WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 2
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 2
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 68
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1400
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (68) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 10, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 37993
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-08-18 08:48:25
[post_date_gmt] => 2023-08-18 06:48:25
[post_content] => Steeds vaker maken ondernemingen gebruik van apps ter exploitatie van hun waren en/of diensten. Een app ontwikkelen brengt echter kosten met zich, zeker als een app bouwer moet worden ingeschakeld bij gebrek aan bepaalde specialistische kennis. Als je een app bouwer inschakelt, is het van belang om goede afspraken te maken met elkaar. Recentelijk kwam een onderneming hier ook achter toen deze verwikkeld was geraakt in een conflict met zijn app bouwer. Uiteindelijk heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich over de kwestie gebogen.
In deze blog zal ik dit arrest van het hof nader bespreken.
De feiten
De onderneming in deze kwestie begeleidt verschillende professionele voetbalteams en individuele profspelers. In 2019 benadert de onderneming een app bouwer, aangezien hij een voetbalapp voor smartphones wenst te ontwikkelen. Hierbij heeft de onderneming zowel het gewenste ontwerp als de functionaliteiten omschreven, door middel van een door hem verstrekte ‘blueprint’.
Uiteindelijk besluit de onderneming met voornoemde app bouwer in zee te gaan, en sluiten zij een overeenkomst van opdracht met elkaar. Volgens deze overeenkomst zou de app bouwer voor de onderneming een app ontwikkelen die voetballers leert welke tactische keuzes te maken in bepaalde wedstrijdsituaties. De partijen spreken met elkaar af dat de app op 1 september 2019 moet worden opgeleverd. Echter, in de overeenkomst wordt ook voorzien in mogelijkheden om deze deadline uit te stellen in bepaalde situaties.
Als de app op 28 februari 2020 nog steeds niet af is, wordt de app bouwer in gebreke gesteld. De app bouwer had namelijk tot twee keer toe een nieuwe opleverdatum voorgesteld, en verschillende problemen met de test-app zouden nog niet opgelost zijn. Even later, op 21 april 2020, bericht de app bouwer dat alle aanpassingen zijn doorgevoerd, en het project daarmee als afgerond zou moeten worden beschouwd. Aangezien de onderneming op dat punt nog steeds niet tevreden was over de app, besluit hij de overeenkomst te ontbinden.
Oordeel van het hof
Het hof moet op grond van deze feiten beoordelen of de app bouwer tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst. Vervolgens moet worden vastgesteld of deze tekortkoming ook een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.
Fatale termijn
Ten eerste voert de onderneming aan dat 1 september 2019 een fatale termijn is in de zin van artikel 6:83 sub a Burgerlijk Wetboek (BW). In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat dit géén fatale termijn is, en ook het hof volgt deze stellingname. Dit zou namelijk onvoldoende uit de feiten en omstandigheden blijken. Zo is de app bouwer meermaals in de gelegenheid gesteld om de app verder te ontwikkelen, en is de onderneming twee keer akkoord gegaan met een nieuwe opleverdatum.
Verzuim
Nu geen sprake is van een fatale termijn, is de app bouwer niet meteen na 1 september 2019 in verzuim. Hierdoor treedt het verzuim pas in na een ingebrekestelling en pas dan zou de onderneming een bevoegdheid tot ontbinding toekomen. Echter, het hof stelt dat de onderneming de app bouwer niet op een deugdelijke wijze in gebreke heeft gesteld. Er wordt daarbij namelijk niet duidelijk aangegeven op welke punten de app nog te wensen overliet en wat de onderneming in dat kader van de app bouwer verlangde.
Tekortkoming
Voorts stelt het hof dat de onderneming onvoldoende heeft onderbouwd dat de app niet voldoet aan de afspraken die tussen de app bouwer en de onderneming zijn gemaakt. De onderneming heeft aan het begin van de samenwerking een zogenaamde blueprint overlegd, met daarin beschreven waar de app aan zou moeten voldoen. De app bouwer heeft daarbij aangegeven deze app voor een bedrag van € 40.600,- te kunnen ontwikkelen. Echter, uit budgettaire overwegingen wordt uiteindelijk een prijs van € 21.470,- voor de werkzaamheden van de app bouwer overeengekomen. Bovendien wordt in correspondentie vanuit de app bouwer gesproken van het opleveren van een ‘minimum viable product’ die enkel de belangrijkste functionaliteiten bevat. Volgens het hof zou het, gelet op deze omstandigheden, voor de onderneming duidelijk moeten zijn geweest dat zij voor € 21.470,- niet een app conform de blueprint geleverd zou krijgen, als hiervoor eerder een bedrag van € 40.600,- geoffreerd is.
Uiteindelijk komt het hof dus, net als de kantonrechter, tot de conclusie dat de app bouwer niet tekort is geschoten bij het opleveren van de app. Hierdoor komt aan de buitengerechtelijke ontbinding geen werking toe.
Wat betekent dit voor de praktijk?
In deze kwestie komt goed naar voren dat het van belang is om duidelijke afspraken te maken met je app bouwer. Daarbij is het onder meer van belang afspraken te maken over de eisen waar de app in ieder geval aan moet voldoen.
Staat u op het punt een samenwerking met een app bouwer aan te gaan? Of bevindt u zich nu al in een conflict met een app bouwer? De IT-specialisten van BG.legal helpen u graag!
[post_title] => Een app bouwer inschakelen? Maak duidelijke afspraken!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-app-bouwer-inschakelen-maak-duidelijke-afspraken
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-08-18 08:48:25
[post_modified_gmt] => 2023-08-18 06:48:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37993
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 37060
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-07-06 09:20:33
[post_date_gmt] => 2023-07-06 07:20:33
[post_content] => Inleiding
Eén van de bekendere merken op het gebied van sportartikelen is misschien wel Hummel. De producten van Hummel worden gekenmerkt door het gebruik van een dubbel chevron-teken. Onlangs trok dit dubbel chevron-teken van Hummel ook juridische aandacht. De Kamer van Beroep (hierna: de Kamer) van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO) moest immers beoordelen of kleurverandering ervoor zorgde dat van normaal gebruik niet langer sprake was.
In deze blog lees je meer over het normaal gebruik van een merk en de beoordeling van de Kamer in deze kwestie.
Normaal gebruik
In deze kwestie stond onder meer het normaal gebruik centraal, maar wat houdt dat precies in?
Op het moment dat een merkregistratie voltooid is, kan de merkhouder niet zomaar achterover gaan leunen. Het is namelijk aan de merkhouder om zijn merk binnen 5 jaar normaal te gebruiken voor de waren en diensten waar het merk bescherming voor geniet. Volgens vaste rechtspraak is sprake van normaal gebruik van een merk wanneer het, overeenkomstig zijn wezenlijke functie, wordt gebruikt. Dat wil zeggen voor het waarborgen van de identiteit van de oorsprong van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, met als doel voor die waren of diensten een afzet te vinden of te behouden. Het enkel symbolisch gebruiken van een merk, om de aan het merk verbonden rechten te behouden, valt hier niet onder.[1] Of sprake is van normaal gebruik, wordt beoordeeld aan de concrete omstandigheden van het geval.
Indien een merk niet normaal gebruikt wordt binnen 5 jaar na inschrijving, kan een merk vervallen worden verklaard. Op grond van het normale gebruik diende de wederpartij in de onderhavige kwestie, Barry's Bootcamp Holdings LLC, een vordering tot vervallenverklaring in.
De feiten in de Hummel-zaak
Hummel is houdster van het volgende internationale beeldmerk:
Dit merk is sinds 2006 ingeschreven voor verschillende goederen en diensten. Naar aanleiding van de ingestelde vordering heeft het EUIPO in eerste instantie geoordeeld dat normaal gebruik was bewezen voor de volgende goederen:
- Tassen voor sport (klasse 18);
- Sportkleding, -schoeisel en -hoofddeksels, vrijetijdskleding, -schoeisel en -hoofddeksels en modieuze kleding, schoeisel en hoofddeksels (klasse 25);
- Ballen voor sport en spel (klasse 28).
De wederpartij nam hier echter geen genoegen mee en is vervolgens in beroep gegaan. Hierbij werd onder meer aangevoerd dat het beeldmerk van Hummel is geregistreerd in het zwart op een witte achtergrond, maar dat Hummel het teken vaak gebruikt in het wit op een zwarte of anderszins gekleurde achtergrond. Daarbij voerde de wederpartij aan dat het beeldmerk van Hummel een gering inherent
onderscheidend vermogen heeft, waardoor deze kleurwijziging van negatieve invloed was op het normale gebruik.
Beoordeling van de Kamer
De wederpartij kreeg echter niet het antwoord waar zij op gehoopt had. De Kamer begint jurisprudentie over soortgelijke merken te herhalen, en deze tegen de onderhavige kwestie aan te houden. Daarbij komt zij tot de conclusie dat de wezenlijke kenmerken van het zwart-op-wit merk van Hummel nog steeds aanwezig zijn bij de wit-op-zwart wijze van gebruik. Hierdoor verandert dit laatste gebruik het onderscheidend vermogen van het geregistreerde beeldmerk niet.
Om dit standpunt kracht bij te zetten, zoekt de Kamer tevens aansluiting bij de
Gemeenschappelijke mededeling over de
gemeenschappelijke praktijk van de mate van
bescherming van
zwart-
witmerken.
Dit document stelt dat een enkele wijziging van kleur het onderscheidend vermogen van een merk niet aantast, zolang:
- de woord-/beeldelementen samenvallen en de belangrijkste onderscheidende elementen zijn,
- het contrast van de tinten wordt gerespecteerd,
- de kleur of kleurencombinatie op zichzelf geen onderscheidend vermogen bezit, en
- de kleur niet een van de belangrijkste bijdragen levert aan het algehele onderscheidend vermogen van het merk.
De Kamer komt uiteindelijk tot de conclusie dat de twee chevrons de belangrijkste onderscheidende elementen van het merk zijn, het contrast behouden blijft en dat de zwart-witcombinatie op zichzelf geen onderscheidend element van het merk is. Het normale gebruik wordt dan ook niet doorbroken door de
wijziging in kleurstelling bij het gebruik van het beeldmerk door Hummel.
Conclusie
Als je een beeld of woord-/beeldmerk inschrijft, is het dus van belang na te denken over de kleurstelling. Dit kan namelijk van invloed zijn op het moment dat je normaal gebruik van je merk moet aantonen. Heb je
vragen over het normaal gebruik, of het merkenrecht in het algemeen? Neem
contact op met één van onze specialisten.
[1] HvJ EG 11 maart 2003, zaak C-40/01, (Ansul/Ajax).
[post_title] => Normaal gebruik en veranderde kleurstelling: het chevronteken van Hummel
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => normaal-gebruik-en-veranderde-kleurstelling-het-chevronteken-van-hummel
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-07-06 09:20:33
[post_modified_gmt] => 2023-07-06 07:20:33
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37060
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 36605
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-06-08 14:41:33
[post_date_gmt] => 2023-06-08 12:41:33
[post_content] => Ieder jaar brengt de
Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een
rapport uit over de belangrijkste feiten, cijfers en trends op het gebied van datalekken in Nederland. De laatste versie van deze datalekkenrapportage is op 6 juni 2023 gepresenteerd. De sombere boodschap van de AP luidt: “
Ga ervan uit dat er al eens persoonlijke gegevens van je gelekt zijn, of dat dit nog gaat gebeuren”. Gelukkig geeft de AP in het rapport naast tips om je te wapenen tegen misbruik van je gegevens, ook informatie om de schade in te perken. In deze blog wordt stilgestaan bij de praktische tips van de AP.
Informatie en aard van de datalekken
Allereerst wordt in de rapportage ingegaan op de datalekken van 2022 in vergelijking tot de datalekken die zich de afgelopen 5 jaar hebben voorgedaan. In 2022 zijn bij de AP 21.151 datalekken en 1.826 cyberaanvallen gemeld. Het aantal datalekmeldingen in de afgelopen 5 jaar bedraagt 114.258. Dit betekent dat het aantal meldingen jaarlijks rond hetzelfde niveau blijft. De AP stelt echter vast dat - naar alle waarschijnlijkheid - het aantal slachtoffers jaarlijks wel stijgt. Zeker met
cyberaanvallen kunnen er in een klap veel gegevens buit gemaakt worden.
Tips om schade te voorkomen
De belangrijkste tips die de AP noemt in het rapport zien op de
voorzorgsmaatregelen die men kan treffen. Daarbij kan gedacht worden aan:
- Bij iedere website een ander wachtwoord gebruiken;
- Als organisatie een extra beveiligde inlogmethode aanbieden en hier als gebruiker ook daadwerkelijk gebruik van maken;
- Verklein het risico op identiteitsfraude door een veilige kopie van een identiteitsbewijs te maken, bijvoorbeeld met behulp van de KopieID-app;
- Geef niet meer gegevens af aan een organisatie dan noodzakelijk is.
- Op grond van privacywetgeving kun je een verzoek doen bij een organisatie om gegevens te verwijderen, als een bepaald account bijvoorbeeld niet meer gebruikt wordt.
Tips bij diefstal van gegevens
Vervolgens geeft de AP aan wat je kan doen op het moment dat je al de dupe bent geworden van een datalek. Ten eerste is het van belang dat vast komt te staan
welke gegevens gestolen zijn, aangezien dat relevant is voor de stappen die je wel/niet kunt zetten. Over het algemeen zijn organisaties
verplicht om informatie over de door hen gelekte gegevens aan de gedupeerden te verstrekken.
De AP raadt de volgende stappen aan, wanneer jouw gegevens deel uitmaken van een datalek:
- Indien zowel het e-mailadres als wachtwoord zijn gelekt, wordt aangeraden dit wachtwoord op andere sites te wijzigen. De AP benadrukt dat het verstandig is om op iedere website een ander, sterk wachtwoord te gebruiken.
- Indien het e-mailadres of het telefoonnummer is gelekt, wordt geadviseerd alert te zijn op phishing. Bij phishing gaat het bijvoorbeeld om nepmails of nepsms’jes die criminelen versturen om meer gegevens af te troggelen.
- Indien een identiteitsbewijs gelekt is, moet de gedupeerde dit bij de gemeente melden en een nieuw identiteitsbewijs aanvragen.
Conclusie
In het geval van
datalekken is voorkomen zeker beter dan genezen. Wilt u voorkomen dat de gegevens van uw onderneming of klanten lekken, of is uw onderneming al de dupe geworden van een datalek? Neem contact op met
één van de specialisten.
[post_title] => AP publiceert datalekken rapportage 2022
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ap-publiceert-datalekken-rapportage-2022
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-08 14:42:10
[post_modified_gmt] => 2023-06-08 12:42:10
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=36605
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 35442
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-03-20 16:30:24
[post_date_gmt] => 2023-03-20 15:30:24
[post_content] => Als ondernemer wil je je product met een pakkende naam op de markt brengen. Om de concurrent te weerhouden deze naam te mogen gebruiken voor vergelijkbare waren en/of diensten, is het raadzaam om een
merkregistratie te verrichten. Het is daarbij echter van belang te onderzoeken of deze c.q. een vergelijkbare naam al door een ander wordt gebruikt. De Luxemburgse onderneming Mavic, het managementbureau van Max Verstappen, kwam daar ook achter. Zij waren voornemens om het teken ‘MAX’ als merk te registreren. In reactie hierop stelde Nike op grond van haar merkrecht oppositie in. Uiteindelijk moest het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (hierna: Benelux merkenbureau) zich over deze
zaak buigen. Hoe het Benelux Merkenbureau over de kwestie dacht, leest u in deze blog.
Wat ging eraan vooraf?
Mavic doet eind 2021 een aanvraag bij het
Benelux merkenbureau voor het teken ‘MAX 1’. Dit teken wordt aangevraagd voor verschillende Nice-klassen, waaronder klasse 25 voor kledingstukken, schoeisel en hoofddeksels. Echter, Nike bleek hier niet blij mee te zijn en besloot begin 2022 oppositie in te stellen tegen deze merkaanvraag. Nike verkoopt immers de bekende Nike Air Max sneakers, en is tevens houder van het woordmerk ‘AIR MAX’.
Argumenten Nike
Kortgezegd is Nike van mening dat de tekens ‘MAX 1’ en ‘AIR MAX’ zowel visueel en auditief flinke gelijkenissen vertonen. In dit kader zou namelijk een
vergelijking moeten worden gemaakt tussen de elementen ‘AIR MAX’ en ‘MAX’, waarbij het element ‘MAX’ identiek is. Het cijfer 1 zou in mindere mate van belang zijn, wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen. Volgens Nike is het namelijk in de modebranche zeer gebruikelijk om het cijfer 1 te gebruiken. Hiermee wordt doorgaans aangegeven dat het gaat om het eerste of beste item in een serie. Daarbij komt dat het merk ‘AIR MAX’ onderdeel uit zou maken van een merkenfamilie van Nike, met daarin merken als ‘VAPORMAX’, ‘AIR MAX 2’ en ‘AIR MAX SQUARE’. Deze merken worden gekenmerkt door de aanwezigheid van de term ‘MAX’. Dit is volgens Nike relevant voor de beoordeling of sprake is van verwarringsgevaar.
Argumenten Mavic
Mavic voert daarentegen aan dat de tekens in visueel opzicht van elkaar verschillen. Het feit dat twee tekens overeenkomen, betekent niet automatisch dat deze tekens ook overeenstemmend zijn. Hierbij verwijst Mavic met name naar het element ‘AIR’, omdat meer gewicht zou moeten worden toegekend aan het begin van tekens dan aan het einde. Ook fonetisch gezien zouden de tekens niet overeenstemmend zijn. Dit verschil zit bijvoorbeeld in de wijze waarop je de ingeschreven tekens
uitspreekt. ‘AIR MAX’ wordt op z’n Engels uitgesproken als
MEX, terwijl het woord Max in ‘MAX 1’ verwijst naar de Nederlandse jongensnaam en dus als
MAX uitgesproken wordt. Dit brengt met zich dat de tekens ook begripsmatig van elkaar verschillen. Met ‘MAX 1’ wordt verwezen naar de Nederlandse jongensnaam en het racenummer van Max Verstappen. In ‘AIR MAX’ wordt daarentegen met ‘AIR’ verwezen naar het Engelse woord voor lucht en ‘MAX’ naar als zijnde een maximum.
Tot slot wijst Mavic op het feit dat in de Benelux 654 merken zijn ingeschreven met de
lettercombinatie MAX, waar Nike geen merkhouder van is. Dit zou een indicatie zijn dat het publiek de AIR MAX-merken niet zal opvatten als deel uitmakend van een specifieke merkenfamilie, die losstaat van de grote hoeveelheid van andere MAX-merken.
Oordeel Benelux merkenbureau
Nadat de partijen de verschillende zienswijzen naar voren hebben gebracht, dient het Benelux merkenbureau een oordeel te vellen. Het Benelux merkenbureau komt tot de conclusie dat op visueel en fonetisch vlak een zekere mate van overeenstemming tussen de tekens bestaat. Van begripsmatige overeenstemming is geen sprake. Ook de waren waar de tekens voor zijn aangevraagd zijn
deels identiek of zijn
deels overeenstemmend.
Voorts is het de vraag of verwarringsgevaar bij het relevante publiek te duchten is. In dit geval behoren consumenten tot dit relevante publiek. Op basis deze factoren in onderlinge samenhang bezien, is volgens het Benelux merkenbureau sprake van verwarringsgevaar. Het publiek zou immers kunnen veronderstellen dat de waren afkomstig zijn van dezelfde onderneming of van economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn. Daarbij is enerzijds rekening gehouden met het feit dat de gemiddelde consument vaak niet beschikt over de mogelijkheid de tekens rechtstreeks met elkaar te vergelijken. Bovendien is het in de kledingbranche gebruikelijk dat hetzelfde merk op verschillende manieren wordt weergegeven. Hierdoor zou de consument zomaar kunnen denken dat ‘MAX 1’ een submerk van Nike is. Om die reden wijst het Benelux merkenbureau verzoek tot merkinschrijving af voor waren in klasse 25. ‘MAX 1’ wordt wel ingeschreven voor de overige klassen waarvoor dit merk is aangevraagd.
Conclusie
In deze zaak komt duidelijk naar voren dat het verstandig is om goed
merkonderzoek uit te laten voeren, voordat je tot de aanvraag van het teken overgaat. Daarbij is het van belang dat er niet alleen getoetst wordt aan de basisvoorwaarden van het merkenrecht. Een onderzoek naar reeds bestaande merkregistraties is minstens zo belangrijk.
Bent u geïnteresseerd in een
merkonderzoek? Of heeft u andere vragen omtrent het merkenrecht? Neem vrijblijvend contact op met één van onze specialisten
Jos van der Wijst,
Mustafa Kahya en
Britt van den Branden.
[post_title] => Nike vecht het merk ‘MAX 1’ van Mavic aan
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => nike-vecht-het-merk-max-1-van-mavic-aan
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-03-21 10:16:46
[post_modified_gmt] => 2023-03-21 09:16:46
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35442
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 34675
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-02-10 13:00:00
[post_date_gmt] => 2023-02-10 12:00:00
[post_content] => Al eerder schreven we een
blog over werkgevers die foto’s van werknemers willen gebruiken in bijvoorbeeld promotiemateriaal. De werkgever moet daarbij nagaan of de werknemer voor het gebruik van zijn/haar
portret toestemming heeft gegeven. Onlangs is Picnic aangesproken op de inbreuk op het portretrecht van een van haar werknemers. In deze blog leg ik uit waar de kwestie precies over gaat, en vervolgens hoe het oordeel van de
rechtbank Amsterdam luidt.
Wat ging eraan vooraf?
De medewerker in kwestie is werkzaam geweest als runner+ bij Picnic. Gedurende haar dienstverband heeft zij haar medewerking verleend aan een fotoshoot. Voorafgaand aan de fotoshoot tekent de medewerker een verklaring (
quit claim), waarin zij toestemming geeft voor het gebruik van haar
beeldmateriaal en geen bezwaar zal maken tegen de openbaarmaking daarvan. De foto’s worden twee jaar later gebruikt in reclame-uitingen op social media, de website, flyers en op bestelbusjes in Nederland en Duitsland. Vanwege het succes van de campagne betaalt Picnic later nog een extra vergoeding van € 500,-.
De medewerker maakt vervolgens
bezwaar tegen het gebruik van haar foto’s in de reclamecampagnes. Bij de fotoshoot zou haar namelijk verteld zijn dat het beeldmateriaal alleen gebruikt zou worden in een
kortdurende campagne op Instagram. Zij ontdekt echter dat haar foto’s op veel grotere schaal worden gebruikt, zonder dat zij daarvoor toestemming heeft gegeven. Na een gesprek met Picnic worden de afbeeldingen binnen een maand van de bestelbusjes verwijderd. Ook wordt haar portret niet langer op het internet gebruikt. Tenslotte heeft het Duitse zusterbedrijf ook de afbeeldingen verwijderd en € 2.500,- aan de werknemer betaald.
Inbreuk op portretrecht
Desalniettemin stapt de medewerker naar de rechtbank wegens een
inbreuk op haar portretrecht. Volgens Picnic heeft de vrouw vrijwillig haar medewerking verleend aan de fotoshoot, en heeft bovendien toestemming voor het gebruik middels de
quit claim. Het zou nooit de bedoeling zijn geweest dat dit gebruik beperkt zou blijven tot het gebruik van haar foto’s in een korte campagne op Instagram.
De rechtbank gaat echter niet mee met het verweer van Picnic, gelet op de ondertekende
quit claim. In dit document is zij akkoord gegaan met het gebruik van haar foto’s voor ‘de beschikbare promotiekanalen van Picnic’. Daar kan volgens de rechtbank het grootschalige gebruik van haar foto’s tot worden gerekend, waaronder het gebruik van haar foto’s op bestelbusjes in Nederland en Duitsland. In haar hoedanigheid als reguliere werknemer had zij er geen rekening mee hoeven houden dat zij door dit grootschalig gebruik waarschijnlijk voor langere tijd met het bedrijf geassocieerd zou worden. Dit is bijvoorbeeld anders bij een professionele acteur die wordt ingehuurd om langere tijd het gezicht van een campagne te zijn en hiervoor een passende vergoeding ontvangt.
Schadevergoeding
Voorts stelt de rechtbank dat het voldoende aannemelijk is geworden dat de medewerker
immateriële schade heeft geleden. De immateriële schade die voor vergoeding in aanmerking komt, wordt op € 10.000,- geschat. Een onderbouwing hoe de rechtbank tot deze schatting is gekomen wordt echter niet gegeven. Daarnaast wordt ieder verder gebruik van de afbeeldingen verboden, op straffe van een dwangsom.
Conclusie
Mocht je als onderneming foto’s van je werknemers willen gebruiken, wees je er dan bewust van dat je hiervoor toestemming van je werknemers nodig hebt. Om te voorkomen dat je voor onaangename verassingen komt te staan, is het daarnaast van belang dat de
toestemming specifiek genoeg is. Op die manier is voor beide partijen duidelijk voor welke aangelegenheden de foto gebruik zal worden.
Wil je meer weten over het portretrecht? Neem contact op met één van
onze specialisten.
[post_title] => Picnic schendt portretrecht van (ex-)werknemer
[post_excerpt] => Mag een bedrijf de foto’s van een medewerker gebruiken voor meerdere, grootschalige campagnes? Anders dan een professionele acteur hoeft een werknemer van een bedrijf er geen rekening mee te houden dat zij door grootschalig gebruik van haar portret
[post_status] => publish
[comment_status] => closed
[ping_status] => closed
[post_password] =>
[post_name] => picnic-schendt-portretrecht-van-ex-werknemer
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-10 13:45:14
[post_modified_gmt] => 2023-02-10 12:45:14
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://im-52378
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 34691
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-02-03 09:12:59
[post_date_gmt] => 2023-02-03 08:12:59
[post_content] => Als ondernemer wil je natuurlijk je producten of diensten zo veel mogelijk aan de man brengen. Het registreren van een merk kan helpen om je onderneming op de kaart te zetten. Wellicht denkt men bij een merk in eerste instantie aan het
registreren van een logo of naam. Het merkenrecht biedt echter een breed scala aan verschillende type merken die geregistreerd kunnen worden. In deze blog besteed ik daarom aandacht aan de mogelijkheid om een
geluidsfragment als
merk te registreren.
De komst van het klankmerk
Lange tijd gold de eis dat een teken ‘voor grafische voorstelling vatbaar’ moest zijn om als merk te kunnen fungeren. Dit vormde een belemmering aangezien een geluid in principe alleen met het gehoor waargenomen kon worden. Het een en ander veranderde in 2003 met de komst van
Shieldmark-arrest. In dit arrest stelt het Europese Hof van Justitie dat voldaan is aan het vereiste van de grafische voorstelling, wanneer het teken een notenbalk of bladmuziek betreft die deze klank weergeeft. Om die reden konden de eerste negen tonen van het beroemde Für Elise als merk geregistreerd worden. Dit soort merken worden in het merkenrecht ook wel een
klankmerk genoemd.
Per 1 oktober 2017 is het vereiste voor de grafische voorstelling komen te vervallen. Hierdoor kan een klankmerk zowel worden weergegeven met behulp van een notenbalk/bladmuziek of een digitaal geluidsband in het merkenregister.
Enkele voorbeelden
Nu enkel een WAV- of MP3-bestandje voldoende is om een klankmerk weer te geven, hebben verschillende ondernemingen een aanvraag voor een klankmerk ingediend. Van deze groep zijn verschillende
merkaanvragen goedgekeurd door het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (hierna: EUIPO). Een van de meest bekende voorbeelden van een klankmerk is misschien wel
leeuwenbrul van MGM. Naast deze brul is ook de kreet van
Tarzan succesvol als klankmerk geregistreerd. Een laatste voorbeeld van Nederlandse bodem is het herkenbare deuntje van
Coolblue.
Onmogelijkheden
Betekent dit dat alle geluiden zomaar als klankmerk geregistreerd kunnen worden? Het antwoord daarop is nee. Ook een klankmerk moet net als andere type merken onderscheidend vermogen bezitten. Zo is de merkregistratie van de
Deutsche Bank van het welbekende contactloze pintransactie afgewezen. Volgens het
EUIPO is deze ba-bing toon namelijk uitsluitend een simpele, functionele toon ter bevestiging dat een betaling geslaagd is. Daarmee is dit geluid niet onderscheidend genoeg ten opzichte van andere eenvoudige tonen.
Ook blikjesproducent
Ardagh Metal Beverage heeft tevergeefs geprobeerd een klankmerk te registreren. Het betrof hier een
audiobestand met daarin het geluid van het openen van een blikje, gevolgd door stilte en gebruis van het drankje. Zowel het EUIPO als het Gerecht van de EU waren van oordeel dat dit geluid niet als klankmerk kan dienen. Dit geluid is immers onlosmakelijk verbonden met het gebruik van een blikje, waardoor het geluid enkel een functionele en technische functie heeft. Het geluid zal voor een consument niet verwijzen naar de onderneming waar het drankje van afkomstig is. Wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen is ook dit geluidsfragment afgewezen als klankmerk.
Heeft u vragen over het klankmerk of het
merkenrecht in het algemeen? Neem contact op
één van onze specialisten!
[post_title] => Een geluidsfragment als merk registreren: kan dat?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-geluidsfragment-als-merk-registreren-kan-dat
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-02-03 09:12:59
[post_modified_gmt] => 2023-02-03 08:12:59
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34691
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 34251
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-01-12 11:48:49
[post_date_gmt] => 2023-01-12 10:48:49
[post_content] => Een van de meest iconische hakken allertijden is misschien wel de Christian Louboutin hak inclusief rode zool. Aangezien deze rode zool zo bekend is, kon deze als positiemerk ingeschreven worden bij het Bureau voor
intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO). Met deze
merkregistratie kan Louboutin concurrenten weerhouden een andere hak met een rode zool op de markt te brengen. Onlangs dook de Louboutin-hak op bij het Hof van Justitie van Europese Unie (HvJEU), wegens een
kwestie met platformgigant Amazon. In deze blog leg ik uit waar de kwestie precies over gaat, en vervolgens hoe het oordeel van het HvJEU luidt.
Wat ging eraan vooraf?
Amazon is een online platform waar waren en diensten worden aangeboden door zowel Amazon zelf als derde verkopers. Op Amazon wordt met enige regelmaat geadverteerd met hoge hakken met rode zool, zonder dat Louboutin hiervoor toestemming heeft gegeven. Om die reden spant Louboutin in 2019 twee rechtszaken aan in België en Luxemburg tegen Amazon. Zowel de Luxemburgse als Belgische rechter hebben prejudiciële vragen gesteld aan het
HvJEU over deze kwestie. De vraag die hier onder meer werd gesteld, is of het gebruik van hakken met een rode zool in een verkoopaanbieding aan Amazon kan worden toegerekend, aangezien op de website een mix van eigen aanbiedingen en externe aanbiedingen te vinden is. Daarnaast zijn zij benieuwd, welke omstandigheden ten aanzien van de aansprakelijkheid in dat geval relevant zijn.
Antwoord op prejudiciële vragen
In haar oordeel geeft het HvJEU te kennen dat Amazon mogelijk verantwoordelijk gehouden kan worden voor de vermeende
merkinbreuken in de verkoopadvertenties van derden. Dit heeft met name van doen met de wijze waarop de advertenties op het platform gepresenteerd worden. Amazon presenteert advertenties namelijk door elkaar, zonder dat daarbij een duidelijk onderscheid gemaakt wordt of de advertentie van Amazon of een externe verkoper is. Hierdoor kan de indruk worden gewekt dat een advertentie van Amazon afkomstig is in plaats van de externe verkoper. Als dit het geval is, kan Amazon verantwoordelijk gehouden worden voor de advertenties waarin namaak-Louboutin schoenen worden aangeboden.
Conclusie
Het is op dit moment nog afwachten of de nationale rechtbanken in België en Luxemburg het HvJEU-oordeel zullen volgen. In ieder geval geeft deze uitspraak een signaal af aan platforms die naast externe verkopers ook zelf producten aanbieden. Het is aanbevelenswaardig voor de platforms om de layout van de website te herzien, en daarbij te bekijken of een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen de eigen
advertenties en de aanbiedingen van derden. Op die manier kunnen zij aansprakelijkheid wegens merkinbreuk in advertenties van derde verkopers mijden.
Heeft u vragen over het merkinbreuk of het merkenrecht in het algemeen? Neem contact op met een van
onze specialisten.
[post_title] => Een kwestie over schoenen: namaak Louboutin advertenties op Amazon
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-kwestie-over-schoenen-namaak-louboutin-advertenties-op-amazon
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-12 11:48:49
[post_modified_gmt] => 2023-01-12 10:48:49
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34251
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 34200
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-01-10 17:00:25
[post_date_gmt] => 2023-01-10 16:00:25
[post_content] => Hoewel het
auteursrecht een nationaal recht is, worden auteursrechtelijk beschermde werken ook vaak in andere landen verkocht. De komst van het internet heeft deze ontwikkeling verder in de hand gewerkt. Echter, deze
internationale kwesties leveren zo zijn eigen praktische implicaties op. De vragen die in dit soort zaken vaak om de hoek komen kijken zijn: (1) welke rechter is bevoegd en (2) welk recht is van toepassing op het geschil. Deze eerste vraag kwam recentelijk nog aan bod in
een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het ging hier om een vermeende auteursrechtinbreuk op een reisdagboek.
Wat ging eraan vooraf?
De eiser in deze zaak publiceerde in 2018 een reisdagboek. Het
reisdagboek vermeldt op iedere pagina een land, waar men een persoonlijke reiservaring aan toe kan voegen. Daarnaast bevat het reisdagboek verschillende opdrachten, to-do lists en een wereldkaart waarmee bijgehouden kan worden welke landen allemaal zijn bezocht. De gedaagde in deze zaak heeft het desbetreffende reisdagboek aangeschaft. Via Instagram heeft eiser vervolgens aan de gedaagde gevraagd of het reisdagboek op bepaalde punten verbeterd zou kunnen worden. Hierop stelde gedaagde voor om het Verenigd Koninkrijk in de nieuwe versie van het dagboek op te splitsen. Op die manier zou onder meer Noord-Ierland een eigen pagina met reistips krijgen. Vervolgens brengt gedaagde zelf in 2021 een reisboek uit over Noord-Ierland, dat sterke gelijkenissen vertoont met het reisdagboek van eiser. Om die reden vordert eiser een schadevergoeding wegens schending van haar auteursrechten.
Het oordeel van de rechtbank
Voordat de rechter de kwestie inhoudelijk gaat behandelen, gaat zij in op de vraag of de rechter überhaupt bevoegdheid is kennis te nemen van het geschil. Hierbij wordt onderstreept dat deze zaak een
internationaal karakter heeft. De eiser is namelijk woonachtig in Nederland en de gedaagde in het Verenigd Koninkrijk. Aangezien het Verenigd Koninkrijk niet langer onderdeel uitmaakt van de EU, kan de bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet beantwoord worden aan de hand de Brussel I-bis verordening. Deze EU-verordening omvat o.a. regels omtrent welke rechter in internationale kwesties bevoegd is. De rechtbank moet dus terugvallen op het Nederlandse recht om haar bevoegdheid te bepalen.
Op grond van artikel 6 sub e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de Nederlandse rechter onder meer rechtsmacht, indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voor gedaan. Dat is volgens de eiser hier het geval, aangezien haar verkopen sterk zijn gedaald in het gebied waar gedaagde actief was. De verkoopcijfers die door eiser zijn aangedragen hebben echter alleen betrekking op de verkoop in het Verenigd Koninkrijk, niet in Nederland. Om die reden is de rechter van oordeel dat de enkele omstandigheid dat er schade in Nederland is geleden, die voortvloeit uit de geleden schade en verlies in het Verenigd Koninkrijk, geen bevoegdheid van de Nederlandse rechter oplevert. Dat internationale toeristen die naar Noord-Ierland op vakantie gaan, geen interesse meer zouden hebben in haar reisdagboek maakt dat niet anders. Deze omstandigheid zorgt namelijk niet voor schade in Nederland. De rechter verklaart zich dus onbevoegd om kennis te nemen van het geschil. Daarbij wordt de eiser als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.
Conclusie
Nu
IE-rechtelijke kwesties steeds vaker in internationaal verband plaatsvinden, is het goed te bezien of de Nederlandse rechter wel bevoegd is kennis te nemen van een bepaald geschil. Dit onder meer met het oog op het voorkomen van onnodige juridische kosten.
Heeft u een vraag over een auteursrechtelijke kwestie met een internationaal karakter, of een andere vraag over het intellectueel eigendomsrecht? Neem contact op met een van
onze specialisten.
[post_title] => De Nederlandse rechter onbevoegd in geschil over reisdagboek
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-nederlandse-rechter-onbevoegd-in-geschil-over-reisdagboek
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-10 17:00:52
[post_modified_gmt] => 2023-01-10 16:00:52
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=34200
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 33849
[post_author] => 68
[post_date] => 2022-12-15 11:08:03
[post_date_gmt] => 2022-12-15 10:08:03
[post_content] => AI-toepassingen volgen elkaar in razendsnel tempo op, waardoor niet iedere ontwikkeling even goed wordt opgemerkt. Dit is echter niet het geval voor
het nieuwe AI-programma genaamd ChatGPT. Op 30 november jl. bracht OpenAI deze nieuwe AI-tool uit, die haar gebruikers flink versteld heeft doen staan. Sindsdien houdt het nieuwe programma de gemoederen in de tech industrie flink bezig. ChatGPT is namelijk in staat om, met behulp van
AI, zo goed als perfecte teksten te genereren. Daarbij kan gedacht worden aan e-mail, blogposts, gedichten of zelfs lyrics geschreven in de stijl van een bepaalde artiest. In deze blog staan wij dan ook stil bij deze nieuwe toepassing, met name wat ChatGPT is en hoe het werkt.
Wat is ChatGPT?
Zoals hierboven al is opgemerkt, is ChatGPT de nieuwste AI-toepassing van
OpenAI, een
onderzoeksinitiatief opgezet in 2015 door Elon Musk en Sam Altman met als doel AI te ontwikkelen. ChatGPT is een chatbot voortgeborduurd op het oudere programma InstructGPT. Dit oudere programma is specifiek getraind om instructies snel op te volgen en gedetailleerde antwoorden te geven. ChatGPT kan dit ook, maar kan daarnaast ook nog vervolgvragen beantwoorden, fouten toegeven, onjuiste uitgangspunten aanvechten en ongepaste verzoeken afwijzen.
ChatGPT verschilt in de toepassing van oudere software omdat het verschillende beperkingen van deze eerdere toepassingen wegneemt. De chatbot kan namelijk volledig en goed geschreven antwoorden genereren, op het gebied van uiteenlopende en complexe onderwerpen. Bovendien is de AI-tool zeer laagdrempelig, aangezien ChatGPT toegankelijk voor het grote publiek.
Desalniettemin merkt
OpenAI op dat ChatGPT nog in een experimentele fase zit, waardoor het systeem op bepaalde vlakken nog wat steken laat vallen. Zo kan het nog voorkomen dat het programma een foutief antwoord op een vraag formuleert. Ook geeft ChatGPT af en toe nog antwoord op ongepaste verzoeken. Tot slot kun je nog geen goed antwoord verwachten op vragen die gaan over recente en actuele gebeurtenissen of die naar de mening van het programma vragen.
Hoe werkt het systeem van ChatGPT?
ChatGPT is getraind met behulp van
Reinforcement Learning from Human Feedback (RLHF), een deep learning techniek die rekening houdt met menselijke feedback om te leren. Bij deze techniek besturen menselijke experts het algoritme door de meest waarschijnlijke menselijke reacties te selecteren uit de mogelijke reacties die het algoritme heeft gegenereerd. Daarmee leert het systeem om waarheidsgetrouwe reacties op vragen te geven. Op die manier kan een gebruiker een vraag stellen, waarna ChatGPT deze analyseert en daarop een passende reactie geeft. Aangezien ChatGPT de reactie meteen na het stellen van de vraag daarop antwoord geeft, voelt het chatten met de chatbot aan als een vorm van menselijke interactie.
Conclusie
Op het internet staan al verschillende voorbeelden waaruit blijkt dat ChatGPT al in staat is om volledige teksten te genereren. Nu ChatGPT toegankelijk is geworden voor het grote publiek, is de verwachting dat de
chatbot nog accurater zal worden in de beantwoording van vragen. Dit wordt ook door Open AI aangemoedigd, omdat zij enkele gebruikers vragen de kwaliteit van het gegenereerde antwoord te beoordelen. Het zal een kwestie van tijd zijn om te zien hoe ChatGPT zich verder zal ontwikkelen en wat de komst van de chatbot in de praktijk zal gaan betekenen.
[post_title] => Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van AI: ChatGPT
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-nieuwe-ontwikkeling-op-het-gebied-van-ai-chatgpt
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-12-15 11:08:03
[post_modified_gmt] => 2022-12-15 10:08:03
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=33849
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 33644
[post_author] => 68
[post_date] => 2022-12-05 16:08:57
[post_date_gmt] => 2022-12-05 15:08:57
[post_content] => Vol verwachting klopt ons hart, want vanavond is het weer pakjesavond. Hoewel de Sint vaak druk bezig is alle schoentjes te vullen, blijkt de goed heiligman ook regelmatig in rechtbanken op te duiken. In
2019 en
2020 hebben we al blogs gewijd aan enkele
auteursrechtelijke kwesties waarin Sinterklaas een rol speelde. Nu blijkt dat Sinterklaas in 2021 wederom centraal stond in
een zaak van het gerechtshof te Den Haag.
[1]
Wat ging eraan vooraf?
In dit arrest gaat het om foto’s die zijn gemaakt door een
professioneel fotograaf bij de sinterklaasintocht in de gemeente Zuidland. Aan deze intocht deden verschillende mensen mee, waaronder een vader en zoon. Tegen een kleine vergoeding treedt dit duo jaarlijks zo’n 10 á 15 keer op. Deze dienst bieden zij aan via verschillende kanalen, waaronder hun eigen website en Marktplaats. Bij deze advertenties maken zij gebruik van foto’s die zijn gemaakt tijdens hun werkzaamheden, zo ook de foto’s van de
sinterklaasintocht in de gemeente Zuidland. De fotograaf spreekt het duo aan dat zij zich, door publicatie van de foto’s, schuldig maken aan auteursrechtinbreuk. Hier was namelijk geen toestemming voor verleend. Toen de mannen weigerden een schadevergoeding te betalen, besloot de fotograaf het geschil aan een rechter voor te legen.
In eerste aanleg heeft de rechtbank Rotterdam de vorderingen van de fotograaf afgewezen. Het eventueel
onrechtmatig handelen kon het duo niet toegerekend worden. Daarbij is in het midden gelaten of de foto’s voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen en of de fotograaf auteursrechthebbende is. Vervolgens is de fotograaf tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan.
Oordeel van het Gerechtshof
Bij het gerechtshof in Den Haag krijgt de fotograaf wel gelijk. Het staat buiten kijf dat de mannen de foto’s gebruikten op de
verschillende advertentiekanalen. Het kwam dus met name om de vraag of de foto’s een werk zijn in de zin van de Auteurswet. Volgens de mannen waren de foto’s te alledaags, waardoor zij niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking zouden moeten komen. Het gerechtshof gaat echter niet mee met dit betoog. De foto’s zijn het resultaat van de originele en creatieve keuzes van de maker, waardoor de persoonlijk stempel van de maker tot uitdrukking komt, aldus het Hof. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de compositie, de belichting, de uitsnede en de hoek waaronder de foto’s zijn genomen. De drempel voor auteursrechtelijke bescherming wordt daarmee gehaald.
Ook acht het hof bewezen dat de fotograaf de auteursrechthebbende is, nu niet blijkt dat de
auteursrechten zijn overdragen. Bovendien kunnen de mannen geen beroep doen op het citaatrecht. Zij hebben namelijk nagelaten de naam van de maker bij de foto’s te vermelden, terwijl dit redelijkerwijs mogelijk was. Naast de schadevergoeding die de vader en zoon aan de fotograaf moeten voldoen, worden zij tevens veroordeeld in de proceskosten.
Conclusie
Hoewel er een groot aanbod aan foto’s en video’s beschikbaar zijn online, betekent niet dat deze
zomaar gebruikt mogen worden. Deze zaak leert maar weer dat men voorzichtig moet zijn met het plukken van afbeeldingen van het internet. Het feit dat u zelf op de foto staat afgebeeld maakt dat niet anders.
Wordt u aangeschreven voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermde foto’s? Of meent u dat iemand anders inbreuk maakt op uw
auteursrechten? Neem dan contact op met een van onze specialisten!
[1] Hof Den Haag 26 oktober 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2410.
[post_title] => De intocht van sinterklaas en het auteursrecht
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-intocht-van-sinterklaas-en-het-auteursrecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-12-05 16:08:57
[post_modified_gmt] => 2022-12-05 15:08:57
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=33644
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 37993
[post_author] => 68
[post_date] => 2023-08-18 08:48:25
[post_date_gmt] => 2023-08-18 06:48:25
[post_content] => Steeds vaker maken ondernemingen gebruik van apps ter exploitatie van hun waren en/of diensten. Een app ontwikkelen brengt echter kosten met zich, zeker als een app bouwer moet worden ingeschakeld bij gebrek aan bepaalde specialistische kennis.
Als je een app bouwer inschakelt, is het van belang om goede afspraken te maken met elkaar. Recentelijk kwam een onderneming hier ook achter toen deze verwikkeld was geraakt in een conflict met zijn app bouwer. Uiteindelijk heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich over de kwestie gebogen.
In deze blog zal ik dit
arrest van het hof nader bespreken.
De feiten
De onderneming in deze kwestie begeleidt verschillende professionele voetbalteams en individuele profspelers. In 2019 benadert de onderneming een app bouwer, aangezien hij een voetbalapp voor smartphones wenst te ontwikkelen. Hierbij heeft de onderneming zowel het gewenste ontwerp als de functionaliteiten omschreven, door middel van een door hem verstrekte ‘blueprint’.
Uiteindelijk besluit de onderneming met voornoemde app bouwer in zee te gaan, en sluiten zij een
overeenkomst van opdracht met elkaar. Volgens deze overeenkomst zou de app bouwer voor de onderneming een app ontwikkelen die voetballers leert welke tactische keuzes te maken in bepaalde wedstrijdsituaties. De partijen spreken met elkaar af dat de app op 1 september 2019 moet worden opgeleverd. Echter, in de overeenkomst wordt ook voorzien in mogelijkheden om deze deadline uit te stellen in bepaalde situaties.
Als de app op 28 februari 2020 nog steeds niet af is, wordt de app bouwer in gebreke gesteld. De app bouwer had namelijk tot twee keer toe een nieuwe opleverdatum voorgesteld, en verschillende problemen met de test-app zouden nog niet opgelost zijn. Even later, op 21 april 2020, bericht de app bouwer dat alle aanpassingen zijn doorgevoerd, en het project daarmee als afgerond zou moeten worden beschouwd. Aangezien de onderneming op dat punt nog steeds niet tevreden was over de app, besluit hij de overeenkomst te ontbinden.
Oordeel van het hof
Het hof moet op grond van deze feiten beoordelen of de app bouwer tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst. Vervolgens moet worden vastgesteld of deze tekortkoming ook een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.
Fatale termijn
Ten eerste voert de onderneming aan dat 1 september 2019 een fatale termijn is in de zin van artikel 6:83 sub a Burgerlijk Wetboek (BW). In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat dit géén fatale termijn is, en ook het hof volgt deze stellingname. Dit zou namelijk onvoldoende uit de feiten en omstandigheden blijken. Zo is de app bouwer meermaals in de gelegenheid gesteld om de app verder te ontwikkelen, en is de onderneming twee keer akkoord gegaan met een nieuwe opleverdatum.
Verzuim
Nu geen sprake is van een
fatale termijn, is de app bouwer niet meteen na 1 september 2019 in verzuim. Hierdoor treedt het verzuim pas in na een ingebrekestelling en pas dan zou de onderneming een bevoegdheid tot ontbinding toekomen. Echter, het hof stelt dat de onderneming de app bouwer niet op een deugdelijke wijze in gebreke heeft gesteld. Er wordt daarbij namelijk niet duidelijk aangegeven op welke punten de app nog te wensen overliet en wat de onderneming in dat kader van de app bouwer verlangde.
Tekortkoming
Voorts stelt het hof dat de onderneming onvoldoende heeft onderbouwd dat de app niet voldoet aan de afspraken die tussen de app bouwer en de onderneming zijn gemaakt. De onderneming heeft aan het begin van de samenwerking een zogenaamde blueprint overlegd, met daarin beschreven waar de app aan zou moeten voldoen. De app bouwer heeft daarbij aangegeven deze app voor een bedrag van € 40.600,- te kunnen ontwikkelen. Echter, uit budgettaire overwegingen wordt uiteindelijk een prijs van € 21.470,- voor de werkzaamheden van de app bouwer overeengekomen. Bovendien wordt in correspondentie vanuit de app bouwer gesproken van het opleveren van een ‘minimum viable product’ die enkel de belangrijkste functionaliteiten bevat. Volgens het hof zou het, gelet op deze omstandigheden, voor de onderneming duidelijk moeten zijn geweest dat zij voor € 21.470,- niet een app conform de blueprint geleverd zou krijgen, als hiervoor eerder een bedrag van € 40.600,- geoffreerd is.
Uiteindelijk komt het hof dus, net als de kantonrechter, tot de conclusie dat de app bouwer niet tekort is geschoten bij het
opleveren van de app. Hierdoor komt aan de buitengerechtelijke ontbinding geen werking toe.
Wat betekent dit voor de praktijk?
In deze kwestie komt goed naar voren dat het van belang is om duidelijke afspraken te maken met je app bouwer. Daarbij is het onder meer van belang afspraken te maken over de eisen waar de app in ieder geval aan moet voldoen.
Staat u op het punt een samenwerking met een app bouwer aan te gaan? Of bevindt u zich nu al in een conflict met een app bouwer? De IT-specialisten van BG.legal helpen u graag!
[post_title] => Een app bouwer inschakelen? Maak duidelijke afspraken!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => een-app-bouwer-inschakelen-maak-duidelijke-afspraken
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-08-18 08:48:25
[post_modified_gmt] => 2023-08-18 06:48:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37993
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 27
[max_num_pages] => 3
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 6e606d7b6eebf8ed59a47de84793769f
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Steeds vaker maken ondernemingen gebruik van apps ter exploitatie van hun waren en/of diensten. Een app ontwikkelen brengt echter kosten met zich, zeker als een app bouwer moet worden ingeschakeld...
Lees meer
Inleiding Eén van de bekendere merken op het gebied van sportartikelen is misschien wel Hummel. De producten van Hummel worden gekenmerkt door het gebruik van een dubbel chevron-teken. Onlangs trok...
Lees meer
Ieder jaar brengt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een rapport uit over de belangrijkste feiten, cijfers en trends op het gebied van datalekken in Nederland. De laatste versie van deze datalekkenrapportage is...
Lees meer
Als ondernemer wil je je product met een pakkende naam op de markt brengen. Om de concurrent te weerhouden deze naam te mogen gebruiken voor vergelijkbare waren en/of diensten, is...
Lees meer
Mag een bedrijf de foto’s van een medewerker gebruiken voor meerdere, grootschalige campagnes? Anders dan een professionele acteur hoeft een werknemer van een bedrijf er geen rekening mee te houden dat zij door grootschalig gebruik van haar portret
Lees meer
Als ondernemer wil je natuurlijk je producten of diensten zo veel mogelijk aan de man brengen. Het registreren van een merk kan helpen om je onderneming op de kaart te...
Lees meer
Een van de meest iconische hakken allertijden is misschien wel de Christian Louboutin hak inclusief rode zool. Aangezien deze rode zool zo bekend is, kon deze als positiemerk ingeschreven worden...
Lees meer
Hoewel het auteursrecht een nationaal recht is, worden auteursrechtelijk beschermde werken ook vaak in andere landen verkocht. De komst van het internet heeft deze ontwikkeling verder in de hand gewerkt....
Lees meer
AI-toepassingen volgen elkaar in razendsnel tempo op, waardoor niet iedere ontwikkeling even goed wordt opgemerkt. Dit is echter niet het geval voor het nieuwe AI-programma genaamd ChatGPT. Op 30 november...
Lees meer
Vol verwachting klopt ons hart, want vanavond is het weer pakjesavond. Hoewel de Sint vaak druk bezig is alle schoentjes te vullen, blijkt de goed heiligman ook regelmatig in rechtbanken...
Lees meer