Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 113
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 113
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1437
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 1120, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 8538
                    [post_author] => 24
                    [post_date] => 2016-02-02 13:06:25
                    [post_date_gmt] => 2016-02-02 12:06:25
                    [post_content] => NVM – maar ook overige – makelaars opgelet! U legt uzelf hoge eisen op als het gaat om uw dienstverlening. Zo bestaat er de NVM‑meetinstructie die aangeeft op welke wijze het aantal m2 van een te verkopen woning moet worden opgemeten. Als u NVM makelaar bent, dient u zich aan die meetinstructie te houden, zo leerde ook een NVM-makelaar uit Zutphen, zij het op een wat vervelende manier.

Hoe vaak komt het niet voor dat u de eerder gehanteerde vloeroppervlakte van een woning gewoon weer opneemt in uw verkoopbrochure en op Funda.nl. Dat is risicovol, omdat u dan niet precies weet of de opgegeven maatvoering de juiste is. Makelaardij Meterfaal bood op Funda.nl een woning te koop aan met een woonoppervlakte van 150 m2. De – latere – koper zocht op Funda naar woningen van ten minste 150 m2. De koper toonde zich geïnteresseerd en ging de woning samen met de makelaar bezichtigen. De woning werd uiteindelijk gekocht voor een koopsom van € 189.000,--.

Na koop en levering liet de koper de woning inmeten door www.inmeten.com. Volgens de rapportage bedroeg de woonoppervlakte geen 150 m2 maar 124 m2. De koper stelde de makelaar aansprakelijk omdat hij vond dat zaken anders waren voorgespiegeld dan ze in werkelijkheid waren.

De rechtbank Gelderland stelde de koper afgelopen december in het gelijk. Omdat deze NVM-makelaar zichzelf had verbonden aan de NVM‑meetinstructie, en volgens die meetinstructie de woning 124 m2 was, en geen 150 m2, had de makelaar onzorgvuldig, en daarmee onrechtmatig ten opzichte van de koper gehandeld. Onrechtmatig handelen brengt een schadevergoedingsverplichting mee en daarom berekende de rechtbank de schade als volgt.

De prijs per m2 bedroeg € 189.000,-- / 150 m2 x de ontbrekende 26 m2. Dat maakte een schadepost van in beginsel € 32.760,-. Hoewel de maatvoering van de woning belangrijk was geweest voor de koper, was dit niet de enige reden voor de koper geweest om juist deze woning te kopen. Daarom rekende de rechtbank een deel van de schade niet toe aan de makelaar. De rechtbank stelde de schade daarom zelf vast op € 20.000,--.

Moraal van het verhaal: als u als NVM-makelaar een meetinstructie heeft te hanteren, gebruik die dan ook. U kunt nog wel eens bedrogen uitkomen als u – te gemakkelijk – oude gegevens overneemt. De particuliere koper, vaak een leek op het gebied van vastgoed en bij veel particulieren een aankoop die slechts sporadisch in het leven wordt gedaan, verwacht van u een professionele en correcte houding en juiste informatieverstrekking. Blijkt dat u hier te lichtzinnig mee omgaat, dan kunt u dus onrechtmatig handelen en kan er een schadevergoedingsverplichting ontstaan.
                    [post_title] => NVM meetinstructie; meten is weten! Makelaar aansprakelijk
                    [post_excerpt] => 
                    [post_status] => publish
                    [comment_status] => open
                    [ping_status] => open
                    [post_password] => 
                    [post_name] => nvm-meetinstructie-meten-is-weten-makelaar-aansprakelijk
                    [to_ping] => 
                    [pinged] => 
                    [post_modified] => 2022-02-11 16:07:55
                    [post_modified_gmt] => 2022-02-11 15:07:55
                    [post_content_filtered] => 
                    [post_parent] => 0
                    [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8538
                    [menu_order] => 0
                    [post_type] => post
                    [post_mime_type] => 
                    [comment_count] => 0
                    [filter] => raw
                )

            [1] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 8525
                    [post_author] => 26
                    [post_date] => 2016-01-31 10:28:37
                    [post_date_gmt] => 2016-01-31 09:28:37
                    [post_content] => De eerste uitspraken van de rechtbanken laten zien dat de kantonrechters vooropstellen dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing niet mogelijk is. Het optellen van ontslaggronden is niet toegestaan!

De redelijke ontslaggronden zijn:
  1. Verval van arbeidsplaats [1];
  2. 104 weken ziekte[2];
  3. Ziekte of gebrek met onaanvaardbare gevolgen voor bedrijfsvoering;
  4. Ongeschiktheid werknemer;
  5. Verwijtbaar handelen of nalaten werknemer;
  6. Weigering werknemer bedongen arbeid te verrichten wegens gewetensbezwaar;
  7. Verstoorde arbeidsverhouding;
  8. Restcategorie [illegaliteit of detentie van werknemer].
Op 4 september 2015 heeft de Kantonrechter van de Rechtbank Den Haag de verzochte ontbinding afgewezen omdat de kantonrechter heeft vastgesteld dat in het verzoekschrift geen duidelijk onderscheid is gemaakt tussen de verschillende gronden en dat hetzelfde feitencomplex geldt voor g-grond en de d-grond. Vooropgesteld wordt dat in het huidige ontslagrecht verschillende ontslagredenen die elk op zich onvoldoende zijn voor ontslag, niet bij elkaar kunnen worden “opgeteld” om een ontslag te kunnen dragen. Er dient gekozen te worden voor een grond, die op zichzelf voldoende voldragen moet zijn om de ontbinding te rechtvaardigen. In de onderhavige kwestie is onvoldoende gebleken dat er sprake is van een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. Bovendien is niet gebleken van inspanningen van de werkgever om de relatie te herstellen. De grondslag van disfunctioneren was in het geheel niet onderbouwd. Voorts is niet komen vast te staan dat de werknemer niet voldoet aan de eisen die aan haar functie worden gesteld. Voorts heeft de werkgever wel gesteld maar niet onderbouwd dat zij de werknemer voldoende in de gelegenheid haar functioneren te verbeteren. Volgens de kantonrechter is het “stapelen” van gronden niet toegestaan. Er kan wel worden gekozen voor twee gronden, maar wil ontbinding volgen, dan moet elke grond op zich de ontbinding kunnen rechtvaardigen. Het is ook niet de bedoeling van de wetgever dat een bepaalde grond, bijvoorbeeld de h-grond als restgrond zou worden gebruikt. De conclusie is dat de kantonrechter niet meer – zoals voor 1 juli 2015 mogelijk was – gronden zal verzamelen en een billijkheidsoordeel zal geven en uiteindelijk zal ontbinden met mogelijk een hogere vergoeding. De ontslaggronden zullen voldoende concreet moeten zijn en het bewijs zal moeten worden geleverd. Het draait om goede dossieropbouw!
Disfunctioneren/verstoorde arbeidsverhouding Vooraf:
  1. Zorg voor een uitgebreide en deugdelijke functieomschrijving met daarin opgenomen de eisen die aan het functioneren van de werknemer worden gesteld, dan is het gemakkelijker om vast te stellen dat de werknemer niet voldoet;
  2. Draag zorg voor regelmatige schriftelijke vastlegging van functioneringsgesprekken, zodat eventuele tekortkomingen aan de orde komen en leg die tekortkomingen [met voorbeelden] zo concreet mogelijk vast;
  3. Stel een reëel verbeterplan op met concrete voorbeelden waaraan de werknemer moet voldoen en maak schriftelijk heldere afspraken met betrekking tot de verwachte verbetering;
  4. Ben duidelijk wat gevolg is als er geen verbetering plaatsvindt [ontslag];
  5. Onderzoek de mogelijkheden van herplaatsing.
Collectieve wachtgeldregeling versus transitievergoeding: cumulatie? Op basis van de WWZ is de werkgever bij het einde van het dienstverband in beginsel een wettelijke transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd. Echter, voor bijvoorbeeld de zorg geldt dat er in bijzondere omstandigheden bij de beëindiging van het dienstverband in de CAO een wachtgeldregeling is opgenomen. Dient de werkgever naast de collectieve wachtgeldregeling ook nog een transitievergoeding te betalen of kan hiervan worden afgeweken? De transitievergoeding is enerzijds bedoeld als compensatie voor het ontslag en anderzijds om de transitie van werknemers door middel van bijvoorbeeld scholing/outplacement naar een andere baan te vergemakkelijken. Veel CAO’s kennen een bovenwettelijke [wachtgeld] regeling voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in verband met een reorganisatie. De vraag is of de werkgever naast een collectieve wachtgeldregeling ook nog een transitievergoeding dient te betalen of kan hiervan worden afgeweken. Op 16 november 2015 hebben de CAO-partijen van de CAO Gehandicaptenzorg ten aanzien van de samenloop van de wachtgeldregeling en de transitievergoeding afgesproken dat dit moet worden voorkomen, maar dat anderzijds werknemers de zekerheid moet worden geboden dat het financiële niveau van de huidige wachtgeldregeling zoveel mogelijk gehandhaafd blijft. De CAO partijen hebben het volgende afgesproken:
  • Vanaf 1 januari 2016 wordt de transitievergoeding toegepast op basis van de wet en bijhorende besluiten;
  • Vanaf 1 januari 2016 vervalt de wachtgeldregeling;
  • Voorts worden er aanvullende CAO-bepalingen opgenomen met betrekking tot de vergoeding bij ontslag ter compensatie van de afschaffing van de wachtgeldregeling, het zogenaamde Garantierecht. Het garantierecht is een aanvulling op de transitievergoeding in die gevallen dat de som van de uitkering van het wachtgeld uit de CAO Gehandicaptenzorg 2014-2015 hoger zou kunnen zijn geweest dan de wettelijke transitievergoeding. Dit houdt in dat de werknemer onder voorwaarden een aanvulling op de transitievergoeding ontvangt.
Voorts geldt in het algemeen dat op basis van het Besluit Overgangsrecht Transitievergoeding getracht wordt om cumulatie van vergoedingen te voorkomen. Bij voormeld besluit wordt een onderscheid gemaakt tussen lopende collectieve afspraken met vakorganisaties en overige afspraken. Een werknemer heeft geen recht op transitievergoeding, tenzij anders is overeengekomen. Met betrekking tot de overige afspraken kan de werknemer kiezen voor de gemaakte afspraken dan wel de transitievergoeding. Als door de werknemer wordt gekozen voor de transitievergoeding, moet wel uitdrukkelijk afstand worden gedaan van andere vergoedingen of voorzieningen. Vanzelfsprekend dient de werkgever de werknemer vooraf te informeren over de voorwaarden waaronder een transitievergoeding verschuldigd is, de hoogte van de transitie en over de vergoeding of voorziening waar de werknemer recht op heeft. Het is logisch dat de werknemer zal kiezen voor de hoogste vergoeding/voorziening. Werknemer zal binnen vier weken nadat de werknemer door de werkgever is geïnformeerd een keuze moeten maken. Als de werknemer een keuze heeft gemaakt dan dient de werknemer schriftelijk afstand te doen van zijn recht op andere afspraken. Het spreekt voor zich dat indien en voor zover de werknemer onjuist is geïnformeerd, de werknemer deze beslissing kan vernietigen op grond van één van de wilsgebreken. Let wel: als de werkgever de werknemer geen keuze heeft gegeven, dan kan er sprake zijn van cumulatie. Het is derhalve verstandig om de afspraken schriftelijk vast te leggen en daarbij aan te geven welke informatie aan de werknemer is gegeven. Na twee jaar arbeidsongeschiktheid beëindigen of voortzetten/”slapen”? Op basis van de Wet Werk en Zekerheid [WWZ] is in beginsel een transitievergoeding ook verschuldigd bij een beëindiging van het dienstverband na twee jaar arbeidsongeschiktheid. Het doel hiervan is natuurlijk om de transitie naar een andere dienstbetrekking door middel van scholing of outplacement te vergemakkelijken en het is een compensatie voor het ontslag. Hoewel het mogelijk is om het dienstverband op basis van de ontslaggrond van twee jaar arbeidsongeschiktheid te beëindigen, waarbij de loondoorbetalingsverplichting in ieder geval na 52 weken is geëindigd, kiezen sommige werkgevers ervoor om deze arbeidsovereenkomst te laten bestaan. Zorg- en welzijnsinstellingen zijn over het algemeen eigenrisicodragers, zodat deze instellingen ook na twee jaar in het kader van de WIA verantwoordelijk blijven voor de re-integratie. Buiten een dienstverband is het UWV verantwoordelijk, maar binnen het dienstverband de werkgever, die dan natuurlijk meer zicht heeft de re-integratie van de werknemer. Daar komt bij dat, nu het dienstverband niet wordt beëindigd en feitelijk “slapend” wordt gehouden ook geen transitievergoeding is verschuldigd, terwijl het aan de andere kant ook mogelijk is dat een werknemer voldoende is herstelt om aangepaste werkzaamheden te verrichten. Hoewel de minister Asscher eerder heeft aangegeven dat deze praktijk onfatsoenlijk werkgeverschap oplevert is het op dit moment de lijn van de lagere rechtspraak dat een werkgever niet verplicht is om na twee jaar arbeidsongeschiktheid de arbeidsovereenkomst te beëindigen en verplicht een wettelijke transitievergoeding te betalen, te meer de werkgever ook het risico neemt dat de werknemer op een later moment in staat is om aangepaste werkzaamheden te verrichten. Ook indien een werknemer op zijn beurt de kantonrechter verzoekt om het dienstverband te beëindigen wil dat nog niet zeggen dat de werkgever een transitievergoeding dient te betalen. Kortom, op dit moment is voortzetten van het dienstverband na twee jaar arbeidsongeschiktheid als zijnde een “slapend” dienstverband toegestaan. De loonbetaling is dan gestopt en het is niet nodig om een transitievergoeding aan de werknemer te voldoen. Bij een enkele zaak is er hoger beroep ingesteld, zodat ongetwijfeld hierover niet het laatste is gezegd en het mogelijk is dat het Gerechtshof of de Hoge Raad een andere mening is toegedaan.

[1] Indien de toestemming van het UWV is geweigerd of indien er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd. [2] Indien de toestemming van het UWV is geweigerd of indien er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd.
[post_title] => De Wet Werk en Zekerheid: hoe nu verder? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-wet-werk-en-zekerheid-hoe-nu-verder [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-11 16:15:51 [post_modified_gmt] => 2022-02-11 15:15:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8525 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 8529 [post_author] => 19 [post_date] => 2016-01-28 11:57:55 [post_date_gmt] => 2016-01-28 10:57:55 [post_content] => Voor veel vastgoedbeheerders heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State [Afdeling] op 27 januari jl. [ECLI:NL:RVS:2016:162] een belangrijke uitspraak gedaan over de vraag of het vervangen van dakpannen vergunningsvrij is. In deze zaak hadden appellanten betoogd dat voor het vervangen van dakpannen op grond van artikel 3, aanhef en onderdeel acht, van bijlage II bij het Bor een omgevingsvergunning is vereist. Volgens hen is er geen sprake van gewoon onderhoud als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel 1, van bijlage II bij het Bor. De rechtbank volgende appellanten niet in dit standpunt en de Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling overweegt dat het vervangen van rode dakpannen op het gehele dak door glimmend zwarte dakpannen onder gewoon onderhoud als bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel 1 van bijlage II bij het Bor valt. De Afdeling verwijst naar de Nota van toelichting bij het Bor waarin is opgemerkt dat met gewoon onderhoud de werkzaamheden worden bedoeld die erop zijn gericht om te behouden wat er is. Daarbij is van belang dat met het vervangen van de rode door glimmende zwarte dakpannen de detaillering, profilering en vormgeving niet wordt gewijzigd. Verandering van  kleur van de dakpannen betreft geen verandering van detaillering. Derhalve is er sprake van een vergunningsvrije activiteit. Eveneens oordeel de Afdeling bij uitspraak van 27 januari 2016 in een andere zaak [ECLI:NL:RVS:2016:162] dat het aanbrengen van een stuclaag er niet voor zorgt dat het bebouwd oppervlakte van de woning wordt uitgebreid als bedoeld in artikel 3 onderdeel 8 bijlage II Bor. Het enkele feit dat de stuclaag de buitenmuren iets dikker maakt, betekent niet dat toename zodanig is dat niet meer aan de vereisten van artikel 3 als genoemd kan worden voldaan. Tevens wordt de draagconstructie niet veranderd. Voor het stucen van gevels is derhalve geen vergunning vereist. Rutger Boogers [post_title] => Vervangen van dakpannen en aanbrengen nieuwe stuclaag vergunningsvrij [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => vervangen-van-dakpannen-en-aanbrengen-nieuwe-stuclaag-vergunningsvrij [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-05-31 14:46:19 [post_modified_gmt] => 2016-05-31 12:46:19 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8529 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 8521 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-01-21 15:09:34 [post_date_gmt] => 2016-01-21 14:09:34 [post_content] =>   Aangescherpt bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in loondienst De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipubliek sector (WNT), die op 1 januari 2013 in werking is getreden, is sedertdien al herhaaldelijk aangepast;  per 1 januari nog met de zogenaamde WNT2. Deze WNT2 hield een verdere aanscherping in van het maximum dat de in de WNT bedoelde ‘topfunctionarissen’ mochten verdien, namelijk maximaal Euro 178.000,= (was voordien Euro 230,474,=). Omdat de minister deze aanscherping voor de zorg te snel vond gaan en men het niet redde om voor 1 januari 2015 de klassenindeling vast te stellen conform WNT2, bleef voor de zorg in 2015 de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector van toepassing die gold in 2014. Op basis van de in deze Regeling beschreven vragen met verschillende antwoorden waaraan punten waren verbonden, moesten de zorgstellingen ook nog in 2015, vaststellen in welke klasse zij vielen. Het uit de beantwoording resulterende aantal punten én de omzet van de zorginstelling bepaalde de klasse waarin de zorginstelling viel. De Regeling kent de klasse A tot en met J, waarbij een maximum beloning behoort van Euro 85.590,= tot Euro 229,043,=. Inmiddels is de nieuwe Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp, op grond waarvan per 1 januari 2016 een nieuwe klasseindeling voor de zorg gaat gelden, een feit. Op basis van enigszins aangepaste criteria worden de zorginstellingen vanaf deze datum ingedeeld in vijf klassen, I tot en met V met bijbehorende bezoldigingsmaxima. Deze lopen op van Euro 98.000,= tot maximaal Euro 179.000,=. Dit laatste bedrag is gelijk aan het algemeen voor de WNT geldende bezoldigingsmaximum per 1 januari 2016. De bezoldiging van topfunctionarissen,  waarmee in 2016 afspraken worden gemaakt, moet direct voldoen aan het bezoldigingsmaximum behorend bij de klasseindeling van de specifieke instelling. Voor topfunctionarissen met wie voor deze laatste datum bezoldigingsafspraken zijn gemaakt geldt overgangsrecht. Daarnaast kent de WNT diverse soorten uitzonderingsverzoeken op de normen. Wijziging bezoldiging topfunctionarissen zonder dienstbetrekking (interimmers) Op dit moment geldt nog - in het kort -  dat voor een interimmer (topfunctionaris zonder dienstbetrekking) de eerste 6 maanden binnen een periode van 18 maanden de WNT niet van toepassing is. Indien de interimmer na de eerste 6 maanden in dezelfde functie blijft werken voor dezelfde instelling, gaat het voor de instelling geldende bezoldigingsmaximum gelden. Vanaf 1 januari 2016 gaat er voor de interimmer het eerste jaar een vaste normering gelden. De normering valt in twee delen uiteen. In de eerste 6 maanden van functievervulling door de interimmer, mag de interimmer maximaal Euro 144.000,= (Euro 24.000,= per maand)  aan bezoldiging ontvangen. De tweede periode van 6 maanden is dit maximaal Euro 108.000,=  (Euro 18.000,= per maand). In totaal mag het eerste jaar dus Euro 252.000,= (exclusief BTW) worden betaald. Onverminderd deze bezoldigingsmaxima, geldt dat de interimmer en de zorginstelling in genoemde perioden geen bezoldiging mogen afspreken die meer bedraagt dan Euro 175,= per uur. Vanaf de 13e maand geldt ook voor de interimmer de normering zoals die volgt uit de WNT (het voor de instelling geldende bezoldigingsmaximum). Wederom is hier weer overgangsrecht van toepassing. Als gevolg hiervan geldt dat een hogere bezoldiging die is afgesproken vóór 1 januari 2016 voor de eerste helft van 2016 is toegestaan.   [post_title] => De WNT: Wat verandert er voor de topfunctionaris in de zorg vanaf 2016? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-wnt-wat-verandert-er-voor-de-topfunctionaris-in-de-zorg-vanaf-2016 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 14:30:12 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 13:30:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8521 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 8519 [post_author] => 2 [post_date] => 2016-01-20 15:07:02 [post_date_gmt] => 2016-01-20 14:07:02 [post_content] => IT, EPD [Elektronisch Patiënten Dossier] en [big] data worden steeds belangrijker in de zorg. Dienden ze vroeger als ondersteuning van de organisatie als een vorm van backoffice, in deze tijd maken ze deel uit van het primaire zorgproces. Middelen waarmee de kwaliteit van de zorg verbeterd kan worden en die ten goede komen aan de cliënt/patiënt. Veel zorginstellingen en ziekenhuizen hebben echter nog een inhaalslag te maken op het gebied van technologie. Vaak zijn vraag [wensen] en aanbod niet goed op elkaar afgestemd hetgeen tot discussies leidt bij aanbesteding of inkoop van IT-technologie. Onbekend maakt onbemind. Zorginstellingen en ziekenhuizen doen er dan ook goed aan om zelf kennis en kwaliteit in huis te halen. Nieuwe functies doen hun intrede. Zo houdt de Chief Information Officer [CIO] zich onder andere bezig met de ontwikkeling van E-Health beleid en kennen sommige ziekenhuizen ook een CMIO, een medisch specialist die zorg en geneeskunde kan vertalen in IT-toepassingen. Maar ook de functionaris voor de gegevensbescherming [FG] krijgt een belangrijkere rol. Per 1 januari aanstaande gaat namelijk de meldplicht voor datalekken in. Zorginstellingen en ziekenhuizen dienen direct een melding te doen bij het College Bescherming Persoonsgegevens [CBP] zodra zich een ernstig datalek voordoet. Onder omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer sprake kan zijn van ernstige nadelige gevolgen, dient een datalek ook gemeld te worden aan de patiënt/cliënt. Er is al sprake van een datalek in het geval van een kwijtgeraakte usb-stick met persoonsgegevens, een gestolen laptop of een inbraak in een databestand door een hacker. Organisaties dienen hun processen dus aan te passen. Vanzelfsprekend kan er ook voor gekozen worden IT en E-Health beleid over te laten aan het College van Bestuur [CvB] en de IT-manager in de plaats van aan de CIO en de FG, als het maar tot de verantwoordelijkheid behoort van een gekwalificeerd persoon binnen de organisatie. Kim Albert [post_title] => CIO en FG of CvB en de IT-manager [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => cio-en-fg-of-cvb-en-de-it-manager [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-05-31 12:45:44 [post_modified_gmt] => 2016-05-31 10:45:44 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8519 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 8516 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-01-19 14:59:52 [post_date_gmt] => 2016-01-19 13:59:52 [post_content] => Recent citeerde het Brabants Dagblad een verbijsterde directeur van een cultuurinstelling over de geplande forse bezuiniging van tonnen euro’s door het gemeentebestuur: "Een bezuiniging van deze omvang betekent een enorme aderlating voor het podiumkunstenaanbod. Dat straalt niet alleen uit op de stad, maar ook nationaal. Je verliest acuut de subsidies van nationale fondsen." Het is een terugkerend verschijnsel van een langdurige subsidierelatie, waarbij een bezuinigingsopgave aan de kant van de subsidiegever van tijd tot tijd tot een flinke reductie van de subsidie leidt Voor de continuïteit van de bedrijfsvoering zijn dergelijke ingrepen om de zoveel jaar natuurlijk een financiële aanslag en geeft ook onzekerheid in goede tijden. Want je weet: als het tegenzit lopen we een grote kans om weer flink gekort te worden. En dat wil natuurlijk iedereen liever voorkomen. De vraag is hoe dat kan. Het beste is natuurlijk om de afhankelijkheidsrelatie sterk te verminderen. Er zijn mooie voorbeelden van instellingen die juist op erg innovatieve wijze andere geldstromen hebben gevonden, waardoor de onzekerheid vermindert en de bedrijfsvoering vooral gaat over de inhoud en niet over een nieuwe reddingsactie. Maar als er wel een [stevige] subsidierelatie blijft bestaan heeft de wetgever in de Algemene wet bestuursrecht een ander instrument in het leven geroepen om dit structureel beter te ‘managen’: de evaluatieplicht. De subsidiegever moet zich volgens de wet namelijk blijven buigen over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk. Ten minste eenmaal in de vijf jaren moet een verslag worden gepubliceerd. In de toelichting bij de wet staat dat er bewust geen eisen zijn gesteld aan de inhoud van de evaluatie. De evaluatie moet in elk geval een adequaat inzicht geven in de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, zo valt te lezen in de toelichting. De Algemene Rekenkamer heeft ook onderzoek gedaan naar subsidies en vindt dat er veel aandacht moet worden gegeven aan de kwaliteit van effectevaluaties. Het biedt volgens dezelfde rekenkamer onder meer als voordeel dat het een bewijs voor effectief beleid is. Wanneer overtuigend is aangetoond dat [en hoe] een subsidie werkt, is deze minder kwetsbaar voor ongefundeerde kritiek of ongefundeerde voorstellen tot aanpassing of afschaffing, aldus de rekenkamer. De keerzijde is dat wanneer overtuigend is aangetoond dat een subsidie niet [optimaal] werkt, een vermindering of stopzetting van subsidie het gevolg is. Met andere woorden: de ‘goede subsidies’ blijven, de ‘slechte’ worden aangepakt. Maar dat vraagt wel een kritische houding van de ambtenaar die vaak een erg goede verstandhouding heeft met de instelling die de subsidie ontvangt. Ik zou niet willen beweren dat er sprake is van vriendjespolitiek, maar een goede verstandhouding kan wel zorgen voor minder kritisch vermogen. Dat kun je niemand kwalijk nemen, dat is simpelweg een menselijke reactie. Ik zou er daarom voor willen pleiten dat er enerzijds veel aandacht wordt gegeven aan de evaluatie en anderzijds de subsidie niet door de vaste contactpersoon onder de loep wordt genomen maar als het even kan [zeker voor de grotere subsidies] geheel onafhankelijk van het ambtelijke apparaat gebeurt. Je ontlast daarmee niet alleen de betreffende ambtenaar maar het draagt ook bij aan een gezonde kritische houding. Dat dient de doelstelling om de botte bijl in tijden van laagconjunctuur [als het even kan] ongebruikt in de kast te laten liggen. Op de lange termijn geeft dit meer houvast. Zowel voor de subsidiegever als de subsidieontvanger. [post_title] => Valt kaalslag in subsidieland te voorkomen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => valt-kaalslag-in-subsidieland-te-voorkomen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 14:30:27 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 13:30:27 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8516 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 8513 [post_author] => 10 [post_date] => 2016-01-19 14:54:31 [post_date_gmt] => 2016-01-19 13:54:31 [post_content] => Het zal u als –veelal– zorgaanbieder niet zijn ontgaan dat de decentralisaties in de zorg grote veranderingen hebben veroorzaakt over door wie en hoe zorg wordt ingekocht en dit met de bijbehorende onzekerheden voor de markt van dien. Gemeenten zijn sinds januari 2015 verantwoordelijk voor ondermeer zorg aan langdurig zieken en ouderen alsmede voor de jeugdzorg. Voor diegenen onder u die bij de inkoop door gemeenten binnen het sociale domein met aanbestedingen worden geconfronteerd, is het nuttig te weten dat uiterlijk 18 april volgend jaar de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen geïmplementeerd moeten zijn hetgeen een nieuwe aanbestedingswet zal betekenen. En dit terwijl de huidige Aanbestedingswet 2012 pas vrij recent te weten op 1 april 2013, in werking is getreden. De wijzigingen in de Aanbestedingswet zullen ook voor het sociale domein gevolgen hebben. De thans zogeheten procedure voor II B diensten die van toepassing is op de inkoop van zorg door de overheid en wat een licht aanbestedingsregime behelst, komt te vervallen en in de plaats daarvan komt een speciaal aanbestedingsregime voor "sociale en andere specifieke diensten" waaronder gezondheidszorg is begrepen. Overheidsopdrachten voor deze “sociale diensten” met een opdrachtwaarde van €750.000 of meer dienen dan – anders dan thans bij de II B diensten, verplicht vooraf te worden gegaan door een aankondiging dat men voornemens is tot opdrachtverlening over te gaan. Voor de inkoop binnen het sociale domein van zorg met een waarde van minder dan voornoemde drempel kunnen aanbestedende diensten direct gunnen tenzij er sprake is van een duidelijk grensoverschrijdend belang waarvan behoudens uitzonderingen niet snel sprake is omdat de organisatie van de inkoop van zorg over het algemeen erg cultureel en nationaal is bepaald. Bij opdrachten voor zorg onder genoemde drempelwaarde zal er dus ook onder de nieuwe aanbestedingswet geen plicht zijn tot voorafgaande aankondiging en evenmin tot concurrentie maar zal wel door een aanbestedende dienst op objectieve wijze een keuze moeten worden gemaakt voor het type procedure en de tot de procedure toe te laten zorgaanbieders. De huidige praktijk van inkoop binnen het sociale domein vindt in meerderheid plaats via de door de private markt in Nederland geïntroduceerde "aanbestedingsvorm" van de bestuurlijke aanbesteding. Hierbij wordt enkelvoudig onderhands gegund, vaak met huidige zorgaanbieders en er wordt via “overlegtafels” onderhandeld over eisen en wensen en over wat mogelijk is. Het is te verwachten dat gemeenten voor de inkoop van zorg ook na de inwerkingtreding van de nieuwe aanbestedingswet  in 2016 gebruik zullen blijven –willen– maken van de bestuurlijke aanbesteding. U kunt als zorgaanbieder proberen om  in overleg met een gemeente die zorg moet inkopen, te komen tot een onderhandse gunning aan u. En indien de inkoop van zorg de eerdergenoemde drempelwaarde overstijgt, kunt u op basis van de kennisname van de dan voorgeschreven voorafgaande aankondiging, uw belangstelling voor de opdracht de gemeente kenbaar maken. Kortom, ook in [de loop van] 2016 ondanks de juridische veranderingen, kansen genoeg  voor zorgaanbieders. Afhankelijk van uw specifieke positie als zorgaanbieder binnen het brede werkveld van de zorg, kan het aanbestedingsrecht uw pad kruisen. Indien u meer wilt weten over wat het aanbestedingsrecht voor u betekent of u wilt over een concrete kwestie op dit terrein eens sparren, dan nodig ik u graag uit vrijblijvend contact op te nemen. Rik Wevers [post_title] => Zorg en aanbestedingen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => zorg-en-aanbestedingen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-05-31 14:01:25 [post_modified_gmt] => 2016-05-31 12:01:25 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8513 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 8509 [post_author] => 2 [post_date] => 2016-01-18 14:47:48 [post_date_gmt] => 2016-01-18 13:47:48 [post_content] => Governance en beleid inzake goed bestuur en toezicht staan binnen de zorgbranche hoog op de agenda. Veel zorginstellingen maken een professionaliseringsslag en de brancheorganisaties als Actiz, GGZ Nederland en de NFU stimuleren de naleving van de Zorgbrede Governance Code [de ZGC]. Deze code uit 2010 wordt inmiddels breed gedragen en voor veel bestuurders en toezichthouders is naleving daarvan vanzelfsprekend. Opvallend is dan ook dat CZ Zorgkantoor, in het kader van de uitvoering van het inkoopbeleid op grond van de Wet langdurige zorg de verplichting heeft gesteld dat aangetoond dient te worden dat de code is ingevoerd. CZ Zorgkantoor verlangt in dat verband dat de ZGC geborgd moet zijn in de statuten van de zorginstelling. In augustus 2015 liet CZ de zorgaanbieders weten dat zij niet voor een overeenkomst voor de inkoop van zorg in aanmerking zouden komen indien hun statuten niet zouden voldoen aan de door CZ gestelde eisen. De zorgaanbieders die hier aanvankelijk niet aan voldeden hebben uiteindelijk hun statuten aangepast, maar werden vervolgens geconfronteerd met een overeenkomst voor de duur van slechts één jaar in plaats van de aanvankelijk beoogde twee jaar en met een tariefopslag die is beperkt tot 90% van het percentage van maximaal 3% waarvoor men eerder bij inkoop in aanmerking kon komen. Deze gang van zaken is door een aantal zorginstellingen met succes bij de rechter aangevochten. CZ Zorgkantoor stelde zich op het standpunt dat zij haar contracteervrijheid kon en mocht gebruiken om van de zorgaanbieders te verlangen dat zij hun statuten aanpassen. De rechter vindt ook dat CZ contracteervrijheid heeft, maar is van mening dat dat begrensd is door hetgeen in de ZGC geregeld is. CZ heeft bij de door haar gestelde toetredingseis wel een te respecteren belang, namelijk de borging van de positie van de leden van het toezichthoudend orgaan van de zorgaanbieder. Toezicht dient ertoe te leiden dat publieke gelden rechtmatig en doelmatig besteed worden. Wel is de voorzieningenrechter van mening dat de door CZ gestelde toetredingseisen duidelijk en tijdig gecommuniceerd dienen te worden. Daarvan was naar de mening van de rechter geen sprake. De zorgaanbieders mochten verlangen dat zij hun statuten pas zouden wijzigen nadat ten aanzien van alle punten van de ZGC helderheid zou zijn verkregen. Nadat die helderheid verkregen was resteerde nog slechts een viertal weken om de statuten aan te passen en dat is te kort, mede gelet op de procedure die voor een statutenwijziging gevolgd dient te worden. Dat betekent dat CZ onrechtmatig jegens de betreffende zorgaanbieders heeft gehandeld door de zorgaanbieders niet voor een overeenkomst van 2 jaar in aanmerking te laten komen omdat hun statuten niet [tijdig] voldeden aan de door CZ gestelde toetredingseis. CZ wordt om die reden bevolen de reeds met de zorgaanbieders gesloten overeenkomsten in het kader van de zorginkoopprocedure 2016 ter uitvoering van de Wet langdurige zorg aan te passen, in die zin dat een looptijd van twee jaar [in de plaats van één jaar] zal gelden en geen korting wordt toegepast op de maximale tariefopslag. Opgelegde governance-eisen zijn dus wel mogelijk, maar het zorgkantoor dient daarbij wel zorgvuldig en redelijk te handelen. Met proactief handelen en besturen kunnen dit soort geschillen in ieder geval voorkomen worden. Kim Albert [post_title] => Governance in de zorg: Een vanzelfsprekendheid of opgelegd? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => governance-in-de-zorg-een-vanzelfsprekendheid-of-opgelegd [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-05-31 12:46:29 [post_modified_gmt] => 2016-05-31 10:46:29 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8509 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 8506 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-01-06 14:32:06 [post_date_gmt] => 2016-01-06 13:32:06 [post_content] => Invoering Wkkgz: uitbreiding controle arbeidsverleden nieuwe zorgmedewerker De Inspectie van Gezondheidszorg [IGZ] houdt met ingang van 1 januari 2016 toezicht op de naleving van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg [Wkkgz]. De invoering van de Wkkgz betekent een uitbreiding van de al bestaande meldplicht voor zorgaanbieders. Nieuw is bijvoorbeeld dat zorgaanbieders verplicht zijn bij de inspectie te melden als zij een zorgverlener ontslaan wegens ernstig te kort schieten in de zorgverlening. Ook wordt met de nieuwe wet “meldplicht na seksueel grensoverschrijdend gedrag” verbreed tot “meldplicht van geweld in de zorgrelatie”. Op basis van de wet heeft een zorgaanbieder een vergewisplicht. Is de zorgaanbieder van plan een zorgverlener aan te nemen, dan is deze verplicht om te controleren of de nieuwe medewerker geschikt is om de zorg te verlenen. De vergewisplicht moet voorkomen dat zorgverleners die een gevaar zouden vormen voor cliënten, aan de slag gaan in de zorgsector. Om te kunnen voldoen aan deze vergewisplicht, ligt het voor de hand dat de zorginstelling navraag doet bij eerdere werkgevers. In sommige gevallen [WLZ-zorg] is het een verplichting om een verklaring omtrent het gedrag [VOG] te vragen van alle medewerkers die beroepsmatig in contact komen met cliënten. Ook andere zorgaanbieders kunnen natuurlijk een VOG vragen aan de sollicitant. Bij sollicitaties van BIG-geregistreerden is het van belang dat de zorgaanbieder het BIG-register en de onlinelijst voor BIG-geregistreerden raadpleegt. Daarnaast kan de zorgaanbieder navraag doen bij de IGZ. Het doel van de vergewisplicht is te zorgen voor goede zorg en openheid. Het gaat om zorgvuldig omgaan met klachten over zorgverlening. U dient de protocollen aan te passen aan de nieuwe wet Wkkgz. [post_title] => Extra controle nieuwe zorgmedewerker door invoering Wkkgz [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => extra-controle-nieuwe-zorgmedewerker-door-invoering-wkkgz [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 14:30:43 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 13:30:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8506 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 7182 [post_author] => 26 [post_date] => 2015-12-19 09:52:07 [post_date_gmt] => 2015-12-19 08:52:07 [post_content] => Met ingang van boekjaar 2016 zullen jaarrekeningen uitsluitend nog digitaal kunnen worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Dat is het gevolg van de wetswijziging, die de Tweede Kamer op 26 november 2015 en de Eerste Kamer op 8 december 2015 als hamerstuk heeft afgedaan. De Handelregisterwet 2007, het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in verband met deponering van bescheiden in het handelsregister langs elektronische weg worden gewijzigd. dirk-school-1353-280-350-280-280-350Rechtspersonen die een verplichting hebben een jaarrekening op te stellen, zijn verplicht die jaarlijks bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel te deponeren. In de memorie van toelichting is opgenomen dat het in totaal gaat om circa 820.000 deponeringsplichtige rechtspersonen. Verder wordt in die memorie aandacht besteed aan het feit dat er met deponering tijd en kosten zijn gemoeid voor zowel de ondernemer als de Kamer van Koophandel en de achterliggende gedachte van de wetswijziging dus vermindering van regeldruk is. In dit artikel wil ik u tevens herinneren aan de wijzigingen die in 2012 zijn ingetreden met de invoering van kort gezegd de flexibilisering van het B.V.-recht. In de situatie dat aandeelhouder of aandeelhouders ook bestuurder of bestuurders is c.q. zijn, hetgeen het geval is bij 70% van de B.V.’s in Nederland, dient de jaarrekening niet uiterlijk binnen 13 maanden na sluiting van het boekjaar te worden gedeponeerd. In die situatie dient de jaarrekening uiterlijk op 8 december van het jaar dat volgt op het boekjaar te worden gedeponeerd. Concreet betekent dit dat de jaarrekening van 2014 moet zijn gedeponeerd uiterlijk op 8 december 2015 en niet [zoals voorheen] op 31 januari 2016. Sinds invoering van de flexibilisering van het B.V.-recht is ondertekening van de jaarrekening door alle bestuurders en commissarissen ook direct de vaststelling van de jaarrekening. Op het moment dat het bestuur de jaarrekening conform haar wettelijke verplichting ondertekent, wordt deze dus direct vastgesteld. In de wet is verder geregeld dat acht dagen na vaststelling van de jaarrekening – hetgeen dus na uiterlijk elf maanden moet geschieden – tot openbaarmaking (door middel van deponering) moet worden overgegaan. Kort gezegd dient de jaarrekening dus uiterlijk op 8 december van het opvolgende jaar te worden gedeponeerd, in het geval de aandeelhouder tevens bestuurder is. Dit is overigens ook terug te vinden op de website van de Kamer van Koophandel zelf. Indien over het bovenstaande vragen bestaan, kunt u uiteraard contact opnemen. Dirk School [post_title] => Jaarrekening deponeren uitsluitend nog digitaal [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => jaarrekening-deponeren-uitsluitend-nog-digitaal [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2019-07-05 10:08:58 [post_modified_gmt] => 2019-07-05 08:08:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=7182 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 8538 [post_author] => 24 [post_date] => 2016-02-02 13:06:25 [post_date_gmt] => 2016-02-02 12:06:25 [post_content] => NVM – maar ook overige – makelaars opgelet! U legt uzelf hoge eisen op als het gaat om uw dienstverlening. Zo bestaat er de NVM‑meetinstructie die aangeeft op welke wijze het aantal m2 van een te verkopen woning moet worden opgemeten. Als u NVM makelaar bent, dient u zich aan die meetinstructie te houden, zo leerde ook een NVM-makelaar uit Zutphen, zij het op een wat vervelende manier. Hoe vaak komt het niet voor dat u de eerder gehanteerde vloeroppervlakte van een woning gewoon weer opneemt in uw verkoopbrochure en op Funda.nl. Dat is risicovol, omdat u dan niet precies weet of de opgegeven maatvoering de juiste is. Makelaardij Meterfaal bood op Funda.nl een woning te koop aan met een woonoppervlakte van 150 m2. De – latere – koper zocht op Funda naar woningen van ten minste 150 m2. De koper toonde zich geïnteresseerd en ging de woning samen met de makelaar bezichtigen. De woning werd uiteindelijk gekocht voor een koopsom van € 189.000,--. Na koop en levering liet de koper de woning inmeten door www.inmeten.com. Volgens de rapportage bedroeg de woonoppervlakte geen 150 m2 maar 124 m2. De koper stelde de makelaar aansprakelijk omdat hij vond dat zaken anders waren voorgespiegeld dan ze in werkelijkheid waren. De rechtbank Gelderland stelde de koper afgelopen december in het gelijk. Omdat deze NVM-makelaar zichzelf had verbonden aan de NVM‑meetinstructie, en volgens die meetinstructie de woning 124 m2 was, en geen 150 m2, had de makelaar onzorgvuldig, en daarmee onrechtmatig ten opzichte van de koper gehandeld. Onrechtmatig handelen brengt een schadevergoedingsverplichting mee en daarom berekende de rechtbank de schade als volgt. De prijs per m2 bedroeg € 189.000,-- / 150 m2 x de ontbrekende 26 m2. Dat maakte een schadepost van in beginsel € 32.760,-. Hoewel de maatvoering van de woning belangrijk was geweest voor de koper, was dit niet de enige reden voor de koper geweest om juist deze woning te kopen. Daarom rekende de rechtbank een deel van de schade niet toe aan de makelaar. De rechtbank stelde de schade daarom zelf vast op € 20.000,--. Moraal van het verhaal: als u als NVM-makelaar een meetinstructie heeft te hanteren, gebruik die dan ook. U kunt nog wel eens bedrogen uitkomen als u – te gemakkelijk – oude gegevens overneemt. De particuliere koper, vaak een leek op het gebied van vastgoed en bij veel particulieren een aankoop die slechts sporadisch in het leven wordt gedaan, verwacht van u een professionele en correcte houding en juiste informatieverstrekking. Blijkt dat u hier te lichtzinnig mee omgaat, dan kunt u dus onrechtmatig handelen en kan er een schadevergoedingsverplichting ontstaan. [post_title] => NVM meetinstructie; meten is weten! Makelaar aansprakelijk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nvm-meetinstructie-meten-is-weten-makelaar-aansprakelijk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-11 16:07:55 [post_modified_gmt] => 2022-02-11 15:07:55 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=8538 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1437 [max_num_pages] => 144 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => d99fff5f99018560e13ae3c6d8fbeba5 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
NVM – maar ook overige – makelaars opgelet! U legt uzelf hoge eisen op als het gaat om uw dienstverlening. Zo bestaat er de NVM‑meetinstructie die aangeeft op welke wijze...
Lees meer
De eerste uitspraken van de rechtbanken laten zien dat de kantonrechters vooropstellen dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor...
Lees meer
Voor veel vastgoedbeheerders heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State [Afdeling] op 27 januari jl. [ECLI:NL:RVS:2016:162] een belangrijke uitspraak gedaan over de vraag of het vervangen van dakpannen vergunningsvrij is....
Lees meer
  Aangescherpt bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in loondienst De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipubliek sector (WNT), die op 1 januari 2013 in werking is getreden, is sedertdien al herhaaldelijk...
Lees meer
IT, EPD [Elektronisch Patiënten Dossier] en [big] data worden steeds belangrijker in de zorg. Dienden ze vroeger als ondersteuning van de organisatie als een vorm van backoffice, in deze tijd...
Lees meer
Recent citeerde het Brabants Dagblad een verbijsterde directeur van een cultuurinstelling over de geplande forse bezuiniging van tonnen euro’s door het gemeentebestuur: “Een bezuiniging van deze omvang betekent een enorme...
Lees meer
Het zal u als –veelal– zorgaanbieder niet zijn ontgaan dat de decentralisaties in de zorg grote veranderingen hebben veroorzaakt over door wie en hoe zorg wordt ingekocht en dit met...
Lees meer
Governance en beleid inzake goed bestuur en toezicht staan binnen de zorgbranche hoog op de agenda. Veel zorginstellingen maken een professionaliseringsslag en de brancheorganisaties als Actiz, GGZ Nederland en de...
Lees meer
Invoering Wkkgz: uitbreiding controle arbeidsverleden nieuwe zorgmedewerker De Inspectie van Gezondheidszorg [IGZ] houdt met ingang van 1 januari 2016 toezicht op de naleving van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen...
Lees meer
Met ingang van boekjaar 2016 zullen jaarrekeningen uitsluitend nog digitaal kunnen worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Dat is het gevolg van de wetswijziging, die de Tweede Kamer op...
Lees meer