrengt aan anderen. Dit is een risicoaansprakelijkheid. De eigen energie van het dier moet de schade hebben toegebracht. En niet bijvoorbeeld een commando dat hij krijgt of opzettelijke uitlokking door het baasje. In deze zaak was hiervan geen sprake. Medebezitter 50% aansprakelijk? Het echtpaar heeft de hond gezamenlijk gekocht en zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Tevens gedragen zij zich ook beiden als bezitter van de hond. Er is aldus sprake van medebezit. De vrouw acht haar man dus voor de helft van de schade door de hondenbeet aansprakelijk op basis van medebezit. Rancune speelt hier overigens geen rol. Zij wenst aanspraak te maken op een uitkering op basis van hun gezamenlijke aansprakelijkheidsverzekering. Hangmat-arrest De vordering van de vrouw is geheel niet vreemd, gelet op het Hangmat-arrest: Een vrouw heeft in haar tuin een hangmat opgehangen aan een gemetselde pilaar. Nadat zij in die hangmat is gaan liggen is de pilaar kort boven de grond afgebroken. Zij heeft hierdoor zeer ernstig letsel opgelopen, namelijk een complete dwarslaesie. Samen met haar echtgenoot is ze eigenaar van de pilaar. De vrouw heeft met succes haar echtgenoot aangesproken. De Rechtbank stelde haar in het gelijk. Wel werd de aansprakelijkheid tot 50% beperkt, omdat de vrouw zelf ook voor de helft eigenaar is van de gebrekkige pilaar. De verzekeraar ging in hoger beroep. De Hoge Raad besliste echter hetzelfde als de Rechtbank en de verzekeraar heeft de [toekomstige]schade voor de helft moeten vergoeden. Oordeel Rechtbank in hondenbeet De rechtbank oordeelt in deze zaak anders. De Rechtbank acht de man niet aansprakelijk, ook niet voor 50%. Een bezitter van een dier wordt, aldus de rechtbank, geacht door het bezit het risico op schade impliciet te hebben aanvaard. De vrouw heeft een bewuste keuze gemaakt om [mede]bezitter van het dier te zijn en heeft daardoor het risico op schade aanvaard. Gelet op de uitspraak door de Hoge Raad in het hangmatarrest is het maar de vraag of dit oordeel van de Rechtbank inzake de hondenbeet stand houdt. Het lijkt tegenstrijdig dat medebezitters van een pilaar elkaar wel en medebezitters van een dier elkaar niet aan kunnen spreken. Het is afwachten op hoger beroep.[post_title] => Echtgenoot aansprakelijk voor hondenbeet bij zijn vrouw? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => echtgenoot-aansprakelijk-voor-hondenbeet-bij-zijn-vrouw [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:03:48 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:03:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/10/27/echtgenoot-aansprakelijk-voor-hondenbeet-bij-zijn-vrouw/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 1235 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-07-08 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-07-08 00:00:00 [post_content] =>Edith de Koning-Witte / Rutger Boogers
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" oktober 2015.
Wanneer een vergunning wordt verleend door een overheidsinstelling, bijvoorbeeld een omgevingsvergunning die de mogelijkheid biedt om te bouwen of een bouwwerk te gebruiken, dan bestaat vaak het beeld dat daarmee elk handelen van de vergunninghouder geoorloofd is zolang het handelen maar in overeenstemming is met de vergunning. Dit is echter niet juist en met regelmaat punt van discussie in de rechtspraak. Een vergunning vrijwaart de vergunninghouder niet tegen aansprakelijkheidsstellingen van die derden die als gevolg van het handelen van vergunninghouder schade lijden. Ik zal dit toelichten aan de hand van een illustratief voorbeeld. Partij A heeft een vergunning gekregen om een plas te dempen met huisvuil. Hiervoor is destijds een [hinderwet]vergunning afgegegven. Vlakbij de plas die gedempt wordt, heeft partij B een perceel waarop hij appels, peren en kersen teelt. Dit deed hij al jaren zonder overlast en problemen. Het dempen van de plas met huisvuil had echter een onbedoeld gevolg: het trok namelijk kraaien en roeken aan. Dat op zich was nog niet zo’n probleem, ware het niet dat deze kraaien en roeken zich tegoed deden aan de appels, peren en kersen die geteeld werden op het erf van partij B. Partij B had als gevolg daarvan nog nauwelijks opbrengsten van zijn oogst en leed dus aanzienlijke schade. De vraag is of partij A hiervoor aansprakelijk was, hij had immers gehandeld overeenkomstig de vergunning die aan hem was verleend. De rechter oordeelde dat het feit dat iemand een vergunning heeft, niet betekent dat hij niet onrechtmatig jegens een ander kan handelen. In dit geval was partij A dus aansprakelijk voor de schade die partij B had geleden. Daar doet ook niet aan af dat de bezwaren van partij B in de procedure van de vergunningverlening, werden afgewezen. Er zijn talloze voorbeelden in de rechtspraak te vinden waarin een vergunninghouder toch aansprakelijk is voor schade die een ander als gevolg van zijn handelen lijdt. Het is dus altijd goed om te realiseren dat het lijden van schade als gevolg van handelen conform een vergunning, onder omstandigheden op de vergunninghouder kan worden verhaald. Deze schade kan – zoals het voorbeeld ook laat zien – aardig oplopen. Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" juli 2015[post_title] => Aansprakelijk voor schade ondanks vergunning? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aansprakelijk-voor-schade-ondanks-vergunning [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:05:32 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:05:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/07/08/aansprakelijk-voor-schade-ondanks-vergunning/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 1265 [post_author] => 26 [post_date] => 2015-06-25 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-06-25 00:00:00 [post_content] =>[post_title] => Een ondeugdelijke omzetprognose, en nu? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-ondeugdelijke-omzetprognose-en-nu [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-23 11:31:53 [post_modified_gmt] => 2021-12-23 10:31:53 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/06/25/een-ondeugdelijke-omzetprognose-en-nu/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 1243 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-06-08 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-06-08 00:00:00 [post_content] =>Franchise is een veel gebruikte vorm van samenwerking. Voorafgaand aan de totstandkoming van deze samenwerking wordt, vanzelfsprekend, onderhandeld over de inhoud van de overeenkomst, waarbij het verstrekken van omzetprognoses vaak voorkomt. Maar wat gebeurt er, als na het aangaan van de overeenkomst, de resultaten tegenvallen? Kan de franchisenemer dan rechten ontlenen aan de door de franchisegever verstrekte prognoses en de schade op de franchisegever verhalen?Paalman/Lampenier-arrest
Het antwoord op deze vraag geeft de Hoge Raad in zijn Paalman/Lampenier-arrest uit 2002[1]. Ten eerste vloeit volgens de Hoge Raad uit de redelijkheid en billijkheid niet de algemene regel voort dat een franchisegever de verplichting heeft om de franchisenemer in te lichten over de te verwachten omzet of winstverwachting. Dit is slechts anders indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Ten tweede merkt de Hoge Raad op dat de enkele omstandigheid dat een partij bij de onderhandelingen de ander een rapport over de te verwachten omzet en winst heeft verstrekt, niet voldoende is om te stellen dat de franchisegever hiertoe verplicht was en er dus een verbintenis op hem rustte. Ook al verstrekt de franchisegever een rapport over de te verwachten omzet en/of winst aan de potentiële franchisenemer, heeft dit niet tot gevolg dat de franchisegever tekortschiet in de nakoming mocht deze omzet en/of winst later niet gerealiseerd worden door de franchisenemer. De Hoge Raad merkt tenslotte op dat de franchisegever die een rapport over de te verwachten omzet en/of winst aan zijn wederpartij verstrekt, onder omstandigheden onrechtmatig kan handelen. Dit is het geval indien de franchisegever weet dat het rapport ernstige fouten bevat en hij zijn wederpartij vervolgens niet op deze fouten wijst.De gevolgen van een ondeugdelijke prognose
In een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 3 december 2014[2] heeft de rechtbank de diverse mogelijkheden en onmogelijkheden voor de franchisenemer uiteengezet ten aanzien van het verbinden van consequenties aan het verstrekken van een ondeugdelijke prognose door de franchisegever in de precontractuele fase. De rechtbank zoekt hierbij aansluiting bij de algemene regels uit het hierboven door mij besproken Paalman/Lampenier arrest. Feiten Albert Heijn en een voormalig C1000 exploitant gaan een franchiseovereenkomst aan. Tijdens de onderhandelingen heeft Albert Heijn een omzetprognose laten opstellen door de hierin gespecialiseerde afdeling ‘Location Strategy’ binnen Albert Heijn. Albert Heijn heeft deze omzetprognose vervolgens verstrekt aan de franchisenemer. Op basis van deze cijfers zijn partijen de franchiseovereenkomst aangegaan. Na verloop van tijd blijkt dat de geprognotiseerde omzet ver afwijkt van de door de franchisenemer daadwerkelijk gerealiseerde omzet. De franchisenemer komt er vervolgens achter dat dezelfde afdeling van Albert Heijn aanvankelijk een omzetprognose had opgesteld met een veel lager resultaat, maar dat Albert Heijn deze prognose intern heeft gehouden en niet aan de franchisenemer heeft verstrekt. De franchisenemer stelt zich op het standpunt dat Albert Heijn een ondeugdelijke prognose heeft verstrekt en houdt Albert Heijn daarom aansprakelijk voor de schade. Ondeugdelijke prognose De eerste vraag die de rechtbank diende te beantwoorden is wanneer er sprake is van een ondeugdelijke prognose. Dat de gerealiseerde omzet achter blijft bij de omzetprognose betekent volgens de rechtbank niet zonder meer dat een prognose ondeugdelijk is. Dit kan immers ook te wijten zijn aan omstandigheden waarmee bij het opstellen van de prognose geen rekening kon en hoefde te worden gehouden. Er moet bekeken worden of de prognose op een zorgvuldige en deugdelijke wijze tot stand is gekomen. Albert Heijn heeft voor het verschil tussen de twee prognoses volgens de rechtbank geen afdoende verklaring gegeven. Albert Heijn zelf heeft uiteengezet dat zij bij de totstandkoming van de eerste prognose op zorgvuldige wijze rekening heeft gehouden met alle voor de specifieke positie van de franchisenemer geldende omstandigheden, die voor de beoordeling van de omzeteffecten van een formulewisseling van belang zijn. Dit betekent volgens de rechtbank dat ervan uit moet worden gegaan dat bij het opstellen van de aan de franchisenemer verstrekte prognose niet op diezelfde zorgvuldige wijze met deze relevante omstandigheden rekening is gehouden. Omdat deze prognose voor wat betreft de geprognotiseerde weekomzetten niet op basis van een zorgvuldig uitgevoerd vestigingsplaatsonderzoek is opgesteld, is de prognose ondeugdelijk. Toerekenbare tekortkoming in de nakoming van [precontractuele] verplichtingen De tweede vraag die de rechtbank diende te beantwoorden, is welke consequenties zij kan verbinden aan de ondeugdelijke prognose van Albert Heijn. Partijen moeten zich gedurende de precontractuele fase gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid, zodat zij hun gedrag mede moeten laten bepalen door elkaars gerechtvaardigde belangen. De rechtbank verwijst hierbij naar het Paalman/Lampenier-arrest en bevestigt nogmaals dat er geen algemene regel bestaat dat op de franchisegever de verbintenis rust om een franchisenemer in te lichten over de te verwachten omzet of winst. Daarom kan er ook geen sprake zijn van een tekortkoming in de nakoming en evenmin van een daaruit voortvloeiende verplichting tot schadevergoeding. Onrechtmatige daad Van een onrechtmatig handelen is sprake wanneer de franchisegever door of bij het aangaan van de franchiseovereenkomst heeft gehandeld in strijd met hetgeen in het maatschappelijke verkeer betamelijk is. Daarvoor is volgens de rechtbank meer nodig dan het enkele feit dat de omzetprognose niet op deugdelijke wijze tot stand is gekomen. De rechtbank verwijst wederom naar het Paalman/Lampenier-arrest waarin de Hoge Raad heeft beslist dat een franchisegever, die een rapport over de te verwachten omzet aan zijn wederpartij verstrekt, onrechtmatig handelt indien hij weet dat dit rapport ernstige fouten bevat en hij zijn wederpartij niet op die fouten wijst. In dit geval is niet gebleken dat daarvan sprake was. Dwaling Uit artikel 6:228 lid 1 sub c BW volgt dat een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en die bij een juiste voorstelling van zaken niet, althans niet op gelijke voorwaarden zou zijn gesloten, vernietigbaar is. Dit is het geval indien de dwaling is te wijten aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten. Artikel 6:228 lid 2 BW bepaalt voorts dat de vernietiging niet kan worden gegrond op een dwaling die voor rekening van de dwalende hoort te blijven. Omdat de omzetprognose onzorgvuldig tot stand is gekomen, ondeugdelijk is en de franchisenemer afgegaan is op deze prognose, is bij het aangaan van de franchiseovereenkomst de franchisenemer dus uitgegaan van een onjuiste voorstelling van zaken, die te wijten is aan de mededelingen van Albert Heijn. Nu de omzetprognose de kern vormt van een aantal belangrijke bepalingen in de franchiseovereenkomst is zeer aannemelijk dat de franchiseovereenkomst niet, althans niet op dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten indien vooraf bekend was geweest dat de door Albert Heijn aan de franchisenemer verstrekte omzetprognose ondeugdelijk was. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de franchiseovereenkomst in beginsel vernietigbaar is op grond van dwaling. Deze dwaling behoefde volgens de rechtbank niet voor rekening van de franchisenemer te blijven. ‘Location Strategy’ is deskundig voor wat betreft vestigingsplaatsonderzoeken en het opstellen van prognoses voor [nieuwe] Albert Heijn vestigingen. De franchisenemer mocht volgens de rechtbank daarom afgaan op de door Albert Heijn geprognotiseerde omzet en er hoefde van haar niet verwacht te worden dat zij een eigen vestigingsplaatsonderzoek zou laten uitvoeren teneinde de door Albert Heijn verstrekte omzetprognose op juistheid te laten controleren. Opheffen nadeel In plaats van vernietiging van de overeenkomst op grond van de hiervoor besproken dwaling, is er nog een andere mogelijkheid. Uit artikel 6:230 lid 2 BW vloeit voort dat de rechtbank desgevraagd de gevolgen van een overeenkomst zodanig kan wijzigen dat het nadeel dat de dwalende heeft geleden wordt opgeheven. Uitgangspunt daarbij is dat de dwalende wordt gebracht in de situatie waarin hij zou hebben verkeerd als hij niet zou hebben gedwaald.Conclusie
Is er sprake van het door de franchisegever verstrekken van een ondeugdelijk omzetprognose aan de franchisenemer in de precontractuele fase, dan lijkt het voor de franchisenemer weinig zinvol te zijn om zich te beroepen op een toerekenbare tekortkoming in de nakoming aan de zijde van de franchisegever. Op de franchisegever rust namelijk geen verbintenis om de betreffende informatie te verstrekken. De franchisenemer maakt meer kans op vergoeding van zijn schade door zich te beroepen op een onrechtmatige daad [indien de franchisegever wetenschap had van de door hem ondeugdelijke verstrekte informatie], maar meest kansrijk lijkt het leerstuk van dwaling te zijn.
[1] HR 25 januari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD7329.[2] Rb. Noord-Holland 3 december 2014, NJF 2015/70. Dit artikel is gepubliceerd in Juridisch up to Date, nummer 13, 25 juni 2015.Ze zijn aan de orde van de dag; bellende fietsers. Sommigen [gelukkig] met een koptelefoon maar de meesten rustig met één hand aan het stuur en de andere hand met de telefoon aan het oor. Weer anderen appen zelfs op de fiets. Minister Schultz ziet echter geen aanleiding om bellen en appen op de fiets te verbieden. Dus geen boete. Kan een fietser wel aansprakelijk worden gehouden voor de schade van een derde [automobilist] als het ongeval [mede] door het bellen is ontstaan? Strafrecht Bellen en appen op de fiets is dus niet verboden. Je krijgt hiervoor geen boete. Een reden waarom dit niet is ingesteld is dat handhaving praktisch niet mogelijk zou zijn, aldus minister Schultz. Zij heeft met name naar het buitenland gekeken. Bellen leidt echter wel af. Het voeren van een gesprek en het tegelijkertijd kunnen behouden van het overzicht over de verkeerssituatie is een utopie. Het kan gevaarlijke situaties opleveren, ook met één hand aan het stuur fietsen. Als je zo’n situatie veroorzaakt kan je wel een bekeuring krijgen. Civiel recht Een automobilist heeft een ongeval met een bellende fietser. Hoe zit het met de aansprakelijkheid? Uit art. 185 WVW, het beschermingsartikel voor fietsers en voetgangers, valt af te leiden dat bij een ongeval tussen een automobilist en een fietser de automobilist in beginsel aansprakelijk is. Slechts indien de bestuurder van het motorvoertuig kan aantonen dat er sprake is van overmacht is dit anders. Een beroep op overmacht slaagt maar zelden. Bijvoorbeeld als de automobilist in een woonwijk stapvoets rijdt en er komt een fietser met grote snelheid tussen geparkeerde auto’s vandaan kan er sprake zijn van overmacht. Als er geen sprake is van overmacht zal de automobilist bij een fietser vanaf 14 jaar minimaal 50% van de [letsel]schade moeten voldoen. Voor de overige 50% wordt gekeken of er redenen zijn dat dit deel van de schade voor rekening moet blijven van de fietser. Denk bijvoorbeeld aan het door rood licht rijden, geen voorrang verlenen etc. Hierbij wordt wel gekeken naar over en weer gemaakte fouten die hebben bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval, dit noemt men causale verdeling. Vervolgens volgt er eventueel nog een billijkheidscorrectie. Bijvoorbeeld bij ernstig letsel kan het zijn dat de schade van de fietser toch volledig wordt vergoed. Als de aanrijding mogelijk mede is ontstaan door het bellen van de fietser zal de automobilist dit moeten bewijzen. Hij zal moeten aantonen, bijvoorbeeld door getuigen, dat de fietser ten tijde van het ongeval gebruik maakte van de telefoon en dat dit gebruik het ongeval [mede] heeft veroorzaakt. Het alleen bellen op de fiets is dus niet voldoende om de aansprakelijkheid bij de fietser neer te leggen. Het CDA heeft zich hard gemaakt om bij ongevallen met bellende of ‘appende’ fietsers de aansprakelijkheid automatisch bij de fietser te leggen. Minister Schultz gaat ook hier niet in mee omdat fietsers ook al aansprakelijk kunnen worden gesteld op basis van de huidige regels. Dit is echter niet zo eenvoudig gelet op art 185 WVW. 50% van de schade van de fietser moet sowieso vergoed worden door de automobilist. Tevens blijft de bewijslast bij de automobilist. Hij moet aantonen dat er sprake is van gevaarlijk rijgedrag door het bellen en hierdoor het veroorzaken van het ongeval door de fietser.[post_title] => Bellen op de fiets niet strafbaar. Hoe zit het met aansprakelijkheid bij het ontstaan van een ongeval door bellende fietser? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => bellen-op-de-fiets-niet-strafbaar-hoe-zit-het-met-aansprakelijkheid-bij-het-ontstaan-van-een-ongeval-door-bellende-fietser [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:07:21 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:07:21 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/06/08/bellen-op-de-fiets-niet-strafbaar-hoe-zit-het-met-aansprakelijkheid-bij-het-ontstaan-van-een-ongeval-door-bellende-fietser/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 1285 [post_author] => 26 [post_date] => 2015-05-19 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-05-19 00:00:00 [post_content] =>Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" juni 2015.
[post_title] => Juridisch up to Date [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => juridisch-up-to-date [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-06-22 07:31:39 [post_modified_gmt] => 2016-06-22 05:31:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/05/19/juridisch-up-to-date/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 1281 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-05-11 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-05-11 00:00:00 [post_content] => De televisieprogramma’s ‘Red mijn vakantie’ en ‘Helse vakanties’ geven in extreme mate aan, dat vakanties niet altijd verlopen zoals verwacht. Het gaat met enige regelmaat mis, soms vanwege overmacht maar soms ook omdat reisorganisaties de klachten wel kunnen wegnemen maar dat simpelweg niet doen. Zo ook in een onlangs gepubliceerde zaak waarin reisorganisatie Corendon aansprakelijk werd gesteld voor een ongeval tijdens vakantie als gevolg van een lekkage in de doucheruimte van het hotel.Mr. Marc Heuvelmans verzorgt voor Euroforum een juridische bijdrage voor de nieuwsbrief "Juridisch up to date".
Deze keer over het onderwerp:
Rolreglementen Gerechtshoven 'Hoe lang blijft de pilot in de lucht?
De casus In maart 2012 had een man met zijn echtgenote een reis naar Macedonië geboekt via Corendon. In de reis waren onder meer begrepen het vervoer en het verblijf van zeven dagen in een hotel. In het betreffende hotel was ook een reisleider van Corendon aanwezig. Op de tweede dag van de vakantie klaagt de man bij Corendon over het feit dat de douchecabine ‘onder water was gelopen’. In de dagen daarop verzoekt de man aan Corendon twee keer een andere kamer in verband met de wateroverlast. Tijdens de vijfde vakantiedag gaat het mis. De man komt in de doucheruimte ten val als gevolg waarvan hij letsel oploopt. De man stelt Corendon aansprakelijkheid voor de schade.
Corendon aansprakelijk? Hij beroept zich op een tekortkoming in de uitvoering van de reisovereenkomst. De rechtbank oordeelt dat het algemeen bekend is dat een natte tegelvloer over het algemeen glad is en er een reële kans bestaat op uitglijden en vallen. Die kans neemt ook toe naarmate er meer water en zeep op de tegels ligt. Zeker bij wat oudere mensen, zoals deze man. Reizigers mogen volgens de rechter verwachten dat de doucheruimte in een hotelkamer veilig is en de doucheruimte in het hotel voldeed dan ook niet aan eisen die daaraan gesteld mogen worden.
Voor de juridische beoordeling is vervolgens essentieel dat de man tweemaal heeft geklaagd bij de reisleider van Corendon. Door de reisorganisatie is de lekkage – ondanks een toezegging de problemen op te lossen – niet verholpen en evenmin heeft de man een andere kamer gekregen. Niet alleen heeft het hotel onzorgvuldig gehandeld, ook is Corendon aansprakelijk omdat niet is voldaan aan de verplichting een reiziger hulp en bijstand te verlenen.
Conclusie Indien een reiziger klachten heeft over zijn vakantie, is het altijd goed deze klachten te melden bij de reisorganisatie. Zoals uit deze uitspraak blijkt, rust op de reisorganisatie in beginsel een verplichting om de reiziger hulp en bijstand te verlenen, ook wanneer het om – op het eerste gezicht – relatief onschuldige klachten gaat. Een relatief onschuldige klacht waar geen gehoor aan wordt gegeven kan immers, zoals uit deze uitspraak blijkt, vervelende consequenties hebben.
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" mei 2015.
[post_title] => Is de reisorganisatie aansprakelijk na val in hotelkamer? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-de-reisorganisatie-aansprakelijk-na-val-in-hotelkamer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:08:46 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:08:46 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/05/11/is-de-reisorganisatie-aansprakelijk-na-val-in-hotelkamer/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 1263 [post_author] => 26 [post_date] => 2015-04-09 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-04-09 00:00:00 [post_content] =>Als voorzitter van de BORT geeft collega Marc Heuvelmans zijn kijk op de economie in de 'econometer' van het Brabants Dagblad van 4 april 2015. Samen met andere Brabanders schrijft hij over de economie en geeft hij een rapportcijfer. Lees verder[post_title] => Een nieuwe mijlpaal voor de economie [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-nieuwe-mijlpaal-voor-de-economie [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2019-07-25 10:34:22 [post_modified_gmt] => 2019-07-25 08:34:22 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/04/09/een-nieuwe-mijlpaal-voor-de-economie/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 1253 [post_author] => 26 [post_date] => 2015-04-07 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-04-07 00:00:00 [post_content] =>De aansprakelijkheid van ouders voor de gedragingen van hun kinderen hangt onder meer af van de leeftijd van het kind. Het is in ieder geval niet zo dat ouders altijd aansprakelijk zijn tot het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. We kennen in Nederland bepaalde leeftijdscategorieën. Kind tot 14 jaar Voor schade die is toegebracht door een kind dat de leeftijd van 14 jaar nog niet heeft bereikt zijn de ouders altijd aansprakelijk. 14- en 15-jarigen Voor schade die is toegebracht door een 14- of 15-jarige zijn in principe de ouders aansprakelijk. De ouders zijn echter niet aansprakelijk als ze aan kunnen tonen dat ze het gedrag van hun kinderen niet konden verhinderen. De ouders moeten dus aantonen dat hen geen verwijt treft. 16- en 17-jarigen Kinderen van deze leeftijd zijn in de eerste plaats zelf aansprakelijk. De ouders kunnen alleen aansprakelijk zijn voor de gedragingen van hun kind als ze nalatig zijn geweest. 18 jaar Het kind is meerderjarig en zelf aansprakelijk. Ouders zijn dus ook niet meer aansprakelijk. Het is een misverstand dat de aansprakelijkheid voor de ouders doorloopt tot het kind 21 jaar is. Deze leeftijd is alleen van belang voor de onderhoudsplicht van een ouder. Ouders zijn wettelijk verplicht hun kinderen tot het 21ste jaar in hun levensonderhoud te voorzien. Brandstichting Een groepje 15-jarige jongens sticht brand in een schoolgebouw. De toegebrachte schade is meer dan 1 miljoen. De rechtbank oordeelt in ieder geval dat de jongens aansprakelijk zijn voor de schade. De verschillende verzekeraars van het schoolgebouw willen de uitgekeerde schade verhalen op de ouders van de jongens. Zij stellen dat de ouders tekort zijn geschoten in het toezicht op hun kinderen. Oordeel Rechtbank De rechtbank stelt voorop dat als een kind van 14 of 15 jaar aan een ander schade toebrengt er in het algemeen van uitgegaan mag worden dat de ouder in principe aansprakelijk is. Het is vervolgens aan de ouder om aannemelijk te maken dat hem niet kan worden verweten dat hij de gedraging van het kind niet heeft belet. De rechtbank overweegt dat de meeste kinderen van deze leeftijd al redelijk zelfstandig zijn en dat de ouders niet steeds weten waar hun kind uithangt, wat het kind doet en met wie het kind optrekt. Bepaalde gedragingen zijn dan ook niet te beletten door de ouders. Dit zou anders zijn als de aard en de ontwikkeling van de jongens aanleiding geven om extra toezicht op hen te houden. Bijvoorbeeld bij ernstige gedrags- en opvoedingsproblemen. Hiervan was geen sprake. De rechtbank concludeert dan ook dat de ouders niet aansprakelijk zijn. Dekking bij de aansprakelijkheidsverzekeraar van de daders? Uit de polis van de aansprakelijkheidsverzekeraar van de daders blijkt dat er geen dekking wordt verleend als er sprake is van opzet. De rechtbank oordeelt dat de brandstichting op zich al voldoende is voor opzet. Dat de jongens zich niet bewust waren van de mogelijkheid dat de hele school wel eens af zou kunnen branden doet niet ter zake. De jongens kunnen dus niet terecht bij hun verzekeraar. Afloop van deze zaak De rechtbank kent niet het gehele schadebedrag toe. De jongens hebben geen draagkracht en zij zouden de schuld [en rente] zelfs levenslang niet kunnen aflossen. De rechtbank matigt daarom het bedrag tot € 100.000,=. Edith de Koning-Witte / Rutger Boogers Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" April 2015[post_title] => Brandstichting door je kind, ben je als ouder aansprakelijk? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => brandstichting-door-je-kind-ben-je-als-ouder-aansprakelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-13 15:02:36 [post_modified_gmt] => 2021-12-13 14:02:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/04/07/brandstichting-door-je-kind-ben-je-als-ouder-aansprakelijk/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 1323 [post_author] => 26 [post_date] => 2015-03-24 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-03-24 00:00:00 [post_content] =>Kantoorgenoot Marc Heuvelmans schrijft komende weken 4 columns voor het Brabants Dagblad over wat hem drijft, bezighoudt, ergert of juist plezier brengt. Zaterdag 14 maart 2015 verscheen zijn eerste column. Zijn tweede column, Tijd voor actie! verscheen zaterdag 21 maart 2015. Zaterdag 28 maart 2015 verscheen alweer zijn derde column. In het paasweekend, 4 april 2015, verscheen zijn vierde en laatste column in de reeks 'Smaakmakers'.[post_title] => Smaakmakers door Marc Heuvelmans [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => smaakmakers-door-marc-heuvelmans [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-22 14:51:07 [post_modified_gmt] => 2021-12-22 13:51:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/03/24/smaakmakers-door-marc-heuvelmans/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 10491 [post_author] => 16 [post_date] => 2016-01-18 11:20:51 [post_date_gmt] => 2016-01-18 10:20:51 [post_content] => Het is onder mensen die met regelmaat het vliegtuig pakken, inmiddels wel bekend dat een aanzienlijke vertraging een aardige financiële compensatie kan opleveren. Op basis van een Europese Verordening hebben passagiers van een vlucht die een vertraging ondervinden van vier uur, recht op compensatie van € 600,= per persoon. De luchtvaartmaatschappij is echter niet verplicht deze compensatie te bieden indien zij kan aantonen dat de annulering of vertraging het gevolg is van ‘buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden’. Het zal niet tot veel verbazing leiden dat luchtvaartmaatschappijen zich met regelmaat op deze uitzonderingsgrond beroepen. Op 8 januari van dit jaar heeft de rechtbank Rotterdam zich nog maar eens uitgelaten over de vraag of een – in de praktijk veel voorkomende aanleiding voor vertraging – technisch mankement een beroep op deze grond rechtvaardigt. Technisch probleem Een technisch probleem kan onder de genoemde uitzonderingsgrond vallen. Er moet dan sprake zijn van een technisch probleem dat voortvloeit uit gebeurtenissen die niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij. Daarbij kan gedacht worden aan een verborgen fabricagefout of een beschadiging door sabotage of terrorisme. Met andere woorden: de luchtvaartmaatschappij heeft geen daadwerkelijke invloed op de oorsprong van het technisch probleem. De luchtvaartmaatschappij zal moeten aantonen dat er sprake is van een dergelijke gebeurtenis. Oordeel rechter In de uitspraak van de rechtbank Rotterdam beroept de luchtvaartmaatschappij zich op de uitzonderingsgrond met als argument dat er sprake was van een onverwacht veiligheidsprobleem, bestaande in een technisch mankement. Er zou een probleem zijn met de brandstoftoevoer naar de motor. Nu die onderdelen voor het incident nog waren gecontroleerd deed het probleem zich ook onverwacht voor. De rechtbank overweegt vervolgens dat de vliegmaatschappij niet heeft aangetoond dat het defect het gevolg is van een buitengewone omstandigheid. De rechtbank stelt dan vervolgens dat in zijn algemeenheid heeft te gelden dat een technisch probleem moet worden aangemerkt als inherent aan de normale uitoefening van de activiteit van de luchtvaartmaatschappij en er dus niet snel een beroep kan worden gedaan op de uitzonderingsgrond. Ook indien een luchtvaartmaatschappij heeft voldaan aan de voorgeschreven minimumvereisten voor onderhoud en veiligheid, betekent dat niet dat zij ‘alle redelijke maatregelen’ heeft genomen om het technisch probleem te voorkomen. De passagiers moeten dus worden gecompenseerd met € 600,= per persoon. Conclusie De regel is dat bij een vertraging van vier uur of meer een compensatie van € 600,= moet worden geboden. Slechts in uitzonderingsgevallen zal hier geen verplichting voor bestaan. De luchtvaartmaatschappij zal zich moeten beroepen op die uitzonderingsgrond en ook moeten bewijzen dat zich een dergelijke uitzonderingsgrond voordoet. Gelet op de rechtspraak zal een technisch mankement niet snel reden zijn om compensatie af te wijzen. [post_title] => Schadevergoeding na vertraagde vlucht, technisch mankement ‘noodtoestand’? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => schadevergoeding-vertraagde-vlucht-technisch-mankement-noodtoestand [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2017-01-31 11:23:36 [post_modified_gmt] => 2017-01-31 10:23:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10491 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 165 [max_num_pages] => 17 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => d6f012ee37e361d8fe12a89ac13f10ec [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )