Een geslaagd WHOA-akkoord: geen terugbetalingsverplichting voor reeds betaalde schuldeisers

04 dec 2023

De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) biedt ondernemingen de mogelijkheid om hun schulden te herstructureren via een akkoord dat bindend is voor alle in het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Het akkoord kan ook worden opgelegd aan tegenstemmende schuldeisers, mits goedgekeurd door de rechter. Op deze manier kunnen schulden buiten faillissement geherstructureerd worden. In een onlangs gepubliceerd vonnis kwam de vraag aan de orde of reeds betaalde schulden achteraf nog gesaneerd kunnen worden. Als dat het geval is zouden deze schuldeisers de ontvangen betalingen moeten terugstorten.

De feiten

Bij vonnis van 3 augustus 2023 wordt een WHOA-akkoord door de Rechtbank Midden-Nederland gehomologeerd (goedgekeurd). De onderneming, een zelfbedieningsgroothandel in de horecabranche, kwam door veranderende marktomstandigheden, hoge verhuiskosten en een dalende omzet als gevolg van de coronacrisis in financiële problemen. Een herstructurering via de WHOA bleek de enige mogelijkheid om faillissement te voorkomen.

De onderneming besloot om 20 november 2022 als peildatum te hanteren. Alleen schulden die op deze datum bestonden werden meegenomen in het akkoord. Daarnaast werden schuldeisers en aandeelhouders onder het akkoord ingedeeld in vijf klassen. De hoogte van de uitkering onder het akkoord verschilde per categorie. Elke klasse heeft voor het akkoord gestemd en niemand heeft zich tegen het akkoord uitgesproken. Wel zijn er twee schuldeisers die geen stem hebben uitgebracht, omdat zij na de peildatum per ongeluk volledig zijn betaald als gevolg van een automatische incasso. Hierdoor waren zij niet langer stemgerechtigd onder het akkoord. De Belastingdienst eiste in het kader van zijn medewerking aan de totstandkoming van het akkoord echter dat de bedragen door deze schuldeisers werden terugbetaald. De onderneming heeft vervolgens geprobeerd om via een aanvullende mededeling op het WHOA-akkoord een terugbetalingsverplichting op te leggen aan de betreffende (gewezen) schuldeisers. Hoe is de rechter hiermee omgegaan bij de beoordeling van het akkoord?

De beoordeling

De rechtbank heeft overwogen dat de WHOA geen wettelijke regeling bevat over een datum waarop schulden worden gefixeerd zoals dat bijvoorbeeld wel het geval is in faillissement. Hierdoor bestaat geen algemene (wettelijke) rechtsgrond tot terugbetaling. De vraag is of zo’n rechtsgrond wel bestaat in geval van goedkeuring van het akkoord door de rechtbank. De bedoeling van de aanbieder van het akkoord was dat het door de betreffende schuldeisers teveel ontvangen bedrag zou worden verrekend met toekomstige verplichtingen. In het akkoord is hierover echter geen uitdrukkelijke bepaling of informatie opgenomen. Slechts is vermeld dat de betreffende schuldeisers behoren tot de schuldeisers uit de vierde categorie. Op basis van deze enkele vermelding in het akkoord kan volgens de rechtbank niet worden aangenomen dat het akkoord een terugbetalingsverplichting creëert voor de reeds betaalde schuldeisers.

Was de uitkomst anders geweest als wel een uitdrukkelijke terugbetalingsverplichting in het akkoord was opgenomen? Nee. Volgens de rechtbank heeft het aanbieden van een akkoord – en het verzoek tot homologatie daarvan – over het algemeen slechts betrekking op het herstructureren van schulden. Dit houdt in beginsel dus niet in dat via de WHOA aan (gewezen) schuldeisers nieuwe financiële verplichtingen kunnen worden opgelegd. Ten overvloede overweegt de rechtbank nog dat - voor zover wel een terugbetalingsverplichting zou zijn ontstaan – dit niet tot een andere uitkomst zou leiden op grond van een belangenafweging. Dus ook in dat geval zou de rechtbank het akkoord hebben goedgekeurd.

De conclusie

In geval van het aanbieden van een (WHOA-)akkoord doet de aanbieder van het akkoord er verstandig aan om automatische incasso’s (van schulden die onder het akkoord vallen) te laten blokkeren. Als het akkoord zelf geen uitdrukkelijke terugbetalingsclausule bevat, dan bestaat geen rechtsgrond voor het terugvorderen van reeds betaalde schulden. Bevat het akkoord wel een uitdrukkelijke terugbetalingsclausule, dan is het nog maar de vraag of deze bepaling wel kan worden opgelegd aan schuldeisers via de WHOA. De rechtbank heeft hier nog geen definitief oordeel over gegeven, maar lijkt wel te impliceren dat het opleggen van een terugbetalingsverplichting via de WHOA niet mogelijk is. Volgens de rechtbank is het niet de bedoeling om via de WHOA nieuwe financiële verplichtingen op te leggen aan schuldeisers.

Heeft u vragen over de WHOA? Neem dan contact op met een van onze collega’s!

Remco de Jong nieuw 1