Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 111
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 111
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1317
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 1100, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 7096
                    [post_author] => 24
                    [post_date] => 2014-11-04 00:00:00
                    [post_date_gmt] => 2014-11-04 00:00:00
                    [post_content] => 

Op 10 oktober 2014 wees de Hoge Raad een relevant arrest over de aloude discussie over de “onrechtmatige kredietopzegging”. Het volgende daarover.

Tot voor kort gingen veel rechtbanken bij de toetsing of een kredietopzegging, al dan niet onrechtmatig was, uit van het arrest Rabobank/Aarding van het Hof Arnhem uit 2003: ook wanneer de kredietovereenkomst voorzag in een opzeggingsbevoegdheid, mocht dat recht alleen worden uitgeoefend als voor kredietopzegging een voldoende zwaarwegende grond bestaat en de kredietopzegging voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Daarbij formuleerde het Hof Arnhem een groot aantal factoren waaraan betekenis toekwam in het kader van de vraag of de kredietopzegging rechtsgeldig was. Dat waren de volgende eisen:

“4.31 Voor de rechtsgeldigheid van de opzegging van een bankkrediet zal onder meer betekenis toekomen aan de volgende factoren:

  • De duur, de mate van exclusiviteit, de omvang en de ingewikkeldheid en het verloop van de kredietrelatie;
  • een aanmerkelijke afname van de kredietwaardigheid en/of aanmerkelijke toeneming van het bancaire kredietrisico, waarbij met name van belang zal zijn of er voldoende dekking door zekerheid bestaat dan wel kan worden verleend en de mate van waarschijnlijkheid of en in welke omvang deze zal blijven bestaan (alles te stellen op de liquidatiewaarde);
  • het gedrag en de betrouwbaarheid van de kredietnemer alsmede de mate waarin en de tijdigheid waarmee deze de bank op de hoogte heeft gesteld en stelt van alle voor de kredietrelatie relevante omstandigheden;
  • of en in welke mate de kredietnemer toerekenbaar is tekortgeschoten (bij voorbeeld door (structurele en/of ruime) overschrijding van de kredietlimiet);
  • de kans dat de onderneming van de kredietnemer, al of niet na reorganisatie of doorstart, zal overleven en de mate waarin de kredietnemer een reorganisatie heeft opgestart;
  • welke termijn de kredietnemer krijgt om een andere (huis-)bankier te zoeken en welke ernstige financiële problemen voor de kredietnemer (zullen) ontstaan indien hij zijn financieringsbehoefte niet op korte termijn elders kan onderbrengen;
  • de wijze van besluitvorming van de bank voorafgaand aan de opzegging en de wijze waarop overleg is gevoerd met de kredietnemer en of en in welke mate de bank de kredietnemer tevoren heeft gewaarschuwd;
  • of de bank door eigen gedragingen (zoals toelating van overschrijding van de kredietlimiet) verwachtingen heeft gewekt;
  • andere maatschappelijke belangen (waaronder het voorbestaan van werkgelegenheid).”

De Hoge Raad bepaalde in het arrest van 10 oktober jl.: alleen indien opzegging in de bijzondere omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kan een contractueel opzeggingsrecht niet worden uitgeoefend. Dat lijkt aan te sluiten bij Rabobank/Aarding, maar dat is niet [geheel] juist.

Daar waar Rabobank/Aarding voor leek te schrijven dat met kredietopzegging terughoudend moet worden omgesprongen en die kredietopzegging alleen dan niet onrechtmatig is als aan de genoemde voorwaarden is voldaan, lijkt het arrest van de Hoge Raad het tegenovergestelde te bepalen: kredietopzegging is in beginsel rechtmatig, indien de kredietovereenkomst daarin voorziet, tenzij de kredietopzegging onaanvaardbaar is. Dat is een geheel andere insteek, ik meen in het voordeel van de banken. Onaanvaardbaarheid is een veel zwaardere drempel die door de opgezegde aangetoond moet worden. Uiteraard wordt er daarbij gekeken naar de omstandigheden van het geval, waarbij bijvoorbeeld mee speelt of er een termijn voor herfinanciering wordt gegeven [in het arrest van de Hoge Raad 8 maanden].

Het arrest van de Hoge Raad: zie uitspraak.

Uiteraard is kredietopzegging nog steeds maatwerk, en moet daar niet te lichtvaardig mee worden omgesprongen. Sparren over wel of niet opzeggen kan altijd. U kunt altijd contact opnemen.

[post_title] => Kredietopzegging mag altijd tenzij onaanvaardbaar. De Hoge Raad herformuleert [oktober 2014] [post_excerpt] =>

Op 10 oktober 2014 wees de Hoge Raad een relevant arrest over de aloude discussie over de “onrechtmatige kredietopzegging”. Het volgende daarover.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kredietopzegging-mag-altijd-tenzij-onaanvaardbaar-de-hoge-raad-herformuleert-oktober-2014 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:06:54 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:06:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/11/04/kredietopzegging-mag-altijd-tenzij-onaanvaardbaar-de-hoge-raad-herformuleert-oktober-2014/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 7097 [post_author] => 26 [post_date] => 2014-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-11-04 00:00:00 [post_content] => Ouders die kinderalimentatie betalen kunnen vanaf 1 januari 2015 een deel van die betaalde alimentatie niet meer aftrekken van de inkomstenbelasting. Dit heeft [soms] aanzienlijke gevolgen voor het netto te besteden bedrag wat de betalende ouder over houdt en derhalve invloed op de draagkracht van de betalende ouder. Om die reden kan het vervallen van het fiscaal voordeel een relevante wijziging van omstandigheden zijn, waardoor de te betalen kinderalimentatie op een lager bedrag kan worden vastgesteld. In een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 juli 2014 [ECLI:NL:GHARL:2014:5868] heeft het hof het vervallen van het fiscale voordeel meegenomen bij de berekening van de draagkracht van de man. Zie uitspraak. Om er achter te komen of het vervallen van het fiscale voordeel een relevante wijziging oplevert, dient er nieuwe alimentatieberekening gemaakt te worden. Na deze nieuwe berekening kunt u beoordelen of het zinvol is om een eventuele procedure te starten waarbij de rechter de te betalen alimentatie opnieuw vaststelt. Indien u hierover meer informatie wenst, of indien u een berekening wil laten maken, kunt u vanzelfsprekend contact met ons opnemen. Wij helpen u graag verder. advocaat te Den Bosch, Eindhoven en Tilburg [post_title] => Alimentatie per 1 januari 2015 niet meer aftrekbaar [post_excerpt] =>

Ouders die kinderalimentatie betalen kunnen vanaf 1 januari 2015 een deel van die betaalde alimentatie niet meer aftrekken van de inkomstenbelasting. Dit heeft [soms] aanzienlijke gevolgen voor het netto te besteden bedrag wat de betalende ouder over houdt en derhalve invloed op de draagkracht van de betalende ouder.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => alimentatie-per-1-januari-2015-niet-meer-aftrekbaar [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-09 16:15:23 [post_modified_gmt] => 2022-02-09 15:15:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/11/04/alimentatie-per-1-januari-2015-niet-meer-aftrekbaar/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 7095 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-11-04 00:00:00 [post_content] =>

De partij die “namaak” buggy’s verkoopt moet van de rechter een rectificatie plaatsen in twee tijdschriften. Een volledige recall vindt de rechter niet nodig. Verder is sprake van misleidende reclame door te suggereren dat een type buggy door de adverteerder wordt of werd verkocht.

Deze zaak gaat over de verkoop van buggy’s. De ene partij heeft het auteursrecht op de buggy met de naam “limbo”.  Bij de verkoop van deze buggy wordt gebruik gemaakt van het woordmerk KOELSTRA en het beeldmerk:

De andere partij, Babysupershop uit Tilburg, verkoopt, o.a. via verschillende webwinkels, een nagenoeg identieke buddy, ook onder de naam ”Limbo”. De buddy’s die deze partij verkoopt blijken een gebrekkig scharnier te hebben. Na daartoe te zijn aangeschreven erkent Babysupershop de inbreuk, legt een onthoudingsverklaring af en doet opgave van de verkopen. Zij weigert mee te werken aan een volledige recall en rectificatie.

De voorzieningenrechter oordeelt dat een volledige recall niet nodig is. Wel moet Babysupershop in twee tijdschriften de volgende rectificatie plaatsen:

Wij hebben in onze winkel in Tilburg en op de websites [B superstore].nl, kadocus.nl, babysupershop.eu, buggy-shop.nl, kinderwagens-shop.nl, babykinder-shop.nl en buggyshop.eu , een buggy verkocht onder het merk [A], model Limbo Techno Grey. Deze buggy is niet van [A] afkomstig maar een namaakkopie. De daarin gebruikte scharnieren voldoen niet aan de veiligheidseisen die [A] aan haar producten stelt. Wij bieden u aan om in het geval u een exemplaar van deze buggy heeft gekocht, deze te retourneren. Wij zullen daarbij het aankoopbedrag en alle verzendkosten aan u vergoeden.

Misleidende reclame
Babysupershop heeft op een van haar websites ook een afbeelding van het model “Simba Twin” geplaatst met de tekst:

“[A] buggy Simba Twin Sand.
Beschikbaarheid: niet op voorraad. € 200,00 (doorgestreept) Nu € 99,99”

Dit type buggy is afkomstig uit de nieuwste collectie van de merkhouder en Babysupershop heeft dit type buggy nimmer in haar assortiment gehad, zodat zij deze evenmin in voorraad kan hebben gehad. Met de aanbieding van dit type buggy, voorzien van een afbeelding ervan en de tekst “beschikbaarheid: niet in voorraad”, wordt de suggestie gewekt dat Babysupershop deze buggy wel in voorraad heeft gehad, dan wel dat deze buggy gekocht kan worden en geleverd kan worden zodra zij weer op voorraad is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze uitingen om die reden misleidend zijn en derhalve in strijd zijn met artikel 6:194 sub c BW.

De merkhouder stelt verder dat Babysupershop met deze advertentie ook suggereert dat de adverteerder een erkende wederverkoper van de merkhouder is, vanwege de vermelding dat het gehele assortiment uit voorraad leverbaar is. De voorzieningenrechter deelt dit standpunt niet. De merkhouder heeft niet onderbouwd dat het relevante publiek bekend is met het feit dat de merkhouder werkt met erkende of geselecteerde wederverkopers. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat het publiek verwacht dat een verkoper die het hele assortiment voert, een door de merkhouder erkende wederverkoper moet zijn. Daarom zijn er onvoldoende aanwijzingen dat het publiek bij het lezen van de bewuste advertentie van Babysupershop ten onrechte zal denken dat de adverteerder tot het dealernetwerk van de merkhouder behoort.

De merkhouder had ook gesteld dat het gebruik van een zogeheten “van-voor-prijsindicatie”, waarbij eerst een hogere prijs wordt genoemd, welke wordt doorgestreept en daarna een lagere prijs, misleidend is. De voorzieningenrechter deelt dit standpunt niet.

Keyword advertising
Babysupershop maakt gebruik van keyword advertising door te bewerkstelligen dat degene die op internet zoeken op KOELSTRA [het woordmerk van de merkhouder], bij haar websites uitkomen. De merkhouder stelt dat Babysupershop inbreuk maakt op het woordmerk KOELSTRA door deze wijze van adverteren. De rechtbank verwijst vervolgens naar het Google-arrest en het Interflora-arrest.

In deze arresten is bepaald dat er sprake is van merkinbreuk in de zin van artikel 9 lid 1 sub a GMVo als een adverteerder een merk van een derde als keyword gebruikt op een wijze waarbij de herkomstaanduidingsfunctie of de investeringsfunctie van het merk wordt aangetast. “Van aantasting in de herkomstaanduidingsfunctie is sprake als het voor de gemiddelde internetgebruiker onmogelijk of moeilijk is te weten of de waren of diensten waarop de advertentie betrekking heeft afkomstig zijn van de merkhouder, een daaraan economisch verbonden onderneming of van een derde. De investeringsfunctie wordt afgebroken als het keyword adverteren het gebruik van het merk door de merkhouder ter verwerving of behoud van een reputatie die consumenten kan aantrekken en aan hem kan binden, aanzienlijk verstoort. Uit deze jurisprudentie volgt ook dat van aantasting in de reclamefunctie van een merk bij gebruik als keyword geen sprake is. Adverteren met gebruikmaking van keywords strekt er in de regel louter toe internetgebruikers een alternatief te bieden voor de waren of diensten van de merkhouder en belet de merkhouder niet zijn merk ook zelf doeltreffend te gebruiken om de consument te informeren en te overtuigen. Het enkele feit dat het gebruik door een derde van een aan het merk gelijk teken de merkhouder ertoe verplicht om grotere reclame-inspanningen te leveren om de bekendheid van het merk bij de consument te behouden of verhogen maakt dit niet anders.” Aldus de rechtbank.

Vervolgens overweegt de voorzieningenrechter dat de wijze waarop Babysupershop gebruik maakt van keyword advertising de herkomstaanduidingsfunctie van het woordmerk KOELSTRA niet aan tast. De gemiddelde internetgebruiker die na het intoetsen van het woordmerk in een zoekmachine, een advertentie van Babysupershop bij de advertenties aantreft en daarop klikt, komt op een website waarop duidelijk is vermeld van welke producenten de daarop aangeboden producten afkomstig zijn. Alleen bij de producten die daadwerkelijk van de merkhouder afkomstig zijn is dat vermeld, bij andere producten zijn andere merknamen vermeld. Daarmee weet de internetconsument onmiddellijk dat het hier niet gaat om de website van de merkhouder of een onderneming waarmee zij een economische band heeft. De herkomstaanduidingsfunctie van het woordmerk KOELSTRA is daarom niet in het geding.

Rechtbank Den Haag, 22 oktober 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:13292

Zie uitspraak

advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg

[post_title] => Geen volledige recall bij inbreuk op IE rechten [post_excerpt] =>

De partij die “namaak” buggy’s verkoopt moet van de rechter een rectificatie plaatsen in twee tijdschriften. Een volledige recall vindt de rechter niet nodig. Verder is sprake van misleidende reclame door te suggereren dat een type buggy door de adverteerder wordt of werd verkocht.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-volledige-recall-bij-inbreuk-op-ie-rechten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:08:52 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:08:52 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/11/04/geen-volledige-recall-bij-inbreuk-op-ie-rechten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 7093 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-10-28 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-10-28 00:00:00 [post_content] => PlantLab voert al enige tijd procedures tegen Deliscious. Ik heb daar al eerder over geschreven zie artikel. Na een mislukte samenwerking zou de klimaatcel van Deliscious inbreuk maken op het octrooi van PlantLab voor een systeem voor het telen van een gewas. PlantLab zoekt informatie over de klimaatcel van Deliscious. PlantLab heeft beslag onder derden laten leggen op o.a. digitale bestanden. In dit incident vordert Plantab op basis van 843a Rv inzage in die bestanden. Dit betekent dat voldoende aannemelijk moet worden dat sprake is van inbreuk op een geldig octrooi. Nu zowel de geldigheid van het ingeroepen octrooirecht als de inbreuk daarop gemotiveerd wordt betwist, dient PlantLab voldoende concrete feiten en omstandigheden aan te voeren die grond bieden voor een redelijk vermoeden van de geldigheid van het octrooi en van de (dreigende) inbreuk op dit octrooi, aldus de rechtbank. PlantLab verwijst daarvoor naar een interview in een vakblad met Deliscious. De rechtbank overweegt dat uit dit citaat niet kan worden afgeleid dat inbreuk wordt gemaakt op het octrooi. Het verzoek om inzage wordt afgewezen. Rb Den Haag, 22 oktober 2014 Zie uitspraak Wat betekent dit voor de praktijk?
  • Inzage krijgen in bestanden waar door middel van een bewijsbeslag beslag op is gelegd is niet eenvoudig.
  • Toch is het de moeite waard om te proberen omdat het soms de enige manier is om of bewijs veilig te stellen of om überhaupt informatie te krijgen.
  • De ene rechter geeft makkelijker toestemming tot inzage dan de andere rechter. Soms kan het de moeite waard zijn om te kijken aan welke rechter je toestemming vraagt. Soms zijn meerdere rechters bevoegd om een dergelijke toestemming te verlenen. In deze zaak was dat niet het geval.
advocaat te Den Bosch, Eindhoven en Tilburg Zie ook AgriFood [post_title] => Geen inzage op in beslaggenomen bestanden [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => geen-inzage-op-in-beslaggenomen-bestanden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 15:33:34 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 14:33:34 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/10/28/geen-inzage-op-in-beslaggenomen-bestanden/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 7094 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-10-28 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-10-28 00:00:00 [post_content] => Producent is aansprakelijk voor schade distributeur ten gevolge van recall omdat producent een gebrekkig product heeft geleverd en de distributeur onvolledig en zelfs misleidende informatie heeft gegeven. De producten kan geen beroep doen op de beperking van de aansprakelijkheid zoals in de distributieovereenkomst overeengekomen. De producent is aansprakelijk voor de volledige schade. De feiten De Zwitserse firma PM Consumer Product, onderdeel van het Nederlandse concern Pronova Medical,  ontwikkelt en produceert een shampoo tegen hoofdluis. De Griekse firma Omega Pharma sluit een exclusieve distributieovereenkomst met PM voor distributie van het product in Griekenland. De Nederlandse rechter wordt bevoegd gemaakt om over geschillen te oordelen. In 2007 verbieden Duitse en Zwitserse toezichthouders het op de markt brengen van het product vanwege een te hoge concentratie TEA [38,4 % i.p.v. het voor menselijk gebruik toegestane gehalte van 2,5%]. De Zwitserse toezichthouder verbiedt dit voor Switzerland en de andere EFTA lidstaten [waaronder dus Griekenland]. Daarna wijzigt PM de formule van het product en stuurt daarover een bericht aan Omega Pharma. In dat bericht geeft PM aan dat de aanpassing louter is ter verbetering van de geur en kleur van het product. Na een incident waarbij een kind dat het product had gebruikt in het ziekenhuis in Griekenland beland, verbiedt ook de Griekse toezichthouder het product. Omega Pharma neemt contact op met PM en doet haar beklag. PM stuurt een bericht dat alles onder controle is. Omega Pharma wordt door een aantal slachtoffers aansprakelijk gesteld. De Griekse toezichthouder gelast vervolgens in 2009 een recall van het product. In Griekenland worden procedures aanhangig gemaakt tegen Omega Pharma waarbij slachtoffers een schadevergoeding vorderen. Omega Pharma stelt op haar beurt PM aansprakelijk voor haar schade. Is sprake van een gebrekkig product? De Rechtbank Rotterdam overweegt dat om te kunnen vaststellen of PM toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen, moet worden beoordeeld of, zoals Omega Pharma stelt, PM een gebrekkig product heeft geleverd en/of een op haar rustende zorgplicht heeft geschonden. “Voor de vraag of PM een gebrekkig product heeft geleverd moet worden beoordeeld of het volgens de oude formule geproduceerde product aan de overeenkomst beantwoordde. Een product beantwoordt niet aan de overeenkomst indien het, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet hoeft te betwijfelen. Een product beantwoordt ook niet aan de overeenkomst, indien het niet de veiligheid biedt die men daarvan mag verwachten.” Aldus de rechtbank. PM heeft niet betwist dat oogletsel van de slachtoffers is ontstaan als gevolg van het gebruik van het product. Alleen op die grond neemt de rechtbank aan dat het Product kennelijk niet aan de overeenkomst beantwoordde en er derhalve sprake was van een gebrekkig product. Is de producent zijn mededelingsplicht nagekomen? De rechtbank beantwoord vervolgens de vraag of de producent een verplichting had om de distributeur te informeren en of zij die verplichting voldoende is nagekomen. “Voor de concrete invulling van deze maatstaf is van belang dat Omega Pharma de exclusieve distributeur van het product van PM in Griekenland was. In een dergelijke contractuele relatie heeft in zijn algemeenheid te gelden dat de producent en de distributeur over en weer van elkaar mogen verwachten dat zij door de ander op de hoogte worden gesteld van voor het product relevante ontwikkelingen. Een exclusief distributeur mag in het bijzonder verwachten dat de producent hem informeert over mogelijke veiligheidsrisico’s voor haar afnemers en daaruit mogelijk voortvloeiende aansprakelijkheid van de distributeur.” De rechtbank overweegt verder dat PM de uitvoerig gemotiveerde besluiten van de toezichthouders, waarin PM vanwege de onveiligheid van een belangrijk bestanddeel wordt verboden het product in het verkeer te brengen omdat de mate waarin het voor menselijk gebruik toegestane gehalte TEA zeer fors wordt overschreden, te beschouwen zijn als informatie die PM - gelet op haar zorgplicht - met haar exclusief distributeur in Griekenland (Omega Pharma) had moeten delen. De rechtbank verwijt PM met name dat zij Omega Pharme niet heeft geïnformeerd over het besluit van de Zwitserse toezichthouder dat ook de verhandeling van het product in Griekenland verbood. De Zwitserse en Duitse toezichthouders geen recall hebben gelast. De rechtbank overweegt dat dit niet af doet aan de zorgplicht die op PM rustte om Omega Pharma te informeren. “Ook zonder een recall had Omega Pharma een evident belang om door PM te worden geïnformeerd,” gelet op het besluit van de Zwitserse toezichthouder. “Het in de besluiten geconstateerde gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van gebruikers ging Omega Pharma aan. Zij zou ook door afnemers en eindgebruikers aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de schade wegens verkoop van een onveilig product. Derhalve was er ook zonder recall meer dan voldoende reden Omega Pharma te informeren,” aldus de rechtbank. De rechtbank oordeelt dat PM een gebrekkig product heeft geleverd en dat zij haar zorgplicht heeft geschonden door Omega Pharma niet tijdig en juist te informeren. Daarmee staat vast dat PM tekort is geschoten in de nakoming van de met Omega Pharma gesloten distributieovereenkomst. De tekortkoming kan PM worden toegerekend nu deze te wijten is aan haar schuld. Kan PM een beroep doen op haar exoneratie van aansprakelijkheid? Ter beperking van haar aansprakelijkheid doet PM een beroep op de beperking van haar aansprakelijkheid zoals opgenomen in de distributieovereenkomst. In deze overeenkomst is vervangende of aanvullende schadevergoeding uitgesloten tenzij de schade opzettelijk of door grove nalatigheid van PM of haar werknemers is ontstaan. Ook is aansprakelijkheid voor gederfde winst, gevolgschade of indirecte schade in de distributieovereenkomst uitgesloten tenzij sprake is van opzet van de zijde van PM. Tot slot is in de distributieoverenkomst iedere aansprakelijkheid van PM beperkt tot het bedrag dat PM op grond van haar verzekering voor consumentenclaims en ‘product recalls claims’ ontvangt. Geen ongebruikelijke beperking van aansprakelijkheid. De rechtbank overweegt dat wanneer het verwijt aan de partij die zich op de exoneratie beroept,  gemaakt kan worden de kwalificatie van bewuste roekeloosheid verdient, een beroep op een exoneratieclausule in beginsel onaanvaardbaar is. Van bewuste roekeloosheid kan sprake zijn indien een onderneming tegen beter weten in onzorgvuldig handelt en nalaat een eenvoudige maatregel te nemen om schade te voorkomen. De rechtbank overweegt dat PM roekeloos heeft gehandeld door het product aan Omega Pharma te blijven verkopen, ondanks dat twee toezichthouders op basis van deskundigenonderzoek hadden vastgesteld dat het product een gevaar voor de gezondheid en veiligheid van de gebruikers opleverde en nadat één van de twee nationale toezichthouders PM zelfs expliciet had verboden het product nog in de Europese Unie nog op de markt te brengen. Door aldus te handelen en deze essentiële informatie bewust te verzwijgen voor haar Griekse distributeur Omega Pharma, kan PM zich niet beroepen op de exoneratieclausule in de distributieovereenkomst. De rechtbank overweegt verder dat het enerzijds verzwijgen van belangrijke informatie en anderzijds verstrekken van misleidende informatie dusdanig is dat de schade die als gevolg van de recall is ontstaan ondanks de exoneratieclausule voor rekening van PM dient te blijven. Rechtbank Rotterdam, 9 juli 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:6080 [Omega Pharma / PM Consumer Products]. Zie Uitspraak Wat betekent dit voor de praktijk?
  • Wanneer de producent weet dat een product onveilig is of mogelijk onveilig is, dan dient zij haar distributeurs daar actief en volledig over te informeren.
  • Wanneer nationale toezichthouders de verhandeling van producten verbieden omdat de producten [mogelijk] onveilig zijn, dan dient de producent haar distributeurs daar actief en volledig over te informeren.
  • Wanneer een producent onjuiste en/of onvolledige informatie verstrekt aan haar distributeurs dan kan dat betekenen dat de rechter een beroep op een beperking van aansprakelijkheid die in een overeenkomst is opgenomen onaanvaardbaar vindt en dus buiten beschouwing laat.
advocaat te Den Bosch, Eindhoven en Tilburg [post_title] => Producent aansprakelijk voor schade, waaronder de schade door recall [post_excerpt] =>

Producent is aansprakelijk voor schade distributeur ten gevolge van recall omdat producent een gebrekkig product heeft geleverd en de distributeur onvolledig en zelfs misleidende informatie heeft gegeven. De producten kan geen beroep doen op de beperking van de aansprakelijkheid zoals in de distributieovereenkomst overeengekomen. De producent is aansprakelijk voor de volledige schade.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => producent-aansprakelijk-voor-schade-waaronder-de-schade-door-recall [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 15:32:13 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 14:32:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/10/28/producent-aansprakelijk-voor-schade-waaronder-de-schade-door-recall/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 7092 [post_author] => 26 [post_date] => 2014-10-08 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-10-08 00:00:00 [post_content] => Wie kent hem niet, de Rubik’s Cube. Aan iedere zijde een andere kleur en nadat alle kleuren zijn gemixt, proberen om weer alle kleuren op hun plaats te krijgen. De kubus is al jaren populair en het verbaast niet dat hij werd nagemaakt. Rubik was het daar niet mee eens en startte een procedure. Hij deed primair een beroep op het auteursrecht op de kubus zonder de kleurenopdruk, waarbij het dus gaat om de vorm van de kubus, de samenstelling en de draaibaarheid. Subsidiair deed Rubik [volgens het Hof] een beroep op het auteursrecht op de kubus inclusief de kleurvakken, waarbij de vormgeving bestaat uit zes kleurvlakken en de beweegbaarheid waardoor eindeloos veel kleurvariaties mogelijk zijn. In hoger beroep heeft het Hof het in kort geding gegeven vonnis vernietigd en geoordeeld dat de kubus an sich - zonder de kleurvlakken- niet auteursrechtelijk is beschermd omdat de vorm technisch bepaald is. Dat ook andere vormen mogelijk zijn, doet daaraan niet af. Wel acht het Hof de kubus beschermd inclusief de bekende kleurvlakken waarmee hij op de markt is gebracht: rood, oranje, geel, wit, blauw en groen. De keuze voor die kleuren geeft de kubus een oorspronkelijk karakter en daardoor kan de kubus in die vorm auteursrechtelijk worden beschermd. Dit vonnis van het Hof betekent dus dat andere partijen de kubus in andere kleuren op de markt kunnen brengen [de kubus an sich is immers niet beschermd door auteursrecht]. Rubik was het daarmee oneens in ging in cassatie bij de Hoge Raad omdat Rubik vond dat het Hof had moeten onderzoeken of er binnen de technische eisen van de kubus an sich  ruimte was voor persoonlijke creatieve keuzes. Ook de ‘namaker’ heeft in cassatie gesteld dat het Hof niet juist oordeelde en wel dat door Rubik geen subsidiair beroep gedaan zou zijn op bescherming op basis van de kleurvlakken en voorts dat de kleurvlakken niet oorspronkelijk zijn. [dus de “namaker wilde de kubus in alle kleuren op de markt kunnen brengen ook in de originele kleuren”] Op 19 september jl. heeft de Hoge Raad arrest gewezen en daaruit blijkt dat de Hoge raad van mening is dat het Hof op juiste gronden heeft geoordeeld. De kubus mag dus in andere kleurstellingen op de markt worden gebracht. Wel moest de “namaker” in cassatie relatief veel advocaatkosten betalen aan Rubik en Rubik niet aan de “namaker” omdat deze te laat haar vordering zou hebben ingediend. Dat was nog een schrale troost voor de bedenker van de populaire kubus. [post_title] => Kubus van Rubik [post_excerpt] =>

Wie kent hem niet, de Rubik’s Cube. Aan iedere zijde een andere kleur en nadat alle kleuren zijn gemixt, proberen om weer alle kleuren op hun plaats te krijgen. De kubus is al jaren populair en het verbaast niet dat hij werd nagemaakt. Rubik was het daar niet mee eens en startte een procedure. Hij deed primair een beroep op het auteursrecht op de kubus zonder de kleurenopdruk, waarbij het dus gaat om de vorm van de kubus, de samenstelling en de draaibaarheid. Subsidiair deed Rubik [volgens het Hof] een beroep op het auteursrecht op de kubus inclusief de kleurvakken, waarbij de vormgeving bestaat uit zes kleurvlakken en de beweegbaarheid waardoor eindeloos veel kleurvariaties mogelijk zijn.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kubus-van-rubik [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-14 16:55:49 [post_modified_gmt] => 2021-12-14 15:55:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/10/08/kubus-van-rubik/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 7091 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-09-23 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-09-23 00:00:00 [post_content] =>

Changes per January first, 2015:

Probation period

In the case of an employment contract of six months ore less it is not permitted to include a probation period. This means that in the case of a fixed term employment contract longer than six months, a probation period is still allowed.

Non competition clause

For a fixed term contract it will no longer be allowed to conclude a non competition clause, unless the employer has a predominant business interest and motivates this interest in writing upon agreeing to a non competition clause. Failing to give this motivation or failing to prove sufficient ground for the non competition clause will render the clause invalid.

Announcement that the fixed term contract ends

An obligation for the employer is introduced to notify the employee in writing in case the employer decides not to extent the present fixed term contract nor offers the employee a new contract. So contrary to the present law, the fixed term contract does not expires without the employer is re-quired to take action. The announcement [of ending the fixed term contract] should be made in writing no later than one month before the end of the fixed term. Failing to do so ore to do so timely will cause the employer to be liable to pay a penalty to the employee equal to the amount of one month of basic salary [including holiday allowance]. 

Changes per July first 2015:

Number of contracts for a defined period of time

The rules with regard to the number of contracts for a defined period of time before it causes a contract for an undefined period of time, change.

Under present law an employer may conclude up to three fixed term employment contracts, for a total of three years. Concluding a fourth contract for a defined period of time or exceeding the maximum of three years in total [intermissions of three months ore less will not be taken into account] will cause the employment contract to automatically become a contract for an undefined period of time.

Under the new law fixed term contracts will be restricted to a maximum of three over a period of two years with intervals of six months.

Legal procedures tot terminate the contract

The present two-tier system with regard to dismissals changes. The employer can no longer choose between the UWV [Employee Insurance Agency] or the cantonal judge. All dismissals for economic reasons and for long term sickness [more than two years of sickness] are decided upon by UWV. All dismissals for personal reasons will need to be routed through the cantonal judge.

Consideration after settlement agreement

Completely new is a so called “cooling off period” for termination agreements. The employee can revoke his written agreement [with termination] within fourteen days without specifying his reasons.

The employer has the obligation to inform in writing the employee of the possibility to revoke his written agreement in the termination agreement. This can be done in the termination agreement itself or within two working days after the termination agreement has been signed. If the employer does not comply with his obligation to inform the employee, the cooling of period is extended to three weeks.

If within six months after the employee has revoked his written agreement, a new termination agreement is concluded, the cooling of period does not apply anymore.

Compensation

The current formula on compensation used by the cantonal judges will be replaced by a new transition compensation. This transition compensation will be available to all employees who are dis-missed and had a contract that lasted for two years ore more. So this also includes fixed term employees, who under the present law are not entitled to any compensation.

The transition compensation is [globally] calculated as follows: for the first ten years of service the compensation consists of one third of a regular monthly salary for each full year of employment. For the years of service exceeding ten years of service, the compensation consists of half of a regular monthly salary for each full year of employment.

There is a maximum to the compensation payable of EUR 75.000 or the amount that equals one annual salary if the employee earns more than EUR 75.000 per year.

Given their [in general difficult] position on the labour market, employees over fifty with at least ten years of service [and of which the employer has more than 25 employees],  will be entitled [ until January first 2020 to a higher transition compensation. These employees are entitled to a transition compensation equal to one monthly salary per full year of employment after they have reached the age of 50 but which is also capped by the maximum of EUR 75.000 or the amount that equals one annual salary if the employee earns more than EUR 75.000 per year.

No [ore lower] transition compensation may be due if the dismissal is a result of the fact that the employee is grossly to blame for the dismissal. Vice versa, in the case of seriously culpable acts or omissions of the employer, the judge may ground an additional sufferance payment which is not capped.  

Appeal

In the present law there is [with some limited exceptions] no possibility for an appeal against a judgment given by the cantonal judge regarding termination of the employment agreement. This will change.

Appeal [and as a next step the so called “cassation” at the High Court] of the decision of the cantonal judge regarding the termination of the labour contract will be possible for both parties.

A new rule as well is that if a request for permission to give notice has been denied by UWV, the employer may initiate proceedings for rescission with the cantonal court. The employee may also initiate separate legal proceedings with the cantonal court after permission to give notice has been granted by UWV.

Changes per January first 2016:

As of January first 2016 through 2019 the period of unemployment benefits will be gradually reduced to a maximum of 24 months.

During the first ten years of employment, unemployment benefits will be accrued in a rate of one month for each completed year of service and after that, the rate of accrual will reduce to half a month.

Rik Wevers
Attorney-at-law
Section Employment and Dismissal

[post_title] => The Changes in Dutch Labour Law in 2015 in a nutshell [post_excerpt] =>

Changes per January first, 2015:

Probation period

In the case of an employment contract of six months ore less it is not permitted to include a probation period. This means that in the case of a fixed term employment contract longer than six months, a probation period is still allowed.

Non competition clause

For a fixed term contract it will no longer be allowed to conclude a non competition clause, unless the employer has a predominant business interest and motivates this interest in writing upon agreeing to a non competition clause. Failing to give this motivation or failing to prove sufficient ground for the non competition clause will render the clause invalid.

Announcement that the fixed term contract ends

An obligation for the employer is introduced to notify the employee in writing in case the employer decides not to extent the present fixed term contract nor offers the employee a new contract. So contrary to the present law, the fixed term contract does not expires without the employer is re-quired to take action. The announcement [of ending the fixed term contract] should be made in writing no later than one month before the end of the fixed term. Failing to do so ore to do so timely will cause the employer to be liable to pay a penalty to the employee equal to the amount of one month of basic salary [including holiday allowance]. 

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => the-changes-in-dutch-labour-law-in-2015-in-a-nutshell [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:11:23 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:11:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/09/23/the-changes-in-dutch-labour-law-in-2015-in-a-nutshell/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 7090 [post_author] => 26 [post_date] => 2014-09-02 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-09-02 00:00:00 [post_content] => BIG geregistreerden of diegenen die  een beroep uitoefenen waarvan de opleiding krachtens de Wet  BIG is aangewezen (anders dan in het kader van een zorginstelling als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen), moeten hun beroepsuitoefening zodanig organiseren en zich van zodanig materieel voorzien dat dit redelijkerwijze leidt tot verantwoorde zorg (artikel 40 Wet BIG). Een en ander omvat ook de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg. De inspectie voor de Gezondheidszorg houdt hierop toezicht  en kan de beroepsbeoefenaar die deze verplichtingen niet of onvoldoende nakomt een schriftelijk bevel geven. Volgens de Raad van State echter niet preventief. In de zaak die ter beoordeling stond, ging het om een geregistreerde arts en psychotherapeut. Deze was strafrechtelijk aangehouden omdat hij ervan werd verdacht als psychiater medische dossiers te hebben vervalst met de bedoeling een persoonsgebonden budget en/of een arbeidsongeschiktheidsuitkering te verkrijgen. Daarvoor was aan hem door het Regionaal tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ook al een waarschuwing opgelegd. De betrokken arts werd binnen een termijn van krap 2 weken twee maal door de  inspecteur uitgenodigd voor een gesprek, maar reageerde niet op die uitnodigingen. Onmiddellijk daarna kreeg hij het schriftelijk bevel zijn werkzaamheden als arts en psychotherapeut  te staken. De inspecteur legde aan deze beslissing ten grondslag dat, gelet op de gerezen strafrechtelijke verdenking, de uitspraak van het tuchtcollege en de eigen verklaringen van betrokkene, niet van een verantwoorde zorgverlening kon worden uitgegaan en derhalve aanleiding bestond  voor nader onderzoek naar de vraag of de Wet BIG werd nageleefd. De inspecteur stelde niet te kunnen vaststellen of de werkzaamheden van betrokkene aan de eisen voldeden aangezien het noodzakelijk daarnaar te verrichten onderzoek in de afgelopen periode geen doorgang had kunnen vinden. De arts/psychotherapeut kreeg in bezwaar bij de inspectie en beroep bij de rechtbank ongelijk. In hoger beroep heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het hoger beroep gegrond verklaard. De Afdeling oordeelde - kort samengevat – dat artikel 87a van de  Wet BIG, de inspecteur niet de bevoegdheid geeft een  preventief schriftelijk bevel tot staken van werkzaamheden te geven. In de onderhavige zaak was immers niet vastgesteld dat de beroepsbeoefenaar artikel 40 van de Wet BIG onvoldoende of onjuist had nageleefd. Dit geldt naar het oordeel van de Afdeling temeer nu de inspecteur, nadat hangende de procedure wel onderzoek was verricht, niet alsnog tot die conclusie had kunnen komen. Dat het volgens de inspecteur niet mogelijk was om een onderzoek “going concern” te laten plaatsvinden vanwege de veelal ernstige aandoeningen van patiënten, maakt dit naar het oordeel van de Afdeling niet anders. advocaat te Den Bosch, Eindhoven en Tilburg [post_title] => IGZ mag schriftelijk bevel tot staken werkzaamheden niet preventief geven [post_excerpt] =>

BIG geregistreerden of diegenen die  een beroep uitoefenen waarvan de opleiding krachtens de Wet  BIG is aangewezen (anders dan in het kader van een zorginstelling als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen), moeten hun beroepsuitoefening zodanig organiseren en zich van zodanig materieel voorzien dat dit redelijkerwijze leidt tot verantwoorde zorg (artikel 40 Wet BIG). Een en ander omvat ook de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg. De inspectie voor de Gezondheidszorg houdt hierop toezicht  en kan de beroepsbeoefenaar die deze verplichtingen niet of onvoldoende nakomt een schriftelijk bevel geven. Volgens de Raad van State echter niet preventief.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => igz-mag-schriftelijk-bevel-tot-staken-werkzaamheden-niet-preventief-geven [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-09 16:17:31 [post_modified_gmt] => 2022-02-09 15:17:31 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/09/02/igz-mag-schriftelijk-bevel-tot-staken-werkzaamheden-niet-preventief-geven/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 7089 [post_author] => 6 [post_date] => 2014-09-01 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-09-01 00:00:00 [post_content] =>

Wanneer merkartikelen worden gekocht bij een leverancier die niet tevens merkhouder is, dan bestaat altijd de kans dat het om namaakproducten gaat. Wanneer dat het geval is dan bestaat het risico dat de merkhouder daar tegen optreedt. Dat kan tot imagoschade en hoge kosten leiden. Wat kun je doen om je daartegen te wapenen?

De eenvoudigste oplossing is om alleen maar direct bij de merkhouder in te kopen. Maar dat is niet altijd mogelijk of soms is het aantrekkelijker om bij een andere aanbieder te kopen.

Zo ook Kruidvat. In 2010 koopt Kruidvat van een Nederlandse onderneming die zich bezig hield met partijenhandel een partij overhemden van het merk Tommy Hilfiger. In de overeenkomst van Kruidvat met deze partijenhandel is verwezen naar de inkoopvoorwaarden en daar was een bepaling opgenomen waarbij de partijenhandel garandeerde dat de te leveren goederen geen inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten van derden.

Na levering ontdekt Kruidvat dat de partij namaak overhemden bevat. Kruidvat ontbindt daarop de koopovereenkomst en vordert de koopsom terug. Kruidvat dagvaardt de partijenhandel. De rechtbank wijst de vorderingen van Kruidvat echter af, onder meer omdat Kruidvat niet zou hebben aangetoond dat de monsters die waren onderzocht afkomstig waren uit de partij die van de partijenhandel was gekocht. Kruidvat gaat in hoger beroep en op 12 augustus 2014 wijst het hof een eindarrest.

Partijen hadden onder andere discussie over de vraag wie moest bewijzen dat de geleverde goederen met toestemming van de merkhouder in de Europese Economische Ruimte waren ingevoerd. Het hof stapt hier makkelijk overheen.

Een van de verweren van de partijenhandel was dat zij niet is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst, nu zij niet heeft gegarandeerd dat zij een partij zou leveren ten aanzien waarvan nimmer twijfel zou zijn over de herkomst ervan. Kruidvat kiest er immers voor om producten buiten de officiële distributiekanalen om te betrekken, zodat zij het daaraan verbonden inherente risico, dat die producten inbreuk maken op de intellectuele eigendomsrechten van derden, voor lief neemt, aldus de partijenhandel.

Het hof verwerpt dat verweer. Immers in de inkoopvoorwaarden was nu juist een garantie opgenomen. De partijenhandel stelt nog dat de inkoopvoorwaarden van Kruitvat geen onderdeel uitmaakten van de overeenkomst maar het hof verwerpt dat verweer. De inkoopvoorwaarden waren op de juiste wijze overeengekomen.

Het hof veroordeelt de partijenhandel om de door Kruidvat betaalde koopsom terug te betalen. Het verwijst de zaak naar een aparte procedure om de verdere schade van Kruidvat te laten vaststellen. Ook die schade moet door de partijenhandel worden vergoed.

Wat betekent dit voor de praktijk

  • Neem in inkoop- / algemene voorwaarden / een koopovereenkomst op de garantie dat de leverancier geen producten levert die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten van derden;
  • Zorg ervoor dat inkoop / algemene voorwaarden op een juiste wijze worden overeengekomen; wij zien in onze praktijk regelmatig dat dit mis gaat waardoor geen beroep gedaan kan worden op bepalingen in deze inkoop / algemene voorwaarden.
  • Maak een protocol wat te doen bij vermoeden van het bezit van namaakproducten; denk daarbij aan mogelijke latere discussies over bewijs.

Check inkoop- / algemene voorwaarden

Wanneer u uw inkoop-/ algemene voorwaarden wilt laten checken op een afdoende garantie tegen de levering van namaakproducten, dan kunnen wij deze check uitvoeren.
Wanneer u geconfronteerd wordt met een claim in verband met de verkoop van namaakproducten dan kunnen wij u bij het verweer daartegen assisteren.

advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg

Zie ook branche Fashion & Design

[post_title] => Effectief wapen tegen koop namaakproducten [post_excerpt] =>

Wanneer merkartikelen worden gekocht bij een leverancier die niet tevens merkhouder is, dan bestaat altijd de kans dat het om namaakproducten gaat. Wanneer dat het geval is dan bestaat het risico dat de merkhouder daar tegen optreedt. Dat kan tot imagoschade en hoge kosten leiden. Wat kun je doen om je daartegen te wapenen?

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => effectief-wapen-tegen-koop-namaakproducten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:12:38 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:12:38 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/09/01/effectief-wapen-tegen-koop-namaakproducten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 7088 [post_author] => 16 [post_date] => 2014-08-26 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-08-26 00:00:00 [post_content] =>

Reaal schadeverzekering N.V. discrimineert een vrouw bij de vaststelling van de hoogte van de letselschade.

Op de vingers getikt door Het College voor de Rechten van de Mens. Reaal ging bij de vergoeding van de schade uit dat de vrouw zonder ongeval tien jaar niet zou hebben gewerkt en daarna voor de helft van de tijd. Het college oordeelde dat dit een verboden onderscheid is op basis van geslacht. Bij een man zou de verzekeraar een dergelijke berekening namelijk niet hanteren.

Lees de gehele uitspraak.

advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg

[post_title] => Verzekeraar discrimineert vrouwen bij vaststelling hoogte letselschade [post_excerpt] =>

Reaal schadeverzekering N.V. discrimineert een vrouw bij de vaststelling van de hoogte van de letselschade.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verzekeraar-discrimineert-vrouwen-bij-vaststelling-hoogte-letselschade [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:13:01 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:13:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/08/26/verzekeraar-discrimineert-vrouwen-bij-vaststelling-hoogte-letselschade/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 7096 [post_author] => 24 [post_date] => 2014-11-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-11-04 00:00:00 [post_content] =>

Op 10 oktober 2014 wees de Hoge Raad een relevant arrest over de aloude discussie over de “onrechtmatige kredietopzegging”. Het volgende daarover.

Tot voor kort gingen veel rechtbanken bij de toetsing of een kredietopzegging, al dan niet onrechtmatig was, uit van het arrest Rabobank/Aarding van het Hof Arnhem uit 2003: ook wanneer de kredietovereenkomst voorzag in een opzeggingsbevoegdheid, mocht dat recht alleen worden uitgeoefend als voor kredietopzegging een voldoende zwaarwegende grond bestaat en de kredietopzegging voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Daarbij formuleerde het Hof Arnhem een groot aantal factoren waaraan betekenis toekwam in het kader van de vraag of de kredietopzegging rechtsgeldig was. Dat waren de volgende eisen:

“4.31 Voor de rechtsgeldigheid van de opzegging van een bankkrediet zal onder meer betekenis toekomen aan de volgende factoren:

  • De duur, de mate van exclusiviteit, de omvang en de ingewikkeldheid en het verloop van de kredietrelatie;
  • een aanmerkelijke afname van de kredietwaardigheid en/of aanmerkelijke toeneming van het bancaire kredietrisico, waarbij met name van belang zal zijn of er voldoende dekking door zekerheid bestaat dan wel kan worden verleend en de mate van waarschijnlijkheid of en in welke omvang deze zal blijven bestaan (alles te stellen op de liquidatiewaarde);
  • het gedrag en de betrouwbaarheid van de kredietnemer alsmede de mate waarin en de tijdigheid waarmee deze de bank op de hoogte heeft gesteld en stelt van alle voor de kredietrelatie relevante omstandigheden;
  • of en in welke mate de kredietnemer toerekenbaar is tekortgeschoten (bij voorbeeld door (structurele en/of ruime) overschrijding van de kredietlimiet);
  • de kans dat de onderneming van de kredietnemer, al of niet na reorganisatie of doorstart, zal overleven en de mate waarin de kredietnemer een reorganisatie heeft opgestart;
  • welke termijn de kredietnemer krijgt om een andere (huis-)bankier te zoeken en welke ernstige financiële problemen voor de kredietnemer (zullen) ontstaan indien hij zijn financieringsbehoefte niet op korte termijn elders kan onderbrengen;
  • de wijze van besluitvorming van de bank voorafgaand aan de opzegging en de wijze waarop overleg is gevoerd met de kredietnemer en of en in welke mate de bank de kredietnemer tevoren heeft gewaarschuwd;
  • of de bank door eigen gedragingen (zoals toelating van overschrijding van de kredietlimiet) verwachtingen heeft gewekt;
  • andere maatschappelijke belangen (waaronder het voorbestaan van werkgelegenheid).”

De Hoge Raad bepaalde in het arrest van 10 oktober jl.: alleen indien opzegging in de bijzondere omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kan een contractueel opzeggingsrecht niet worden uitgeoefend. Dat lijkt aan te sluiten bij Rabobank/Aarding, maar dat is niet [geheel] juist.

Daar waar Rabobank/Aarding voor leek te schrijven dat met kredietopzegging terughoudend moet worden omgesprongen en die kredietopzegging alleen dan niet onrechtmatig is als aan de genoemde voorwaarden is voldaan, lijkt het arrest van de Hoge Raad het tegenovergestelde te bepalen: kredietopzegging is in beginsel rechtmatig, indien de kredietovereenkomst daarin voorziet, tenzij de kredietopzegging onaanvaardbaar is. Dat is een geheel andere insteek, ik meen in het voordeel van de banken. Onaanvaardbaarheid is een veel zwaardere drempel die door de opgezegde aangetoond moet worden. Uiteraard wordt er daarbij gekeken naar de omstandigheden van het geval, waarbij bijvoorbeeld mee speelt of er een termijn voor herfinanciering wordt gegeven [in het arrest van de Hoge Raad 8 maanden].

Het arrest van de Hoge Raad: zie uitspraak.

Uiteraard is kredietopzegging nog steeds maatwerk, en moet daar niet te lichtvaardig mee worden omgesprongen. Sparren over wel of niet opzeggen kan altijd. U kunt altijd contact opnemen.

[post_title] => Kredietopzegging mag altijd tenzij onaanvaardbaar. De Hoge Raad herformuleert [oktober 2014] [post_excerpt] =>

Op 10 oktober 2014 wees de Hoge Raad een relevant arrest over de aloude discussie over de “onrechtmatige kredietopzegging”. Het volgende daarover.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => kredietopzegging-mag-altijd-tenzij-onaanvaardbaar-de-hoge-raad-herformuleert-oktober-2014 [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:06:54 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:06:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/11/04/kredietopzegging-mag-altijd-tenzij-onaanvaardbaar-de-hoge-raad-herformuleert-oktober-2014/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1317 [max_num_pages] => 132 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => e747b31ceef5030be60d36b7101184bd [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Op 10 oktober 2014 wees de Hoge Raad een relevant arrest over de aloude discussie over de “onrechtmatige kredietopzegging”. Het volgende daarover.
Lees meer
Ouders die kinderalimentatie betalen kunnen vanaf 1 januari 2015 een deel van die betaalde alimentatie niet meer aftrekken van de inkomstenbelasting. Dit heeft [soms] aanzienlijke gevolgen voor het netto te besteden bedrag wat de betalende ouder over houdt en derhalve invloed op de draagkracht van de betalende ouder.
Lees meer
De partij die “namaak” buggy’s verkoopt moet van de rechter een rectificatie plaatsen in twee tijdschriften. Een volledige recall vindt de rechter niet nodig. Verder is sprake van misleidende reclame door te suggereren dat een type buggy door de adverteerder wordt of werd verkocht.
Lees meer
PlantLab voert al enige tijd procedures tegen Deliscious. Ik heb daar al eerder over geschreven zie artikel. Na een mislukte samenwerking zou de klimaatcel van Deliscious inbreuk maken op het octrooi...
Lees meer
Producent is aansprakelijk voor schade distributeur ten gevolge van recall omdat producent een gebrekkig product heeft geleverd en de distributeur onvolledig en zelfs misleidende informatie heeft gegeven. De producten kan geen beroep doen op de beperking van de aansprakelijkheid zoals in de distributieovereenkomst overeengekomen. De producent is aansprakelijk voor de volledige schade.
Lees meer
08 okt 2014
BG.legal
Wie kent hem niet, de Rubik’s Cube. Aan iedere zijde een andere kleur en nadat alle kleuren zijn gemixt, proberen om weer alle kleuren op hun plaats te krijgen. De kubus is al jaren populair en het verbaast niet dat hij werd nagemaakt. Rubik was het daar niet mee eens en startte een procedure. Hij deed primair een beroep op het auteursrecht op de kubus zonder de kleurenopdruk, waarbij het dus gaat om de vorm van de kubus, de samenstelling en de draaibaarheid. Subsidiair deed Rubik [volgens het Hof] een beroep op het auteursrecht op de kubus inclusief de kleurvakken, waarbij de vormgeving bestaat uit zes kleurvlakken en de beweegbaarheid waardoor eindeloos veel kleurvariaties mogelijk zijn.
Lees meer
Changes per January first, 2015: Probation period In the case of an employment contract of six months ore less it is not permitted to include a probation period. This means that in the case of a fixed term employment contract longer than six months, a probation period is still allowed. Non competition clause For a fixed term contract it will no longer be allowed to conclude a non competition clause, unless the employer has a predominant business interest and motivates this interest in writing upon agreeing to a non competition clause. Failing to give this motivation or failing to prove sufficient ground for the non competition clause will render the clause invalid. Announcement that the fixed term contract ends An obligation for the employer is introduced to notify the employee in writing in case the employer decides not to extent the present fixed term contract nor offers the employee a new contract. So contrary to the present law, the fixed term contract does not expires without the employer is re-quired to take action. The announcement [of ending the fixed term contract] should be made in writing no later than one month before the end of the fixed term. Failing to do so ore to do so timely will cause the employer to be liable to pay a penalty to the employee equal to the amount of one month of basic salary [including holiday allowance]. 
Lees meer
BIG geregistreerden of diegenen die  een beroep uitoefenen waarvan de opleiding krachtens de Wet  BIG is aangewezen (anders dan in het kader van een zorginstelling als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen), moeten hun beroepsuitoefening zodanig organiseren en zich van zodanig materieel voorzien dat dit redelijkerwijze leidt tot verantwoorde zorg (artikel 40 Wet BIG). Een en ander omvat ook de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg. De inspectie voor de Gezondheidszorg houdt hierop toezicht  en kan de beroepsbeoefenaar die deze verplichtingen niet of onvoldoende nakomt een schriftelijk bevel geven. Volgens de Raad van State echter niet preventief.
Lees meer
Wanneer merkartikelen worden gekocht bij een leverancier die niet tevens merkhouder is, dan bestaat altijd de kans dat het om namaakproducten gaat. Wanneer dat het geval is dan bestaat het risico dat de merkhouder daar tegen optreedt. Dat kan tot imagoschade en hoge kosten leiden. Wat kun je doen om je daartegen te wapenen?
Lees meer
Reaal schadeverzekering N.V. discrimineert een vrouw bij de vaststelling van de hoogte van de letselschade.
Lees meer