Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 25
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 25
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1413
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 240, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 38121
                    [post_author] => 73
                    [post_date] => 2023-08-23 13:24:39
                    [post_date_gmt] => 2023-08-23 11:24:39
                    [post_content] => Sinds 1 juli 2021 zijn rookruimtes niet meer toegestaan in (semi)-publieke en openbare gebouwen, inclusief de zorgsector. In het Nationaal Preventieakkoord zijn ook specifieke maatregelen afgesproken om in 2030 de zorg compleet rookvrij te maken. Maar mag dit ook voor privéruimtes?

Toepasselijke wet- en regelgeving

De Tabaks- en rookwarenwet reguleert het rookverbod, waarbij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht houdt op de naleving door ondernemers. Hoewel het rookverbod van kracht is voor werkplekken en openbare gebouwen, zijn er enkele uitzonderingen, waaronder privéruimtes in zorginstellingen.

Wat valt er onder privéruimte?

In de wet wordt niet exact gedefinieerd wat er onder een privéruimte valt. De Brancheorganisatie Zorg verstaat onder privéruimte een ruimte die exclusief door de cliënt gebruikt wordt en waar hij voor langere tijd verblijft. Op een kamer die wordt gedeeld met anderen cliënten of een tijdelijk kamer (bijvoorbeeld in een ziekenhuis) is het rookverbod dus van toepassing. De kamer van een cliënt is echter tevens de werkplek van de medewerkers van de zorginstelling. En op werkplekken is het wel verplicht om een rookverbod in stellen. Hoe zit dat dan?

Toch een rookverbod op de plaatsen waar dit niet verplicht is

Binnen de huisregels van zorginstellingen kan worden vastgelegd dat het rookverbod ook van toepassing is in de open lucht of privéruimtes. Hier gaat het om een belangenafweging door de zorgaanbieder. Werknemers hebben het recht op bescherming van hun gezondheid. Aan de andere kant hebben cliënten de vrijheid om hun leven naar eigen inzicht in te richten en moet hun persoonlijke levenssfeer worden beschermd. Huisregels die betrekking hebben op de huidige bewoners lijken een te grote inbreuk te zijn op de persoonlijke levenssfeer van de cliënten. Voor nieuwe cliënten is dit anders. Zij hebben vooraf de keuze om met het beleid in te stemmen of zich tot een andere zorginstelling te wenden. Voor de vooraf goed geïnformeerde cliënt wordt het lastig om zich achteraf te beroepen op zijn grondrechten indien hij/zij toch in de privéruimte wil roken. Op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (WMCZ 2018) moet de cliëntenraad instemmen met huisregels die betrekking hebben op de kwaliteit, veiligheid en hygiëne. Tevens moet de ondernemingsraad instemmen met deze huisregels als deze de arbeidsomstandigheden van werknemers raken. Eerder schreven we al een artikel over het rookbeleid. Hierin beschreven we een zaak waar de rechter het rookbeleid van de zorginstelling niet kon beoordelen, omdat deze niet was opgenomen in de huisregels.

Overwegingen voor de thuiszorg

Indien de woning van de cliënt zich buiten het gebouw van de zorginstelling bevind kan er geen rookverbod worden ingesteld. Werkgevers zijn echter nog steeds verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkplek voor werknemers. De juridische mogelijkheden lijken beperkt, maar de werkgever kan bijvoorbeeld wel afspraken met de cliënt maken dat de kamer gelucht moet worden voordat de hulpverlener op bezoek komt. Ook kan de werkgever kijken of de hulpverleners die rookvrij willen werken enkel bij niet-rokende cliënten geplaatst kunnen worden.

Conclusie

Hoewel een rookverbod in privéruimtes inbreuk kan maken op de persoonlijke levenssfeer, is het niet onmogelijk. Overweegt u een rookverbod in de privéruimtes in te stellen? Zorg er dan voor dat u dit duidelijk communiceert aan nieuwe cliënten. Indien huidige cliënten niet willen stoppen dienen goede afspraken gemaakt te worden tussen de zorginstelling en haar werknemers enerzijds en de cliënten anderzijds. Heeft u vragen over het rookverbod of de huisregels? Of heeft u een meer algemeen (zorg)vraagstuk? Neem dan gerust contact met ons op! Jody Esveldt 1 [post_title] => Rookverbod in privéruimtes: een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => rookverbod-in-priveruimtes-een-inbreuk-op-de-persoonlijke-levenssfeer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-24 14:19:08 [post_modified_gmt] => 2023-08-24 12:19:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38121 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 37993 [post_author] => 68 [post_date] => 2023-08-18 08:48:25 [post_date_gmt] => 2023-08-18 06:48:25 [post_content] => Steeds vaker maken ondernemingen gebruik van apps ter exploitatie van hun waren en/of diensten. Een app ontwikkelen brengt echter kosten met zich, zeker als een app bouwer moet worden ingeschakeld bij gebrek aan bepaalde specialistische kennis. Als je een app bouwer inschakelt, is het van belang om goede afspraken te maken met elkaar. Recentelijk kwam een onderneming hier ook achter toen deze verwikkeld was geraakt in een conflict met zijn app bouwer. Uiteindelijk heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich over de kwestie gebogen. In deze blog zal ik dit arrest van het hof nader bespreken.

De feiten

De onderneming in deze kwestie begeleidt verschillende professionele voetbalteams en individuele profspelers. In 2019 benadert de onderneming een app bouwer, aangezien hij een voetbalapp voor smartphones wenst te ontwikkelen. Hierbij heeft de onderneming zowel het gewenste ontwerp als de functionaliteiten omschreven, door middel van een door hem verstrekte ‘blueprint’. Uiteindelijk besluit de onderneming met voornoemde app bouwer in zee te gaan, en sluiten zij een overeenkomst van opdracht met elkaar. Volgens deze overeenkomst zou de app bouwer voor de onderneming een app ontwikkelen die voetballers leert welke tactische keuzes te maken in bepaalde wedstrijdsituaties. De partijen spreken met elkaar af dat de app op 1 september 2019 moet worden opgeleverd. Echter, in de overeenkomst wordt ook voorzien in mogelijkheden om deze deadline uit te stellen in bepaalde situaties. Als de app op 28 februari 2020 nog steeds niet af is, wordt de app bouwer in gebreke gesteld. De app bouwer had namelijk tot twee keer toe een nieuwe opleverdatum voorgesteld, en verschillende problemen met de test-app zouden nog niet opgelost zijn. Even later, op 21 april 2020, bericht de app bouwer dat alle aanpassingen zijn doorgevoerd, en het project daarmee als afgerond zou moeten worden beschouwd. Aangezien de onderneming op dat punt nog steeds niet tevreden was over de app, besluit hij de overeenkomst te ontbinden.

Oordeel van het hof

Het hof moet op grond van deze feiten beoordelen of de app bouwer tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst. Vervolgens moet worden vastgesteld of deze tekortkoming ook een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.

Fatale termijn

Ten eerste voert de onderneming aan dat 1 september 2019 een fatale termijn is in de zin van artikel 6:83 sub a Burgerlijk Wetboek (BW). In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat dit géén fatale termijn is, en ook het hof volgt deze stellingname. Dit zou namelijk onvoldoende uit de feiten en omstandigheden blijken. Zo is de app bouwer meermaals in de gelegenheid gesteld om de app verder te ontwikkelen, en is de onderneming twee keer akkoord gegaan met een nieuwe opleverdatum.

Verzuim

Nu geen sprake is van een fatale termijn, is de app bouwer niet meteen na 1 september 2019 in verzuim. Hierdoor treedt het verzuim pas in na een ingebrekestelling en pas dan zou de onderneming een bevoegdheid tot ontbinding toekomen. Echter, het hof stelt dat de onderneming de app bouwer niet op een deugdelijke wijze in gebreke heeft gesteld. Er wordt daarbij namelijk niet duidelijk aangegeven op welke punten de app nog te wensen overliet en wat de onderneming in dat kader van de app bouwer verlangde.

Tekortkoming

Voorts stelt het hof dat de onderneming onvoldoende heeft onderbouwd dat de app niet voldoet aan de afspraken die tussen de app bouwer en de onderneming zijn gemaakt. De onderneming heeft aan het begin van de samenwerking een zogenaamde blueprint overlegd, met daarin beschreven waar de app aan zou moeten voldoen. De app bouwer heeft daarbij aangegeven deze app voor een bedrag van € 40.600,- te kunnen ontwikkelen. Echter, uit budgettaire overwegingen wordt uiteindelijk een prijs van € 21.470,- voor de werkzaamheden van de app bouwer overeengekomen. Bovendien wordt in correspondentie vanuit de app bouwer gesproken van het opleveren van een ‘minimum viable product’ die enkel de belangrijkste functionaliteiten bevat. Volgens het hof zou het, gelet op deze omstandigheden, voor de onderneming duidelijk moeten zijn geweest dat zij voor € 21.470,- niet een app conform de blueprint geleverd zou krijgen, als hiervoor eerder een bedrag van € 40.600,- geoffreerd is. Uiteindelijk komt het hof dus, net als de kantonrechter, tot de conclusie dat de app bouwer niet tekort is geschoten bij het opleveren van de app. Hierdoor komt aan de buitengerechtelijke ontbinding geen werking toe.

Wat betekent dit voor de praktijk?

In deze kwestie komt goed naar voren dat het van belang is om duidelijke afspraken te maken met je app bouwer. Daarbij is het onder meer van belang afspraken te maken over de eisen waar de app in ieder geval aan moet voldoen. Staat u op het punt een samenwerking met een app bouwer aan te gaan? Of bevindt u zich nu al in een conflict met een app bouwer? De IT-specialisten van BG.legal helpen u graag! Britt van den Branden nieuw [post_title] => Een app bouwer inschakelen? Maak duidelijke afspraken! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-app-bouwer-inschakelen-maak-duidelijke-afspraken [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-18 08:48:25 [post_modified_gmt] => 2023-08-18 06:48:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37993 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 37943 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-08-14 10:36:03 [post_date_gmt] => 2023-08-14 08:36:03 [post_content] => In de zorgsector spelen technologische innovaties een steeds grotere rol. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van ChatGPT in uw dagelijkse praktijk, het gebruik van AI in de zorg met therapeutische werking of aan voorspellende AI-systemen die gezondheidsrisico’s vroegtijdig kunnen identificeren. Kunstmatige intelligentie (AI) heeft de potentie om de zorg te verbeteren en efficiëntie te vergroten. Echter, het is van cruciaal belang dat ethische en mensenrechtennormen worden nageleefd. Hier komt de Impact Assessment voor Mensenrechten bij de inzet van Algoritmes (IAMA) om de hoek kijken. In deze blog zullen we de relevantie van een IAMA in de zorg verder toelichten.

Waarom IAMA in de zorg?

Het gebruik van AI in de zorg biedt mogelijkheden, zoals gepersonaliseerde behandelingen, snelle diagnoses en efficiënte (zorg)processen. De keerzijde van het nemen van algoritmische beslissingen, is dat er een risico bestaat op bijvoorbeeld vooroordelen en privacy inbreuken. Een IAMA biedt een gestructureerde aanpak om deze en andere risico's te identificeren en te beperken. Het stelt zorgorganisaties in staat om hun activiteiten in overeenstemming te brengen met mensenrechtennormen, terwijl ze tegelijkertijd kunnen profiteren van de voordelen van algoritmische technologieën.

Voordelen van IAMA in de zorg

Het toepassen van een IAMA helpt bij het verminderen van ongelijkheden in de toegang tot zorg en voorkomt onbedoelde discriminatie op basis van demografische factoren. Bijvoorbeeld wanneer er een algoritme wordt gebruikt voor het toewijzen van transplantatieorganen aan patiënten. In zo een scenario kan het gebruik van een algoritme negatieve gevolgen hebben, wanneer bepaalde demografische factoren, zoals etniciteit of sociaaleconomische status, onbedoeld worden meegenomen bij het toekennen van organen. Door het uitvoeren van een IAMA kunnen zorginstellingen ethisch verantwoorde beslissingen nemen, het vertrouwen van patiënten en belanghebbenden vergroten en zorgen voor transparantie in hun algoritmische processen. Bovendien kunnen zij, door vooroordelen te identificeren en aan te pakken aan de hand van de uitkomst van een IAMA, ervoor zorgen dat algoritmes op de juiste manier bijdragen aan een effectieve en gepersonaliseerde zorgverlening. Dit resulteert op zijn beurt in betere zorgkwaliteit en positieve gezondheidsresultaten.

Uitvoeren IAMA

Wij bieden begeleiding aan bij het uitvoeren van een IAMA. Heeft u een zorg gerelateerde vraag? In dat geval staat ons team Zorg voor u klaar.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:

Wat is een IAMA?
Waarom een IAMA uitvoeren?
Wanneer moet een IAMA worden uitgevoerd?
IAMA voor bedrijven
Jos van der Wijst     [post_title] => IAMA in de zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => iama-in-de-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 10:39:51 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:39:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37943 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 37936 [post_author] => 71 [post_date] => 2023-08-11 14:04:08 [post_date_gmt] => 2023-08-11 12:04:08 [post_content] => Weet je zeker dat je de foto’s mag gebruiken? Lees hieronder waarom je beter geen afbeeldingen kunt gebruiken zonder expliciete toestemming van de rechthebbende…

Waar gaat de zaak over?

Eisers zijn modellen, een man en een vrouw die bekend zijn in Nederland. De man is professioneel model, de vrouw doet het ‘erbij’. Gedaagde is een eenmanszaak, een modewinkel. Tijdens een TFP-shoot (een shoot die bedoeld is om een portfolio van een model op te bouwen) zijn eisers modellen en levert gedaagde de kleding. Eisers en gedaagde hebben tijdens dit alles geen direct contact gehad met elkaar. Gedaagde gebruikt de resulterende foto’s op verschillende manieren in haar onderneming, onder andere social media, haar website, en posters/billboards en ansichtkaarten in fysieke winkels. Eisers spreken gedaagde aan wegens inbreuk op hun portretrecht. Tijdens de shoot waren partijen immers volgens eisers overeengekomen dat de foto’s voor anderen dan de rechthebbenden bedoeld waren voor eigen gebruik, social media en de website. Gedaagde hield zich hier niet aan nu ze de foto’s ook op andere plekken gebruikte. Eisers vorderen verwijdering en een schadevergoeding. Gedaagde antwoordt dat tussen fotografe en eisers was afgesproken dat al het materiaal kon worden gebruikt op de manier zoals gedaagde wenste. Eisers ontkennen dit en vragen om ondertekende bewijsstukken van hun toestemming. Gedaagde legt in de op de discussie volgende rechtbankprocedure een verklaring van de fotografe over die zegt dat met alle partijen was afgesproken dat de foto’s door alle partijen vrijelijk gebruikt kunnen worden.

Is er sprake van portretrecht?

De eisers beroepen zich op hun portretrecht, omdat er sprake is geweest van het maken van portretten in opdracht. De foto’s werden gemaakt op hun verzoek voor hun portfolio. Dat er geen betaling heeft plaatsgevonden maakt niet uit, want dat is niet nodig om te kunnen spreken van een opdracht. Nu er sprake is van portretrecht, betekent dat dat derden toestemming van de eisers moeten hebben om deze foto’s te mogen gebruiken.

Is er sprake van inbreuk?

Kort gezegd is er tussen partijen onenigheid over of er wel of geen overeenkomst is ontstaan voor het gebruik van de foto’s door gedaagde. Er is geen rechtstreeks contact geweest tussen de partijen rondom de shoot, maar ook dan kunnen er nog afspraken zijn. In de rechtspraak wordt vaak uitgegaan van het criterium van de zogenaamde Haviltex-uitspraak (“Haviltex-criterium”): kunnen partijen redelijkerwijs verwachten dat er een overeenkomst heeft plaatsgevonden? Hierbij kunnen omstandigheden, zoals de handelingen of uitingen van een derde – bijvoorbeeld de fotografe – een rol spelen. De rechter draagt gedaagde op om te bewijzen dat de eisers toestemming hebben gegeven voor het gebruik van de foto’s anders dan website en social media, waaronder gebruik in fysieke winkels. Als ze daarin slaagt, zullen de vorderingen van eisers worden afgewezen. Levert ze geen bewijs, dan worden de vorderingen toegewezen.

Schadevordering op bases van Stichting Beeld Anoniem?

De rechter gaat ook alvast op de schadevordering in. Eisers stellen dat gedaagde lange tijd de foto’s commercieel heeft kunnen gebruiken zonder vergoeding aan eisers te betalen. Bovendien is de mannelijke eiser als professioneel model hoogstwaarschijnlijk opdrachten misgelopen van andere potentiële opdrachtgevers in de modebranche, nu zijn beeltenis al is gebruik door een concurrent. De eisers vorderen samen een schadevergoeding van een kleine € 14.000,00. Dit bedrag baseren ze op de staffel van Stichting Beeld Anoniem (SBE), een stichting die vergoedingen regelt voor het gebruik van foto’s waarvan de maker niet bekend is. Gedaagde gaat niet direct in op waarom de staffel Stichting Beeld Anoniem niet geschikt is, maar verwijst naar een eerdere schikkingspoging van eisers van EUR 1750. Ook zou het vrouwelijke model minder schade kunnen vorderen dan het mannelijk model. In mijn ogen laat gedaagde – gebaseerd op het vonnis - hier argumenten liggen waarom SBE niet geschikt is als staffel. Het gaat om een zaak over geportretteerden, niet over makers, en het betreft geen ‘anonieme’ foto’s. In de staffel van SBE zijn verschillende kosten opgenomen om de maker te achterhalen, afspraken te maken voor een licentie, e.d. Om die reden zijn deze kosten geen goede afspiegeling van schadebedragen in een gemiddelde inbreukzaak en als helemaal niet als het om portretrechtinbreuk gaat. Desondanks gebruiken rechters dit vaak bij gebrek aan beter, als de wederpartij geen goed gemotiveerd verweer voert. Ook in dit geval geeft de rechter aan mee te gaan aan de vordering gebaseerd op SBE, als de gedaagde niet met bewijs van toestemming komt.

Wat kun je hiervan leren?

  • Als je foto’s van anderen gebruikt, zorg dan dat je toestemming krijgt van de rechthebbenden zelf. Vertrouwen niet te snel op wat derden hierover zeggen. Ook al bedoelen die derden het goed, ze kunnen er wel eens naast zitten.
  • De staffel van SBE wordt in inbreukzaken over foto’s vaak ingezet – al dan niet terecht – om de hoogte van de schadevergoeding te berekenen. Dit is begrijpelijk, omdat schade vaak moeilijk is aan te tonen. Een gedaagde moet in zijn gemotiveerde verweer uitleggen waarom SBE niet geschikt is, anders is de kans vrij groot dat een rechter een vordering op basis van SBE alsnog toewijst.
  • Zorg dat in een samenwerking met meerdere partijen duidelijk is wie waar verantwoordelijk voor is, en welke afspraken daarvoor moeten worden gemaakt. Zoals je hierboven ziet kan dat met meerdere partijen soms behoorlijk ingewikkeld worden. Schakel daarom altijd een jurist in. Onze specialisten staan voor je klaar!
Bovenstaande is gebaseerd op dit (tussen)vonnis. Yvonne Vetjens 1 [post_title] => Gebruik van portretfoto’s in opdracht [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gebruik-van-portretfotos-in-opdracht [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-11 14:04:08 [post_modified_gmt] => 2023-08-11 12:04:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37936 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 37894 [post_author] => 10 [post_date] => 2023-08-11 08:50:16 [post_date_gmt] => 2023-08-11 06:50:16 [post_content] => De inwerkingtreding van de Wet toetreding zorgaanbieders en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders op 1 januari 2022 heeft onder meer geleid tot een wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) waarin staat dat een zorgaanbieder jaarlijks voor 1 juni een jaarverantwoording openbaar moet maken.

Doel jaarverantwoording

Het doel van de Jaarverantwoording is dat het bijdraagt bij aan het op orde hebben van de bedrijfsvoering hetgeen van belang is voor het kunnen verlenen van goede zorg. De Jaarverantwoording is ook een maatschappelijke verantwoording van zorgaanbieders over de besteding van collectieve middelen. De Jaarverantwoording is ook een hulpmiddel voor het risicogericht toezicht op zorgaanbieders en het geeft andere betrokkenen (zoals cliëntenraden) inzicht in de (financiële) bedrijfsvoering van zorgaanbieders. Fact jaarverantwoording linkedin

Voor wie?

De Jaarverantwoording geldt voor vrijwel alle zorgaanbieders. Zoals natuurlijke personen of rechtspersonen die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verlenen. Maar ook natuurlijke personen of rechtspersonen voor zover deze tarieven in rekening brengen voor het beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van zorg door een zorgaanbieder die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verlenen, en dit bij een van de volgende partijen: a. aan een zorgverzekeraar, Wlz-uitvoerder of een particuliere ziektekostenverzekeraar, b. een andere zorgaanbieder (zoals een hoofdaannemer), c. een patiënt, d. een verzekerde (bijvoorbeeld een pgb-budgethouder).

Vanwege welke zorg?

Zorg in de zin van de WMG is zorg omschreven bij of op grond van de Zorgverzekeringswet en zorg omschreven bij of op grond van de Wet langdurige zorg. Maar ook individuele gezondheidszorg die niet onder de vorige categorieën valt en die betrekking heeft op een natuurlijke persoon en ertoe strekt diens gezondheid te bevorderen of te bewaken. En ook zorg als bedoeld in artikel 2 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG.

Voor wie is de verantwoordingsplicht nieuw?

Denk aan de eerstelijnsaanbieders van de Zorgverzekeringswet. Zorgaanbieders die uitsluitend met Zorgverzekeringswet- of Wet langdurige zorg-persoonsgebonden budgetten bekostigd worden. Onderaannemers. Maar ook zorgaanbieders die uitsluitend worden bekostigd met een VWS-subsidie. Wanneer moeten de zorgaanbieders voor wie de jaarverantwoording nieuw is deze openbaar maken? Zij moeten uiterlijk op 30 december 2023 de jaarverantwoording over boekjaar 2022 openbaar maken. Voor meer informatie waaronder handreikingen voor zorgaanbieders zie jaarverantwoordingzorg.nl Rik Wevers 1 [post_title] => Zorgaanbieder let op uw Jaarverantwoording Zorg [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => zorgaanbieder-let-op-uw-jaarverantwoording-zorg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-11 09:28:50 [post_modified_gmt] => 2023-08-11 07:28:50 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37894 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 37913 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-08-10 10:41:31 [post_date_gmt] => 2023-08-10 08:41:31 [post_content] => In het kader van de Jeugdwet kunnen aanbieders van jeugdhulp geconfronteerd worden met controles van de gemeente om de rechtmatigheid en doelmatigheid van geleverde jeugdhulp te waarborgen. Maar in hoeverre moet aanbieders meewerken aan deze controle? En wat zijn de verantwoordelijkheden van aanbieders als het gaat om privacygevoelige medische gegevens?

Het geschil

In een recent arrest van de Rechtbank Limburg stond de vraag centraal of een jeugdhulpverlener verplicht is tot medewerking aan een controle naar de rechtmatigheid en doelmatigheid van geleverde jeugdhulp. De aanbieder van jeugdhulp in casus wilde niet meewerken aan de gewenste detailcontrole. Deze controle zou volgens haar niet voldoen aan de eisen uit de AVG, Jeugdwet en Regeling Jeugdwet en deze werd door haar als disproportioneel beschouwd. De betreffende detailcontrole vroeg om inzage in 80 medische dossiers. De rechter moest beoordelen of de getrapte controlesystematiek zoals vastgesteld in de Jeugdwet was gevolgd. Alleen dan kan namelijk medewerking worden gevergd.

De controlesystematiek van de Jeugdwet

In het kader van de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de controle van de rechtmatigheid en doelmatigheid van geleverde jeugdhulp. Deze controles zijn verdeeld in een getrapte controlesystematiek:
  1. Formele controle: Het proces omvat allereerst een formele controle van de facturen. Voldoet de rekening aan de gemaakte afspraken? De benodigde gegevens voor het uitvoeren van de formele controle zijn vaak intern al aanwezig bij de gemeenten.
  2. Materiële controle: Signalen afkomstig uit de formele controle kunnen aanleiding zijn tot een materiële controle. Het doel van een materiële controle is een onderzoek naar de doel- en rechtmatigheid van de gedeclareerde hulp. Is de gedeclareerde zorg ook daadwerkelijk geleverd? De gemeente moet de stappen uit de Regeling Jeugdwet volgen, waaronder het bepalen van een controledoel, het uitvoeren van een risicoanalyse en het opstellen en uitvoeren van een algemeen controleplan.
  3. Detailcontrole: Pas na de materiële controle kan een detailcontrole een vervolgstap zijn, indien er nog onvoldoende zekerheid is verkregen over de rechtmatigheid en/of doelmatigheid van de verleende zorg. De detailcontrole bestaat uit een specifieke risicoanalyse, een specifiek controleplan en doel. Bij de detailcontrole mag de gemeente niet verder onderzoeken dan noodzakelijk is voor het doel.

Verwerking van persoonsgegevens

De Regeling Jeugdwet bepaalt welke type  persoonsgegevens, gewone en bijzondere, gemeenten mogen verwerken tijdens controles. Bijzondere persoonsgegevens krijgen extra bescherming omdat deze gegevens een grote impact hebben. Dit ziet bijvoorbeeld op persoonsgegevens waaruit iemands etnische afkomst blijkt of gegevens over iemands gezondheid. Deze bijzondere gegevens mogen niet verwerkt worden, tenzij er een wettelijke uitzondering is. Bij de uitvoering van de materiële controle worden bijzondere persoonsgegevens over iemands gezondheid gebruikt die al bekend zijn bij de gemeente vanuit hun eigen taken. Het medisch dossier van de jeugdhulpverlener is hierbij niet nodig. Indien inzage in het medisch dossier toch vereist is, zoals in de Limburgse casus, kan dit alleen door of onder verantwoordelijkheid van een persoon die is gebonden aan het medisch beroepsgeheim. De gemeente moet dan wel uit te leggen waarom het niet met een andere methode kan. Lees ook: Het beroepsgeheim in de zorg: alles wat zorgverleners moeten weten!

Het oordeel van de rechter

Volgens het oordeel van de rechter was het controleplan algemeen van aard en gold het niet alleen voor deze specifieke jeugdhulpaanbieder. Tevens is er niet voldaan aan de vereiste vier stappen voor een materiële controle. Door de getrapte systematiek kan er van de jeugdhulpaanbieder dan ook niet vereist worden om mee te werken aan de detailcontrole.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Van een aanbieder van jeugdhulp kan alleen worden verplicht medewerking te leveren als aan alle wettelijke vereisten van de  controle is voldaan. Voor een jeugdhulpaanbieder is het daarom van belang om na te gaan of een materiële controle voldoet aan de vier wettelijke vereisten. Pas nadat een materiële controle is uitgevoerd kan een detailcontrole volgen. Het is in beginsel dus niet mogelijk om direct over te gaan op de controle van een dossier. Vraagt de gemeente direct persoonsgegevens op? Dan is het raadzaam om een toelichting te vragen aan de gemeente. Hierbij kunt u verwijzen naar de Regeling Jeugdwet. Voor jeugdhulpaanbieders die onderworpen zijn aan controles en vragen hebben over de rechtmatigheid ervan, met name betreffende inzage in medische dossiers van cliënten, staat ons team klaar om te helpen. Neem gerust contact op met een van onze medewerkers! ECLI:NL:RBLIM:2023:4475 Jody Esveldt [post_title] => Moet je meewerken aan een controle binnen de Jeugdwet? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => moet-je-meewerken-aan-een-controle-binnen-de-jeugdwet [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-10 10:41:31 [post_modified_gmt] => 2023-08-10 08:41:31 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37913 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 37835 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-08-07 13:52:58 [post_date_gmt] => 2023-08-07 11:52:58 [post_content] => Kan de vormgeving van een chalet zijn beschermd met auteursrecht? En kun je dan optreden tegen iemand die een kopie ervan aanbiedt? Deze vragen kwamen aan de orde in een procedure[1] tussen een partij die een chalet (de Rushmore) had ontwikkeld en daar auteursrecht op claimt en partijen die hetzelfde chalet later op de markt hadden gebracht. Hieronder zijn afgebeeld afbeeldingen van de chalets (van links naar rechts) van de Rushmore en van de twee andere partijen. Chalets         Het bedrijf dat de Rushmore had ontwikkeld stelde dat deze auteursrechtelijk was beschermd op basis van de totaalindruk die volgt uit de combinatie van alle creatieve keuzes die gemaakt waren bij de Rushmore. De Rushmore zou een unieke combinatie van kenmerken bezitten, waarmee het ontwerp zich onderscheidt van het in november 2019 bestaande vormgevingserfgoed (de ontwerpen die op dat moment publiek bekend waren). Zij noemt daarbij de volgende kenmerken:

De industriële hoekige uitstraling:

i. waarbij het dak in ieder geval overhangt aan de voorzijde en beide zijkanten, ii. en het dak een overdekt terras vormt (inclusief spotjes) door het leunen op twee strakke pilaren, iii. een kenmerkend uitstekend blok aan de entreezijde; waarbij iv. het blok een deur bevat en twee asymmetrisch geplaatste ramen; en v. aan de achterzijde nog een extra raam is geplaatst; waarbij vi. de kozijnen van de ramen en de deur een contrasterende kleur hebben ten opzichte van vii. de verticale houtkleurige panelen van de bekleding van het blok; waarbij ook een contrast wordt gevormd met de viii. horizontale grijstint bekleding op de rest van het chalet; ix. een dubbele raampartij aan de zijkant van het chalet direct naast het uitstekende blok x. een dubbele raampartij met deuren richting het terras; xi. twee ramen aan de andere lange zijde van het chalet, waarbij het eerste raam geplaatst is in de woonruimte en het tweede raam in de slaapkamer met twee losse bedden De rechtbank had eerder geoordeeld dat de Rushmore niet auteursrechtelijk was beschermd en had de vorderingen afgewezen. Het gerechtshof komt in hoger beroep tot het oordeel dat er in hoger beroep geen spoedeisend belang meer is bij de voorzieningen die het bedrijf vordert. Deze zullen dus niet alsnog worden toegewezen. Inmiddels is namelijk, naar het oordeel van het hof, duidelijk geworden dat er maar sprake is van één exemplaar van het desbetreffende chalet aan de zijde van gestelde inbreukmakers. Dit exemplaar wordt al geruime tijd tevergeefs te koop aangeboden en de aanbieders zijn niet van plan méér exemplaren van dit chalet met hetzelfde ontwerp te kopen of verkopen. Het hof vindt verder dat het bedrijf in het hoger beroep van het kort geding onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat zij nadeel van deze situatie heeft ondervonden of ondervindt. Het hof overweegt dat sprake is van auteursrechtelijke bescherming van het chalet: “Op basis van de hoekige industriële uitstraling en de door [appellante] opgesomde elementen i. tot en met xi. (r.o. 3.14.) met als aanvulling dat het dak een zogenaamd lessenaarsdak is (dus met schuine hoek), komt het hof in dit kort geding tot het voorlopige oordeel dat de Rushmore op grond van die totale combinatie een auteursrechtelijk beschermd werk is. Juist de combinatie van die elementen vertoont vrije creatieve keuzes van de maker en geeft de Rushmore een kenmerkende uitstraling (zoals te zien op de foto). De genoemde totale combinatie komt als zodanig ook niet voor in het relevante vormgevingserfgoed. Partijen zijn het erover eens dat er tegenwoordig voor chalets als deze (naast de in het verleden gangbare wat klassiekere stijl) sprake is van een meer eigentijdse stijl. Bij de Rushmore is voldoende op eigen wijze uiting gegeven aan die vigerende, modernere stijl. Al met al vormt de Rushmore een eigen intellectuele schepping van de maker“. Het hof overweegt verder dat met het aangeboden chalet inbreuk werd gemaakt op het auteursrecht van het bedrijf. Het hof overweegt dat het bedrijf ten tijde van het uitspreken van het arrest onvoldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen. Immers er was slechts sprake van één inbreukmakend product en dat wordt niet meer aangeboden. Het gaat hier dus alleen nog over de kosten van de procedures. Daarover oordeelt het hof dat de proceskosten die het bedrijf aan de andere partijen heeft betaald, op basis van het rechtbank vonnis, terug betaald moeten worden. In hoger beroep moet ieder de eigen proceskosten dragen.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Er kan dus auteursrecht bestaan op de vormgeving van objecten zoals een chalet. Daarvoor zul je concreet moeten benoemen waar de creatieve keuzes zijn gemaakt door de ontwerper van het chalet. In deze zaak zijn dat de keuzes die beschreven zijn bij de ‘industriële hoekige uitstraling’:
  • Over de vraag of auteursrecht is ontstaan valt te twisten. Dat blijkt uit deze uitspraak waarbij de rechtbank vond dat er geen auteursrecht is ontstaan, terwijl het gerechtshof anders oordeelt. Helaas is het rechtbank vonnis niet gepubliceerd.
  • Vooral bij ‘gebruiksvoorwerpen’ (‘producten van industriële vormgeving’) wordt nog wel eens getwist over de vraag of auteursrecht is ontstaan. Met name wanneer vormgevingskeuzes zijn bepaald of ingegeven door functionele overwegingen. Zoals de, nog steeds niet uitgeprocedeerde, kwestie tussen Philips en Lidl over over inbreuk op het Arcitec model scheerapparaat van Philips door het Silvercrest model van Lidl.
Scheerapparaat Silvercrest        
  • Op basis van auteursrecht kun je optreden tegen iedereen die een kopie ervan aanbiedt.
Voor meer informatie over het beschermen van productvormgeving en het optreden tegen inbreuk op auteursrecht op productvormgeving, kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). [1] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 11 juli 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2253 Jos van der Wijst 2 [post_title] => Auteursrecht op chalets; ja / nee? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => auteursrecht-op-chalets-ja-nee [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-07 14:37:01 [post_modified_gmt] => 2023-08-07 12:37:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37835 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 37828 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-08-07 10:34:29 [post_date_gmt] => 2023-08-07 08:34:29 [post_content] => Het gebruik van AI in bedrijfsactiviteiten neemt steeds meer toe en biedt talrijke voordelen. Het is echter essentieel voor bedrijven om de mogelijke impact van algoritmes op mensenrechten in overweging te nemen. Het uitvoeren van een Impact Assessment voor Mensenrechten bij de inzet van Algoritmes (IAMA) stelt bedrijven in staat om potentiële risico's en schendingen van mensenrechten te identificeren en aan te pakken. In deze blog zullen we bespreken waarom een IAMA specifiek voor bedrijven van groot belang kan zijn.

Ethische problemen in de praktijk voorkomen

Door het uitvoeren van een IAMA kunnen bedrijven potentiële ethische zorgen identificeren die verband houden met hun algoritmische systemen. Dit omvat vooroordelen, discriminatie of inbreuken op de privacy die kunnen voortvloeien uit algoritmische besluitvorming. Het identificeren en aanpakken van deze zorgen in een vroeg stadium stelt bedrijven in staat om mogelijke reputatieschade, juridische implicaties en verlies van consumentenvertrouwen te beperken. Zo zou bijvoorbeeld een advertentieplatform of online retailer een IAMA uit kunnen voeren om ervoor te zorgen dat de targetingcriteria niet discrimineren, wanneer zij algoritmes gebruiken om producten aan te bevelen. Verder zou een bedrijf dat een chatbot gebruikt om klantenservice te bieden, een IAMA kunnen uitvoeren om ervoor te zorgen dat de chatbot geen discriminerende of beledigende taal gebruikt en dat de beslissingen en aanbevelingen van de chatbot transparant en eerlijk zijn voor alle gebruikers, zonder enige vorm van vooroordeel.

Opbouwen van consumentenvertrouwen

Consumenten hechten er veel waarde aan als bedrijven ethische normen handhaven en mensenrechten respecteren. Door een IAMA uit te voeren, tonen bedrijven hun inzet voor transparant en verantwoord gebruik van algoritmes. Dit kan het consumentenvertrouwen vergroten en het gebruik van de AI-toepassing vergroten, waardoor de voordelen van het AI-systeem optimaal benut kunnen worden.

Uitvoeren IAMA

Het uitvoeren van een IAMA is cruciaal voor bedrijven om ethische en juridische implicaties van algoritmische besluitvorming aan te pakken. Door potentiële risico's te identificeren, transparantie te bevorderen en consumentenvertrouwen op te bouwen, kunnen bedrijven optimaal profiteren van AI-technologieën.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:

Wat is een IAMA?
Waarom een IAMA uitvoeren?
Wanneer moet een IAMA worden uitgevoerd?
IAMA in de zorg
Jos van der Wijst [post_title] => IAMA voor bedrijven [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => iama-voor-bedrijven-2 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 10:40:18 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:40:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37828 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 37813 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-08-04 13:44:53 [post_date_gmt] => 2023-08-04 11:44:53 [post_content] => Wat kun je doen wanneer ex-medewerkers bij de concurrent gaan werken en de concurrent vervolgens met een vermoedelijke kopie van jouw software op de markt komt? Hoe bewijs je dat? Hoe pak je dat aan? Kun je bewijsbeslag laten leggen? En wat heb je daaraan? Kun je een deskundige dan inzage laten krijgen in de broncode en die vergelijken met jouw broncode? Kan de software ook een bedrijfsgeheim zijn? En hoe baseer je dan een vordering op basis van je bedrijfsgeheim? Vragen die je concurrentiepositie raken. Ze kwamen aan de orde in een procedure[1] tussen twee softwareontwikkelaars (Relatics en Semantx). Nadat drie medewerkers van Relatics zijn vertrokken en bij Semantx zijn gaan werken, komt Semantx met een softwareplatform dat verdacht veel zou lijken op het softwareplatform van Relatics. Relatics stelt dat sprake moet zijn van het kopiëren van (delen van de) broncode van Relatics door Semantx. Dit omdat Semantx in zo’n korte tijd nooit een dergelijk softwareplatform had kunnen bouwen zonder inbreuk te maken op het auteursrecht van Relatics op de software en zonder de bedrijfsgeheimen van Relatics te schenden. Relatics heeft verlof gekregen om bewijsbeslag te mogen leggen. Dat beslag is door een deurwaarder gelegd. In de hoofdzaak komt Relatics met een incidentele vordering. In het incident vordert Relatics diverse verklaringen voor recht die erop neerkomen dat Semantx inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Relatics, bedrijfsgeheimen heeft geschonden en onrechtmatig heeft gehandeld door gebruik te maken van de wanprestatie van de oud-werknemers van Relatics. Verder vordert Relatics dat er een deskundige wordt benoemd die onderzoek moet gaan doen naar de inbeslaggenomen bescheiden, deze moet vergelijken met informatie van Semantx (zoals de broncode van Semantx) en dan verschillende onderzoeksvragen moet beantwoorden. Dit zijn dan vragen zoals: “Treft u in de in beslag genomen bescheiden codefragmenten of andere bestanden aan die geheel of gedeeltelijk dezelfde of overeenstemmende algoritmische logica beschrijven waarmee de Relatics software bij het zoeken op een zoekterm, de juiste vindresultaten oplevert, ondanks dat tekst allerlei opmaak bevat?”.

Auteursrecht inbreuk

De rechtbank wijst de vorderingen van Relatics echter af. Relatics vorderde in eerste instantie inzage en afschrift van de in beslag genomen bescheiden op grond van art. 843a Rv. Bij wijziging van eis heeft zij deze vordering ingetrokken en de eerder beschreven vorderingen ingesteld. De rechtbank overweegt dat Relatics nu, materieel, een voorlopig deskundigenbericht vordert waarbij de broncode van Semantx wordt vergeleken met die van Relatics. Dat kan niet op grond van art. 843a Rv. Op grond van art. 843a Rv kan alleen inzage of afschrift van (de in beslag genomen) bescheiden worden gevorderd. Daarnaast overweegt de rechtbank dat Relatics onvoldoende heeft gesteld om een dergelijk deskundigenonderzoek te rechtvaardigen. De rechtbank overweegt daarbij “Verder betekent gelijkenis qua functionaliteiten op zichzelf niet dat inbreuk is gemaakt op auteursrecht en/of gebruik is gemaakt van bedrijfsgeheimen. Immers, functionaliteiten zijn als zodanig niet auteursrechtelijk beschermd, terwijl op geen enkele manier is aangetoond dat de functionaliteiten van de Relatics software als zodanig een bedrijfsgeheim vormen”. Verder ziet de rechtbank geen aanleiding om, vooruitlopend op de inhoudelijke behandeling van de hoofdzaak, reeds nu de broncodes van Relatics en Semantx door een deskundige te laten vergelijken.

Bedrijfsgeheimen

Ten aanzien van de bedrijfsgeheimen overweegt de rechtbank dat Relatics in het geheel niet heeft gesteld om welke concrete bedrijfsgeheimen het gaat. Relatics zou die bedrijfsgeheimen alleen aan de deskundige willen verstrekken. Die informatie zou dan noch bij de rechtbank, noch bij Semantx bekend worden. Dat verdraagt zich niet met het beginsel van interne openbaarheid van de procedure en bij het stelsel van de wet dat verlangt dat beide partijen gelijk zijn geïnformeerd. Relatics had ook kunnen verzoeken om een vertrouwelijkheidsregime van toepassing te verklaren. Dat heeft zij niet gedaan. De vorderingen worden afgewezen en Relatics wordt in de proceskosten veroordeeld (25% IE, 75% bedrijfsgeheimen).

Wat betekent deze uitspraak voor de praktijk:

  • Je kunt toestemming krijgen om beslag te laten leggen op digitale bestanden bij een concurrent. Daarmee krijg je nog geen inzage in deze bestanden. Dat moet je in een procedure vorderen. Tot dat moment weet je niet wat het beslag heeft opgeleverd. Maar data (bescheiden) zijn wel veilig gesteld en liggen in bewaring bij een deurwaarder.
  • Je kunt in een procedure ook vorderen dat er een deskundige wordt benoemd om de broncode van de concurrent te onderzoeken. Maar daarvoor zul je wel een betere onderbouwing moeten hebben dan ‘het kan toch niet zo zijn dat zij in zo’n korte tijd eenzelfde software ontwikkelde hebben’.
  • Software kan auteursrechtelijk zijn beschermd. De functionaliteit van software is niet beschermd met auteursrecht. De concrete uitvoering van een functionaliteit kan wel beschermd zijn. Maar dan moeten daarbij ‘creatieve keuzes’ zijn gemaakt. Dat is lastig wanneer keuzes louter zijn bepaald door functionaliteit. Het overnemen van functionaliteiten van software kan auteursrecht inbreuk opleveren. Zie een eerder blog
  • Software kan als een bedrijfsgeheim beschermd zijn. Het schenden van bedrijfsgeheimen is onrechtmatig. Wil een vordering slagen dan zul je wel concreet moeten maken wat het bedrijfsgeheim inhoudt. En dat wil je nu juist niet omdat het een geheim is. Daar is een speciaal beschermingsregime voor beschreven in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering ( 1019 ia – ie Rv). Dat kan zelfs betekenen dat de rechter bepaalt dat slechts een beperkt aantal personen toegang krijgen tot de vertrouwelijke informatie (het bedrijfsgeheim). Maar dan moet je het wel vorderen.
Voor meer informatie over het beschermen van software en het optreden tegen inbreuk op auteursrecht op software of schending van bedrijfsgeheimen, kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst (wijst@bg.legal). [1] Rechtbank Rotterdam 7 juni 2023, C/10/60790 (Relatics B.V. tegen Semantx B.V.) Jos van der Wijst 1 [post_title] => Inbreuk op auteursrecht met softwareplatform [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => inbreuk-op-auteursrecht-met-softwareplatform [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-04 13:44:53 [post_modified_gmt] => 2023-08-04 11:44:53 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37813 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 37792 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-08-03 15:18:00 [post_date_gmt] => 2023-08-03 13:18:00 [post_content] => Steeds meer overheden zijn aan het experimenteren met AI-systemen. Hierbij wordt er gekeken of een AI-systeem nuttig en wenselijk is en of het systeem past bij de behoeftes van de organisatie. Hoewel er bij experimenteren niet zo snel een aanbesteding nodig zal zijn, verandert dit als een overheid voor langere termijn een systeem wil gaan inzetten. Waar moet je op letten bij het aanbesteden voor een AI-systeem?

Behoeftes

De eerste stap van iedere aanbesteding is het bepalen van de behoefte van de gebruiker. Hier zullen misschien al de eerste moeilijkheden ontstaan. Hoe formuleer je de behoeftes van de gebruiker van een AI-systeem? Het kan de moeite waard zijn om hiervoor een marktconsultatie te starten. Hiermee kan je erachter komen wat leveranciers denken te kunnen leveren en met welke garanties. De gemeente Amsterdam heeft een aantal algemene behoeftes geformuleerd die het overwegen waard zijn:
  • Technische transparantie: hoe werkt het systeem. Is het uit te leggen? Is het te auditen?
  • Procedurele transparantie: wat is het doel van het systeem en hoe is het gemaakt? Welke keuzes en aannames zijn er gemaakt en welke data is er gebruikt.
  • Uitlegbaarheid: hoe is het systeem tot een bepaalde beslissing gekomen? Dit is vooral van belang als een systeem beslissingen neemt die burgers persoonlijk raken.

Doelen

Bij het inzetten van AI-systemen is het van groot belang dat je bepaalt wat het doel is van de inzet. Specifiek, welk beleidsdoel wordt hiermee nagestreefd? Het doel van een AI-systeem zal vaak ook in direct verband staan met de verwerkingsgrondslag, als er persoonsgegevens worden gebruikt. Als er ook secundaire beleidsdoelen zijn bij de aanbesteding voor het gebruik van het AI-systeem, is het van belang om dit op te nemen in de aanbesteding, want dan kunnen leveranciers zorgen dat hun systeem daar ook geschikt voor is.

Minimumvoorwaarden

Als de behoefte(s) en doel(en) duidelijk zijn, kan je minimumvoorwaarden gaan bepalen. Hierbij is de gemeente Amsterdam weer een mogelijke bron van inspiratie. Ze heeft namelijk modelvoorwaarden voor algoritmische toepassingen opgesteld. Naast deze voorwaarden kan je ook nog denken aan specifieke functionele eisen, zoals bepaalde prestatiegaranties, uitlegbaarheid of controlemogelijkheden.

Gunning en selectie

Het opstellen van de gunningscriteria zal in goed overleg met de toekomstige gebruiker moeten gebeuren. De prijs zal hierbij naast kwaliteit uiteraard ook altijd een rol spelen. Bij het eventueel gebruiken van selectiecriteria waarmee het aantal gegadigden voor een inschrijving wordt teruggebracht, kun je aan de volgende aspecten denken: heeft dit bedrijf ooit een datalek gehad en waar wordt eventuele data opgeslagen.

Conclusie

De behoeftes, beleidsdoelen en minimumvoorwaarden zijn van groot belang bij een aanbesteding voor een AI-systeem, omdat het moeilijk is om puur op gunningscriteria meerdere systemen te vergelijken. Met goede minimumvoorwaarden weet je zeker dat je een AI-systeem koopt wat voldoet aan duidelijke eisen op het gebied van transparantie, kwaliteit en beheer. Als je advies wil bij het aanbesteden van een AI-systeem, neem dan contact op met Rik Wevers (wevers@bg.legal). Jos van der Wijst [post_title] => Blog AI-systemen in aanbestedingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => blog-ai-systemen-in-aanbestedingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-01 14:53:18 [post_modified_gmt] => 2024-07-01 12:53:18 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37792 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 38121 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-08-23 13:24:39 [post_date_gmt] => 2023-08-23 11:24:39 [post_content] => Sinds 1 juli 2021 zijn rookruimtes niet meer toegestaan in (semi)-publieke en openbare gebouwen, inclusief de zorgsector. In het Nationaal Preventieakkoord zijn ook specifieke maatregelen afgesproken om in 2030 de zorg compleet rookvrij te maken. Maar mag dit ook voor privéruimtes?

Toepasselijke wet- en regelgeving

De Tabaks- en rookwarenwet reguleert het rookverbod, waarbij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht houdt op de naleving door ondernemers. Hoewel het rookverbod van kracht is voor werkplekken en openbare gebouwen, zijn er enkele uitzonderingen, waaronder privéruimtes in zorginstellingen.

Wat valt er onder privéruimte?

In de wet wordt niet exact gedefinieerd wat er onder een privéruimte valt. De Brancheorganisatie Zorg verstaat onder privéruimte een ruimte die exclusief door de cliënt gebruikt wordt en waar hij voor langere tijd verblijft. Op een kamer die wordt gedeeld met anderen cliënten of een tijdelijk kamer (bijvoorbeeld in een ziekenhuis) is het rookverbod dus van toepassing. De kamer van een cliënt is echter tevens de werkplek van de medewerkers van de zorginstelling. En op werkplekken is het wel verplicht om een rookverbod in stellen. Hoe zit dat dan?

Toch een rookverbod op de plaatsen waar dit niet verplicht is

Binnen de huisregels van zorginstellingen kan worden vastgelegd dat het rookverbod ook van toepassing is in de open lucht of privéruimtes. Hier gaat het om een belangenafweging door de zorgaanbieder. Werknemers hebben het recht op bescherming van hun gezondheid. Aan de andere kant hebben cliënten de vrijheid om hun leven naar eigen inzicht in te richten en moet hun persoonlijke levenssfeer worden beschermd. Huisregels die betrekking hebben op de huidige bewoners lijken een te grote inbreuk te zijn op de persoonlijke levenssfeer van de cliënten. Voor nieuwe cliënten is dit anders. Zij hebben vooraf de keuze om met het beleid in te stemmen of zich tot een andere zorginstelling te wenden. Voor de vooraf goed geïnformeerde cliënt wordt het lastig om zich achteraf te beroepen op zijn grondrechten indien hij/zij toch in de privéruimte wil roken. Op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (WMCZ 2018) moet de cliëntenraad instemmen met huisregels die betrekking hebben op de kwaliteit, veiligheid en hygiëne. Tevens moet de ondernemingsraad instemmen met deze huisregels als deze de arbeidsomstandigheden van werknemers raken. Eerder schreven we al een artikel over het rookbeleid. Hierin beschreven we een zaak waar de rechter het rookbeleid van de zorginstelling niet kon beoordelen, omdat deze niet was opgenomen in de huisregels.

Overwegingen voor de thuiszorg

Indien de woning van de cliënt zich buiten het gebouw van de zorginstelling bevind kan er geen rookverbod worden ingesteld. Werkgevers zijn echter nog steeds verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkplek voor werknemers. De juridische mogelijkheden lijken beperkt, maar de werkgever kan bijvoorbeeld wel afspraken met de cliënt maken dat de kamer gelucht moet worden voordat de hulpverlener op bezoek komt. Ook kan de werkgever kijken of de hulpverleners die rookvrij willen werken enkel bij niet-rokende cliënten geplaatst kunnen worden.

Conclusie

Hoewel een rookverbod in privéruimtes inbreuk kan maken op de persoonlijke levenssfeer, is het niet onmogelijk. Overweegt u een rookverbod in de privéruimtes in te stellen? Zorg er dan voor dat u dit duidelijk communiceert aan nieuwe cliënten. Indien huidige cliënten niet willen stoppen dienen goede afspraken gemaakt te worden tussen de zorginstelling en haar werknemers enerzijds en de cliënten anderzijds. Heeft u vragen over het rookverbod of de huisregels? Of heeft u een meer algemeen (zorg)vraagstuk? Neem dan gerust contact met ons op! Jody Esveldt 1 [post_title] => Rookverbod in privéruimtes: een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => rookverbod-in-priveruimtes-een-inbreuk-op-de-persoonlijke-levenssfeer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-24 14:19:08 [post_modified_gmt] => 2023-08-24 12:19:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=38121 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1413 [max_num_pages] => 142 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 2c1d380e1489168dfb075bb98958376d [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Sinds 1 juli 2021 zijn rookruimtes niet meer toegestaan in (semi)-publieke en openbare gebouwen, inclusief de zorgsector. In het Nationaal Preventieakkoord zijn ook specifieke maatregelen afgesproken om in 2030 de...
Lees meer
Steeds vaker maken ondernemingen gebruik van apps ter exploitatie van hun waren en/of diensten. Een app ontwikkelen brengt echter kosten met zich, zeker als een app bouwer moet worden ingeschakeld...
Lees meer
In de zorgsector spelen technologische innovaties een steeds grotere rol. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van ChatGPT in uw dagelijkse praktijk, het gebruik van AI in de zorg met therapeutische...
Lees meer
Weet je zeker dat je de foto’s mag gebruiken? Lees hieronder waarom je beter geen afbeeldingen kunt gebruiken zonder expliciete toestemming van de rechthebbende… Waar gaat de zaak over? Eisers...
Lees meer
De inwerkingtreding van de Wet toetreding zorgaanbieders en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders op 1 januari 2022 heeft onder meer geleid tot een wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG)...
Lees meer
In het kader van de Jeugdwet kunnen aanbieders van jeugdhulp geconfronteerd worden met controles van de gemeente om de rechtmatigheid en doelmatigheid van geleverde jeugdhulp te waarborgen. Maar in hoeverre...
Lees meer
Kan de vormgeving van een chalet zijn beschermd met auteursrecht? En kun je dan optreden tegen iemand die een kopie ervan aanbiedt? Deze vragen kwamen aan de orde in een...
Lees meer
Het gebruik van AI in bedrijfsactiviteiten neemt steeds meer toe en biedt talrijke voordelen. Het is echter essentieel voor bedrijven om de mogelijke impact van algoritmes op mensenrechten in overweging...
Lees meer
Wat kun je doen wanneer ex-medewerkers bij de concurrent gaan werken en de concurrent vervolgens met een vermoedelijke kopie van jouw software op de markt komt? Hoe bewijs je dat?...
Lees meer
Steeds meer overheden zijn aan het experimenteren met AI-systemen. Hierbij wordt er gekeken of een AI-systeem nuttig en wenselijk is en of het systeem past bij de behoeftes van de...
Lees meer