Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 11
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 11
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1413
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 100, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 42008
                    [post_author] => 43
                    [post_date] => 2024-05-01 14:04:51
                    [post_date_gmt] => 2024-05-01 12:04:51
                    [post_content] => 

In het kort

  • Let op de Wet Vifo bij de verkoop aan of investering door een buitenlandse partij.
  • De Wet Vifo is van belang bij investeringen, fusies en overnames met betrekking tot strategisch belangrijke kennis en bedrijven.
De overnamepraktijk is weer in volle gang en uit onderzoek volgt een stijgende lijn in het aantal transacties in 2024. Bij een overname spelen diverse aspecten een rol, waaronder de op 1 juni 2023 van kracht geworden Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (“Wet Vifo”). Dit blijkt maar weer na de overname van 70% van de aandelen in het van oorsprong Nederlandse Anteryon door het Chinese Jingfang Optoelectronics. Demissionair minister Adriaansens maakt zich voornamelijk zorgen over een transactie tussen de aandeelhouders van Jingfang Optoelectronics: een investeringsfonds van de lokale Chinese overheid ‘Suzhou’ (66%) en een beursgenoteerd chipbedrijf ‘China Wafer’ (33%). In 2021 heeft China Wafer meerderheidsaandeelhouder Suzhou uitgekocht. De minister stelt indicaties te hebben ontvangen dat de transactie een “mogelijk risico voor de nationale veiligheid oplevert”.

Wet Vifo

De Wet Vifo heeft als doel om de Nederlandse nationale veiligheid te beschermen tegen mogelijke risico’s die voortvloeien uit investeringen, fusies en overnames die betrekking hebben op vitale aanbieders of ondernemingen die actief zijn in de sector van gevoelige technologieën. De Wet Vifo stelt in geval van een investering, fusie of overname bij bepaalde type ondernemingen een veiligheidstoetsing verplicht, namelijk bij:
  • leveranciers van kritieke processen;
  • ondernemingen die beschikking over gevoelige technologieën.
Onder gevoelige technologieën vallen bijvoorbeeld dual-use technologieën (technologieën met zowel een civiele als militaire toepassing) die onderworpen zijn aan export controle volgens EU-regelgeving, alsmede militaire goederen die vermeld staan op de EU Gemeenschappelijke Militaire lijst. Investeerders in deze ondernemingen moeten wijzigingen in de zeggenschap binnen de onderneming melden aan het Bureau Toetsing Investeringen (“BTI”), dat vervolgens beoordeelt of er een risico voor de nationale veiligheid bestaat. Investeringsactiviteiten die leiden tot het verkrijgen van zeggenschap of significante invloed in een onderneming zoals hiervoor benoemd, moeten gemeld worden. De toetsing door het BTI omvat vervolgens twee fasen:
  • fase 1: een risicobeoordeling;
  • fase 2: een diepgaand onderzoek als uit Fase 1 blijkt dat er mogelijke nationale veiligheidsrisico’s zijn.
Een belangrijk aspect van de Wet Vifo is dat deze van toepassing is op bedrijven die gevestigd zijn in Nederland. Daarbij wordt er gekeken naar de verbondenheid met Nederland, en niet naar de vestigingsplaats van de onderneming op papier. Dit is vooral relevant voor buitenlandse ondernemingen die operationele activiteiten in Nederland uitvoeren. De Wet Vifo heeft aanzienlijke implicaties voor investeerders en ondernemingen binnen de gespecificeerde sectoren omdat niet-naleving kan leiden tot ernstige sancties, waaronder het verbieden of terugdraaien van de investering, fusie of overname.

Minister in het ongelijk gesteld

Minister Adriaansens is een procedure gestart omdat de wijziging in de zeggenschap over Anteryon (als gevolg van de transactie tussen Suzhou en China Wafer) niet was gemeld bij het BTI. De rechtbank heeft de minister uiteindelijk in ongelijk gesteld. Anteryon heeft aangevoerd dat de zeggenschap door de afspraken tussen de Chinese aandeelhouders van Jingfang Optoelectronics altijd al in handen was van China Wafer. De uitkoop van Suzhou door China Wafer had daardoor in feite geen gevolgen voor de zeggenschap over Anteryon. Gelet hierop oordeelt de rechtbank dat Anteryon de wijziging in het aandeelhouderschap niet had hoeven te melden onder de Wet Vifo. Meer weten over fusies en overnames in het algemeen, of de Wet Vifo in het bijzonder? Neem dan contact op! Tom Oerlemans nieuw 1 [post_title] => Overname, risico voor de nationale veiligheid? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => overname-risico-voor-de-nationale-veiligheid [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-01 14:04:51 [post_modified_gmt] => 2024-05-01 12:04:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42008 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 41984 [post_author] => 65 [post_date] => 2024-04-30 10:23:47 [post_date_gmt] => 2024-04-30 08:23:47 [post_content] => De juridische strijd van Adidas voor haar drie-strepen duurt voort. Fashion law staat niet stil, zo blijkt maar weer. Waar het tot op heden enkel ging over de drie strepen op het onderkledingstuk, staat in het geschil nu de drie strepen op de arm van een bovenkledingstuk van Adidas. Het gaat om het volgende ingeschreven positiemerk: Afbeelding Adidas Het betreft de grafische voorstelling hiernaast met de volgende omschrijving: “Het merk bestaat uit drie even grote en even brede, parallel lopende strepen aangebracht op een bovenkledingstuk; de strepen lopen langs éénderde (1/3) of méér van de lengte van de mouw van het kledingstuk.”.

Argumenten van partijen

Thom Browne (hierna: “Browne”) heeft een nietigheidsverzoek ingesteld tegen het geregistreerde merk van Adidas. Het merk betreft de drie strepen geregistreerd voor kleding (klasse 25) maar beperkt tot “bovenkleding met mouwen” door Adidas. Volgens Browne kan het geregistreerd merk niet kwalificeren als een “teken” zoals gedefinieerd in de merkenverordening, omdat het “teken” meerdere verschijningsvormen kan aannemen en dus niet specifiek is. Daarnaast zou de omschrijving van het merk niet overeenstemmen met de grafische voorstelling daarvan. Het zou onder meer niet duidelijk zijn waar de strepen zouden beginnen en eindigen als het de lengte van maar éénderde van de mouw zou hebben. Adidas stelt daarentegen dat het merk wél specifiek genoeg is. Het gaat namelijk op drie even lange en evenwijdige strepen aan de zijkant van een mouw die langs de lengte lopen. Kleine verschillen in de lengte zou de consument niet verhinderen om een bepaalde combinatie (het merk) te herkennen en een vervolg aankoop hierop te baseren. Adidas heeft diverse uitspraken aangehaald waarin zowel positief als negatief is geoordeeld over een concrete omschrijving van het merk.

Beslissing van het Gerecht

Het Gerecht gaat hierin mee met het verweer van Adidas. De combinatie van het figuratieve en de beschrijving zijn voldoende concreet. Kleine verschillen in de lengte van de strepen zullen de consumenten niet hinderen om een bepaalde combinatie (de drie even brede en evenwijdige strepen) ter herinneren en hun vervolgaankoop hierop te baseren. De ruimte voor variatie is te beperkt en de kleine verschillen die kunnen ontstaan is aanvaardbaar, aldus het Gerecht. Dus de consument zal het teken dus als een merk herkennen. Kortom, het nietigheidsverzoek van Browne wordt afgewezen en de drie strepen op de mouw van een bovenkledingstuk blijft als een merk van Adidas geregistreerd. Fashion en merken gaan in hand in hand. Niet alleen een naam of logo is van belang. Maar ook de bijzondere merken winnen aan populariteit. Houd ons in de gaten voor updates over Fashion Law. Heb je vragen over merken, neem dan contact op met een van onze specialisten merkenrecht. Mustafa Kahya nieuw 1 [post_title] => Adidas en de strijd om haar drie-strepen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => adidas-en-de-strijd-om-haar-drie-strepen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-16 08:43:03 [post_modified_gmt] => 2024-07-16 06:43:03 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41984 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 41950 [post_author] => 39 [post_date] => 2024-04-29 10:24:37 [post_date_gmt] => 2024-04-29 08:24:37 [post_content] =>

Inleiding

Het Wetsvoorstel betaalbare huur zoals ingediend op 5 februari 2024 is er met name op gericht om meer betaalbare huurwoningen te realiseren (het reguleren van de middenhuur middels de modernisering van het woningwaarderingstelsel), huurders daartoe meer bescherming te bieden en ruimte te geven voor verduurzaming en investeringen in (nieuwbouw van) woningen. Om de doelen van de wet te waarborgen zal tevens het Besluit huurprijzen woonruimte moeten worden gewijzigd. Het Ontwerpbesluit is inmiddels aan de Tweede Kamer aangeboden. Uit dit voorstel volgt een impactvolle wijziging voor de kamergewijze huur van woonruimtes, omdat het Ontwerpbesluit een andere definitie voor het begrip ‘zelfstandige woning’ gebruikt. In dit artikel wordt uiteengezet hoe het huidige huursysteem in Nederland op grote lijnen werkt en welke impact de wijziging hier op zal hebben.

Hoe werkt het nu?

Momenteel werkt het huursysteem als volgt. In Nederland kennen we twee type huurwoningen: geliberaliseerd en niet geliberaliseerd, ook wel in de volksmond bekend als sociale huurwoningen en vrije sector woningen.
  • Sociale huurwoningen zijn woningen waarbij de huur onder de huurliberalisatiegrens ligt.
  • Vrije sector woningen zijn woningen waarbij de huur boven de huurliberalisatiegrens ligt.
Voor sociale huurwoningen geldt een wettelijke vastgestelde maximale huurprijsverhoging die afhankelijk is van het inkomen van de huurder. Voor vrije sector woningen geldt dit niet, hier mag de verhuurder zelf de hoogte van de huur bepalen (behoudens maximering van huurverhoging die de Rijksoverheid voor bepaalde jaren in kan stellen, de verwachting is dat dit nog tot 2027 het geval zal zijn). Daarnaast is er nog een ander onderscheid van belang: het onderscheid tussen een zelfstandige en een onzelfstandige woonruimte.
  • Een zelfstandige woonruimte is een woonruimte met een eigen toegang zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten deze woonruimte (zoals vaak een eigen toilet, keuken, badkamer etc.) .
  • Een onzelfstandige woonruimte is een woonruimte waarbij de huurder geen eigen toegang heeft en wezenlijke voorzieningen , zoals een toilet, keuken of badkamer deelt met andere huurders.
Voor sociale huurwoningen geldt dat de maximale huurprijs berekend wordt volgens het woningwaarderingsstelsel (WWS). Dit houdt in dat de huurprijs wordt bepaald aan de hand van een puntensysteem. Het WWS geldt voor zelfstandige en onzelfstandige woonruimtes (WWSO), maar de puntenberekening verschilt wel. Het puntensysteem geldt voor de volledigheid alleen voor sociale huurwoningen, vrije sector woningen zijn namelijk niet gebonden aan de punten en dus ook niet aan maximale huurprijzen. Het puntensysteem is wel van invloed voor vrije sector woningen in de zin dat het wordt gebruikt om te bepalen of een woning in de vrije sector valt.

Wetsvoorstel betaalbare huur

Onder de Wet betaalbare huur verandert de toepassing van het WWS. Met de inwerkingtreding van de Wet betaalbare huur zal het WWS namelijk ook gaan gelden voor huurwoningen in het middensegment (regulering middenhuur). De bedoeling is dat het gereguleerde deel van de huurwoningen wordt uitgebreid van 148 punten (in januari 2024 een huur van €879,66) naar huurwoningen van 186 punten (circa €1100).

Ontwerpbesluit (Besluit betaalbare huur)

In februari 2024 is het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (ook wel het Besluit betaalbare huur) ingediend, dit is een onderdeel van Wetsvoorstel betaalbare huur. Het Ontwerpbesluit wijzigt het huidige Besluit huurprijzen woonruimte (Bhw). Hieruit volgt dat de wetgever het begrip ‘zelfstandige woonruimte’ voor de toepassing van het WSS beoogd te wijzigen. Onder het huidige Besluit huurprijzen woonruimte bestaat voor het WWS al een verschil in de puntenberekening voor zelfstandige- en onzelfstandige woonruimtes. De volgende definitie wordt onder het Bhw gebruikt voor het begrip ‘zelfstandige woonruimte’: “woningen met een eigen toegang welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning” [art. 7:234 BW]. In het Ontwerpbesluit is een ‘zelfstandige woonruimte’ gedefinieerd als: “een woonruimte als bedoeld in artikel 7:234 van het Burgerlijk Wetboek, welke wordt bewoond door maximaal twee personen of welke wordt bewoond door drie of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding hebben”.

Gevolgen voor de huisvesting van arbeidsmigranten?

Met de nieuwe definitie is de verhuur van één woning aan groepen bewoners zonder dat daarbij sprake is van meerdere onzelfstandige woonruimten minder snel mogelijk. Het is onder het Ontwerpbesluit namelijk vereist dat de verschillende inwoners een duurzame gemeenschappelijke huishouding hebben. Een ‘duurzame gemeenschappelijke huishouding’ wordt in de vaste rechtspraak niet snel aangenomen wanneer het gaat om meerdere huurders. Hierover schreven wij al meermaals in het licht van de omgevingsrechtelijke context van het huisvesten van arbeidsmigranten, waaronder in dit blog. De toetsing aan het WWS van een onzelfstandige woonruimte zal voor de verhuurder veelal een nadelig effect hebben op de maximaal toegestane huurprijs..

Conclusie

Het Ontwerpbesluit en de Wet betaalbaar huren kunnen dus een grote impact hebben op de kamergewijze verhuur van (onder het huidige systeem) zelfstandige woonruimtes. Belangrijk is dat het Ontwerpbesluit en het Wetsvoorstel op dit moment nog niet zijn aangenomen, maar dat het Ontwerpbesluit in februari is aangeboden aan de Tweede Kamer. Laat u bij de huisvesting van arbeidsmigranten in ieder geval tijdig informeren. Dit artikel is mede geschreven door Anne Verberne. Michael de Marco 5   [post_title] => De Wet betaalbare huur: gevolgen voor huisvesting van arbeidsmigranten [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-wet-betaalbare-huur-gevolgen-voor-huisvesting-van-arbeidsmigranten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-17 10:34:28 [post_modified_gmt] => 2024-07-17 08:34:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41950 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 41907 [post_author] => 71 [post_date] => 2024-04-24 11:08:07 [post_date_gmt] => 2024-04-24 09:08:07 [post_content] => Een groep schrijvers heeft in oktober 2023 in New York een groepsclaim tegen Bloomberg LP uitgevers ingediend wegens auteursrechtinbreuk. Naast Bloomberg zijn ook Meta en Microsoft voor de rechter gedaagd; de vorderingen tegen deze twee organisaties zijn gescheiden en worden in een procedure in Californië behandeld. Bloomberg gebruikt volgens de schrijvers zonder toestemming hun werken om het large language model ‘BloombergGPT’ te trainen in het kader van financiële analyses. Hiermee zou Bloomberg inbreuk maken op het auteursrecht (oftewel: copyright) van de schrijvers. Bloomberg heeft op 22 maart 2024 gevraagd om de vorderingen van de schrijvers af te wijzen. De twee voornaamste gronden zouden daarvoor zijn dat:
  • De schrijvers niet specifiek genoeg zijn in hun omschrijving van hoe er auteursrechtinbreuk wordt gepleegd en welke boeken er misbruikt zijn door BloombergGPT.
  • BloombergGPT een intern non-profit onderzoeksmodel is. Bloomberg zegt zich daarom te kunnen beroepen op het Amerikaanse principe van fair use. Dit principe, dat we in Nederland niet kennen, maakt het in bepaalde gevallen mogelijk om zonder toestemming rechtvaardig gebruik te maken van auteursrechtelijk beschermd materiaal.
Hoe deze zaak afloopt, houden wij in de gaten! Mocht je in de tussentijd vragen hebben over het auteursrecht en AI, neem dan vooral contact op. Yvonne Vetjens heeft naast juridische kennis tevens jaren ervaring in de culturele sector. Ook hebben we collega’s die hun juridische kennis kunnen combineren met ervaringen uit de tech sector. We kunnen dus vanuit ervaring met je spreken. Yvonne Vetjens 2 [post_title] => Bloomberg reageert op claim schrijvers: AI-tool trainen is geen auteursrechtinbreuk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => bloomberg-reageert-op-claim-schrijvers-ai-tool-trainen-is-geen-auteursrechtinbreuk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-04-24 11:08:07 [post_modified_gmt] => 2024-04-24 09:08:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41907 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 41908 [post_author] => 19 [post_date] => 2024-04-24 10:50:45 [post_date_gmt] => 2024-04-24 08:50:45 [post_content] =>

Inleiding

In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland gaat het over rechterlijke toetsing van het criterium ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ dat van toepassing is bij de verlening van een buitenplanse omgevingsactiviteit. Daarnaast oordeelt de voorzieningenrechter of er voldoende participatie heeft plaatsgevonden. In dit artikel zal eerst worden uiteengezet wat de buitenplanse omgevingsactiviteit is en wordt daarna de uitspraak van de Rechtbank doorgenomen.

De buitenplanse omgevingsactiviteit (BOPA)

Per 1 januari 2024 is het bestemmingsplan vervangen door het omgevingsplan. Iedere gemeente heeft één omgevingsplan dat de algemene regels voor de fysieke leefomgeving omvat. Wanneer een initiatief niet binnen de regels van het omgevingsplan past zijn er toch manieren waardoor het initiatief alsnog doorgang kan vinden. Past een initiatief niet binnen de regels van het omgevingsplan, dan betekent dit dat de activiteit in strijd is met het omgevingsplan. Deze activiteit kan alsnog worden vergund als een buitenplanse omgevingsactiviteit (BOPA). De procedure voor het verlenen van een BOPA vereist dat de BOPA voldoet aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (EFTAL) [art. 8.0a lid 2 Bkl]. Dit houdt in dat er een balans dient te zijn tussen de verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Daarnaast moet de BOPA voldoen aan de instructieregels voor een EFTAL die opgenomen zijn in het Besluit kwaliteit leefomgeving en de instructieregels in de provinciale omgevingsverordening [art. 8.0b en 8.0e Bkl].

Uitspraak van de Rechtbank Gelderland

Het gaat in deze zaak om een verleende omgevingsvergunning voor het opvangen van asielzoekers in een hotel. Op grond van het omgevingsplan was de opvang van asielzoekers niet toegestaan, daarom heeft het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit verleend. Hiertegen hebben omwonenden bij de voorzieningenrechter een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, zij willen dat de omgevingsvergunning wordt geschorst. In de procedure speelt de vraag of het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Daarnaast is in het geding of er voldoende participatie was.

Beoordeling voorzieningenrechter: evenwichtige toedeling van functies aan locaties

Of er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties wordt door de voorzieningenrechter beoordeeld door te kijken naar de verschillende argumenten van de verzoekers. De beoordeling wordt hieronder uiteengezet:
  • Veiligheid en overlast
De verzoekers stellen dat de politie onvoldoende capaciteit heeft om de veiligheid van de buurt te garanderen, er mogelijk gevaarlijke verkeerssituaties zullen ontstaan en dat het gaat om asielzoekers die een groot risico voor overlast vormen. De voorzieningenrechter stelt voorop dat sociale veiligheid en overlast aspecten zijn die het college bij de beoordeling van een evenwichtige toedeling van functies en locaties dient te betrekken. In het concrete geval is er een veiligheidsplan opgesteld door het college, de voorzieningenrechter stelt dat dit expliciet onderdeel uitmaakt van de omgevingsvergunning. Volgens de voorzieningenrechter zijn er in het veiligheidsplan voldoende voorwaarden gesteld om de veiligheid te waarborgen en overlast zoveel mogelijk te voorkomen. Hierdoor concludeert de voorzieningenrechter dat het college voldoende oog heeft gehad voor het effect van de asielopvang op de veiligheid.
  • Toerisme
Door de verzoekers wordt beargumenteerd dat de effecten op toerisme onvoldoende zijn meegewogen in het bestreden besluit. Het college geeft aan te erkennen dat de asielopvang tijdelijk negatieve effecten kan hebben voor het toerisme, maar dat het maatschappelijke belang om asielzoekers op te vangen zwaarder gewicht toe komt. De voorzieningenrechter oordeelt dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat het maatschappelijke belang zwaarder weegt.
  • Zwemschool
Het zwembad in het hotel wordt gebruikt voor zwemles, in de omgevingsvergunning is vastgelegd dat de zwemschool een belangrijke maatschappelijke waarde heeft en dus open moet blijven. Dit wordt volgens verzoekers niet nageleefd omdat de zwemschool gaat sluiten. Hierover stelt de voorzieningenrechter dat uit de omgevingsvergunning blijkt dat de zwemschool open moet kunnen blijven, er is daarom geen strijd met de evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Indien dit niet wordt nageleefd is dit een handhavingskwestie over strijd met een vergunningvoorschrift.
  • Ruimtelijke onderbouwing
De verzoekers betwisten de juistheid van de ruimtelijke onderbouwing van de omgevingsvergunning. Zij verwachten dat er significante negatieve effecten op Natura 2000-gebieden in de omgeving zullen zijn. De voorzieningenrechter acht de ruimtelijke onderbouwing waarin het aspect stikstof kwalitatief is beoordeeld juist.
  • Alternatieve locaties
Het college heeft volgens verzoekers niet aangetoond dat er geen reële andere alternatieven zijn. Vanuit vaste rechtspraak over de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) volgt dat het bestaan van alternatieven tot het onthouden van medewerking dwingt wanneer deze alternatieven een gelijkwaardig resultaat behalen met aanmerkelijk minder bezwaren. De voorzieningenrechter oordeelt dat deze rechtspraak ook van toepassing is onder de Omgevingswet. In dit geval hebben verzoekers echter geen gelijkwaardig alternatief aangedragen. Na het aflopen van deze punten heeft de voorzieningenrechter de conclusie genomen dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

Beoordeling voorzieningenrechter: participatie

Participatie betekent het inwinnen van meningen over een voorgenomen initiatief. Participatie door de initiatiefnemer bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning is in beginsel vrijwillig. Bij een omgevingsvergunning voor een BOPA kan de gemeenteraad echter gevallen aanwijzen waarbij participatie een verplichting is. In de zaak gaat het om zo een aangewezen geval, de gemeenteraad heeft namelijk in het beleid vastgelegd dat voor alle omgevingsvergunningen voor BOPA’s participatie verplicht is. De verzoekers stellen dat zij onvoldoende zijn betrokken en geïnformeerd over de plannen. De vraag die daarom door de voorzieningenrechter dient te worden beoordeeld is of er sprake is van voldoende participatie. De voorzieningenrechter stelt dat wanneer participatie verplicht is, dit inhoudt dat de participatie ‘enige betekenis’ moet hebben. Wat er aan participatie moet worden gedaan hangt af van de aard van het project en de impact van het project op de omgeving. In deze zaak vindt de voorzieningenrechter dat aan participatie is voldaan door betrokkenen per brief op de hoogte te stellen en een informatieavond te houden. Daarnaast verduidelijkt de voorzieningenrechter dat het doel van participatie is om burgers vroegtijdig te betrekken, maar dat dit niet betekent dat de inbreng van burgers beslissende betekenis heeft.

Conclusie

Door middel van deze uitspraak is duidelijk geworden welke aspecten een rol kunnen spelen in de beoordeling of er een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is. Zo heeft de voorzieningenrechter bevestigd dat sociale veiligheid en overlast aspecten zijn die in betrekking dienen te worden genomen. Daarnaast is de voorzieningenrechter ingegaan op de vraag of er voldoende aan participatie is gedaan. Dit artikel is geschreven door Rutger Boogers en Anne Verberne. Rutger Boogers [post_title] => Rechterlijke uitspraak BOPA [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => rechterlijke-uitspraak-bopa [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-14 15:15:22 [post_modified_gmt] => 2024-06-14 13:15:22 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41908 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 41891 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-04-19 12:24:27 [post_date_gmt] => 2024-04-19 10:24:27 [post_content] => Het Europees Parlement heeft begin deze maand gestemd voor ingrijpende hervormingen van de Europese wetgeving rond geneesmiddelen. De nieuwe regels moeten innovatie stimuleren en tegelijkertijd de beschikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid van medicijnen verbeteren voor alle Europeanen. In dit artikel zal ik dieper ingaan op deze veranderingen.

Achtergrond

Een jaar geleden heeft de Commissie een voorstel voor een nieuwe richtlijn en een nieuwe verordening goedgekeurd, die de bestaande algemene geneesmiddelenwetgeving herzien en vervangen. Hiermee wil de Commissie verschillende problemen in de farmaceutische wereld aanpakken. Het voorstel herziet en vervangt de bestaande algemene geneesmiddelenwetgeving (Verordening (EG) nr. 726/2004 en Richtlijn 2001/83/EG) en de wetgeving inzake geneesmiddelen voor kinderen en zeldzame ziekten (respectievelijk Verordening ( EG) nr.1901/2006 en Verordening (EG) nr. 141/2000). De herziening heeft de volgende doelstellingen:
  • Verzekeren dat patiënten overal in de EU op een tijdige en eerlijke manier toegang krijgen tot veilige, effectieve en betaalbare medicijnen.
  • De leveringszekerheid verbeteren en waarborgen dat medicijnen toegankelijk zijn voor alle patiënten, ongeacht hun locatie binnen de EU.
  • Een aantrekkelijke en innovatie bevorderende omgeving handhaven voor het onderzoek naar, de ontwikkeling van, en de productie van geneesmiddelen in Europa.
  • Het milieuvriendelijker maken van geneesmiddelen.
  • Het aanpakken van antimicrobiële resistentie en de aanwezigheid van geneesmiddelen in het milieu door een geïntegreerde "One Health"-benadering te hanteren.

Langere dataexclusiviteit

Een van de meest opvallende maatregelen is de verlenging van de dataexclusiviteitsperiode tot maximaal 8,5 jaar na marktgoedkeuring. Tijdens deze periode kunnen andere bedrijven geen gebruik maken van de testdata van een nieuw medicijn om een goedkoper generiek middel op de markt te brengen. In ruil voor extra dataexclusiviteit van maximaal 2,5 jaar moeten bedrijven wel aantonen dat ze een substantieel deel van het onderzoek en de ontwikkeling in de EU uitvoeren. Voor weesgeneesmiddelen – geneesmiddelen voor zeldzame ziekten – kunnen ontwikkelaars tot 11 jaar marktexclusiviteit krijgen als ze een "grote onvervulde medische behoefte" aanpakken. Voorstanders van deze regeling benadrukken dat dit de EU aantrekkelijker maakt voor farma-innovatie en deskundigheid op dit gebied naar Europa kan halen. Tegenstanders waarschuwen echter voor mogelijke prijsstijgingen en vertraagde toegang tot goedkopere generieke geneesmiddelen.

Bestrijden antibioticaresistentie

Een andere belangrijke pijler is het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe antibiotica. Het groeiende probleem van antibioticaresistentie vormt een wereldwijd gezondheidsrisico. Door financiële prikkels zoals mijlpaalbetalingen, abonnementsprijzen en verhandelbare dataexclusiviteitsvouchers willen de Europarlementariërs investeren in de zoektocht naar innovatieve antibiotica.

Gevolgen voor Nederland

Voor Nederland, met zijn grote en innovatieve farmaceutische sector, creëren de nieuwe regels zowel kansen als uitdagingen. Investeren in onderzoek en ontwikkeling in Nederland kan meer voordelen gaan opleveren, maar ook de toegankelijkheid en betaalbaarheid van nieuwe geneesmiddelen kan onder druk komen te staan. De reacties zijn dan ook gemengd. Volgens Patiëntenfederatie Nederland is innovatie essentieel, maar niet als dat ten koste gaat van de rechten van patiënten. VNO-NCW vreest aan de andere kant dat Nederland minder aantrekkelijk wordt voor de farmaceutische topleiders zonder ruimhartige stimuleringsmaatregelen. De lidstaten en de Europese Commissie zullen de komende maanden nog nadere onderhandelingen voeren over de precieze invulling van de hervormingen. De nieuwe regels zouden in 2025 moeten ingaan. Vragen over farma-wetgeving? Neem contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Europees Parlement stemt voor hervormingen farma-wetgeving [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => europees-parlement-stemt-voor-hervormingen-farma-wetgeving [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-04-19 12:24:27 [post_modified_gmt] => 2024-04-19 10:24:27 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41891 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 41861 [post_author] => 86 [post_date] => 2024-04-17 16:01:18 [post_date_gmt] => 2024-04-17 14:01:18 [post_content] => Octrooigeschillen kunnen zowel voor octrooihouders als voor degenen die beschuldigd worden van inbreuk hoofdpijn veroorzaken. De EU-richtlijn 2004/48, geïmplementeerd in het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (DCCP) in 2007, verlicht enkele van deze problemen. Het voorziet in ex parte verboden, waardoor rechtbanken verboden kunnen opleggen zonder de verweerder te horen. Deze blog bekijkt wat dit betekent voor zowel octrooihouders als voor vermeende inbreukmakers, met speciale aandacht voor grijsmaking als defensief mechanisme.

Wat is een ex parte verbod?

Onder artikel 1019e(1) van het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen rechtbanken een verbod opleggen zonder de verweerder te horen (zogenaamd ex parte). Een ex parte verbod wordt uitgevaardigd in urgente gevallen, vooral wanneer vertraging onomkeerbare schade aan de octrooihouder kan veroorzaken. Dit betekent dat de rechtbank snel kan optreden om mogelijke inbreuk te voorkomen zonder de verweerder de kans te geven te reageren. Naast het verbod kan de rechtbank ook eisen dat de inbreukmaker zijn distributeurs formeel opdraagt te stoppen met de verkoop van de inbreukmakende producten. Daarnaast kan het verzoek om een ex parte verbod andere maatregelen omvatten, zoals het in beslag nemen van bewijsmateriaal en het verstrekken van gedetailleerde beschrijvingen van de inbreukmakende producten.

Hoe werkt het?

Het proces begint met de octrooihouder die een schriftelijk verzoek indient bij de rechtbank. De rechtbank kan het verbod direct na ontvangst van het verzoek opleggen of na een korte periode, meestal binnen een week. Samen met het verbod kan de rechtbank de octrooihouder verplichten een waarborgsom of andere geldelijke garantie te verstrekken om de belangen van de vermeende inbreukmaker te beschermen.

Het afdwingen van een ex parte verbod

Als een ex parte verbod onrechtmatig wordt afgedwongen, kan de vermeende inbreukmaker compensatie eisen voor de schade die door de handhaving ervan is veroorzaakt. Bovendien stelt de rechtbank een redelijke deadline vast voor de octrooihouder om volledige juridische procedures te starten, meestal binnen zes maanden na de betekening van de bevelsbrief. Als de octrooihouder dit niet binnen deze periode doet, vervalt het verbod.

Grijsmakingen: een schild tegen ex parte verboden

Inbeslagname van bewijsmateriaal en stopzetting van de verkoop kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor de activiteiten en reputatie van een bedrijf. Voor vermeende inbreukmakers die een ex parte verbod verwachten, is er een defensief instrument beschikbaar dat een grijsmaking wordt genoemd. Deze brief is 6 maanden geldig, maar kan op verzoek meerdere keren worden verlengd. Deze brief, ingediend bij de Rechtbank Den Haag, stelt vermeende inbreukmakers in staat om preventief bezwaren tegen het verbod aan te voeren, met als argument dat het octrooi ongeldig is of dat het betreffende product geen inbreuk maakt op het octrooi. De rechtbank zal deze bezwaren in overweging nemen bij het beoordelen van het verzoek om een verbod. Als de rechtbank een ex parte verzoek overweegt en een grijsmaking is ingediend, zal de rechtbank de octrooihouder hiervan op de hoogte stellen. Op verzoek van de octrooihouder zal de rechtbank een kopie van de grijsmaking verstrekken. Na ontvangst van deze kopie kan de octrooihouder inhoudelijk reageren of het verzoek volledig intrekken. Het is cruciaal voor de vermeende inbreukmaker om te begrijpen dat hun verdediging bekend kan worden bij de octrooihouder en in toekomstige procedures tegen hen kan worden gebruikt. Bovendien, als de rechtbank het verzoek om een verbod afwijst, zal de vermeende inbreukmaker niet op de hoogte zijn dat een kopie van de grijsmaking naar de octrooihouder is gestuurd totdat er vervolgprocedures ontstaan.

Conclusie

Ex parte verboden bieden octrooihouders een snelle handhaving van hun rechten. Dit brengt echter ook een risico met zich mee voor vermeende inbreukmakers dat deze rechten worden afgedwongen zonder hen de mogelijkheid te bieden zich te verdedigen. Daarom kunnen vermeende inbreukmakers grijsmakingen gebruiken om zich te verdedigen tegen dergelijke ongerechtvaardigde acties. Deze grijsmakingen moeten worden ingediend voordat een verzoek om een verbod wordt ingediend door de octrooihouder. Hierbij de Engelse versie. Magdaleen Jooste 3   [post_title] => Octrooi-inbreuk: begrip van ex parte verboden en grijsmakingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => octrooi-inbreuk-begrip-van-ex-parte-verboden-en-grijsmakingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-04-24 09:52:40 [post_modified_gmt] => 2024-04-24 07:52:40 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41861 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 41852 [post_author] => 71 [post_date] => 2024-04-15 11:51:55 [post_date_gmt] => 2024-04-15 09:51:55 [post_content] =>

Geen auteursrecht voor creaties gemaakt door AI in Tsjechië: wat betekent dit voor AI-creaties in de rest van Europa?

In een recente rechtszaak in Tsjechië, oordeelde de rechter dat een door AI gegenereerd werk nooit door auteursrecht beschermd kan zijn. De zaak draaide om de vraag of een door AI gecreëerde afbeelding, op basis van specifieke instructies van een persoon, als een auteursrechtelijk beschermd werk beschouwd kan worden en, zo ja, of die persoon dan als de auteur van dat werk kan worden beschouwd. In deze zaak daagde de eiser een advocatenkantoor voor het gerecht, met de vraag om zijn auteurschap te erkennen m.b.t. een afbeelding die hij had gemaakt met behulp van kunstmatige intelligentie. De afbeelding in kwestie toont twee handen die een zakelijk contract ondertekenen en werd zonder zijn toestemming op de website van het advocatenkantoor gepubliceerd.

Rechter: AI-creaties vallen niet onder auteursrecht

De opdracht, ook wel de prompt genoemd, van de eiser was om: “een visuele weergave te maken van twee partijen die een zakelijk contract ondertekenen in een formele setting, zoals een vergaderzaal of een kantoor van een advocatenkantoor in Praag. Laat gewoon de handen zien". Eiser stelde dat de afbeelding door AI is gecreëerd op basis van deze specifieke opdracht, wat hem de auteur van deze afbeelding maakt. Hij slaagde er echter niet in om te bewijzen dat hij inderdaad degene was die de AI-instructies had gegeven. De rechtbank oordeelde dat zijn persoonlijke verklaring niet overtuigend had aangetoond dat hij de 'auteur' was in de traditionele zin. Eiser heeft het werk niet zelf gecreëerd, het is gecreëerd met behulp van kunstmatige intelligentie en er kan niet worden vastgesteld op basis van welke specifieke opdracht, aldus de rechter. De rechter ging verder en maakte zijn stelling rondom dit onderwerp glashelder. “Het auteursrecht is een absoluut recht dat toekomt aan een individu. Als de afbeelding in kwestie niet door verzoeker persoonlijk is gecreëerd, maar door een kunstmatige intelligentie, kan het per definitie geen auteursrechtelijk werk zijn.”

Impact op Europese auteursrechtwetgeving

Volgens het auteursrecht kan alleen een natuurlijk persoon de auteur zijn van een werk en kunstmatige intelligentie is dat ‘zeker niet’, legt de rechter uit. De opdracht van de eiser, die de basis zou moeten zijn voor de afbeelding, was eerder een suggestie voor het werk of mogelijk een idee, wat op zichzelf geen auteursrechtelijk beschermde werken zijn onder de Auteurswet. De afbeelding is dus niet alleen niet het auteursrechtelijk beschermde werk van de eiser, het is überhaupt geen auteursrechtelijk beschermd werk.

Toekomstige implicaties en ontwikkelingen

Deze uitspraak benadrukt de complexiteit rondom het auteursrecht en AI. Mogelijk was deze zaak anders uitgevallen als de prompt specifieker was, bijv. omtrent het kleurgebruik, de sfeer en andere details, en de eiser objectieve bewijzen had aangeleverd om aan te tonen dat hij de opdracht aan de kunstmatige intelligentie had gegeven.  Ondertussen is het mogelijk om met de nieuwste premium versie van ChatGPT specifieke delen van de door DALL-E gegenereerde afbeeldingen aan te passen en nog specifiekere prompts genereren, waardoor een dergelijke afbeelding mogelijk eerder als een auteursrechtelijk beschermd werk wordt gezien. Aangezien het auteursrecht is geharmoniseerd in de Europese Unie, is het de bedoeling dat het auteursrecht in alle lidstaten uniform wordt toegepast. Het moet dus in elke lidstaat hetzelfde worden uitgelegd. De vraag is nu of rechters in andere landen, zoals Nederland, de redenering van de rechter in Praag zullen overnemen. We houden je op de hoogte over deze ontwikkelingen! Mocht je in de tussentijd vragen hebben over AI en auteursrecht, neem dan contact op met vetjens@bg.legal. Dit artikel is mede geschreven door Noa Rubingh. Yvonne Vetjens 1 [post_title] => Tsjechische vrijstelling auteursrecht AI: Impact in Europa? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => tsjechische-vrijstelling-auteursrecht-ai-impact-in-europa [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-04-15 13:35:58 [post_modified_gmt] => 2024-04-15 11:35:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41852 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 41844 [post_author] => 67 [post_date] => 2024-04-11 16:20:56 [post_date_gmt] => 2024-04-11 14:20:56 [post_content] => Het belastingadviesbureau van een failliete onderneming weigerde om de volledige (loon)administratie aan de curator over te leggen, omdat de administratie gedeeltelijk door het belastingadviesbureau zelf was vervaardigd. De curator stapte naar de rechter om de volledige (loon)administratie alsnog te verkrijgen. Het vonnis van de rechtbank wordt in deze blog nader toegelicht.

Juridisch kader

Op grond van een retentierecht weigerden financieel adviseurs, waaronder boekhouders, accountants, en fiscalisten, regelmatig om de (loon)administratie van een gefailleerde klant aan de curator te overhandigen als deze bepaalde facturen onbetaald had gelaten. Zo hoopten zij alsnog betaling af te kunnen dwingen. Sinds de invoering van de Wet versterking positie curator is zulks niet meer mogelijk. Financieel adviseurs kunnen zich niet meer met succes beroepen op het recht van retentie ten aanzien van de administratie van de failliete klant die zij onder zich houden. Een financieel adviseur is op grond van artikel 105b van de Faillissementswet (Fw) immers verplicht om de (loon)administratie volledig en ongeschonden aan de curator af te geven of inzichtelijk te maken. Financieel adviseurs kunnen in afwijking van artikel 60 Fw geen beroep doen op een retentierecht ten aanzien van (loon)administratie van de failliete klant die zij onder zich hebben indien de curator die (loon)administratie opvraagt. De rechtbank Gelderland gaat in onderhavige uitspraak nader in op de vraag welke stukken precies onder de administratie van de failliete klant vallen.

De feiten

In januari 2024 wordt een onderneming in staat van faillissement verklaard. De aangestelde curator neemt eind januari contact op met de bestuurder van het belastingadviesbureau van de gefailleerde onderneming. Hij verzoekt het belastingadviesbureau om hem toegang te geven tot het online loonstrokenportaal of hem de loonstroken over de laatste zes maanden toe te sturen. Dit is in het belang van de werknemers van de gefailleerde onderneming. Volgens de curator is het belastingadviesbureau op grond van artikel 105b Fw verplicht om aan het verzoek te voldoen. Het belastingadviesbureau is het daar niet mee eens, omdat het verzoek van de curator betrekking zou hebben op stukken die door het belastingadviesbureau zelf zijn opgesteld (en niet tot de administratie van failliet zouden behoren). Deze stukken vallen volgens het belastingadviesbureau niet onder de reikwijdte van artikel 105b Fw.

Het geschil

De curator start een kort geding en eist dat alle (loon)administratie van de gefailleerde onderneming wordt overhandigd. De vordering wordt gebaseerd op artikel 92 en artikel 105b Fw. Uit artikel 92 Fw volgt dat de curator alle bescheiden en andere gegevensdragers van de gefailleerde onder zich dient te nemen. Daarbij wordt door de curator aangevoerd dat een derde ten aanzien van de (loon)administratie van de gefailleerde geen beroep op het retentierecht van artikel 60 Fw kan doen als de curator die (loon)administratie heeft opgevraagd, zoals volgt uit artikel 105b Fw. Het belastingadviesbureau stelt dat er al een groot deel van de (loon)administratie van de gefailleerde onderneming aan de curator is afgegeven. Daarnaast bestaat de (loon)administratie uit door het belastingadviesbureau zelf vervaardigde stukken, waardoor artikel 105b Fw niet van toepassing zou zijn. De stukken die de bestuurder van de gefailleerde onderneming aan haar beschikbaar heeft gesteld zijn volgens het belastingadviesbureau geen onderdeel van de (loon)administratie. Tenslotte stelt het belastingadviesbureau dat haar dossier niet compleet is, waardoor niet alle gevorderde stukken overlegd kunnen worden. De beoordeling Het belastingadviesbureau is volgens de rechter aan te merken als derde in de zin van artikel 105b Fw. Hierdoor is het belastingadviesbureau verplicht de (loon)administratie op verzoek van de curator te overhandigen. In afwijking van artikel 60 Fw kan het belastingadviesbureau ook geen beroep doen op haar retentierecht. Dus, het feit dat het belastingadviesbureau nog een vordering heeft op haar failliete klant, doet niet af aan de verplichting om de (loon)administratie (kosteloos) aan de curator af te geven. Volgens de rechter geldt de verplichting tot afgifte op grond van artikel 105b Fw voor stukken die van de gefailleerde klant zijn én voor stukken die de derde in opdracht van deze klant heeft vervaardigd of bewerkt. Voor het uitvoeren van zijn wettelijke taak heeft de curator belang bij alle stukken die tot de (loon)administratie van de gefailleerde onderneming behoren. Van deze stukken zijn volgens de rechtbank slechts uitgezonderd interne (dossier)aantekeningen en/of berekeningen. De rechtbank concludeert dan ook dat het belastingadviesbureau de (loon)administratie aan de curator af dient te geven in een voor hem leesbare vorm. De vordering wordt toegewezen ten aanzien van de gehele (loon)administratie tot en met oktober 2023, uiteraard voor zover het belastingadviesbureau daarover beschikt en met uitzondering van interne (dossier)aantekeningen en/of berekeningen.

De conclusie

Het vonnis van de Rechtbank Gelderland bevestigt dat de (loon)administratie van een failliete onderneming aan de curator overlegd moet worden. Dit geldt ook voor stukken die het belastingadviesbureau zelf heeft vervaardigd. Afgifte geldt namelijk mede voor alle stukken die van de gefailleerde klant zijn en in opdracht van de desbetreffende klant zijn vervaardigd of bewerkt. Niet tot de (loon)administratie behoren interne (dossier)aantekeningen en/of berekeningen. Deze (interne) stukken hoeven dus niet aan de curator overhandigd te worden. Heeft u zelf vragen over deze materie? Neem dan contact op met een van onze specialisten! Remco de Jong       [post_title] => Financieel adviseurs verplicht om de administratie aan curator te overhandigen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => financieel-adviseurs-verplicht-om-de-administratie-aan-curator-te-overhandigen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-04-11 16:20:56 [post_modified_gmt] => 2024-04-11 14:20:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41844 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 41817 [post_author] => 19 [post_date] => 2024-04-11 14:17:10 [post_date_gmt] => 2024-04-11 12:17:10 [post_content] =>

Inleiding

In het derde deel van onze jurisprudentiereeks over de Omgevingswet wordt de rechtspraak gepubliceerd in maart 2024 besproken.

Inhoudelijk

In deze uitspraak gaat het om rechterlijke toetsing van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA). De beoordelingsregels voor de verlening van een BOPA zijn te vinden in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Uit artikel 8.8a Bkl volgt dat de vergunning alleen kan worden verleend met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. De rechtbank dient te beoordelen of in redelijkheid kan worden gesteld dat is voldaan aan het criterium van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. In deze uitspraak is te lezen hoe de rechter het beoordelingscriterium toetst. Daarnaast wordt in deze uitspraak gesteld dat de vergunning niet verleend mocht worden op grond van het kruimelgevallenbeleid onder de vigeur van de Wabo. Hierover oordeelt de rechter dat dit inderdaad wetstechnisch onjuist is, maar dat het gebrek in deze zaak in bezwaar hersteld kan worden. In de betreffende zaak blikt de rechtbank vooruit op de status van omgevingsvergunningen onder de Omgevingswet. Er wordt ingegaan op de beperking van de looptijd van omgevingsvergunningen, voorschriften ten aanzien van de naleving van het huishoudelijk reglement en toestemming voor brandveilig gebruik. In deze kwestie verduidelijkt de rechtbank wat het doel is van burgerparticipatie. Het doel van burgerparticipatie is het vroegtijdig betrekken van burgers in de besluitvorming, waardoor burgers een stem krijgen. Dit betekent niet dat de inbreng van burgers een beslissende betekenis heeft. De rechtbank zegt daarover het volgende: “burgerparticipatie zoals dat in de Omgevingswet is vormgegeven kan het draagvlak bij de burger zeker vergroten, maar is geen resultaatsverplichting op een voor alle partijen aanvaardbare beslissing”.

Overgangsrecht

De Afdeling bestuursrechtspraak is in deze uitspraak ingegaan op de vraag welk recht van toepassing is op vervolgbesluiten die na de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden genomen nadat een ruimtelijk plan is vernietigd. Deze uitspraak geldt voor bestemmingsplannen, exploitatieplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen. In de uitspraak worden de volgende situaties onderscheiden:
  • Bestemmingsplannen zijn met de inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel geworden van het omgevingsplan. Wanneer een bestemmingsplan wordt vernietigd betekent dit dat op eventuele nieuwe besluiten de Omgevingswet van toepassing Dit volgt uit het overgangsrecht, hierin is vastgelegd dat de Wet ruimtelijke ordening van toepassing blijft op een bestemmingsplan tot dat plan van kracht is, of te wel in werking is getreden. Hierna ‘verliest’ het overgangsrecht haar werking en gaat het niet opnieuw werken voor een vernietigd plan.
  • Wordt een plan eerst geheel of gedeeltelijk geschorst naar aanleiding van een verzoek ingediend buiten de beroepstermijn en vervolgens door de Afdeling vernietigd, dan is op een eventueel nieuw besluit de Omgevingswet van toepassing. Ook in deze situatie is het bestemmingsplan namelijk in werking getreden en is het overgangsrecht dus uitgewerkt.
  • Wordt een plan daarentegen in zijn geheel geschorst naar aanleiding van een verzoek ingediend binnen de beroepstermijn en wordt het plan daarna volledig vernietigd, dan is de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. In deze situatie is het plan nooit in werking getreden en heeft het overgangsrecht haar werking niet verloren.
  • Wordt een plan gedeeltelijk geschorst naar aanleiding van een verzoek ingediend binnen de beroepstermijn en wordt het plan daarna gedeeltelijk vernietigd, dan is de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
  • Wordt een plan gedeeltelijk geschorst naar aanleiding van een verzoek ingediend binnen de beroepstermijn maar wordt het plan daarna volledig vernietigd, dan is de Omgevingswet van toepassing. Dit is omdat het merendeel van het plan in werking is getreden is, op een nieuw besluit is dus de Omgevingswet van toepassing.
  • Wordt op grond van artikel 6:19 Algemene wet bestuursrecht een nieuw besluit over een bestemmingsplan dat nog in procedure is bij de Afdeling genomen, dan is de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Dit is ook het geval voor vervolgbesluiten waarin uitvoering wordt gegeven aan een tussenuitspraak van de Afdeling.
Het gaat in deze zaak om een last onder bestuursdwang die ná de inwerkingtreding van de Omgevingswet is opgelegd. Dit betekent dat de Omgevingswet van toepassing is. De verzoekster in de zaak heeft de voorzieningenrechter gevraagd de last onder bestuursdwang te schorsen. In deze zaak wordt bevestigd dat alhoewel de regels op basis waarvan tot handhaving is overgaan inhoudelijk niet anders zijn dan het voorheen geldende Bouwbesluit 2012, de wettelijk systematiek wel anders is. Door de voorzieningenrechter worden overtredingen van het Besluit bouwwerken leefomgeving en de bruidsschat vastgesteld.
  • Standaardoverwegingen overgangsrecht
Voor onder andere de volgende onderwerpen zijn standaardoverwegingen over overgangsrecht aan bod gekomen. Wanneer een verzoek om intrekking van een natuurvergunning is ingediend vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft het oude recht van toepassing. Dit volgt uit artikel 2.9, eerste lid, aanhef en onder a van de Aanvullingswet natuur Omgevingswet. Wanneer een bestreden besluit is genomen op grond van de Wabo vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet en het gaat om een ambtshalve genomen besluit waarop afdeling 3.4 Awb van toepassing is en het ontwerp ter inzage is gelegd vóór 1 januari 2024, moet het geschil worden beoordeeld aan de hand van het oude recht. Dit volgt uit artikel 4.4 van de Invoeringswet Omgevingswet. Wanneer een verzoek om handhaving is gedaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het oude recht van toepassing. Dit volgt uit artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet. Voor de vraag of het besluit in bezwaar in stand kan blijven is echter niet alleen het oude recht van toepassing, er moet ook naar het nieuwe recht worden gekeken. Dit artikel is geschreven door Rutger Boogers en Anne Verberne. Rutger Boogers [post_title] => Jurisprudentie overzicht derde maand Omgevingswet [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => jurisprudentie-overzicht-derde-maand-omgevingswet [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-14 14:46:42 [post_modified_gmt] => 2024-06-14 12:46:42 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41817 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 42008 [post_author] => 43 [post_date] => 2024-05-01 14:04:51 [post_date_gmt] => 2024-05-01 12:04:51 [post_content] =>

In het kort

  • Let op de Wet Vifo bij de verkoop aan of investering door een buitenlandse partij.
  • De Wet Vifo is van belang bij investeringen, fusies en overnames met betrekking tot strategisch belangrijke kennis en bedrijven.
De overnamepraktijk is weer in volle gang en uit onderzoek volgt een stijgende lijn in het aantal transacties in 2024. Bij een overname spelen diverse aspecten een rol, waaronder de op 1 juni 2023 van kracht geworden Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (“Wet Vifo”). Dit blijkt maar weer na de overname van 70% van de aandelen in het van oorsprong Nederlandse Anteryon door het Chinese Jingfang Optoelectronics. Demissionair minister Adriaansens maakt zich voornamelijk zorgen over een transactie tussen de aandeelhouders van Jingfang Optoelectronics: een investeringsfonds van de lokale Chinese overheid ‘Suzhou’ (66%) en een beursgenoteerd chipbedrijf ‘China Wafer’ (33%). In 2021 heeft China Wafer meerderheidsaandeelhouder Suzhou uitgekocht. De minister stelt indicaties te hebben ontvangen dat de transactie een “mogelijk risico voor de nationale veiligheid oplevert”.

Wet Vifo

De Wet Vifo heeft als doel om de Nederlandse nationale veiligheid te beschermen tegen mogelijke risico’s die voortvloeien uit investeringen, fusies en overnames die betrekking hebben op vitale aanbieders of ondernemingen die actief zijn in de sector van gevoelige technologieën. De Wet Vifo stelt in geval van een investering, fusie of overname bij bepaalde type ondernemingen een veiligheidstoetsing verplicht, namelijk bij:
  • leveranciers van kritieke processen;
  • ondernemingen die beschikking over gevoelige technologieën.
Onder gevoelige technologieën vallen bijvoorbeeld dual-use technologieën (technologieën met zowel een civiele als militaire toepassing) die onderworpen zijn aan export controle volgens EU-regelgeving, alsmede militaire goederen die vermeld staan op de EU Gemeenschappelijke Militaire lijst. Investeerders in deze ondernemingen moeten wijzigingen in de zeggenschap binnen de onderneming melden aan het Bureau Toetsing Investeringen (“BTI”), dat vervolgens beoordeelt of er een risico voor de nationale veiligheid bestaat. Investeringsactiviteiten die leiden tot het verkrijgen van zeggenschap of significante invloed in een onderneming zoals hiervoor benoemd, moeten gemeld worden. De toetsing door het BTI omvat vervolgens twee fasen:
  • fase 1: een risicobeoordeling;
  • fase 2: een diepgaand onderzoek als uit Fase 1 blijkt dat er mogelijke nationale veiligheidsrisico’s zijn.
Een belangrijk aspect van de Wet Vifo is dat deze van toepassing is op bedrijven die gevestigd zijn in Nederland. Daarbij wordt er gekeken naar de verbondenheid met Nederland, en niet naar de vestigingsplaats van de onderneming op papier. Dit is vooral relevant voor buitenlandse ondernemingen die operationele activiteiten in Nederland uitvoeren. De Wet Vifo heeft aanzienlijke implicaties voor investeerders en ondernemingen binnen de gespecificeerde sectoren omdat niet-naleving kan leiden tot ernstige sancties, waaronder het verbieden of terugdraaien van de investering, fusie of overname.

Minister in het ongelijk gesteld

Minister Adriaansens is een procedure gestart omdat de wijziging in de zeggenschap over Anteryon (als gevolg van de transactie tussen Suzhou en China Wafer) niet was gemeld bij het BTI. De rechtbank heeft de minister uiteindelijk in ongelijk gesteld. Anteryon heeft aangevoerd dat de zeggenschap door de afspraken tussen de Chinese aandeelhouders van Jingfang Optoelectronics altijd al in handen was van China Wafer. De uitkoop van Suzhou door China Wafer had daardoor in feite geen gevolgen voor de zeggenschap over Anteryon. Gelet hierop oordeelt de rechtbank dat Anteryon de wijziging in het aandeelhouderschap niet had hoeven te melden onder de Wet Vifo. Meer weten over fusies en overnames in het algemeen, of de Wet Vifo in het bijzonder? Neem dan contact op! Tom Oerlemans nieuw 1 [post_title] => Overname, risico voor de nationale veiligheid? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => overname-risico-voor-de-nationale-veiligheid [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-01 14:04:51 [post_modified_gmt] => 2024-05-01 12:04:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42008 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1413 [max_num_pages] => 142 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 9ab067182d70c9acf8ccd4b1ca54d48f [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
In het kort Let op de Wet Vifo bij de verkoop aan of investering door een buitenlandse partij. De Wet Vifo is van belang bij investeringen, fusies en overnames met...
Lees meer
De juridische strijd van Adidas voor haar drie-strepen duurt voort. Fashion law staat niet stil, zo blijkt maar weer. Waar het tot op heden enkel ging over de drie strepen...
Lees meer
Inleiding Het Wetsvoorstel betaalbare huur zoals ingediend op 5 februari 2024 is er met name op gericht om meer betaalbare huurwoningen te realiseren (het reguleren van de middenhuur middels de...
Lees meer
Een groep schrijvers heeft in oktober 2023 in New York een groepsclaim tegen Bloomberg LP uitgevers ingediend wegens auteursrechtinbreuk. Naast Bloomberg zijn ook Meta en Microsoft voor de rechter gedaagd;...
Lees meer
Inleiding In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland gaat het over rechterlijke toetsing van het criterium ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ dat van toepassing is bij de verlening van...
Lees meer
Het Europees Parlement heeft begin deze maand gestemd voor ingrijpende hervormingen van de Europese wetgeving rond geneesmiddelen. De nieuwe regels moeten innovatie stimuleren en tegelijkertijd de beschikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid...
Lees meer
Octrooigeschillen kunnen zowel voor octrooihouders als voor degenen die beschuldigd worden van inbreuk hoofdpijn veroorzaken. De EU-richtlijn 2004/48, geïmplementeerd in het Nederlands Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (DCCP) in 2007, verlicht...
Lees meer
Geen auteursrecht voor creaties gemaakt door AI in Tsjechië: wat betekent dit voor AI-creaties in de rest van Europa? In een recente rechtszaak in Tsjechië, oordeelde de rechter dat een...
Lees meer
Het belastingadviesbureau van een failliete onderneming weigerde om de volledige (loon)administratie aan de curator over te leggen, omdat de administratie gedeeltelijk door het belastingadviesbureau zelf was vervaardigd. De curator stapte...
Lees meer
Inleiding In het derde deel van onze jurisprudentiereeks over de Omgevingswet wordt de rechtspraak gepubliceerd in maart 2024 besproken. Inhoudelijk Rechterlijke toetsing BOPA [ECLI:NL:RBGEL:2024:1822] In deze uitspraak gaat het om...
Lees meer