WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[paged] => 0
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 68
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1400
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (68) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 0, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 44038
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-11-18 10:25:40
[post_date_gmt] => 2024-11-18 09:25:40
[post_content] => De rechtbank in Amsterdam heeft onlangs vonnis gewezen in een kwestie over licentievoorwaarden.[1] Deze kwestie ging om een licentie voor een lettertype, ontwikkeld door Dyslexiefont, dat mensen met dyslexie helpt. In deze kwestie speelt de vraag of Microsoft inbreuk maakt op het auteursrecht van Dyslexiefont doordat medewerkers van Microsoft de licentie niet correct zouden hebben gebruikt. Hoe de rechtbank hierover oordeelde, lees je in deze blog.
Feiten
Dyslexiefont heeft een speciaal lettertype bedacht voor mensen met dyslexie. Het bedrijf biedt verschillende licenties aan, waaronder een “businesslicentie”. Volgens Dyslexiefont is deze businesslicentie enkel geldig wanneer deze voor het gehele personeelsbestand van een bedrijf wordt aangeschaft. Dit staat vermeld in haar algemene voorwaarden.
De kwestie ontstond toen vier medewerkers van Microsoft afzonderlijk een businesslicentie voor zichzelf aanschaften. Volgens Dyslexiefont was dit in strijd met hun voorwaarden, en dus vorderde het bedrijf een bedrag van € 475.000,- wegens schending van de licentievoorwaarden en vermeende auteursrechtinbreuk.
Microsoft verweerde zich door te stellen dat de medewerkers zelfstandig een licentie hadden aangeschaft voor eigen gebruik, zonder dat dit namens het gehele bedrijf was gedaan. Volgens Microsoft was er geen duidelijke communicatie vanuit Dyslexiefont dat de afzonderlijke aankopen niet toegestaan waren. Bovendien voerde Microsoft aan dat er geen sprake was van auteursrechtinbreuk.
Het oordeel van de rechtbank
Uiteindelijke oordeelde de rechtbank dat Dyslexiefont onvoldoende duidelijk had gemaakt dat de vier losse licentieovereenkomsten onrechtmatig waren. Hoewel het lettertype zelf auteursrechtelijk beschermd is, concludeerde de rechtbank dat Microsoft geen inbreuk had gepleegd op dit auteursrecht. Dyslexiefont had volgens de rechtbank nagelaten om direct bezwaar te maken tegen de licentieaankopen. Verder had Dyslexiefont communicatie gehad met de Microsoft-medewerkers zonder aan te geven dat de aangekochte licentie onjuist was.
Volgens de rechtbank maakt het feit dat op het aanvraagformulier en in de algemene voorwaarden stond dat de licentie moest worden aangevraagd voor het totaal aantal medewerkers dit niet anders. Dyslexiefont heeft namelijk juist door het versturen van de berichten naderhand de indruk gewekt bij de Microsoft-medewerkers dat alles in orde was en niet dat er een fout was gemaakt, laat staan dat Microsoft door de handelwijze van haar medewerker een boete zou verbeuren.
Conclusie
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en ondubbelzinnige communicatie rond licentievoorwaarden. Wanneer uw onderneming een licentie aanbiedt met specifieke voorwaarden, is het van belang om deze voorwaarden expliciet te handhaven en potentiële klanten direct te informeren wanneer er sprake is van een onjuist gebruik. Zelfs wanneer dit ogenschijnlijk goed geregeld is in de algemene voorwaarden.
Heeft uw bedrijf hulp nodig bij het opstellen of handhaven van licentieovereenkomsten? Of wilt u advies over auteursrechtelijke bescherming? Neem contact met één van onze specialisten.
[1] Rb. Amsterdam 30 oktober 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:6660.
[post_title] => Een verkeerd afgenomen licentie? Tijdig ingrijpen blijkt cruciaal!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-verkeerd-afgenomen-licentie-tijdig-ingrijpen-blijkt-cruciaal
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-11-18 10:25:40
[post_modified_gmt] => 2024-11-18 09:25:40
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44038
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 43263
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-08-22 11:11:27
[post_date_gmt] => 2024-08-22 09:11:27
[post_content] => Als uw onderneming zich bezighoudt met de productie en/of import van producten, dan is het maar wat vervelend als er door gebruik van een van die producten schade ontstaat. U kunt namelijk door een consument aansprakelijk worden gesteld als zijnde producent voor de schade die daaruit voortvloeit. Hoe de productaansprakelijkheid voor producenten precies in elkaar steekt, leest u in deze blog.
Productaansprakelijkheid: algemeen
In artikelen 6:185-6:193 van het Burgerlijk Wetboek (BW) staan de regels over de productaansprakelijkheid. Deze regelgeving is gebaseerd op de EU-richtlijn inzake productaansprakelijkheid (85/374/EEG).
Op grond van artikel 6:185 BW is de producent aansprakelijk voor gebreken aan een product, indien een koper als gevolg van dat gebrek schade lijdt.[1] In artikel 6:186 BW staat vervolgens dat een product gebrekkig is, indien het niet de veiligheid biedt die men daarvan mag verwachten, gelet op:
- De presentatie van het product, waaronder de informatie over het product;
- Het te verwachten gebruik;
- Het tijdstip van in het verkeer brengen.
Op het moment dat een product als gebrekkig wordt bestempeld, kan in beginsel
de producent aangesproken worden op grond van artikel 6:187 lid 2 BW. In dit artikel wordt een ruime definitie gehanteerd voor het begrip ‘producent’. Hierdoor kunnen ook andere partijen in de keten aangesproken worden voor gebreken aan een product als ware zij producent van dat product.
Productaansprakelijkheid: ruime definitie ‘producent’
Zoals gezegd wordt in artikel 6:187 BW aangegeven wie in het kader van de producentaansprakelijkheid beschouwd kan worden als producent. Volgens het tweede lid van artikel 6:187 BW wordt ten eerste als producent aangemerkt de fabrikant van een eindproduct, de producent van een grondstof of de fabrikant van een onderdeel, alsmede eenieder
die zich als producent presenteert door zijn naam, zijn merk of een ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen
In het derde lid van artikel 6:187 BW staat dat
onverminderd de aansprakelijkheid van de producent van het tweede lid, ook degene die een product van buiten het EU-gebied invoert, als ware hij producent kan worden aangesproken.
Twee producenten: hoofdelijke verbondenheid
Dit betekent dus dat u ook als
importeur mogelijk aangesproken wordt voor de ontstane schade, als een product in het buitenland geproduceerd is. De wetgever heeft voorzien in de omstandigheid dat er twee ‘producenten’ zijn aan te merken. Artikel 6:189 BW stelt namelijk dat indien verschillende personen op grond van 6:185 lid 1 BW aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, ieder van hen voor geheel kan worden aangesproken.
Conclusie
Als u producten importeert, kunt u dus ook als producent worden aangesproken voor
eventuele schade die ontstaat door gebruik van dat product. Daarmee is het van belang dat u goed weet wat de kwaliteit is van de producten die u importeert.
Importeer u producten en heeft u vragen over productaansprakelijkheid?
Neem contact op met een van onze specialisten!
[1] G.H. Lankhorst, in:
T&C BW, commentaar op art. 6:185 e.v. BW.
[post_title] => Een paar vragen over productaansprakelijkheid en de producent
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-paar-vragen-over-productaansprakelijkheid-en-de-producent
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-22 11:18:29
[post_modified_gmt] => 2024-08-22 09:18:29
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43263
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 42957
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-07-25 12:10:10
[post_date_gmt] => 2024-07-25 10:10:10
[post_content] => De voorzieningenrechter bij de Rechtbank Midden-Nederland heeft producent Upfield verboden om de naam "ROOMBETER" te gebruiken voor hun
plantaardige alternatief voor roomboter. Deze beslissing kwam na een klacht van de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO). In deze blog lees je hoe de rechter oordeelde in deze kwestie.
De zaak
Upfield bracht in 2023 een zuiver plantaardig alternatief voor roomboter op de markt onder de merknaam BLUE BAND en de productnaam ROOMBETER.
De NZO maakte bezwaar tegen deze naam. De benamingen 'room' en 'boter' zou volgens de NZO alleen mogen worden gebruikt voor
zuivelproducten. Dit leidt zij af uit artikel 78 lid 2 van de Gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten (GMO) uit de Europese unie, en dan meer specifiek punt 5 uit bijlage VII / deel III.
Upfield stelt dat zij de naam ‘room’ niet gebruikt ter aanduiding van haar product. Haar product heet namelijk niet 'ROOMBETER', maar 'BLUE BAND ROOMBETER'. Met gebruik van deze
volledige naam, in combinatie met de overige vermeldingen op het product (100% plantaardig alternatief voor roomboter) wordt volgens Upfield niet gesuggereerd dat het een zuivelproduct betreft. Daarbij komt dat BLUE BAND al 100 jaar bekend staat als margarinemerk – dus met plantaardige producten - waardoor voor de consument duidelijk is dat het om een plantaardig product gaat. Ook wordt met de samenstelling van de woorden ‘room’ en ‘beter’ benadrukt dat het geen roomboter is, maar een beter product, in die zin dat het plantaardig is en minder CO2-uitstoot veroorzaakt.
Oordeel voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter volgt het betoog van de NZO en stelt haar dus ook in het gelijk. Daarbij maakt zij direct duidelijk onderscheid dat BLUE BAND
een merknaam is, en ROOMBETER de productnaam die Upfield gebruikt om haar nieuwe product bij de afzet en in reclame aan te duiden.
Verder verwijst de voorzieningenrecht onder meer naar eerdere rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU, namelijk het TofuTown-arrest. Hieruit volgt dat het gebruik van een voorbehouden zuivelbenaming, in de productnaam van een plantaardig product, in strijd is met het verbod van punt 5 uit de GMO-verordening. De voorzieningenrechter past ook hier deze strikte interpretatie toe, waardoor de rechtbank tot de conclusie komt dat Upfield de term ‘ROOMBETER’ niet langer mag gebruiken. Upfield moet het product binnen 3 maanden uit de schappen hebben. Het staat Upfield wel vrij om de producten te promoten als een beter alternatief voor roomboter, onder een andere naam.
Conclusie
Dit vonnis onderstreept het belang van correcte
productbenamingen en
claims, in een tijd waarin steeds meer aandacht wordt besteed aan plantaardige alternatieven en duurzaamheid.
Heb je vragen over het
reclamerecht? Neem contact op met een van onze specialisten.
[post_title] => "ROOMBETER" moet uit de schappen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => roombeter-moet-uit-de-schappen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-25 12:10:10
[post_modified_gmt] => 2024-07-25 10:10:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=42957
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 42844
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-07-19 14:27:26
[post_date_gmt] => 2024-07-19 12:27:26
[post_content] => Deze zomer staat in het teken van verschillende sportevenementen zoals het EK, de Olympische Spelen en de Tour de France. Naast dat het ons als samenleving druk bezighoudt, houdt de Tour de France in het bijzonder ook
het merkenrecht bezig. De organisatie heeft namelijk oppositie ingesteld tegen de merkregistratie ‘TOUR DE X’ op grond van haar eigen merk ‘TOUR DE FRANCE’. Hoe het EU Gerecht (hierna: het Gerecht) hierover oordeelde, lees je in deze blog.
De feiten
In de kwestie gaat het om de volgende twee tekens die met elkaar vergeleken worden.
Het betwiste teken 'TOUR DE X' werd aangevraagd voor goederen en diensten in de klassen 25, 28 en 41, voor onder meer kleding, schoenen, spellen, speelgoed en videoapparatuur, sportartikelen en -uitrusting, sporteducatiediensten, training, amusement en sport- en culturele activiteiten.
De Kamer van Beroep verwierp in eerste instantie het bezwaar gebaseerd op de eerdere merken 'TOUR de FRANCE' en 'LE TOUR DE FRANCE', die
identieke of soortgelijke goederen en diensten dekten.
Het oordeel van het Gerecht
Na de verwerping door de Kamer van Beroep, heeft Tour de France het Gerecht verzocht zich nogmaals over de kwestie te buigen. Tour de France is namelijk van oordeel dat er verwarringsgevaar bestaat tussen de tekens ‘TOUR DE X’ en ‘TOUR DE FRANCE’.
Mate van overeenstemming
Ten eerste merkt het Gerecht op dat het overeenstemmende element 'tour de' zeer weinig tot geen onderscheidend vermogen heeft. Daarnaast wordt de gelijkenis tussen de tekens sterk verminderd door de verschillen tussen de tekens en het gemiddelde onderscheidende karakter van de letter 'x'. Daarom zijn de tekens visueel en fonetisch slechts in geringe mate vergelijkbaar.
Conceptuele vergelijking
Wat betreft de conceptuele vergelijking, stelt het Gerecht dat ‘TOUR DE X’ waarschijnlijk zal worden begrepen als een verwijzing naar een wedstrijd, maar zonder verwijzing naar een specifieke geografische locatie dan wel meer specifiek een wielerwedstrijd. Zelfs als het zou worden opgevat als een verwijzing naar een wielerwedstrijd, zou er een lage mate van conceptuele gelijkenis zijn omdat het relevante publiek die wedstrijd zou onderscheiden van het specifieke concept dat door de oudere rechten wordt overgebracht, namelijk de Tour de France.
Verder stel het Gerecht dat het verhoogde onderscheidende karakter en de reputatie die de oudere merken door gebruik hebben verworven, van toepassing zijn op de oudere rechten als geheel, dus ‘tour de france’ in plaats van op het element 'tour de'. Als gevolg van de lage mate van onderscheidend vermogen van het gemeenschappelijke element 'tour de' en de geringe gelijkenis tussen de tekens, bestaat er geen verwarringsgevaar.
Reputatie van de merken
Ten slotte benadrukt het gerecht dat, zelfs als de reputatie van de oudere merken uitzonderlijk hoog zou zijn, de beschrijvende uitdrukking 'tour de', die zeer vaak wordt gebruikt in de context van wielerwedstrijden, zeer weinig, zo niet geen, onderscheidend vermogen heeft. Daarom zal het relevante publiek geen verband leggen tussen de merken en is het gebruik van het betwiste teken niet waarschijnlijk om oneerlijk voordeel te halen uit, of schadelijk te zijn voor, het onderscheidende karakter of de reputatie van de merkrechten van de Tour de France.
Conclusie
Het Gerecht komt daarom tot de conclusie dat er geen verwarringsgevaar bestaat en dat er geen verband is met de bekende oudere merken.
Heeft u vragen? Neem contact op met een van onze
specialisten.
[post_title] => Wie sprint naar de finish? De strijd tussen ‘TOUR DE FRANCE’ en ‘TOUR DE X’
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wie-sprint-naar-de-finish-de-strijd-tussen-tour-de-france-en-tour-de-x
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-19 14:32:35
[post_modified_gmt] => 2024-07-19 12:32:35
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=42844
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 42454
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-06-06 09:57:13
[post_date_gmt] => 2024-06-06 07:57:13
[post_content] => Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 5 juni zich uitgelaten in het langlopende geschil tussen het Ierse Supermac’s en fastfoodgigant McDonald’s over het EU-merk ‘BIG MAC’. Ditmaal ging het om het normale gebruik van
de term ‘BIG MAC’ voor kipburgers. In deze blog zet ik uiteen hoe het HvJEU heeft geoordeeld over het normale gebruik van de ‘BIG MAC’ ten aanzien van kip- en gevogelteproducten.
Feiten
Zoals gezegd zijn Supermac’s en McDonald’s al lange tijd verwikkeld in een geschil over het EU-merk ‘Big Mac’ van McDonald’s. In 1996 heeft McDonald’s het merk Big Mac geregistreerd binnen de Europese Unie. Al sinds 2017 probeert Supermac’s het merk door te halen ten aanzien van bepaalde goederen en diensten, aangezien het merk niet normaal zou zijn gebruikt in de Europese Unie voor een onafgebroken periode van vijf jaar.
Het Bureau voor
Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO) heeft in eerste instantie het verzoek van Supermac’s slechts deels toegewezen. McDonald’s behield het alleen recht om het merk ‘BIG MAC’ te gebruiken voor diverse waren en diensten, zoals: voedingsmiddelen bereid uit vlees en gevogelteproducten en vlees- en kipburgers, en diensten verleend of geassocieerd met het exploiteren van restaurants en andere etablissementen of faciliteiten die voedsel en drank voor consumptie leveren, inclusief drive-through faciliteiten en diensten voor het bereiden van afhaalmaaltijden.
Arrest HvJ EU
In haar arrest perkt het HvJEU
de bescherming van het ‘BIG MAC’-merk nog verder in. Het HvJEU oordeelt namelijk dat McDonald’s er niet in is geslaagd om te bewijzen dat zij het merk ‘BIG MAC’ normaal heeft gebruikt voor een onafgebroken periode van vijf jaar met betrekking tot onder meer de goederen 'kipburgers' en 'voedingsmiddelen bereid uit gevogelteproducten'.
Het bewijs dat door McDonald’s in het geding is gebracht, geeft immers geen uitsluitsel over de mate van gebruik van het merk in verband met kipburgers en gevogelteproducten, zoals het verkoopvolume, de duur van de periode waarin het merk werd gebruikt en de frequentie van het gebruik.
Conclusie
Als
merkhouder kun je geconfronteerd worden met het feit dat een ander je merk probeert door te halen op de grond dat het merk niet ‘normaal’ gebruikt is. Op dat moment is het cruciaal dat de merkhouder afdoende bewijs voor handen heeft om aan te kunnen tonen dat het merk alsnog normaal gebruikt is. Heeft u een vraag over het normaal gebruik, of een andere vraag over het merkenrecht?
Neem contact op met één van onze specialisten!
[post_title] => McDonald’s verliest merkrecht ten aanzien van Big Mac Chicken
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mcdonalds-verliest-merkrecht-ten-aanzien-van-big-mac-chicken
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-06-06 09:57:13
[post_modified_gmt] => 2024-06-06 07:57:13
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=42454
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 41825
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-04-10 09:29:51
[post_date_gmt] => 2024-04-10 07:29:51
[post_content] => Een van de beste vormen van reclame die je als ondernemer kunt hebben, zijn tevreden klanten die zich positief uitlaten over jouw diensten. Met de komst van digitale platformen als Google en Trustpilot, wordt het steeds eenvoudiger voor klanten om ervaringen te delen. Dit heeft echter ook een
keerzijde. Steeds vaker worden ondernemers geconfronteerd met valse reviews waarin consumenten zich zeer negatief uitlaten over de werkzaamheden. Zulke negatieve, valse reviews kunnen ondernemers geheel onterecht in een kwaad daglicht plaatsen. Des te vervelender is dat het verwijderen van dit soort valse reviews een stuk lastiger is dan het plaatsen ervan. In deze blog leg ik uit wat je als ondernemer precies kunt doen om een valse review verwijderd te krijgen.
Indienen verzoek bij het platform
De eerste stap die je als ondernemer kunt zetten om een review verwijderd te krijgen, is een
verzoek indienen bij het platform waar de uitlating wordt gedaan. Platforms als Google en Trustpilot maken gebruik van een zogenaamde Notice and Take Down-procedure. Met deze Notice And Take Down-procedure kun je melding maken van een bepaalde review en aangeven waarom deze verwijderd zou moeten worden. Echter, de ervaring leert dat platforms meestal niet staan te springen om daadwerkelijk tot verwijdering over te gaan. Vaak wordt een beroep gedaan op het standpunt dat ook negatieve ervaringen mogen worden gedeeld. Dit is natuurlijk wel zo, als een review wel op
daadwerkelijke ervaringen gebaseerd is.
Het versturen van een sommatiebrief
Als de melding die is gemaakt niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, zou het aanschrijven van het reviewplatform de
volgende stap kunnen zijn. In een dergelijke brief wordt aan de hand van een onderbouwing het reviewplatform gesommeerd om de review te verwijderen. Voor reviewplatforms geldt dat zij aansprakelijk kunnen worden gehouden voor valse content, als zij wisten dat een post onrechtmatig was maar desondanks geen actie hebben ondernomen.
Eveneens kan een platform gesommeerd worden om de NAW-gegevens te verstrekken van degene die de review heeft geplaatst. Of het platform ook gehouden is tot het verstrekken van NAW-gegevens, wordt
beoordeeld aan de hand van de criteria zoals geformuleerd in het standaardarrest
Lycos / Pessers.5 Daarbij bekijkt de rechter in een concreet geval of zich de volgende omstandigheden voordoen:
- de mogelijkheid dat de informatie, op zichzelf beschouwd, jegens de derde onrechtmatig en schadelijk is, is voldoende aannemelijk;
- de derde heeft een reëel belang bij de verkrijging van de NAW-gegevens;
- aannemelijk is dat er in het concrete geval geen minder ingrijpende mogelijkheid bestaat om de NAW-gegevens te achterhalen;
- afweging van de betrokken belangen van de derde, de serviceprovider en de websitehouder (voor zover kenbaar) brengt mee dat het belang van de derde behoort te prevaleren.
Aanspannen van een procedure
Mochten bovenstaande acties zijn ondernomen, maar is het gewenste resultaat nog steeds niet bereikt? Dan kan altijd nog overwogen worden om een juridische procedure (vaak een kort geding) te starten. Inmiddels zijn er verschillende praktijkvoorbeelden waaruit blijkt dat
procederen in dit soort kwesties er soms voor heeft gezorgd dat reviews verwijderd werden.
In een dergelijke procedure zal een rechter een belangenafweging maken tussen het belang van de reviewer om zijn ervaringen te delen, en het belang van de onderneming om niet te worden aangetast in zijn eer en goede naam. Daarin wordt – sinds de aanpassing van de Wet oneerlijke handelspraktijken in 2022 – ook rekening gehouden met de vraag of de review wel gebaseerd is op daadwerkelijke ervaringen van een consument.
De gang naar de rechter kan dus alsnog een
uitkomst bieden op het moment dat je onderneming erg veel nadeel ondervindt aan een bepaalde review.
Dit artikel verscheen eerder op de website van
Dutch Cowboys
[post_title] => Het verwijderen van nep-reviews: hoe doe je dat?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => het-verwijderen-van-nep-reviews-hoe-doe-je-dat
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-04-10 09:29:51
[post_modified_gmt] => 2024-04-10 07:29:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41825
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 41503
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-03-11 14:33:56
[post_date_gmt] => 2024-03-11 13:33:56
[post_content] =>
Een paar maanden geleden stelde de rechtbank in Den Haag vast dat twee ondernemingen, welke zich bezig hielden met de (online) handel in elektronische accessoires, inbreuk maakten op de merkenrechten van Apple. Niet alleen de vennootschap is aangesproken wegens merkinbreuk, maar ook de bestuurders zijn hiervoor aansprakelijk gesteld op grond van de onrechtmatige daad. Onder welke omstandigheden inbreuk op een merkenrecht kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid, wordt in deze blog voor u uiteengezet.
Inleiding
Apple is houdster van twee ingeschreven
internationale woord- en beeldmerken[1], die zij aanbrengt op de door haar gefabriceerde producten. Deze merkregistratie geeft Apple als merkhouder het recht om op te treden tegen een ander die een identiek of overeenstemmend merk gebruikt voor dezelfde waren en/of diensten. In zulke gevallen wordt er namelijk merkinbreuk gepleegd op het merkenrecht.
Recentelijk werd door Apple niet alleen een beroep op merkinbreuk gedaan, ook de bestuurders van de inbreuk makende vennootschap werden aangesproken op grond van de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). Indien een vennootschap een onrechtmatige daad pleegt, is in beginsel alleen de vennootschap aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade. In het geval van bijzondere omstandigheden is er naast aansprakelijkheid van de vennootschap echter ook ruimte voor aansprakelijkheid van de bestuurders. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat de bestuurders ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of de bestuurders een ernstig verwijt kan worden gemaakt, hangt af van de omstandigheden van het geval.
De feiten
De zaak betreft een geschil tussen Apple en drie gedaagden. Twee van de drie gedaagden waren vennoten van een vof die online elektronische accessoires verkocht op
verschillende websites, namelijk <www.kabelvooriphone.nl>, <www.iphoneoplader.nl>, <www.iphonekabel.nl> en <www.bol.com>.Deze producten zijn geschikt voor gebruik met de elektronica die Apple ontwerpt en verkoopt. Na opheffing van de vof hebben de twee gedaagden hun handel voortgezet via een opgerichte BV, de derde gedaagde in het geschil.
Apple heeft tussen 2016 en 2022 verschillende testaankopen laten doen op de websites van gedaagden. Hierbij werd door Apple geconstateerd dat de producten die op de website werden aangeboden niet-originele Apple producten waren, terwijl deze wel voorzien waren van tekens gelijk aan de merken van Apple. Vanaf 2016 heeft Apple de gedaagden meermaals gesommeerd om de inbreuken te staken en gestaakt te houden. In maart 2022 sommeerde Apple gedaagden een laatste maal, maar ook toen bleef een reactie uit.
Vanaf 2019 heeft de Nederlandse douane zendingen gericht aan de vof regelmatig vastgehouden, vanwege het vermoeden dat met de verhandeling ervan inbreuk zou worden gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten van Apple. Door Apple is steeds bevestigd dat deze producten namaak waren, waarna zij zijn vernietigd.
Het geschil
Apple start een procedure en vordert onder meer dat de rechtbank gedaagden beveelt om de
merkinbreuken te staken en gestaakt te houden. Door het invoeren, aanbieden en het verkopen van elektronische accessoires die zonder toestemming van Apple zijn voorzien van tekens gelijk aan de merken, is door gedaagden inbreuk gemaakt op de merkenrechten van Apple.
Daarnaast eist Apple dat de rechtbank voor recht verklaart dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die Apple heeft geleden als gevolg van het inbreuk makende en onrechtmatig handelen. Zij eist hierbij een betaling van een bedrag van 40.000,- als voorschot op de nog vast te stellen schadevergoeding.
Het oordeel - merkinbreuk
De rechtbank oordeelt dat vaststaat dat de vof en de bv inbreuk hebben gemaakt op de merkenrechten van Apple in de zin van artikel 9 lid 2 sub a van de Uniemerkenverordening. Hieraan wordt ten grondslag gelegd dat gedaagden producten met tekens gelijk aan de merken van Apple hebben geïmporteerd en verkocht, zonder dat Apple hiervoor
toestemming gegeven heeft. Het verweer van gedaagden dat zij niet (doel)bewust inbreuk op de merkenrechten hebben gemaakt, maakt dit niet anders.
Apple heeft gedaagden meermaals aangeschreven wegens inbreuk op bepaalde merkenrechten, maar deze sommaties zijn door gedaagden keer op keer genegeerd. Zij hebben daarnaast onvoldoende maatregelen getroffen om inbreuk op de merkenrechten van Apple te voorkomen. Het verweer dat het voor gedaagden niet zichtbaar is wanneer sprake is van namaakproducten wordt verworpen, aangezien gedaagden bekend verondersteld worden met gangbare prijzen in de branche.
Volgens de rechtbank kan de vordering tot het staken van de inbreuk dan ook worden toegewezen. De rechtbank beveelt de gedaagden om iedere inbreuk op de merken van Apple in de gehele EU te staken en gestaakt te houden. Ook worden dwangsommen opgelegd als stimulans tot nakoming van de toe te wijzen vorderingen.
Het oordeel - bestuurdersaansprakelijkheid
Apple stelt daarnaast dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld in hun hoedanigheid van (indirecte) bestuurders van de bv, omdat hen van de merkinbreuk door deze bv een persoonlijk ernstig verwijt gemaakt kan worden. Apple acht gedaagden in dit kader aansprakelijk voor de schade die het gevolg is van de merkinbreuk, omdat zij een op hen persoonlijk jegens Apple rustende zorgvuldigheidsnorm hebben geschonden.
Volgens de rechtbank volgt uit vaste rechtspraak het uitgangspunt dat indien een vennootschap een onrechtmatige daad pleegt, alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden kunnen daarnaast ook de bestuurders aansprakelijk worden gehouden. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat de bestuurders ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
De rechtbank komt tot de conclusie dat beide
bestuurders van de bv een persoonlijk ernstig verwijt treft van de gepleegde merkinbreuken. De gedaagden waren de enige werkzame personen binnen de bv en zij hebben zelf de inbreuk makende producten ingekocht, ingevoerd, te koop aangeboden en verkocht. Zij waren daarnaast op de hoogte van de sommatiebrieven die Apple stuurde. De steekproeven die door gedaagden werden uitgevoerd om merkinbreuk te voorkomen, bleken kennelijk niet voldoende te zijn om daadwerkelijk merkinbreuk te voorkomen. Gedaagden wisten of behoorden te begrijpen dat hun handelen tot schade bij Apple zou lijden, waardoor zij op grond van de onrechtmatige daad uit artikel 6:162 BW aansprakelijk zijn voor de schade die Apple heeft geleden.
De vordering tot schadevergoeding, te begroten op de door de bv met haar onrechtmatig/inbreuk makend handelen genoten winst, is dan ook toewijsbaar.
Conclusie
Dit vonnis van de rechtbank Den Haag bevestigt dat bij het plegen van een merkinbreuk door een vennootschap, ook
bestuurdersaansprakelijk voor de bestuurders in privé op de loer ligt. Wees er dus op bedacht dat inbreuk makend handelen van uw onderneming mogelijk ook kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid!
Heeft u vragen over het merkinbreuk of het merkenrecht in het algemeen?
Neem dan contact op met één van onze specialisten!
[1] Het betreft de volgende registraties:
- het internationale woordmerk ‘APPLE’ (nr. 9137765).
- het internationale beeldmerk (nr. 1378087).
[post_title] => Bestuurders persoonlijk aansprakelijk voor merkinbreuk
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bestuurders-persoonlijk-aansprakelijk-voor-merkinbreuk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-03-11 14:33:56
[post_modified_gmt] => 2024-03-11 13:33:56
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=41503
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 40797
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-01-18 12:05:47
[post_date_gmt] => 2024-01-18 11:05:47
[post_content] => Prada is misschien wel een van de meest iconische modehuizen. Kenmerkend voor de waren van Prada is de driehoekvorm of -patroon die vaak terug te zien is in Prada-tassen en kleding. In 2022 heeft Prada bij het Bureau van Intellectuele Eigendom van de
Europese Unie (EUIPO) geprobeerd een merkrecht te verkrijgen door haar driehoekpatroon als merk aan te vragen. Deze aanvraag werd in eerste instantie afgewezen, wegens een gebrek aan “inherent onderscheidend vermogen”. Vervolgens tekende Prada beroep aan tegen deze beslissing van het EUIPO.
In deze blog ga ik in op het onderscheidend vermogen van een merk in het algemeen, en behandel ik vervolgens de beslissing bij het Board of Appeal (BoA) bij het EUIPO.
Onderscheidend vermogen
Om een merkrecht te kunnen verkrijgen, is het belangrijk dat het teken ‘
onderscheidend vermogen’ heeft. Dit betekent dat het teken in staat moet zijn om de waren van de ene partij te identificeren en te onderscheiden van de waren van een andere partij.
Sommige merken bezitten van meet af aan een sterk vermogen om zich van andere merken te onderscheiden. Dit wordt ook wel een inherent onderscheidend vermogen genoemd. Het onderscheidend vermogen kan echter in de loop van de tijd toenemen, door bijvoorbeeld goede marketing. Dit wordt bij een merkrecht ook wel inburgering genoemd.
Het driehoekpatroon van Prada
Bij de Board of Appeal (BoA) ging het om de vraag of het driehoekpatroon van Prada genoeg onderscheidend vermogen bezit, zodat dit patroon als merk ingeschreven kan worden. Volgens Prada zou het zeer gebruikelijk zijn om in de modebranche patronen te gebruiken. Hierdoor zou de consument inmiddels gewend zijn geworden om patronen te associëren met bepaalde modemerken.
Het BoA ging echter, net als het EUIPO, niet mee in het betoog van Prada. Het driehoekpatroon van Prada moet volgen het BoA gezien worden als een eenvoudig en alledaags figuratief patroon, dat niet op een bijzondere wijze afwijkt van
traditionele driehoekpatronen. Daarmee mist Prada’s driehoekpatroon in beginsel de onderscheidende kenmerken die nodig zijn om voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking te komen.
Vervolgens zou bekeken kunnen worden of het driehoekpatroon door het gebruik daarvan wel inmiddels onderscheidend vermogen heeft verkregen. Prada heeft echter afgezien om een beroep te doen op de uitzonderingsgrond voor het verkrijgen van onderscheidend vermogen door frequent gebruik daarvan.
Conclusie
Het bedenken van een merk kan een lastige klus zijn. Je zult immers
een passende naam en/of logo moeten creëren voor de waren en/of diensten die je wil aanbieden. Daarbij is minstens net zo belangrijk na te gaan of het bedachte teken aan alle vereisten voor merkenrechtelijke bescherming voldoet. Het onderscheidend vermogen maakt daar onderdeel van uit.
Heeft u een vraag over
merkrecht? Of wenst u een merkregistratie te verrichten? Neem contact op met een van onze specialisten!
[post_title] => Het driehoekpatroon van Prada: voldoende onderscheidend vermogen voor een merkrecht?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => het-driehoekpatroon-van-prada-voldoende-onderscheidend-vermogen-voor-een-merkrecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-01-18 12:06:55
[post_modified_gmt] => 2024-01-18 11:06:55
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40797
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 40655
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-01-10 09:24:38
[post_date_gmt] => 2024-01-10 08:24:38
[post_content] => Sinds 1 februari 2023 is in Nederland de Code voor
Duurzaamheidsreclame (CDR) van kracht. In de CDR worden specifieke regels vermeld waar reclame aan moet voldoen op het moment dat daarin duurzaamheidsclaims zijn opgenomen. Destijds schreven we al een blog over enkele vuistregels die je kan gebruiken wanneer je van plan bent duurzaamheidsclaims te maken.
Eén van de branches waarin men druk bezig is om te verduurzamen, is de modebranche. Zo wordt bijvoorbeeld ook in de
Europese Unie flink ingezet op een meer duurzame textielconsumptie. Het is dan ook niet vreemd dat verschillende fashionbedrijven graag in reclame-uitingen vermelden dat zij zich actief bezighouden met verduurzaming. Toch blijkt het in de praktijk nog niet altijd even goed te gaan. Waar eerder de
H&M al gewaarschuwd is door de Autoriteit Consument & Markt, is er ditmaal bij de Reclame Code Commissie een klacht ingediend over verschillende duurzaamheidsclaims die de fast-fashion gigant Primark heeft gebruikt.
In deze blog lees je om welke uitingen het gaat, en tot welk oordeel
de Commissie van Beroep (CvB) in beroep is gekomen.
Feiten
In deze kwestie gaat het om een vijftal posters van
Primark Nederland die volgens de klaagster in kwestie misleidend zouden zijn. Het gaat om de volgende uitingen:
- "De CO2-uitstoot met 50% verminderen. Zodat de planeet vrij kan ademhalen."
- "Biologisch, gerecycled, duurzaam en betaalbaar katoen."
- "Geen wegwerpplastic meer. Voor onze enige planeet."
- "Opleidingen voor gelijkheid. Kansen voor iedereen."
- "We maken onze kleding circulair. Zodat de wereld blijft draaien."
Bij iedere uiting wordt in kleine letters vermeld welke doelstelling wordt gehanteerd, en wanneer deze doelstelling door Primark bereikt zal worden.
De uitingen zouden worden gepresenteerd als een (absolute) duurzaamheidsclaim, terwijl het in werkelijkheid nu nog enkel toekomstplannen en duurzaamheidsambities zijn. Daarmee zouden uitingen 1 t/m 4 in strijd zijn met artikel 3.2 CDR. Ten aanzien van uiting 5 zou het onvoldoende duidelijk zijn of het gestelde hergebruik in voldoende mate wordt gerealiseerd, zoals vereist is volgens artikel 9 CDR.
Oordeel Commissie van Beroep
Nadat de
Reclame Code Commissie eerder Primark in het ongelijk heeft gesteld, besloot Primark in beroep te gaan. Echter, ook het CvB achtte dat de uitingen in strijd waren met de CDR. Het CvB is van oordeel dat alle uitingen op de posters in strijd zijn met artikel 3.2, omdat onvoldoende duidelijk wordt gemaakt dat het enkel gaat om een duurzaamheidsambitie, en niet om de huidige situatie.
Bij uiting 1 merkt het CvB op dat de consument dergelijk absolute claim zodanig kan interpreteren dat deze in ieder geval wordt waargemaakt. Dit kan Primark echter, op basis van de op dit moment beschikbare gegevens, nog niet zeggen. Ten aanzien van uitingen 2 t/m 5 bestaat er een kans dat de gemiddelde consument in Primarkwinkels de uiting niet correct interpreteert. Dit heeft vooral te maken met het gebruik van de kleine letters in combinatie met een claim die juist prominent wordt gepresenteerd op de poster.
Daarnaast komt het CvB ook in haar eindoordeel tot de conclusie dat uitingen 2 en 5 ook in strijd zijn met artikel 3.1 CDR. Het is namelijk niet voldoende duidelijk welke specifieke invulling Primark toekent aan de begrippen "Biologisch, gerecycled, duurzaam en betaalbaar katoen" en “circulair”.
CvB sluit zich dus uiteindelijk aan bij het oordeel van de Reclame Code Commissie, die al eerder de aanbeveling deed aan Primark om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Conclusie
Als ondernemer wil je natuurlijk aan je consument kenbaar maken dat jij
duurzaamheid hoog in het vaandel hebt. Desalniettemin is het wel belangrijk dat dit soort uitingen voldoen aan de CDR en natuurlijk ook aan de reguliere Nederlandse Reclamecode.
Heeft u vragen over een bepaalde reclame-uiting of over het reclamerecht in het algemeen?
Neem contact op met één van onze specialisten!
[post_title] => Duurzaamheidsclaims van Primark ook in beroep als misleidend beoordeeld
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => duurzaamheidsclaims-van-primark-ook-in-beroep-als-misleidend-beoordeeld
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-01-10 10:35:20
[post_modified_gmt] => 2024-01-10 09:35:20
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=40655
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 38774
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-09-22 14:43:27
[post_date_gmt] => 2023-09-22 12:43:27
[post_content] =>
Inleiding
Sinds het begin van dit jaar zijn
nieuwe regels van kracht die misleidende reclames in de vorm van ‘van voor prijzen’ tegengaan. Dat hier ook actief op gehandhaafd wordt, blijkt onder meer uit een recentelijke publicatie van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
[1] Zij hebben onlangs nog een 40-tal webshops op de vingers getikt wegens het gebruik misleidende countdown timers. Na het aftellen van de klok bleef de korting namelijk onverminderd van kracht. Vandaar dat het goed is om de regels voor prijsverlagingen, de zogenaamde ‘van voor prijzen’ weer eens even op een rij te zetten.
Hoofdregel
De belangrijkste regels omtrent het aanprijzen van artikelen zijn te vinden in de Nederlandse Reclame Code (hierna: “
NRC”). Op 28 mei 2022 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in dit algemene deel van de Nederlandse Reclame Code (NRC), naar aanleiding van implementatie van een Europese richtlijn in Nederlandse wetgeving.
[2] Daarbij is ook een bepaling opgenomen omtrent prijsverminderingen in artikel 8.6 van de NRC. Dit artikel luidt als volgt:
“Reclame waarin voor een bepaald product een prijsvermindering wordt genoemd, vermeldt altijd de laagste prijs die adverteerder voorafgaand aan de actie voor dat product heeft toegepast gedurende een periode van minimaal dertig dagen voordat de korting ingaat (…)”
Dit houdt in dat de verkoper bij een prijsvermindering gebonden is aan de (‘van’)prijs die hij voorafgaand aan de afprijzing voor een periode van minimaal dertig dagen heeft gevoerd.
Uitzondering adviesprijzen
Maar zoals vaker geldt bij hoofdregels bestaan er ook enkele
uitzonderingen. Zo geldt dit alles niet in de situatie als de ‘adviesprijs’ van de fabrikant wordt vermeld als originele prijs. Een voorbeeld van een dergelijke aanprijzing is een messenblok dat in een aanbieding als volgt werd aangeboden: adviesprijs € 99,- voor €19,99.
[3] In deze uitspraak van de Reclame Code Commissie is namelijk uitgemaakt dat het een feit van algemene bekendheid is dat met een adviesprijs, de prijs wordt bedoeld die door de fabrikant van het product wordt aangegeven en aan detailhandelaren wordt aanbevolen. Desalniettemin zijn ook door de ACM bezwaren gerezen ten aanzien van te hoog opgevoerde adviesprijzen.
[4]
Andere uitzonderingen op de hoofdregel
Buiten de uitzondering door gebruik van de adviesprijs, zijn er ook nog andere uitzonderingen te noemen, namelijk:
- Producten die een zeer beperkte houdbaarheidsdatum hebben, zoals levensmiddelen met een THT-aanduiding.
- Progressieve prijsverminderingen. Daarbij gaat het om oplopende prijsverminderingen, door bijvoorbeeld een product eerst met 20% korting aan te bieden en vervolgens 30%. Op dat moment mag de verkoper blijven verwijzen naar de originele prijs.
- Producten die minder dan 30 dagen op de markt worden aangeboden.
Conclusie
Bij een prijsvermindering is de verkoper volgens artikel 8.6 van de Nederlandse Reclame Code in beginsel gebonden aan de prijs, welke hij voorafgaand aan prijsvermindering voor een periode van minimaal dertig dagen heeft gevoerd. Hoewel er uitzonderingen op deze regel bestaan, is het dus goed om als ondernemer op te blijven letten bij het afprijzen van producten.
Heeft u vragen over prijsverlagingen of andere kwesties op het gebied van het
reclamerecht? Neem
contact op met één van onze specialisten.
[1] ACM spreekt webshops aan die misleidende countdowntimers gebruiken | ACM.nl
[2] https://www.reclamecode.nl/news/nieuwe-regels-om-misleidende-reclame-tegen-te-gaan-in-nederlandse-reclame-code/
[3] https://www.reclamecode.nl/uitspraken/messenblok/huishouden-en-inrichting-2014-00411/138832/
[4] Adviesprijzen | Consumentenbond
[post_title] => Prijsverlagingen en ‘van voor prijzen’: hoe zit het ook alweer?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => prijsverlagingen-en-van-voor-prijzen-hoe-zit-het-ook-alweer
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-09-22 14:45:21
[post_modified_gmt] => 2023-09-22 12:45:21
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=38774
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 44038
[post_author] => 68
[post_date] => 2024-11-18 10:25:40
[post_date_gmt] => 2024-11-18 09:25:40
[post_content] => De rechtbank in Amsterdam heeft onlangs vonnis gewezen in een kwestie over
licentievoorwaarden.
[1] Deze kwestie ging om een licentie voor een lettertype, ontwikkeld door Dyslexiefont, dat mensen met dyslexie helpt. In deze kwestie speelt de vraag of Microsoft inbreuk maakt op het auteursrecht van Dyslexiefont doordat medewerkers van Microsoft de licentie niet correct zouden hebben gebruikt. Hoe de rechtbank hierover oordeelde, lees je in deze blog.
Feiten
Dyslexiefont heeft een speciaal lettertype bedacht voor mensen met dyslexie. Het bedrijf biedt verschillende licenties aan, waaronder een “
businesslicentie”. Volgens Dyslexiefont is deze businesslicentie enkel geldig wanneer deze voor het gehele personeelsbestand van een bedrijf wordt aangeschaft. Dit staat vermeld in haar algemene voorwaarden.
De kwestie ontstond toen vier medewerkers van Microsoft afzonderlijk een businesslicentie voor zichzelf aanschaften. Volgens Dyslexiefont was dit in strijd met hun voorwaarden, en dus vorderde het bedrijf een bedrag van € 475.000,- wegens schending van de licentievoorwaarden en vermeende auteursrechtinbreuk.
Microsoft verweerde zich door te stellen dat de medewerkers zelfstandig een licentie hadden aangeschaft voor eigen gebruik, zonder dat dit namens het gehele bedrijf was gedaan. Volgens Microsoft was er geen duidelijke communicatie vanuit Dyslexiefont dat de afzonderlijke aankopen niet toegestaan waren. Bovendien voerde Microsoft aan dat er geen sprake was van auteursrechtinbreuk.
Het oordeel van de rechtbank
Uiteindelijke oordeelde de rechtbank dat Dyslexiefont onvoldoende duidelijk had gemaakt dat de vier losse licentieovereenkomsten onrechtmatig waren. Hoewel het lettertype zelf
auteursrechtelijk beschermd is, concludeerde de rechtbank dat Microsoft geen inbreuk had gepleegd op dit auteursrecht. Dyslexiefont had volgens de rechtbank nagelaten om direct bezwaar te maken tegen de licentieaankopen. Verder had Dyslexiefont communicatie gehad met de Microsoft-medewerkers zonder aan te geven dat de aangekochte licentie onjuist was.
Volgens de rechtbank maakt het feit dat op het aanvraagformulier en in de algemene voorwaarden stond dat de licentie moest worden aangevraagd voor het totaal aantal medewerkers dit niet anders. Dyslexiefont heeft namelijk juist door het versturen van de berichten naderhand de indruk gewekt bij de Microsoft-medewerkers dat alles in orde was en niet dat er een fout was gemaakt, laat staan dat Microsoft door de handelwijze van haar medewerker een boete zou verbeuren.
Conclusie
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en ondubbelzinnige communicatie rond licentievoorwaarden. Wanneer uw onderneming een licentie aanbiedt met specifieke voorwaarden, is het van belang om deze voorwaarden expliciet te handhaven en potentiële klanten direct te informeren wanneer er sprake is van een onjuist gebruik. Zelfs wanneer dit ogenschijnlijk goed geregeld is in
de algemene voorwaarden.
Heeft uw bedrijf hulp nodig bij het opstellen of handhaven van licentieovereenkomsten? Of wilt u advies over auteursrechtelijke bescherming? Neem contact met één van onze
specialisten.
[1] Rb. Amsterdam 30 oktober 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:6660.
[post_title] => Een verkeerd afgenomen licentie? Tijdig ingrijpen blijkt cruciaal!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-verkeerd-afgenomen-licentie-tijdig-ingrijpen-blijkt-cruciaal
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-11-18 10:25:40
[post_modified_gmt] => 2024-11-18 09:25:40
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44038
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 27
[max_num_pages] => 3
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] =>
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 35d88b124d882e2482894ed6f3a439bf
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
De rechtbank in Amsterdam heeft onlangs vonnis gewezen in een kwestie over licentievoorwaarden.[1] Deze kwestie ging om een licentie voor een lettertype, ontwikkeld door Dyslexiefont, dat mensen met dyslexie helpt....
Lees meer
Als uw onderneming zich bezighoudt met de productie en/of import van producten, dan is het maar wat vervelend als er door gebruik van een van die producten schade ontstaat. U...
Lees meer
De voorzieningenrechter bij de Rechtbank Midden-Nederland heeft producent Upfield verboden om de naam "ROOMBETER" te gebruiken voor hun plantaardige alternatief voor roomboter. Deze beslissing kwam na een klacht van de...
Lees meer
Deze zomer staat in het teken van verschillende sportevenementen zoals het EK, de Olympische Spelen en de Tour de France. Naast dat het ons als samenleving druk bezighoudt, houdt de...
Lees meer
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 5 juni zich uitgelaten in het langlopende geschil tussen het Ierse Supermac’s en fastfoodgigant McDonald’s over het EU-merk ‘BIG MAC’....
Lees meer
Een van de beste vormen van reclame die je als ondernemer kunt hebben, zijn tevreden klanten die zich positief uitlaten over jouw diensten. Met de komst van digitale platformen als...
Lees meer
Een paar maanden geleden stelde de rechtbank in Den Haag vast dat twee ondernemingen, welke zich bezig hielden met de (online) handel in elektronische accessoires, inbreuk maakten op de merkenrechten...
Lees meer
Prada is misschien wel een van de meest iconische modehuizen. Kenmerkend voor de waren van Prada is de driehoekvorm of -patroon die vaak terug te zien is in Prada-tassen en...
Lees meer
Sinds 1 februari 2023 is in Nederland de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR) van kracht. In de CDR worden specifieke regels vermeld waar reclame aan moet voldoen op het moment dat...
Lees meer
Inleiding Sinds het begin van dit jaar zijn nieuwe regels van kracht die misleidende reclames in de vorm van ‘van voor prijzen’ tegengaan. Dat hier ook actief op gehandhaafd wordt,...
Lees meer