Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 8
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 8
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1400
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 70, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 42288
                    [post_author] => 73
                    [post_date] => 2024-05-31 11:49:16
                    [post_date_gmt] => 2024-05-31 09:49:16
                    [post_content] => In een recent arrest heeft de Procureur-Generaal van de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de reikwijdte van het inzagerecht onder artikel 15 AVG. In dit artikel gaan we in op dit arrest en hoe organisaties inzageverzoeken moeten afhandelen.

Achtergrond

De rechtszaak ging over een verzoekster die een inzageverzoek had gedaan bij haar voormalig werkgever. Bij haar bestond de veronderstelling dat collega’s tijdens een arbeidsconflict negatief over haar hadden uitgelaten. Na dit arbeidsgeschil is zij uit dienst gegaan. Om inzicht te krijgen in deze informatie had zij een inzageverzoek ingediend op grond van artikel 15 AVG. Dit verzoek kwam vervolgens bij de voormalig werkgever als verwerkingsverantwoordelijke terecht. De voormalig werkgever had vervolgens een overzicht gegeven van de categorieën persoonsgegevens die zij over haar verwerkte. Verder waren er kopieën van sommige stukken aan haar verstrekt. Haar voormalig werkgever had geweigerd om een adviesaanvraag en het daaropvolgende advies omtrent het arbeidsconflict te overleggen. Volgens de voormalig werkgever maakten deze stukken deel uit van het vertrouwelijke onderhandelingsproces. De verzoekster vond deze reactie ontoereikend en startte een procedure op grond van artikel 35 UAVG. Haar verzoeken werden zowel bij de rechtbank als later het gerechtshof afgewezen. De procureur-generaal heeft nu geadviseerd om ook de cassatieverzoeken af te wijzen.

Wanneer moet een organisatie aan een inzageverzoek voldoen?

Artikel 15 lid 1 AVG geeft iedere betrokkene het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke uitsluitsel te verkrijgen over:
  • Of zijn/haar persoonsgegevens al dan niet worden verwerkt;
  • En zo ja, om inzage te verkrijgen in die persoonsgegevens.
Krijgt een organisatie een inzageverzoek, dan moet zij eerst vaststellen of er inderdaad sprake is van verwerking van persoonsgegevens van de betrokkene. Zo ja, dan dient de betrokkene in beginsel volledig inzage te worden gegeven, tenzij een wettelijke uitzondering van toepassing is. Uitzonderingen op het inzagerecht,  moeten terughoudend worden toegepast.

Aan welke eisen moet een inzageverzoek voldoen?

De organisatie voldoet aan artikel 15 AVG door de betrokkene een overzicht te geven van de categorieën persoonsgegevens die van hem/haar worden verwerkt, aangevuld met de in artikel 15 lid 1 sub a-h AVG genoemde informatie zoals de verwerkingsdoeleinden. Je hoeft dus geen uitputtende lijst te geven van elke specifieke verwerkte datum, documentnaam, afzender etc. De organisatie moet wel daadwerkelijk inzage geven in de verwerkte persoonsgegevens zelf, tenzij een uitzondering van toepassing is. Hierbij mag volstaan worden met ter beschikking stelling van de gehele bronnen/documenten waarin die gegevens zijn opgenomen.

Wanneer kun je een inzageverzoek weigeren?

Uit jurisprudentie blijkt dat organisaties in bepaalde gevallen het inzagerecht mogen inperken. Zo kunnen zij inzage weigeren in documenten die inzicht geven in de onderhandelingspositie van de organisatie bij een juridisch geschil met de betrokkene. Het belang van een ongestoorde gedachtewisseling kan prevaleren boven het inzagerecht. Uit het arrest volgt ook dat in het verwerkingsregister zelf geen inzage hoeft te worden gegeven, omdat dit geen persoonsgegevens bevat. Ten slotte hoeft geen inzage te worden gegeven in de wijze van verwijdering van persoonsgegevens - het inzagerecht ziet immers op de verwerkte gegevens zelf.

Transparantie is key

Een andere belangrijke les is dat organisaties transparant moeten zijn over de uitvoering van een zoekslag naar persoonsgegevens van de betrokkene. De enkele mededeling dat er niets meer is gevonden, is in beginsel voldoende. Wel moet die mededeling geloofwaardig zijn. Concluderend biedt dit arrest duidelijke handvatten voor organisaties bij de behandeling van inzageverzoeken. Zorg voor een deugdelijke respons waarin je aangeeft welke gegevens je verwerkt en verstrek inzage daarin. Wees daarbij transparant over eventuele weigeringsgronden. Een goede vastlegging van de verwerkingen is daarom cruciaal voor organisaties om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. Goede voorbereiding is het halve werk! Vragen? Neem contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Het inzageverzoek onder de AVG [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-inzageverzoek-onder-de-avg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-31 11:49:16 [post_modified_gmt] => 2024-05-31 09:49:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42288 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 42219 [post_author] => 6 [post_date] => 2024-05-29 11:13:04 [post_date_gmt] => 2024-05-29 09:13:04 [post_content] => Wat zijn de mogelijkheden van een merkhouder om op te treden tegen de verkoop van (bewerkte) merkproducten? In hoeverre mogen merkproducten worden aangepast voor verdere verkoop?Deze vragen kwamen aan de orde in een procedure waar NU.nl over berichtte met de kop “Nederlander mag geen zelfgebouwde LEGO-treinen meer verkopen”[1]. Ook volwassenen bouwen LEGO speelgoed. Die volwassenen, die zich Adult Fan of LEGO (“AFOL”) noemen, ontwerpen en bouwen constructies met LEGO-bouwstenen. Sommige handelen daar zelfs (professioneel) in. Dan gaat om het constructies zoals: [gallery size="full" link="file" ids="42226,42228"]             Deze LEGO-bouwstenen worden dan rechtmatig ingekocht. Soms worden deze bewerkt. Bijvoorbeeld doordat er een logo van een derde partij op wordt afgebeeld. Zoals hierboven het NS logo op de trein. Soms worden LEGO-bouwstenen daarbij bewerkt, zoals onderstaand voorbeeld waarbij een metalen kogellager is aangebracht. [gallery size="full" link="file" ids="42230,42232"]

Uitputting?

Centraal stond in deze procedure de vraag of het recht van LEGO om zich te verzetten tegen deze verkoop was “uitgeput”. LEGO verzette zich daartegen met als argument dat de toestand van de LEGO-bouwstenen was aangetast en zonder toestemming van LEGO. En dat zou komen doordat er (een metalen) kogellager in de LEGO-bouwstenen was aangebracht. En daar had LEGO geen toestemming voor verleend. En dat leidde ook tot post-sales klachten. LEGO beriep zich daarbij op haar merkrechten. LEGO heeft het woord LEGO als merk geregistreerd. Dit LEGO-woordmerk is op alle bouwstenen aangebracht. Het LEGO blokje zelf is niet als merk geregistreerd omdat de vorm technisch is bepaald. LEGO heeft wel de vorm van de minifiguurtjes als (vorm)merk geregistreerd: 1234

Oordeel rechter

In dit kort geding[2] moest de voorzieningenrechter oordelen of inbreuk werd gemaakt op de merkrechten van LEGO. De voorzieningenrechter oordeelde dat sprake was van inbreuk op de merkrechten. Daarbij speelde een rol dat:
  • de voorzieningenrechter van belang vond dat de kwaliteit van het plastic van de LEGO-bouwstenen waaraan een (metalen) kogellager is toegevoegd was aangetast en daardoor niet (meer) voldeed aan de (hoge) kwaliteitseisen die daaraan, ook vanuit de voor (kinder)speelgoed geldende eisen voor productveiligheid, worden gesteld;
  • tijdens de zitting de voorzieningenrechter zelf heeft kunnen waarnemen dat “de LEGO-bouwstenen waaraan een metalen kogellager is toegevoegd, zogenaamde stress whitening vertonen”.
  • er onder meer lood was gedetecteerd in de aangebrachte metalen kogellager, hetgeen LEGO problematisch acht.
  • het bedrukken van LEGO-bouwstenen ook kan leiden tot aantasting van de herkomstfunctie van de LEGO-merken;
Dit alles betekende dat degene die deze LEGO producten aanbood:
  • het aanbieden van deze producten moest staken;
  • opgave moest doen van de professionele partijen aan wie hij deze producten had verkocht
  • een rectificatie moest sturen naar zijn klanten
  • een product recall moest uitvoeren onder zijn professionele afnemers (niet zijnde consumenten)
  • een dwangsom verschuldigd werd wanneer hij nogmaals inbreuk zou maken
  • een kostenvergoeding moest betalen (ruim € 16.000,=).
LEGO had ook gevorderd dat er een opgave gedaan moest worden van de gemaakte winst. Die vordering wordt afgewezen omdat daar, in het kader van dit kort geding, geen spoedeisend belang voor bestond.

Wat betekent dit voor merkhouders

In Nederland kunnen merkhouders zich verzetten tegen de verdere verhandeling van hun merkproducten wanneer iets aan de toestand van het product is aangepast. Dat kan zijn:
  • dat er iets aan het product is toegevoegd of aangebracht, zoals in dit geval een (metalen) kogellager.
  • Of dat er een logo van een derde partij op het product is aangebracht, zoals in dit geval het logo van NS op het treinstel.
Ben je merkhouder en wil je optreden tegen de verdere verhandeling van je (gewijzigd) merkproduct, neem dan contact op met mij om je mogelijkheden tot handhaving van je merkrecht (of ander Intellectueel Eigendomsrecht) te bespreken. Word je hierop aangesproken door een merkhouder, ook dan kunnen wij je adviseren over je juridische positie en mogelijkheden. Neem contact op met mij (wijst@bg.legal). [1] NU.nl 28 mei 2024 https://www.nu.nl/economie/6314601/nederlander-mag-geen-zelfgebouwde-lego-treinen-meer-verkopen.html [2] Rechtbank Den Haag, 28 mei 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:7992 Jos van der Wijst [post_title] => LEGO kan optreden tegen verhandeling van LEGO-bouwstenen en minifiguren [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => lego-kan-optreden-tegen-verhandeling-van-lego-bouwstenen-en-minifiguren [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-29 14:26:36 [post_modified_gmt] => 2024-05-29 12:26:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42219 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 42203 [post_author] => 86 [post_date] => 2024-05-27 15:19:22 [post_date_gmt] => 2024-05-27 13:19:22 [post_content] =>

Handhaven van het WobbleWorks octrooi

WobbleWorks ontwikkelt 3D-print pennen en heeft een aantal octrooien geregistreerd over de hele wereld met betrekking daartoe. Als een van de pioniers op het gebied van 3D-print pennen, hebben zij deze octrooirechten actief gehandhaafd, vooral in de Verenigde Staten. Sinds de verlening van hun Europese octrooi nummer EP2928672 (hierna aangeduid als EP’672) lijkt WobbleWorks haar focus naar Europa te hebben verlegd. In februari rapporteerde JUVE Patent dat WobbleWorks een voorlopige voorziening tegen een concurrent had verkregen die aanwezig was bij een beurs in Neurenberg. Dit had tot gevolg dat de concurrent zijn product van de beurs moest verwijderen. Een effectieve manier van het handhaven van een intellectueel eigendomsrecht. [caption id="attachment_42204" align="alignnone" width="300"]fig 1. Figuur 1 Een uitvoeringsvorm van de WobbleWorks 3D-pen in EP'672[/caption]  

Wapperen met het octrooi

Octrooihouders doen er verstandig aan om hun octrooirechten actief te handhaven. Niet alleen omdat het meestal veel investeringen kost om dergelijke octrooirechten te verkrijgen en geregistreerd te houden. Maar ook omdat het niet-handhaven ertoe kan leiden dat later handhaven moeilijker wordt. Echter, bij het handhaven moet men voorzichtig zijn om niet te hard op te treden jegens concurrenten en daarbij het risico te lopen onrechtmatig met een octrooi te “wapperen”. Octrooi “wapperen” betekent dat een octrooihouder een octrooi handhaaft terwijl hij weet, of redelijkerwijs zou moeten weten, dat het betreffende octrooi niet geldig is of dat er geen sprake is van inbreuk. De octrooihouder zal dan de schade, waaronder de juridische kosten, moeten vergoeden die de vermeende inbreukmaker heeft gemaakt om de beschuldigingen te weerleggen. Dit geldt niet alleen bij octrooien, het geldt ook bij andere intellectuele eigendomsrechten zoals auteursrecht. Een voorbeeld van onrechtmatig wapperen is wanneer er een oppositieprocedure loopt met betrekking tot het octrooi en er een redelijke kans bestaat dat het octrooi door deze oppositieprocedure wordt herroepen. In een oppositie geeft een opposant redenen aan waarom het octrooi niet geldig is, bijvoorbeeld dat de uitvinding niet nieuw is. In zo'n geval van oppositie zou de octrooihouder aansprakelijk kunnen worden gesteld voor octrooiwapperen wanneer hij het octrooi toch actief handhaaft en het octrooi wordt herroepen. De consequenties van octrooi wapperen maken het van belang om, alvorens octrooi-inbreuk wordt aangekaart, zeker te zijn dat dit inderdaad het geval is en dat het octrooi niet doorgehaald kan worden. In het geval van WobbleWorks zijn er al twee opposities ingediend tegen EP’672 (link naar het Europese octrooiregister). Mocht EP’672 worden herroepen door deze oppositieprocedures, dan kan WobbleWorks aansprakelijk worden gesteld voor onrechtmatig octrooi wapperen. Dit staat uiteraard los van de vraag of de mogelijk inbreukmakende pen daadwerkelijk inbreuk maakt op EP’672 of niet.

Bepalen van octrooi-inbreuk

Een octrooi-inbreukanalyse kan vrij makkelijk inzicht geven van of er inbreuk is of niet. Mocht het duidelijk zijn dat er geen sprake was van inbreuk, en worden er inbreukacties ondernomen, dan kan sprake zijn van onrechtmatig octrooi wapperen. Aan de andere kant, wanneer uit een octrooi-inbreukanalyse volgt dat er waarschijnlijk wel sprake is van octrooi-inbreuk, dan is het zaak de inbreuk te staken en afspraken te maken met de octrooihouder. Dat kan bijvoorbeeld een gebruikslicentie zijn. Of zelfs een schadevergoeding voor de octrooi-inbreuk in het verleden. Mocht je vragen hebben over octrooi-inbreuk, een inbreukanalyse, al dan niet onrechtmatig wapperen, neem dan contact met me op. Magdaleen Jooste 3 [post_title] => Wappert WobbleWorks onrechtmatig met octrooi-inbreuk? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wappert-wobbleworks-onrechtmatig-met-octrooi-inbreuk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-27 15:19:22 [post_modified_gmt] => 2024-05-27 13:19:22 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42203 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 42189 [post_author] => 71 [post_date] => 2024-05-27 09:29:01 [post_date_gmt] => 2024-05-27 07:29:01 [post_content] => UPDATE 12 augustus 2024: inmiddels is de procedure waar deze blog over gaat, ingetrokken door Da Showstoppaz. De reden is niet duidelijk – er is geen schikking bekend gemaakt -, maar het lijkt er wel op dat Da Showstoppaz zich vrijwillig hebben teruggetrokken.

Da Showstoppaz vs Beyoncé

In een recente rechtszaak wordt Beyoncé aangeklaagd door de muziekgroep Da Showstoppaz. De groep beweert dat de wereldberoemde zangeres zonder toestemming een sample van hun nummer heeft gebruikt in haar hit "Break My Soul" uit 2022. Deze zaak werpt een belangrijk licht op de complexiteit van auteursrechten in de muziekwereld. Het is er een in vele soortgelijke rechtszaken waarin artiesten elkaar beschuldigen van auteursrechtinbreuk door het gebruik – vaak zonder toestemming – van muzieksamples.

Break My Soul, Explode, Release a Wiggle

Het nummer "Break My Soul", van Beyoncés album "RENAISSANCE", werd een grote hit en bereikte in de Verenigde Staten de eerste plaats in hitlijsten. Het bevat een sample van "Explode" van Big Freedia. Echter, "Explode" is op zijn beurt gebaseerd op "Release a Wiggle" van Da Showstoppaz. Dit heeft ertoe geleid dat Da Showstoppaz nu zowel Big Freedia als de platenmaatschappij Sony Music hebben aangeklaagd. Een belangrijk twistpunt in de zaak is dat Beyoncé zou hebben geweigerd om Da Showstoppaz als medeschrijvers te erkennen, wat volgens deze groep een inbreuk op hun auteursrecht inhoudt.

Auteursrecht en samples

Auteursrecht in de muziekwereld is een complex en vaak betwist terrein. Het recht beschermt namelijk de oorspronkelijke makers van creatieve werken, maar in de praktijk is het niet altijd eenvoudig te bepalen wie de rechtmatige eigenaar is van bepaalde muzikale elementen. In het geval van samples, waarbij een deel van een bestaand nummer wordt gebruikt in een nieuw nummer, moet doorgaans toestemming worden verkregen van de oorspronkelijke rechthebbenden. Die toestemming kan worden gegeven in de vorm van een licentie.

Vragen over auteursrecht?

Het gebruik van samples kan bijdragen aan de creativiteit en vernieuwing in muziek, maar het is essentieel dat de oorspronkelijke makers correct worden genoemd en gecompenseerd. Hoe de zaak tussen Da Showstoppaz en Beyoncé zich verder zal ontwikkelen, blijft afwachten, maar het benadrukt eens te meer het belang van auteursrecht in de steeds evoluerende muziekindustrie. Ben je een artiest en heb je vragen over het auteursrecht? Neem contact op met Yvonne Vetjens: 088-1410832. Yvonne Vetjens 1 [post_title] => Beyoncé vs. Da Showstoppaz: gebruikt een ander jouw muzieksamples zonder toestemming? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => beyonce-vs-da-showstoppaz-gebruikt-een-ander-jouw-muzieksamples-zonder-toestemming [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-08-12 14:40:12 [post_modified_gmt] => 2024-08-12 12:40:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42189 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 42183 [post_author] => 6 [post_date] => 2024-05-24 13:46:51 [post_date_gmt] => 2024-05-24 11:46:51 [post_content] => Na een voorstel voor een tekst van de AI Act, wijzigingsvoorstellen van de EU lidstaten en het Europees Parlement en een akkoord op een compromistekst, is de tekst nog een keer nagelopen. Dat heeft geleid tot een tekst die op onderdelen nog is aangepast. Die tekst is nu goedgekeurd.

Wat moet er nu nog gebeuren?

Deze finale tekst moet nog worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Tijdslijn

De dag van publicatie is het moment waarop de termijnen gaan lopen:
  • na 20 dagen: de AI Act treedt in werking;
  • na 6 maanden: de verboden AI toepassingen mogen niet (meer) op de EU markt beschikbaar zijn;
  • na 9 maanden: de Europese Commissie publiceert Codes of Practices voor General Purpose AI models;
  • na 12 maanden: verplichtingen voor General Purpose AI Models gelden, Europese Commissie komt met richtlijnen voor het melden van incidenten met hoog risico AI systemen;
  • na 18 maanden: de Europese Commissie komt met praktische richtlijnen voor het classificeren van AI systemen;
  • na 24 maanden: de Annex III hoog-risico AI systemen moeten aan hun verplichtingen voldoen, de transparantieverplichtingen gelden, de codes of conduct verplichtingen gelden.
  • na 36 maanden: de Annex II hoog-risico AI systemen moeten aan hun verplichtingen voldoen.

Wat te doen?

Nu de tekst van de AI Act definitief is, zal iedereen zich moeten gaan voorbereiden. Natuurlijk is dit het meest urgent voor ontwikkelaars van AI systemen. Maar ook andere partijen moeten zich hierin gaan verdiepen; degene die een AI systeem integreren in hun hardware/software, degene die AI systemen gaan distribueren en degene die AI systemen gaan gebruiken.

AI ontwikkelaars

Zij zullen zich af moeten vragen:
  • valt het door mij ontwikkelde AI systeem onder de definitie van AI (of hoe voorkom ik dat)
  • wanneer het er onder valt: in welke risico-categorie valt mijn AI systeem
  • voldoe ik aan de vereisten voor die klasse of wat moet ik doen om hieraan te voldoen.

AI gebruikers

Dit zal bijna iedereen zijn. Iedereen zal moeten onderzoeken of zijn/haar organisatie (geïntegreerde) AI systemen gebruikt. En dan zal de leverancier moeten aangeven wat de risico-categorie is en of aan de vereisten van die risico-categorie is voldaan.

Voor wie gaat dit werk opleveren

De verwachting is dat voor veruit de meeste AI systemen geen of beperkte gevolgen voortvloeien uit de AI Act. Of er gevolgen zijn blijkt na inventarisatie (AI mapping). Wanneer er wel verboden of hoog-risico AI systemen worden ontwikkeld of gebruikt, dan is er werk aan de winkel. En dan kan 6/24 maanden sneller voorbij zijn dan je denkt.

Hulp?

Mail (wijst@bg.legal) wanneer je hulp wilt bij:
  • onderzoek of naar de classificatie van een AI systeem
  • onderzoek of een AI systeem compliant is met wet- en regelgeving
  • de vragen die je moet stellen aan (potentiële) leveranciers van software
Jos van der Wijst [post_title] => Tekst AI Act definitief [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => tekst-ai-act-definitief [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-24 14:05:37 [post_modified_gmt] => 2024-05-24 12:05:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42183 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 42165 [post_author] => 16 [post_date] => 2024-05-21 09:38:48 [post_date_gmt] => 2024-05-21 07:38:48 [post_content] => Patiënt stopt met het cholesterolverlagende middel Simvastatine en krijgt een herseninfarct. De huisarts had dit als stoprecept voorgeschreven. Een stoprecept wordt voorgeschreven wanneer een arts besluit een bepaald medicijn te stoppen of niet langer voor te schrijven om verschillende redenen.

Het gebeuren

Op 16 november 2016 schrijft de huisarts een stoprecept voor op Simvastatine. Op 18 september 2017 overkomt de patiënt een herseninfarct. Patiënt stelt dat door het stoppen van de Simvastatine het herseninfarct is ontstaan. Patiënt stelt dat de huisarts onzorgvuldig heeft gehandeld en claimt de kosten die hij heeft opgelopen ten gevolge van het herseninfarct. De [verzekeraar] van de huisarts erkent geen aansprakelijkheid. Patiënt stapt naar de rechter.

Onzorgvuldigheid huisarts volgens patiënt:

- Simvastatine had huisarts niet mogen stoppen - Huisarts had hem niet voldoende op de hoogte gebracht v.w.b. de risico’s van het stoppen met het medicijn - De huisarts had onvoldoende controle gehouden na het stoppen met het medicijn.

Verweer huisarts

Er is niet onzorgvuldig gehandeld; - Huisarts werd geconfronteerd met voldongen feit dat patiënt zelf was gestopt met het medicijn - Huisarts heeft stoprecept uitgeschreven om aansluiting te zoeken bij deze feitelijke situatie, op dat moment had patiënt ook geen hoog cholesterol - Focus werd ten tijde van het consult gelegd op gezonde levensstijl en hervatting bloed verlagende medicatie - Het causaal verband tussen het gestelde onzorgvuldig handelen en herseninfarct ontbreekt.

Beoordeling rechter

De hamvraag is of de huisarts heeft gehandeld als een goed hulpverlener. Op initiatief van huisarts gestopt met medicatie? In het huisartsenjournaal is gerapporteerd dat patiënt zelf is gestopt met het innemen van Simvastatine. De rechtbank gaat uit van de juistheid van het huisartsenjournaal. Dat de aantekeningen niet juist zouden zijn is niet aannemelijk gemaakt door de patiënt. Dat patiënt zelf is gestopt met Simvastatine paste ook in het gedrag van de patiënt. Uit het huisartsenjournaal blijkt diverse keren dat hij niet verschijnt op controles of anderszins ‘zijn eigen weg gaat’. De rechtbank houdt het erop dat de patiënt op eigen initiatief is gestopt met Simvastatine. Uitschrijven van het stoprecept Patiënt was al meer dan een maand gestopt met Simvastatine en ook het bloeddrukverlagende middel. Uit controle vlak voor het consult bleek dat de cholesterolwaarden normaal zijn. Het stoppen van Simvastatine was dan ook niet problematisch. De bloeddruk bleek echter niet goed te zijn. Op aandringen van de arts is weer begonnen met het bloeddrukverlagende medicijn. Volgens de rechter heeft de huisarts in de gegeven omstandigheden dan ook niet onzorgvuldig gehandeld. Onvoldoende houden van toezicht en controle De rechter stelt vast dat uit het huisartsenjournaal blijkt dat in de periode na het consult diverse afspraken zijn gemaakt. Patiënt is echter zelf, zonder opgave van reden, niet verschenen. Onder die omstandigheden kan de huisarts niet verweten worden dat zij onvoldoende toezicht en controle heeft gehouden op zijn gezondheidssituatie na afgifte van het stoprecept. Er is geen sprake van onzorgvuldig handelen en de vorderingen van de patiënt worden afgewezen.

Conclusie

In deze zaak oordeelt de rechter dat er niet onzorgvuldig is gehandeld door de huisarts. De rechter komt hiermee nog niet eens toe aan de juridische vraag of er wel causaal verband is tussen het gestelde onzorgvuldig handelen en het herseninfarct. Hetgeen ook nog maar de vraag is. Uit deze uitspraak blijkt verder maar weer eens hoe belangrijk het is voor hulpverleners om het medisch dossier goed op orde te hebben. Edith juist [post_title] => Is de huisarts aansprakelijk voor een herseninfarct na stoppen medicijnen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-de-huisarts-aansprakelijk-voor-een-herseninfarct-na-stoppen-medicijnen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-21 09:56:25 [post_modified_gmt] => 2024-05-21 07:56:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42165 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 42144 [post_author] => 39 [post_date] => 2024-05-17 11:21:59 [post_date_gmt] => 2024-05-17 09:21:59 [post_content] => Mogelijk houden huurverhogingen in de vrije sector geen stand bij de rechter. Dit zou kunnen betekenen dat verhuurders geld moeten terugbetalen aan huurders, dit gaat dan om bedragen die zouden kunnen oplopen tot miljarden euro’s, zo wordt in de media gemeld. In dit artikel gaan we in op het jarenlang gevolgde uitgangspunt van huurverhogingsberekeningen en de potentiële gevolgen wanneer de Hoge Raad dit aanmerkt als een oneerlijk beding op grond van Europees recht.

Huurverhogingsberekening

Al jarenlang is het uitgangspunt om de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector te berekenen met een optelsom van de inflatie met daarbovenop een percentage opslag. Dit is het ‘huurverhogingsbeding’ dat kan worden opgenomen in de huurovereenkomst. In verschillende uitspraken werd echter door kantonrechters geoordeeld dat deze berekening in strijd is met de Europese Richtlijn die ziet op de bescherming van de consumenten tegen oneerlijke bedingen in overeenkomsten. Dit betrof tot nu steeds individuele zaken, waarbij er steeds eigen afwegingen werden gemaakt door de behandelende rechter. In januari heeft de Rechtbank Amsterdam echter prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. Een prejudiciële vraag is een rechtsvraag van een rechter aan de Hoge Raad. Dit is mogelijk wanneer hetzelfde vraagstuk aan orde is in een groot aantal zaken. Het antwoord van de Hoge Raad is vervolgens richtinggevend en zal dus invloed hebben op de lopende en toekomstige zaken. De Hoge Raad buigt zich daarom nu over de vraag hoe de berekening van huurverhoging zich verhoudt tot de Europese Richtlijn.

Prejudiciële vragen

De volgende vragen zijn gesteld aan de Hoge Raad:
  • Kan een huurverhogingsbeding op grond waarvan de huurder bovenop de inflatie een opslag van maximaal 3 procent mag rekenen worden aangemerkt als een oneerlijk beding? Welke maatstaven gelden bij de beoordeling?
  • Wanneer een deel van het huurverhogingsbeding als oneerlijk is aan te merken, moet het beding dan in zijn geheel vernietigd worden, of is alleen het oneerlijke deel vernietigbaar?
  • Moet de rechter ingeval van een oneerlijk beding ook ambtshalve nagaan wat er vanaf het begin van de huurovereenkomst teveel is betaald en dat bedrag aftrekken van de gevorderde huurachterstand?
  • Kan de verhuurder zich beroepen op verjaring, wanneer de huurder de te veel betaalde huurverhogingen terugvordert?
  • Is er een andere beperking ten aanzien van de periode waarover de huurder de ten onrechte betaalde huurverhogingen kan terugvorderen?

Oneerlijk beding

Volgens de rechters was er om de volgende redenen sprake van een oneerlijk beding:
  • Een percentage opslag bovenop jaarlijkse inflatie kan het evenwicht tussen de huurder en de verhuurder verstoren.
  • Voor de opslag bestaat geen redelijke grond.
  • Er bestaat voor huurders geen reële mogelijkheid om over te stappen van leverancier van huurgenot door het huidige woningtekort.
Volgens vertegenwoordigers van huurders is het belangrijk dat huurovereenkomsten nu worden bekeken door de Hoge Raad. Dit is noodzakelijk voor transparante en eerlijke huurovereenkomsten en het tegengaan van willekeur bij huurverhoging.

Zorgen bij verhuurders

Het antwoord van de Hoge Raad kan betekenen dat verhuurders mogelijk jarenlang oneerlijke huurverhogingen rekenden, zij vrezen nu dan ook voor groot financieel nadeel. Wanneer een beding namelijk oneerlijk is kan dit worden vernietigd. Vernietiging houdt in dat er geen recht tot verhoging bestond, waardoor de te veel betaalde huur mogelijk kan worden teruggevorderd. Een vastgoedadviesbureau heeft het potentiële verbod op huurverhogingsbedingen zoals ze nu worden berekend en het terugdraaien van huurverhogingen met terugwerkende kracht doorgerekend. Dit komt uit op miljarden euro’s. Volgens vertegenwoordigers van verhuurders kan dit grote, nadelige impact hebben op de maatschappij. De combinatie van het verbod op een huurverhogingsbeding met als gevolg lagere huurinkomsten en de waardedaling van vastgoed zal volgens verhuurders directe gevolgen hebben voor de verduurzaming van de huurwoningen. Ook zal de vernietiging volgens hen leiden tot terughoudendheid van kapitaalverstrekkers die nodig zijn om nieuwe bouw te realiseren.

Concluderend

Het is onduidelijk wanneer de Hoge Raad met een uitspraak komt, pas wanneer dit zover is zal er meer duidelijkheid zijn over de toepassing van de Richtlijn en zal de eventuele impact van mogelijke terugbetalingsvorderingen en verjaringstermijnen blijken. Wij houden u natuurlijk op de hoogte van verdere ontwikkelingen. Dit artikel is mede geschreven door Anne Verberne. Michael de Marco 4 [post_title] => Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over huurverhogingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => prejudiciele-vragen-aan-de-hoge-raad-over-huurverhogingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-17 11:24:29 [post_modified_gmt] => 2024-05-17 09:24:29 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42144 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 42150 [post_author] => 71 [post_date] => 2024-05-17 09:47:44 [post_date_gmt] => 2024-05-17 07:47:44 [post_content] =>

Van Giel vs Tuymans

Een aantal jaar geleden was er een in België geruchtmakende rechtszaak tussen de fotografe Katrijn van Giel en de schilder Luc Tuymans. Tuymans had een foto van Van Giel nageschilderd met daarop het bezwete voorhoofd van politicus Jean-Marie Dedecker. Dat had hij weliswaar in zijn eigen kenmerkende stijl gedaan, maar de oorspronkelijke foto was duidelijk herkenbaar. “Mag niet, want inbreuk op auteursrecht”, oordeelde de rechter samengevat. De kunstwereld stond op stelten, met medestanders aan beide kanten. De medestanders van Tuymans zagen de uitspraak vooral als een aanval op de vrijheid om kunst te maken. De medestanders van Van Giel vonden dat het zomaar kopiëren van een werk, al is het dan in een ander medium, wel degelijk inbreuk op auteursrecht is.

Auteursrecht

Want dat is waar de discussie op juridisch vlak over ging: maak je auteursrechtinbreuk als je een foto naschildert en dat schilderij vervolgens gaat exposeren (verveelvoudigen en openbaarmaking, in juridisch jargon)? Je kunt natuurlijk ook andere media in de plaats van fotografie en schilderkunst zetten. Hoewel de rechter in België vrij duidelijk was in het antwoord op deze vraag, zit de kunstwereld toch anders in elkaar.

Appropriation art

Voor veel kunstenaars is het gebruik van een herkenbaar ouder werk juist kenmerkend voor hun eigen kunst. Het heeft zelfs een naam: appropriation art. Jeff Koons, Sherrie Levine, Yasumasa Morimura en vele anderen doen het, soms trouwens ook met juridische gevolgen. Ze krijgen echter pas – potentiële – problemen als een auteursrechthebbende van het originele werk hen op het gebruik aanspreekt. Dan moet de rechthebbende in principe ook goed onderbouwen waarom dat werk niet gekopieerd mag worden.

Zhang vs Dieschburg

Dat gebeurde onlangs wederom succesvol in een rechtszaak in Luxemburg. De Aziatisch-Amerikaanse fotografe Jingna Zhang beschuldigde de Luxemburgse schilder Jeff Dieschburg van het een-op-een kopiëren van een door haar gemaakte foto in zijn olieverfschilderij “Turandot”. De oorspronkelijke portretfoto was in 2017 door Zhang gemaakt voor Harper Bazaar Vietnam. Dieschburg had in 2022 een geldprijs gewonnen met het schilderij tijdens de Biennale in Strassen.

Eerste instantie: Dieschburg wint

In 2022 werd Dieschburg nog in het gelijk gesteld en werden de vorderingen van Zhang afgewezen. Haar foto zou de drempel van het auteursrecht niet halen, omdat de pose van het model op de foto niet uniek zou zijn. Dieschburg argumenteerde daarbij ook dat hij het werk in het kader van zijn studie had gemaakt en gebruikte het veelgehoorde argument dat het namaken van een werk in een kunstzinnige context moet kunnen. Nu is het zo dat lichaamshoudingen op zich niet auteursrechtelijk te beschermen zijn. Maar een fotoportret is natuurlijk meer dan alleen een lichaamshouding. Zhang merkte naar aanleiding van het vonnis op dat op deze manier portretfoto’s niet auteursrechtelijk te beschermen zijn en dat haar fotografie op deze manier door andere partijen zonder haar toestemming kan worden geëxploiteerd. Zij besloot in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak.

Hoger beroep: Zhang wint

Hierbij behaalde ze succes. Zo werd er geoordeeld dat de foto van Zhang wel de drempel van het auteursrecht haalt en het niet uitmaakt dat het schilderij van Dieschburg in een ander medium werd nagemaakt. Ook is het irrelevant dat de foto online stond en iedereen er dus bij kan (een ander veelgehoord maar foutief argument). De foto van Zhang is dus wel degelijk auteursrechtelijk beschermd en mag niet zomaar gekopieerd worden, ook niet in een ander kunstwerk.

Bij twijfel: vraag het aan een specialist

In dit soort zaken moet een rechter altijd een afweging maken tussen intellectueel eigendom (waar auteursrecht onder valt) en de vrijheid van de kunstenaar. Ben je erachter gekomen dat iemand anders jouw werk kopieert in zijn of haar werk? Gebruik je andermans werken (of logo’s en dergelijke) in jouw kunst en twijfel je of dit wel kan? Het is dan altijd raadzaam om met een jurist te overleggen om te weten wat je rechten zijn. Neem daarvoor gerust contact op met een van onze experts! Yvonne Vetjens [post_title] => Een kunstwerk of foto in een ander medium namaken, levert mogelijk auteursrechtinbreuk op [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-kunstwerk-of-foto-in-een-ander-medium-namaken-levert-mogelijk-auteursrechtinbreuk-op [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-17 10:03:56 [post_modified_gmt] => 2024-05-17 08:03:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42150 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 42135 [post_author] => 19 [post_date] => 2024-05-16 10:56:36 [post_date_gmt] => 2024-05-16 08:56:36 [post_content] =>

Inleiding

Dit artikel is de vierde editie van onze jurisprudentiereeks over de Omgevingswet. In deze editie komt de rechtspraak uit april 2024 aan bod. Een belangrijke uitspraak in april werd gedaan door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland. In die uitspraak heeft de voorzieningenrechter getoetst aan het criterium een ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ en tevens beoordeelt of voldoende uitvoering was gegeven aan de participatieverplichting. Over deze uitspraak hebben wij eerder een apart blog geschreven.

Inhoudelijk

In deze zaak gaat het om handhavingsbesluiten die onder de toepasselijkheid van de Omgevingswet vallen. Deze besluiten zien op het onmiddellijk staken en gestaakt houden van bouwwerkzaamheden. Hiertegen heeft de verzoeker een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Het volgende komt aan bod: of er sprake is van een overtreding van een omgevingsvergunning in de zin van de Omgevingswet, of het mogelijk is om te handhaven bij het niet melden van de start bij de bouw en de handhaving bij het niet doen van een gebruiksmelding. Het eerste onderdeel van de handhavingsbesluiten ziet op een overtreding van artikel 5.5 Omgevingswet waaruit volgt dat het verboden is om in strijd met een voorschrift van een omgevingsvergunning te handelen. Maar, de omgevingsvergunning waar het in deze zaak om gaat is nog geen omgevingsvergunning onder de Omgevingswet omdat er bezwaar loopt en de vergunning dus nog niet onherroepelijk is. Deze stelling kan dus in bezwaar geen stand houden, maar dit gebrek kan wel worden hersteld. De voorzieningen rechter ziet hier geen reden om een voorlopige voorziening te treffen. Dit is omdat de verzoeker vooralsnog gezien heeft gebouwd zonder de vereiste omgevingsvergunning, en indien de vergunning niet onherroepelijk wordt de verzoeker helemaal geen vergunning heeft, dit zou dan ook tot een overtreding leiden. Het tweede aspect van de handhavingsbesluiten ziet op het niet doen van een startmelding bij het bouwen, als vereist in artikel 7.7, eerste lid, Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Aan dit voorschrift is echter geen consequentie verbonden. De voorzieningenrechter oordeelt hierover dat die handhaving dan ook niet is gerechtvaardigd. Op dit punt kan de verzoeker in bezwaar dus gelijk krijgen. Het derde handhavingsbesluit ziet op het handelen in strijd met artikel 6.7, eerste lid, Bbl, doordat de verzoeker de ingebruikneming van het pand niet vier weken voorafgaand aan gebruik heeft gemeld. De voorzieningenrechter oordeelt hierover dat er een bevoegdheid was om handhavend op te treden. Vervolgens wordt er een belangenafweging gegeven. Omdat het mogelijk is dat de verzoeker in bezwaar op een aantal punten gelijk zal krijgen, heft de voorzieningenrechter de herstelsancties op voor zover die zien op het staken van de bouw. Op 12 april heeft de rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan over de juridische status van een goedkeuringseis in een vergunningvoorschrift voor een milieubelastende activiteit. De vraag was of dit onder de Omgevingswet als een besluit kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat er verschillende varianten zijn van goedkeuringseisen. Bij sommige beslissingen over goedkeuring volgt een rechtsgevolg, deze zijn daarom aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor andere beslissingen is dit niet het geval. Ook oordeelt de rechtbank dat er onvoldoende rechtsbescherming tegen een besluit over goedkeuring bestaat. Omdat de Omgevingswet geen bijzondere bekendmakings- en publicatieverplichtingen kent zijn de algemene bekendmakingsverplichtingen uit de Awb van toepassing. Dit betekent dat derden niet op de hoogte worden gesteld, daarom had een buitenwettelijke publicatieverplichting in het besluit in de regel gelegen.
  • Geen materieel groot verschil tussen toetsing handhavingsbesluit Wabo en Omgevingswet  [ECLI:NL:RBOVE:2024:2298]
In deze zaak ging het om een ambtshalve genomen handhavingsbesluit op grond van de Omgevingswet. Volgens het overgangsrecht was op de situatie in de zaak echter de Wabo van toepassing. De voorzieningenrechter verbindt aan dit gebrek geen rechtsgevolgen omdat er geen grote materiele verschillen bestaan tussen de toetsing op grond van het oude recht en het nieuwe recht. Dit betekent dat het college dit kan herstellen in de bezwarenprocedure. Dit geschil gaat over een verleende ontgrondingenvergunning voor het uitvoeren van ontgrondingswerkzaamheden van een haven (verleend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet), waartegen een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen is ingediend. Uit artikel 5.1 van de Omgevingswet volgt dat het verboden is om een ontgrondingsactiviteit uit te voeren zonder een omgevingsvergunning, maar in artikel 16.7 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) zijn gevallen opgenomen waarvoor dit verbod niet geldt. Deze categorie kan op grond van artikel 16.9 Bal worden uitgebreid door vergunningvrije gevallen op te nemen in de provinciale omgevingsverordening indien dit doelmatig en doeltreffend is. Dat is in deze zaak aan de orde, in de provinciale omgevingsverordening is opgenomen dat het verbod niet geldt voor het aanleggen, veranderen of verwijderen van een haven. De vergunninghouder stelt dat de ontgrondingsactiviteit nu dus vergunningvrij is. De volgende vraag doet zich voor: kan de vergunde ontgronding worden aangemerkt als een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 16.6 van het Bal? Volgens de voorzieningenrechter bestaat hierover gerede twijfel en dient dit in een bodemprocedure worden behandeld.

Overgangsrecht

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in deze uitspraak uiteengezet welk recht van toepassing is op (vervolg) besluiten op aanvragen om een ruimtelijk plan vast te stellen. Met het oog op de rechtsvorming en de rechtspraktijk is de Afdeling ingegaan op een aantal veelvoorkomende scenario’s. Deze uitspraak geldt voor bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen. De volgende scenario’s zijn door de Afdeling besproken: - Een aanvraag tot vaststelling van een bestemmingsplan is vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet gedaan en is afgewezen door de gemeenteraad. In dit geval blijft de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing tot dat het besluit op de aanvraag onherroepelijk wordt. Dit volgt uit het overgangsrecht, de Omgevingswet wordt van toepassing wanneer een bestemmingsplan van kracht is, waarvan geen sprake is als de aanvraag tot het vaststellen wordt afgewezen. - Wanneer een aanvraag wordt afgewezen door de gemeenteraad, maar dit afwijzingsbesluit blijft niet in stand bij de Afdeling, blijft ook bij een nieuw besluit op de aanvraag de Wro van toepassing. Pas wanneer het besluit op de aanvraag onherroepelijk wordt is de Omgevingswet namelijk van toepassing. - In het geval dat de aanvraag vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet is gedaan en deze vervolgens wordt toegewezen door de gemeenteraad, dan geldt artikel 4.6 van de Invoeringswet Omgevingswet. Hieruit volgt dat het moment van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit bepalend is, is dit ná 1 januari 2024 gebeurd, dan is de Omgevingswet van toepassing. De rechtbank gaat in deze uitspraak in op de betekenis van een gemeentelijke erfgoedverordening en de omgevingsvergunningplicht voor het veranderen van een gemeentelijk monument in de overgangsperiode na inwerkingtreding van de Omgevingswet tot 1 januari 2032. Eiseres in deze zaak heeft het college in 2023 verzocht om een kerk op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen, deze aanvraag is afgewezen, waartegen eiseres is bezwaar en nu beroep is gegaan. De bevoegdheid van de gemeenteraad om een pand als gemeentelijk monument aan te wijzen op grond van een erfgoedverordening is geregeld in artikel 3.16, eerste lid, van de Erfgoedwet, deze bevoegdheid blijft gelden tot 1 januari 2032. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ingetrokken. De Wabo bevat bepalingen over, onder andere, het wijzigen van een gemeentelijk monument. De volgende vraag ontstaat hierdoor: wordt een op grond van een erfgoedverordening aangewezen gemeentelijk monument geconfronteerd met vergelijkbare beperkingen als de Wabo-bepalingen? Uit het overgangsstel volgt dat vergunning- of ontheffingplichten die onder de Wabo werden aangemerkt als Wabo-omgevingsvergunningplichten, in de periode tot 1 januari 2032 nog worden aangemerkt als omgevingsvergunningplichten. Hieruit volgt dat voor het slopen, verstoren of wijzigen van een gemeentelijk monument waarop de beperkingen van de Wabo van toepassing waren, hiervoor ook een omgevingsvergunning is vereist onder de Omgevingswet. Dit artikel is geschreven door Rutger Boogers en Anne Verberne. Rutger Boogers [post_title] => Jurisprudentie overzicht vierde maand Omgevingswet [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => jurisprudentie-overzicht-vierde-maand-omgevingswet [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-14 14:49:44 [post_modified_gmt] => 2024-06-14 12:49:44 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42135 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 42124 [post_author] => 71 [post_date] => 2024-05-14 15:25:54 [post_date_gmt] => 2024-05-14 13:25:54 [post_content] => Wereldwijd wordt er op verschillende manieren ‘van hogerhand’ gekeken hoe om te gaan met de explosie van generatieve AI (kunstmatige intelligentie) zoals ChatGPT en Midjourney. In Nederland is het tot nu toe vanuit de politiek en rechtspraak nogal rustig gebleven. Daar lijkt nu toch verandering in te komen.

Zelf liedjes maken met AI

Uit een rondvraag van het Algemeen Dagblad blijkt dat een meerderheid van de Tweede Kamer meer actie wil tegen – specifiek – het gebruik van stemmen en teksten van Nederlandse artiesten door AI. Dit vanwege populaire apps als Suno of Ubio waarmee je (onder andere) snel een liedje kunt maken met de stem van je favoriete artiest. De bedrijven achter de apps zijn niet transparant over hoe ze aan de stemmen en teksten (de input) komen. Ondanks dat ze aangeven de input rechtmatig te gebruiken, is het niet duidelijk wat hun bronnen zijn en hoe die verwerkt worden.

Auteursrechtinbreuk?

Generatieve AI zorgt voor veel onduidelijkheid binnen het auteursrecht. Dat is juridisch gezien ook waar de discussie in de vorige alinea over gaat. Momenteel vinden er over de hele wereld verschillende rechtszaken plaats over dit vraagstuk. Het is daarbij nog niet duidelijk of wat bovenstaande apps doen onder auteursrechtinbreuk kan vallen.

DSA en AI Act

De Nederlandse politiek is wel bezig met nieuwe wetgeving rondom AI. In de zomer van 2023 is de Digital Services Act (DSA) in de EU in werking getreden. Deze moet nog in de Nederlandse wet geïmplementeerd worden. Pas dan kan de Autoriteit Consument & Markt, de beoogde toezichthouder van de DSA, deze wetgeving ook in de praktijk gaan toepassen. Nederland loopt hiermee achter op veel andere EU-lidstaten. Het is echter nog niet zeker of apps als Ubio en Suno überhaupt onder deze regelgeving gaan vallen. In een breder kader kan de DSA wel helpen met het tegengaan van illegale content op platforms. De wet zou ook de invloed van grote internetbedrijven moeten inperken. Ook de Europese AI Act kan meehelpen in bovenstaande discussie. Lees hier meer over de inhoud daarvan.  In de praktijk moet nog blijken of de nieuwe regelgeving het gewenste effect zal bereiken. BG.legal is op de hoogte van de juridische ontwikkelingen van AI. Heb je vragen? Neem contact op met onze experts! Yvonne Vetjens 2 [post_title] => Ubio en Suno: Nederlandse politiek discussieert over auteursrecht en AI [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ubio-en-suno-nederlandse-politiek-discussieert-over-auteursrecht-en-ai [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-14 15:25:54 [post_modified_gmt] => 2024-05-14 13:25:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42124 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 42288 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-05-31 11:49:16 [post_date_gmt] => 2024-05-31 09:49:16 [post_content] => In een recent arrest heeft de Procureur-Generaal van de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de reikwijdte van het inzagerecht onder artikel 15 AVG. In dit artikel gaan we in op dit arrest en hoe organisaties inzageverzoeken moeten afhandelen.

Achtergrond

De rechtszaak ging over een verzoekster die een inzageverzoek had gedaan bij haar voormalig werkgever. Bij haar bestond de veronderstelling dat collega’s tijdens een arbeidsconflict negatief over haar hadden uitgelaten. Na dit arbeidsgeschil is zij uit dienst gegaan. Om inzicht te krijgen in deze informatie had zij een inzageverzoek ingediend op grond van artikel 15 AVG. Dit verzoek kwam vervolgens bij de voormalig werkgever als verwerkingsverantwoordelijke terecht. De voormalig werkgever had vervolgens een overzicht gegeven van de categorieën persoonsgegevens die zij over haar verwerkte. Verder waren er kopieën van sommige stukken aan haar verstrekt. Haar voormalig werkgever had geweigerd om een adviesaanvraag en het daaropvolgende advies omtrent het arbeidsconflict te overleggen. Volgens de voormalig werkgever maakten deze stukken deel uit van het vertrouwelijke onderhandelingsproces. De verzoekster vond deze reactie ontoereikend en startte een procedure op grond van artikel 35 UAVG. Haar verzoeken werden zowel bij de rechtbank als later het gerechtshof afgewezen. De procureur-generaal heeft nu geadviseerd om ook de cassatieverzoeken af te wijzen.

Wanneer moet een organisatie aan een inzageverzoek voldoen?

Artikel 15 lid 1 AVG geeft iedere betrokkene het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke uitsluitsel te verkrijgen over:
  • Of zijn/haar persoonsgegevens al dan niet worden verwerkt;
  • En zo ja, om inzage te verkrijgen in die persoonsgegevens.
Krijgt een organisatie een inzageverzoek, dan moet zij eerst vaststellen of er inderdaad sprake is van verwerking van persoonsgegevens van de betrokkene. Zo ja, dan dient de betrokkene in beginsel volledig inzage te worden gegeven, tenzij een wettelijke uitzondering van toepassing is. Uitzonderingen op het inzagerecht,  moeten terughoudend worden toegepast.

Aan welke eisen moet een inzageverzoek voldoen?

De organisatie voldoet aan artikel 15 AVG door de betrokkene een overzicht te geven van de categorieën persoonsgegevens die van hem/haar worden verwerkt, aangevuld met de in artikel 15 lid 1 sub a-h AVG genoemde informatie zoals de verwerkingsdoeleinden. Je hoeft dus geen uitputtende lijst te geven van elke specifieke verwerkte datum, documentnaam, afzender etc. De organisatie moet wel daadwerkelijk inzage geven in de verwerkte persoonsgegevens zelf, tenzij een uitzondering van toepassing is. Hierbij mag volstaan worden met ter beschikking stelling van de gehele bronnen/documenten waarin die gegevens zijn opgenomen.

Wanneer kun je een inzageverzoek weigeren?

Uit jurisprudentie blijkt dat organisaties in bepaalde gevallen het inzagerecht mogen inperken. Zo kunnen zij inzage weigeren in documenten die inzicht geven in de onderhandelingspositie van de organisatie bij een juridisch geschil met de betrokkene. Het belang van een ongestoorde gedachtewisseling kan prevaleren boven het inzagerecht. Uit het arrest volgt ook dat in het verwerkingsregister zelf geen inzage hoeft te worden gegeven, omdat dit geen persoonsgegevens bevat. Ten slotte hoeft geen inzage te worden gegeven in de wijze van verwijdering van persoonsgegevens - het inzagerecht ziet immers op de verwerkte gegevens zelf.

Transparantie is key

Een andere belangrijke les is dat organisaties transparant moeten zijn over de uitvoering van een zoekslag naar persoonsgegevens van de betrokkene. De enkele mededeling dat er niets meer is gevonden, is in beginsel voldoende. Wel moet die mededeling geloofwaardig zijn. Concluderend biedt dit arrest duidelijke handvatten voor organisaties bij de behandeling van inzageverzoeken. Zorg voor een deugdelijke respons waarin je aangeeft welke gegevens je verwerkt en verstrek inzage daarin. Wees daarbij transparant over eventuele weigeringsgronden. Een goede vastlegging van de verwerkingen is daarom cruciaal voor organisaties om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. Goede voorbereiding is het halve werk! Vragen? Neem contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Het inzageverzoek onder de AVG [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-inzageverzoek-onder-de-avg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-31 11:49:16 [post_modified_gmt] => 2024-05-31 09:49:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42288 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1400 [max_num_pages] => 140 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 237f7d8208772a5ad3fd861c0114c28e [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
In een recent arrest heeft de Procureur-Generaal van de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de reikwijdte van het inzagerecht onder artikel 15 AVG. In dit artikel gaan we in op...
Lees meer
Wat zijn de mogelijkheden van een merkhouder om op te treden tegen de verkoop van (bewerkte) merkproducten? In hoeverre mogen merkproducten worden aangepast voor verdere verkoop?Deze vragen kwamen aan de...
Lees meer
Handhaven van het WobbleWorks octrooi WobbleWorks ontwikkelt 3D-print pennen en heeft een aantal octrooien geregistreerd over de hele wereld met betrekking daartoe. Als een van de pioniers op het gebied...
Lees meer
UPDATE 12 augustus 2024: inmiddels is de procedure waar deze blog over gaat, ingetrokken door Da Showstoppaz. De reden is niet duidelijk – er is geen schikking bekend gemaakt -,...
Lees meer
Na een voorstel voor een tekst van de AI Act, wijzigingsvoorstellen van de EU lidstaten en het Europees Parlement en een akkoord op een compromistekst, is de tekst nog een...
Lees meer
Patiënt stopt met het cholesterolverlagende middel Simvastatine en krijgt een herseninfarct. De huisarts had dit als stoprecept voorgeschreven. Een stoprecept wordt voorgeschreven wanneer een arts besluit een bepaald medicijn te...
Lees meer
Mogelijk houden huurverhogingen in de vrije sector geen stand bij de rechter. Dit zou kunnen betekenen dat verhuurders geld moeten terugbetalen aan huurders, dit gaat dan om bedragen die zouden...
Lees meer
Van Giel vs Tuymans Een aantal jaar geleden was er een in België geruchtmakende rechtszaak tussen de fotografe Katrijn van Giel en de schilder Luc Tuymans. Tuymans had een foto...
Lees meer
Inleiding Dit artikel is de vierde editie van onze jurisprudentiereeks over de Omgevingswet. In deze editie komt de rechtspraak uit april 2024 aan bod. Een belangrijke uitspraak in april werd...
Lees meer
Wereldwijd wordt er op verschillende manieren ‘van hogerhand’ gekeken hoe om te gaan met de explosie van generatieve AI (kunstmatige intelligentie) zoals ChatGPT en Midjourney. In Nederland is het tot...
Lees meer