WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 109
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 109
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1437
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 1080, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 10175
[post_author] => 26
[post_date] => 2016-11-23 14:14:10
[post_date_gmt] => 2016-11-23 13:14:10
[post_content] =>
De provincie Noord-Brabant moet van de Raad van State de maximumsnelheid op de A270 tussen Eindhoven en Helmond naar 100 km/u terugbrengen. Volgens de Raad wegen de belangen van omwonenden van de A270 zwaarder dan de belangen van automobilisten die slechts maximaal 1,3 minuut 130 km/u kunnen rijden.
De zaak was door mr. Robert Wannink aangespannen namens omwonenden uit Nuenen en de gemeente Nuenen.
Verhoging
Volgens de provincie was verhoging nodig om aan te sluiten bij de wettelijke maximumsnelheidsgrens zoals die in Nederland geldt. De Raad van State vindt evenwel dat de provincie een verkeerde belangenafweging heeft gemaakt. Immers, eerder al hadden de provincie en gemeente aan omwonenden beloofd de maximumsnelheid op 100 km/u te houden. Hun recht op een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en rustige nachtrust weegt zwaarder dan dat van de scheurende automobilist.
bron: www.ed.nl
[post_title] => Raad van State: 100 km meer dan genoeg op A270 bij Nuenen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => raad-state-100-km-meer-dan-genoeg-op-a270-nuenen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-11-23 14:33:12
[post_modified_gmt] => 2016-11-23 13:33:12
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10175
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 10164
[post_author] => 10
[post_date] => 2016-11-22 11:57:15
[post_date_gmt] => 2016-11-22 10:57:15
[post_content] =>
Op 8 november jl. heeft de Eerste Kamer het initiatiefvoorstel Wet Normalisering rechtspositie ambtenaren aangenomen.
Dit betekent dat een ingrijpende wijziging van de rechtspositie van ambtenaren op stapel staat. Met deze wet wordt beoogd er voor te zorgen dat ambtenaren voortaan dezelfde rechtspositie zullen krijgen als werknemers in het bedrijfsleven en onder het private arbeidsrecht zullen vallen.
Zonder volledigheid te pretenderen, hierbij een opsomming van een aantal van de wijzigingen. In plaats van een eenzijdige publiekrechtelijke aanstelling zullen ambtenaren [de ambtelijke status verdwijnt niet] voortaan een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst met hun werkgever sluiten. De arbeidsvoorwaarden zullen niet meer in publiekrechtelijke rechtspositieregelingen en in aanstellingsbesluiten zijn vervat maar in privaatrechtelijke cao’s en in [individueel gesloten] arbeidsovereenkomsten. Daarnaast zal voor ambtenaren het private arbeids- en ontslagrecht gaan gelden. Bij geschillen over ontslag zal niet langer bezwaar bij de eigen werkgever en beroep bij de bestuursrechter aan de orde zijn maar zal de ambtenaar zich moeten wenden tot de Kantonrechter. De preventieve ontslagtoets waarbij geldt dat het UWV of de Kantonrechter toestemming moet geven voor ontslag, zal ook voor ambtenaren gelden.
Naast het behoud zoals gezegd, van de ambtelijke status, heeft de normalisering geen gevolgen voor de materiële arbeidsvoorwaarden. De omzetting van eenzijdige aanstelling naar een arbeidsovereenkomst zal daar geen invloed op hebben. Verder zullen arbeidsvoorwaarden in overleg tussen werkgevers en vakbonden in cao's moeten worden vastgesteld zoals dat ook in de marktsector sinds jaar en dag het geval is.
De nieuwe wet zal gelden voor het merendeel van de ambtenaren. De ambtenaren zullen als het ware worden toegevoegd bij de medewerkers van overheidswerkgevers die nu al op basis van de arbeidsovereenkomst werken zoals bijvoorbeeld medewerkers van de Nederlandse bank, het UWV of de Sociale Verzekeringsbank. Wel worden er specifieke groepen van ambtenaren uitgesloten van de nieuwe wet. Dit geldt voor medewerkers van politie en defensie, rechters en officieren van justitie en voor politieke gezagsdragers. Deze groep zal dus niet te maken krijgen met het reguliere arbeidsrecht.
De invoering van de wet zal naar het zich laat aanzien, nog wel wat jaren op zich laten wachten en is voorzien voor niet eerder dan 1 januari 2020. Mocht u echter als overheidswerkgever of als ambtenaar nu al meer informatie wensen, kunt u zich tot ondergetekende wenden.
[post_title] => Normalisering rechtspositie ambtenaren
[post_excerpt] => Op 8 november jl. heeft de Eerste Kamer het initiatiefvoorstel Wet Normalisering rechtspositie ambtenaren aangenomen.
Dit betekent dat een ingrijpende wijziging van de rechtspositie van ambtenaren op stapel staat. Met deze wet wordt beoogd er voor te zorgen dat ambtenaren voortaan dezelfde rechtspositie zullen krijgen als werknemers in het bedrijfsleven en onder het private arbeidsrecht zullen vallen.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => normalisering-rechtspositie-ambtenaren
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-11-22 11:57:15
[post_modified_gmt] => 2016-11-22 10:57:15
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10164
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 10151
[post_author] => 8
[post_date] => 2016-11-18 09:13:24
[post_date_gmt] => 2016-11-18 08:13:24
[post_content] =>
In mijn echtscheidingspraktijk krijg ik vaak de vraag vanaf wanneer kinderen mogen kiezen bij welke ouder zij willen zijn na echtscheiding of uiteengaan. Voor eens en voor altijd moet duidelijk zijn; kinderen mogen niet kiezen.
Zij mogen vanaf hun 12 jarige leeftijd hun mening kenbaar maken bij de rechter, niet meer en niet minder. Dat kan middels een brief of een gesprek met de rechter. Voorheen noemde de rechtbanken dit een “kinderverhoor”. Inmiddels is gelukkig de naam veranderd in kind gesprek. Het gesprek vindt plaats in het gerechtsgebouw en is meestal op de dag van de rechtszitting of kort daarvoor. Hoe zo’n gesprek gaat kun je zien op www.rechtspraak.nl/kindgesprek. Het gesprek is vertrouwelijk en de rechter mag bij zijn beslissing rekening houden met wat het kind heeft verteld. De mening van het kind telt zeker mee, maar het kind mag niet zelf beslissen.
Afhankelijk van de leeftijd van het kind is het heel wat voor een kind om bij de rechtbank binnen te lopen en zijn/haar “mening” kenbaar te maken. Kinderen willen meestal maar één ding en dat is dat beide ouders bij elkaar komen. Ik zal de zaak niet vergeten waarbij een kind aanwezig was bij een steekpartij tussen vader en moeder. Uiteindelijk gaf de minderjarige dochter zelfs in dat geval aan dat ze hoopte dat haar ouders bij elkaar zouden blijven. Het loyaliteitsconflict bij kinderen kan heel groot zijn. Overigens speelt dit ook bij gezinnen die nog bij elkaar zijn, maar dan wordt daar niet over nagedacht. Na of tijdens een echtscheiding, als mensen vaak op hun slechtst zijn, worden de kinderen soms “vergeten”, hetgeen logisch lijkt omdat je eigen verdriet groot is. Een kind heeft een eigen rouwverwerking over het uiteengaan van partijen.
Gelukkig is er de laatste jaren veelvuldig aandacht voor het kind in echtscheiding. Ook de advocaat-scheidingsmediators van de vFAS besteden daar extra aandacht aan. Sommige kinderen hechten eraan een eigen plekje te krijgen in het proces van de echtscheiding. Als ouders is het van belang om zodanig bezig te zijn met een echtscheiding dat de kinderen daarvan niet de dupe zijn. Dat begint met eerst een goede communicatie als ouders. Het ex-partnertraject en de pijn en het verdriet die het uiteengaan met zich meebrengt, zal moeten worden losgelaten om als ouders samen invulling te geven aan het ouderschap. Dit kan een moeilijk traject zijn, want als ex-partners ging je niet voor niets uit elkaar. Een online-scheiding heeft daar weinig oog voor en kan dit aspect niet voldoende aandacht geven.
De advocaat scheidingsmediators van ons kantoor leggen zich erop toe de mediation zodanig in te steken dat er weer een voldoende basis is om als ouders te beslissen over alle zaken die de kinderen aangaan. Zodat een kind helemaal niet hoeft te kiezen, maar zijn/haar mening allang heeft kenbaar gemaakt aan beide ouders. En als dat het geval is, zal het kind zelf “vrij” zijn om te weten of zij/hij wel of niet met de rechter wil praten.
Dit artikel is gepubliceerd in “073 Magazine” november 2016.
[post_title] => Mag mijn kind kiezen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mag-kind-kiezen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-01-13 16:29:40
[post_modified_gmt] => 2023-01-13 15:29:40
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10151
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 10116
[post_author] => 26
[post_date] => 2016-11-10 15:58:30
[post_date_gmt] => 2016-11-10 14:58:30
[post_content] =>
Het Nieuwe huwelijksvermogensrecht treedt niet in werking op 1 januari 2017, nu de Eerste Kamer een nader voorlopig verslag wenst uit te brengen. Er zijn kritische vragen gesteld over voorhuwelijkse eenvoudige gemeenschap en faillissement. Misschien zal invoering per juli 2017 lukken?
Wij houden u op de hoogte.
[post_title] => Nieuw Huwelijksvermogensrecht
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => nieuw-huwelijksvermogensrecht
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-11-10 15:58:30
[post_modified_gmt] => 2016-11-10 14:58:30
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10116
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 10081
[post_author] => 26
[post_date] => 2016-11-07 16:46:08
[post_date_gmt] => 2016-11-07 15:46:08
[post_content] =>
Er is een nieuw wetsvoorstel om de kosten van de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid te wijzigen.
Voorgesteld wordt werkgevers te compenseren voor de [in beginsel volledige] kosten van de transitievergoeding. Die compensatie zou door UWV verstrekt worden vanuit het Awf [Algemeen werkloosheidsfonds], waar een verhoging van de [uniforme] premie tegenover zal staan. De maatregel zal met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 worden ingevoerd om de verschillen tussen werkgevers die voor en na inwerkingtreding van de maatregel tot ontslag over gaan te voorkomen. In het wetsvoorstel wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van het dienstverband, dat door de werkgever wordt beëindigd. Dat betekent dat de regel van toepassing is bij:
- Het niet verlengen van tijdelijke arbeidsovereenkomsten, waarbij de werknemer op de einddatum ziek is [en aansluitend mogelijk aanspraak maakt op ziekengeld op grond van de Ziektewet];
- Opzegging of ontbinding van de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd vanwege het niet langer kunnen verrichten van de bedongen arbeid;
- Het beëindigen van arbeidsovereenkomsten met wederzijds goedvinden [en de daarbij overeengekomen vergoeding]. De achterliggende reden is dat voorkomen moet worden dat de werkgevers zich [onnodig] tot UWV [of rechter] wendt om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Wel dient de reden van de beëindiging of niet voortzetting van de arbeidsovereenkomst gelegen te zijn in het feit dat de werknemer wegens ziekte of gebreken niet meer in staat is de bedongen arbeid te verrichten.
Ten aanzien van de hoogte van de te compenseren vergoeding zijn de volgende beperkingen aangebracht.
- Er wordt niet meer aan compensatie betaald dan de transitievergoeding waar een werknemer recht op zou hebben op het moment dat de loondoorbetalingsplicht eindigt. Hiermee wordt mogelijk misbruik voorkomen, zoals het voortzetten van het dienstverband uitsluitend met het oog op het verkrijgen van een hogere compensatie;
- De compensatie zal niet meer bedragen dan het bedrag gelijk aan het tijdens ziekte van de werknemer betaalde loon. De compensatie ziet immers slechts op het voorkomen van het cumuleren van kosten. Als de kosten van loondoorbetaling tijdens ziekte beperkt zijn, bijvoorbeeld bij tijdelijk arbeidsovereenkomsten of bij arbeidsovereenkomsten met een huishoudelijke hulp waar een beperkte periode van loondoorbetaling voor geldt [zes weken], is volledige compensatie van de transitievergoeding naar het oordeel van de regering niet noodzakelijk;
- Indien een loonsanctie is opgelegd, telt die periode niet mee bij de berekening van de hoogte van de compensatie. De ratio hiervan is dat een werkgever geen voordeel dient te behalen uit het niet naleven van verplichtingen die voor hem gelden.
Bij bewust of onbewust verstrekte informatie door de werkgever wordt geen of een lagere compensatie toegekend of zal mogelijk teveel betaalde compensatie worden teruggevorderd en mogelijk aangifte worden gedaan bij het Openbaar Ministerie.
Bij ministeriële regeling zullen regels worden gesteld met betrekking tot de aanvraag en de verstrekking van de compensatie. Het gaat om regels met betrekking tot de procedure van het aanvragen [waaronder de termijn waarbinnen de aanvraag moet plaatsvinden] en het toekennen van de compensatie en de wijze waarop de werkgever aantoont dat recht bestaat op de compensatie en omvang hiervan.
Voorts wordt voorgesteld om bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen [waaronder bedrijfsbeëindiging] de voorwaarde dat [gekapitaliseerde] waarde van de bij cao geregelde voorziening gelijkwaardig moet zijn aan de transitievergoeding waar een individuele werknemer recht op zou hebben gehad te laten vervallen. Het is aan cao-partijen zelf om te bepalen wat de inhoud en de omvang van de cao-voorziening zal zijn – die ook alleen kan bestaan uit van – werk- naar – werk arrangementen – en door wie een dergelijke voorziening verschuldigd is. Dat hoeft dan niet te zijn de individuele werkgever, maar kan bijvoorbeeld ook in fonds waar werkgevers een [jaarlijkse] bijdrage aan leveren. Het is aan cao-partijen om gebruik te maken van de hiermee geboden mogelijkheid om de kosten bij ontslag om bedrijfseconomische redenen, voor individuele werkgevers, te verlagen c.q. in geval van bedrijfsbeëindiging ongedaan te maken.
Tot slot wordt geregeld dat een van de transitievergoeding afwijkende cao-regeling alleen betrekking kan hebben op ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen [en het dus niet meer mogelijk is een dergelijke regeling te treffen voor andere situaties, bijvoorbeeld bij ontslag om persoonlijke redenen]. In verband met dit voorstel wordt voorzien in overgangsrecht voor het geval in een lopende cao een gelijkwaardige voorziening is opgenomen bij een ontslag om persoonlijke redenen, waardoor het recht op transitievergoeding is komen te vervallen. Dat overgangsrecht houdt in een dergelijke cao-regeling tot het einde van de looptijd van de cao in plaats komt van de transitievergoeding.
[Bron: VAAN AR UPDATES arbeidsrecht]
Meer vragen over de transitievergoeding, dan kunt u contact opnemen met Lawrence van Woensel [
woensel@bg.legal]
[post_title] => Wetsvoorstel wijziging transitievergoeding bij ontslag met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wetsvoorstel-wijziging-transitievergoeding-ontslag-terugwerkende-kracht-tot-1-juli-2015
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-11-08 09:46:14
[post_modified_gmt] => 2016-11-08 08:46:14
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10081
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 10046
[post_author] => 6
[post_date] => 2016-11-01 10:59:49
[post_date_gmt] => 2016-11-01 09:59:49
[post_content] =>
Het vullen van de gele broodkratten van Bakkerij 't Stoepje door concurrent De Bakkerie met eigen waar is in strijd met het woordmerk "Bakkerij 't Stoepje". Dit is gebruik van een merk door De Bakkerie in het kader van een economische activiteit. Het verweer dat de kratten alleen voor vervoer worden gebruikt en niet zichtbaar zijn voor het publiek gaat niet op. De rechtbank hecht waarde aan een foto van een kraam met daarop een krat met het woordmerk van Bakkerij ’t Stoepje.
De feiten
MFG is een onderneming die een grote industriële, ambachtelijke bakkerij exploiteert die verse brood- en banketbakkerswaar verkoopt en levert aan haar franchisenemers en aan anderen. Daarbij hanteert zij onder meer het franchiseconcept “Bakkerij ’t Stoepje”. In de algemene voorwaarden van MFG is opgenomen dat kratten met daarop het merk van MFG alleen voor producten van MFG gebruikt mogen worden. MFG is houder van diverse woord- en beeldmerken.
De Bakkerie exploiteert een onderneming die zich richt op de verkoop van verse brood- en banketwaren. Zij verkoopt haar producten voornamelijk aan horeca- en cateringbedrijven, maar ook aan marktkooplieden. Onder haar afnemers bevinden zich ook marktkooplieden die afnemers zijn van MFG (waaronder franchisenemers). De broodproducten van De Bakkerie worden in beginsel in door De Bakkerie aangeschafte kratten aan de marktkooplieden aangeboden, maar het gebeurt ook wel eens in gele kratten die het woordmerk van MFG bevatten.
MFG heeft De Bakkerie gesommeerd geen producten meer in de gele kratten van MFG aan te bieden. Omdat De Bakkerie dat bleef doen heeft MFG in rechte een verbod gevorderd en een schadevergoeding.
De uitspraak[1]
MFG stelt dat De Bakkerie inbreuk maakt op de merkrechten van MFG doordat De Bakkerie door het vullen van de gele kratten van MFG met van De Bakkerie afkomstige waar inbreuk maakt op het woordmerk van MFG. Voor deze beoordeling is de kleur geel van de kratten niet relevant. Dat vormt geen onderdeel van de bescherming van het woordmerk.
De Bakkerie stelt dat het haar is toegestaan om de kratten die het woordmerk van MFG bevatten, in ontvangst nemen, te vullen met eigen waar, en weer af te geven aan franchisenemers van MFG, nu het merkrecht van MFG is uitgeput. Volgens haar zijn de kratten geen eigendom van MFG maar van de franchisenemers van MFG. Voor zover dat anders zou zijn, heeft MFG haar franchisenemers in ieder geval een gebruiksrecht verleend, zonder dat gebleken is dat dit gebruiksrecht is beperkt.
De rechtbank overweegt dat niet is gebleken dat de kratten eigendom zijn van de franchisenemers. Verder bepalen de algemene voorwaarden van MFG nu juist dat de kratten alleen gebruikt mogen worden voor waren van MFG. En dus is het merkrecht van MFG niet uitgeput en mag zij zich verzetten tegen ieder gebruik van kratten van haar merk op is aangebracht zonder dat zij daarvoor toestemming heeft verleend
[2].
De Bakkerie stelt verder dat de kratten met het merk van MFG erop alleen zijn gebruikt voor vervoer. En dit levert geen gebruik van het merk in het economisch verkeer op. De rechtbank overweegt dat er al sprake is van gebruik van een merk in het economisch verkeer, indien dat gebruik plaatsvindt “in het kader van een handelsactiviteit waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd”
[3]. En daarvan is hier sprake omdat De Bakkerie heeft erkend dat zij de gele kratten van de franchisenemers van MFG inneemt, vult met eigen waar, en weer afgeeft aan de franchisenemers.
De Bakkerie stelt dat door het merkgebruik door De Bakkerie geen gevaar is ontstaan voor herkomstverwarring bij het publiek, onder meer omdat de kratten niet aan het publiek zijn getoond.
De rechtbank stelt voorop dat herkomstverwarring bij gebruik als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE in beginsel gegeven is. Dat in de praktijk geen sprake zou zijn van herkomstverwarring acht de rechtbank niet aannemelijk. Gelet op het gemak voor de franchisenemer om de aangekochte waar in het krat te laten waarin het wordt vervoerd, zal in veel gevallen de franchisenemer de van De Bakkerie aangekochte waar in het krat laten. Dat volgens De Bakkerie een groot deel van de aangekochte waar wordt uitgestald op de toonbank, betekent ook volgens haar eigen stellingen dat in ieder geval een deel daarvan in de kratten uitgestald staat. De rechtbank verwijst naar twee foto’s die in het geding zijn gebracht:
 |
 |
De rechtbank ziet op de ene foto een krat met daarop, voldoende duidelijk, het woordmerk van MFG. De rechtbank overweegt dat dit betekent dat het woordmerk van MFG in ieder geval bij een deel van de kratten naar het publiek gericht is.
En dus is sprake van merkinbreuk en moet De Bakkerie de schade vergoeden. De rechtbank heeft onvoldoende informatie om de schade te kunnen vaststellen. Daarom wordt de zaak verwezen naar de schadestaatprocedure.
Wat betekent dit voor de praktijk
- het gebruik van materialen met daarop het merk (woordmerk of beeldmerk) van een andere partij, zonder toestemming van die partij, levert al snel merkinbreuk op.
- niet alleen degene die het materiaal aan het publiek toont, maar ook degene die daarbij een rol heeft gespeeld (door het vullen van het materiaal) maakt dan merkinbreuk. In dit geval dus naast degene die de krat in zijn kraam plaatst (met het logo van MGF zichtbaar) maar ook de Bakkerie die brood in de gele krat plaatst met het logo van MFG daarop.
- de vraag is hoe de rechtbank zou oordelen wanneer de kraamhouder zowel brood van De Bakkerie als van MFG verkoopt. Mogelijk zat in de gele krat dan alleen het brood van MFG?
Zie ook branche
Retail
[1] Rechtbank Midden-Nederland, 31 augustus 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4722
[2] HvJ 14 juli 2011 (C-46/10), Rb Amsterdam 18 augustus 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BR5357 en Rb Noord-Holland 29 januari 2013, ECLI:RBNHO:2013:BZ5651
[3] HvJ 12 november 2002, C-206/01
[post_title] => Gebruik kratten met woordmerk van Bakkerij ‘t Stoepje door concurrent
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => gebruik-kratten-woordmerk-bakkerij-t-stoepje-concurrent
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-11-01 11:12:16
[post_modified_gmt] => 2016-11-01 10:12:16
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10046
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 10039
[post_author] => 6
[post_date] => 2016-11-01 10:18:02
[post_date_gmt] => 2016-11-01 09:18:02
[post_content] =>
Bring your own device. Is de werkgever aansprakelijk voor illegale software op een privé device (laptop) van een werknemer? Ja zegt de rechter. Zodra dit device ‘functioneel’ in het bedrijf wordt gebruikt. Hoe zit het andere devices dan een laptop? Hoe zit het met freelancers, stagiaires, etc.? En wat is de schade die je dan moet betalen? De licentievergoeding voor het gehele gedownloade pakket? Of alleen de modules die zijn gebruikt?
De feiten
In 2006 koopt een Altrax twee licenties voor bepaalde software van Siemens, inclusief een abonnement voor updates en onderhoud. Dat abonnement wordt per 2009 beëindigd. Daarna mag Altrax de software blijven gebruiken, echter zij krijgt geen updates meer. In 2012 treedt een nieuwe werknemer in dienst bij Altrax. Deze werknemer werkt voor Altrax met zijn eigen laptop. Na indiensttreding installeert hij, illegaal, op deze privé laptop een recentere versie van de software. Siemens komt daar achter omdat de software een beveiligingsmechanisme bevat. De software zendt een signaal naar Siemens wanneer de software wordt gebruikt zonder dat de gebruiker een origineel licentiebestand heeft. In 2014 krijgt Siemens meldingen van illegaal gebruik van de software vanaf een IP adres dat toebehoort aan Altrax. Siemens laat bewijsbeslag leggen onder Altrax waaronder op de privé laptop van de werknemer. Siemens vordert onder meer een schadevergoeding van Altrex omdat Altrax, althans haar ondergeschikte, een kopie van de software heeft geïnstalleerd en gebruikt op haar computers en derhalve verveelvoudigd in de zin van artikel 45i Aw, zonder dat zij daarvoor toestemming had.
Altrax verweert zich onder meer met de stelling dat zij niet op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk kan worden gehouden voor inbreuken van haar werknemer. De werknemer heeft geheel uit eigener beweging de software op zijn privécomputer geïnstalleerd. Altrex heeft haar werknemers verboden om illegale software te downloaden en te gebruiken.
De uitspraak[1]
Artikel 6:170 BW regelt de aansprakelijkheid van de werkgever voor handelingen van de ondergeschikte. De rechtbank overweegt dat voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:170 BW sprake moet zijn van een functioneel verband tussen de opgedragen werkzaamheden en de foutieve gedraging. De aanwezigheid van een dergelijk verband wordt in de rechtspraak snel aangenomen. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak
[2] waaruit blijkt dat aan het aannemen van een functioneel verband niet in de weg staat dat de fout buiten werktijd of op een andere plaats dan waar de ondergeschikt zijn werkzaamheden normaal uitoefent, is begaan. Evenmin is doorslaggevend of de fout is gemaakt met gebruikmaking van zaken of middelen die door de werkgever aan de ondergeschikte ter beschikking zijn gesteld.
De rechtbank overweegt dat Altrex de kans heeft vergroot dat een werknemer een illegale versie van de software downloadt doordat binnen Altrex (een oudere versie van) de software werd gebruikt voor berekeningen zoals ook de werknemer in het kader van de aan hem opgedragen taken verrichtte. Dit wordt versterkt door een verklaring van de werknemer die verklaart dat hij de ‘gekraakte’ versie heeft gebruikt omdat hij dit programma wilde leren gebruiken en dat hij in het kader van de aan hem opgedragen taken als ‘senior’ voor Altrex-producten berekeningen maakt met de software. De rechtbank hecht verder belang aan het feit dat 47 van de 48 inbreuken zijn gepleegd gedurende werktijd en - deels - met gebruikmaking van het netwerk van Altrex.
De rechtbank overweegt verder dat het niet relevant is dat Altrex haar werknemers schriftelijk had verboden om software illegaal te downloaden. Onder verwijzing naar een eerdere uitspraak
[3] overweegt de rechtbank dat voor het aannemen van een functioneel verband het noodzakelijk, maar ook voldoende is dat het downloaden, installeren en gebruiken van professionele software binnen de zeggenschap van Altrex viel.
Schadevergoeding
Siemens vordert als schadevergoeding een bedrag van € 135.814,= exclusief btw ter zake van gederfde licentievergoeding. Altrex stelt dat de schade moet worden vastgesteld op het bedrag dat Altrex zou hebben betaald indien zij een licentie voor het gehele pakket (dus álle modules) had gekocht. Immers in de illegale versie kon Altrex ook gebruik maken van álle modules van het pakket.
Altrex stelt dat zij nooit álle modules van het pakket zou hebben aangeschaft. Ook geen onderhoudscontract.
De rechtbank overweegt dat de schade moet worden begroot met in achtneming van de handhavingsrichtlijn
[4]. Bij het berekenen van de schade moet met alle omstandigheden rekening worden gehouden. De benadeelde moet zoveel mogelijk in de toestand worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd indien er geen inbreuk zou hebben plaatsgevonden. Wanneer het lastig is om de concrete schade te bepalen, dan kan de rechter de schade begroten, bijvoorbeeld aan de hand van de misgelopen licentie-inkomsten.
De rechtbank overweegt dat bij het begroten van de schade niet meegenomen worden de modules die Altrex niet zou hebben aangeschaft. Altrex heeft in 2015 onderhandeld over een update van de versie en toen is alleen belangstelling getoond voor een update van de modules die Altrex gebruikte. Ook is niet aannemelijk geworden dat Altrex een onderhoudscontact zou hebben afgesloten. De rechtbank begroot de schade op € 24.780,=. Siemens mag aantonen dat haar schade hoger is.
Siemens vordert ook een bedrag van € 33.318,= (zijnde 30 % van de door haar gevorderde gederfde licentievergoeding) ter zake van de waardevermindering van haar auteursrecht. Door het gebruik van illegale versies van de software lijdt zij reputatieschade en het gebruik heeft een mogelijk prijsdrukkend effect. De rechtbank wijst deze vordering af.
Siemens vordert ook een bedrag van € 5.000,= exclusief btw ter zake van redelijke kosten ter vaststelling van aansprakelijkheid. Zij voert aan dat zij wereldwijd substantiële kosten voor opsporing en onderzoek maakt, onder andere bestaande uit het ontwikkelen van het beveiligingsmechanisme, het interpreteren van de ontvangen gegevens en het achterhalen van de inbreukmaker. De rechtbank wijst deze vordering toe. De rechtbank vindt het evident dat de ontwikkeling en het gebruik van het beveiligingsmechanisme en de opsporingsactiviteiten een (aanzienlijke) kostenpost vormt voor Siemens c.s.. Omdat Altrex aansprakelijk is voor alle schade die verband houdt met de inbreuk, is zij ook aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank stelt ex aequo et bono het deel van deze kosten dat aan Altrex kan worden toegerekend schattenderwijs vast op € 5.000,=.
Wat betekent dit voor de praktijk
Regelmatig ontvangen bedrijven een brief van de Business Software Alliance (BSA) waarin een bedrijf wordt uitgenodigd een check te doen of de licenties die in het bedrijf worden gebruikt in orde zijn. Regelmatig worden bedrijven door een deurwaarder en de BSA bezocht om alle in het bedrijf aanwezige servers, laptops, etc. te onderzoeken op de aanwezige software licenties. Tijdens het onderzoek wordt genoteerd welke (versies van) software aanwezig zijn. Vervolgens moet het bedrijf aantonen dat zij voor alle aanwezige software de benodigde licenties heeft. In veel gevallen lukt dat maar ten dele. Onder meer omdat oude versies niet worden verwijderd of een eerdere / gedowngrade versie wordt gebruikt. Het kan dan zijn dat er voor die eerdere / gedowngrade versie geen licentie aanwezig is.
Het komt ook regelmatig voor dat in het bedrijf eigen devices van werknemers, stagiaires of freelancers wordt gebruikt. Ook van die devices wordt genoteerd welke (versies van) software daarop staat. Regelmatig is het de discussie in hoeverre het bedrijf aansprakelijk is voor illegale software op dergelijke devices. Regelmatig is ook de vraag in hoeverre een privé device bij zo’n beslaglegging mag worden ingezien. Het device is aanwezig in het bedrijfspand maar is geen eigendom van het bedrijf.
Deze uitspraak leert ons dat zodra een functioneel verband wordt aangenomen, het bedrijf aansprakelijk is. En dus is het verstandig dat een bedrijf hier actief controles op uitvoert. Het is niet voldoende om te volstaan met een verbod op het illegaal downloaden van software in de arbeidsvoorwaarden of een handboek.
Ten aanzien van de schade leert deze uitspraak dat we moeten kijken naar wat een bedrijf zou hebben aangeschaft. De BSA en haar advocaten gaan in hun berekeningen vaak uit van een erg ruime uitleg en berekening. Deze uitspraak biedt mogelijkheden om daar weerwoord aan te bieden.
Deze uitspraak leert verder dat er ruimte is voor onderhandeling over de schade. Wij staan u daar graag in bij.
Zie ook branche
Software & ICT
[1] Rechtbank Overijssel, 25 oktober 2016,
ECLI:NL:RBOVE:2016:4111
[2] HR 9 november 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA7557 (Groot Kievitsdal)
[3] HR 12 april 2002 (ECLI:NL:HR:2002:AD9124), NJ 2003, 138, Heijboer/De Branding)
[4] Richtlijn 2004/48 EG PbEU 2004, L 157/45
[post_title] => Werkgever aansprakelijk voor illegal download op privé laptop
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => werkgever-aansprakelijk-illegal-download-op-prive-laptop
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-11-29 10:03:51
[post_modified_gmt] => 2016-11-29 09:03:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10039
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 10001
[post_author] => 39
[post_date] => 2016-10-25 14:51:39
[post_date_gmt] => 2016-10-25 12:51:39
[post_content] => Als de dijken breken, hebben we “Tilburg aan zee”. Het halve land staat onder water en inwoners en regering moeten geëvacueerd worden. Wat doet Tilburg dan? Wat van ons verwacht wordt: we zetten onze deuren open en vangen vluchtelingen op, gastvrij als we zijn. Bogaerts & Groenen advocaten zet haar deuren open voor de regering die in allerijl een crisiscentrum in moet richten op de 13
e verdieping van Entrada, hoog en droog. Hoe dat er uit ziet? Kijk snel de trailer van “Als de dijken breken”.
[post_title] => Als de dijken breken
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => als-dijken-breken
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-12-23 16:25:52
[post_modified_gmt] => 2021-12-23 15:25:52
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10001
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 10027
[post_author] => 6
[post_date] => 2016-10-25 12:00:43
[post_date_gmt] => 2016-10-25 10:00:43
[post_content] =>
In deze procedure gaat het om de eisen worden gesteld aan parallelimport van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek. Wanneer een product een CE markering heeft, moet de parallelimporteur dan een nieuwe conformiteitsbeoordelingsprocedure volgen voor het land van invoer?
De feiten
Roche verkoopt door haarzelf vervaardigde teststrips die bestemd zijn voor het zelf controleren van de bloedsuikerspiegel. Deze producten werden onderworpen aan een conformiteitsbeoordelingsprocedure door een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde, aangemelde instantie en zijn voorzien van een CE-markering. Roche verkoopt deze producten in Duitsland met een Duitstalige etikettering en gebruiksaanwijzing en met de meeteenheden „mmol/l” en „mg/dl”. Roche brengt deze producten in het Verenigd Koninkrijk in de handel met uitsluitend de meeteenheid „mmol/l”.
Servoprax koopt de twee typen door Roche Diagnostics vervaardigde teststrips in het Verenigd Koninkrijk, om deze in Duitsland door te verkopen. Servoprax voegt aan deze producten een in het Duits opgestelde etikettering en gebruiksaanwijzing toe. In de periode tussen juni 2010 en de herfst van datzelfde jaar, werden de grenswaarden van de door Servoprax verkochte hulpmiddelen uitsluitend uitgedrukt in „mmol/l”, net als het geval is met die welke worden verkocht in het Verenigd Koninkrijk.
Roche maakt bezwaar tegen de verkoop in Duitsland en stelt dat Servoprax de producten in Duitsland kan verkopen zonder ze te onderwerpen aan een aanvullende conformiteitsbeoordeling. Vervolgens heeft Servoprax op 13 december 2010 door een instantie in Nederland de desbetreffende producten laten certificeren. Roche vordert van Servoprax een schadevergoeding in verband met de verkoop van het product in de periode tot 13 december 2010. De rechter in eerste aanleg wijst de vordering. De hoger beroep rechter oordeelde dat Servoprax de nationale Duitse regeling inzake de etikettering van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek had geschonden. Vervolgens worden aan het Hof van Justitie EU twee vragen gesteld over de uitleg van bepalingen die gebaseerd zijn op een Europese richtlijn.
De uitspraak[1]
Met zijn twee vragen wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 9 van richtlijn 98/79
[2] aldus moet worden uitgelegd dat een parallelimporteur van een voor zelfdiagnose bestemd hulpmiddel voor het meten van de bloedsuikerspiegel, dat is voorzien van een CE-markering en dat onderworpen is geweest aan een conformiteitsbeoordeling door een aangemelde instantie, verplicht is een nieuwe beoordeling uit te voeren om de conformiteit van de etikettering en de gebruiksaanwijzing van dit hulpmiddel na de vertaling daarvan in de officiële taal van de lidstaat van invoer te bevestigen.
Richtlijn 98/79 harmoniseert de essentiële eisen waaraan de binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek moeten voldoen. Wanneer die middelen voldoen aan de geharmoniseerde normen, en gecertificeerd zijn volgens de in die richtlijn voorgeschreven procedures, moet ervan worden uitgegaan dat zij in overeenstemming zijn met die essentiële eisen, en moeten zij dus worden beschouwd als geschikt voor het gebruik waarvoor zij zijn bestemd.
Uit artikel 16 (1) en artikel 4 (1) volgt dat voor hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek waarvan de conformiteit met de essentiële eisen van richtlijn 98/79 is gecertificeerd en die zijn voorzien van een EG-markering, vrij verkeer in de gehele Unie moet gelden, zonder dat een lidstaat kan eisen dat een dergelijk product wordt onderworpen aan een nieuwe conformiteitsbeoordelingsprocedure.
Het hof overweegt dat hoewel de lidstaten verplicht zijn om met betrekking tot een hulpmiddel voor zelfdiagnose als dat wat aan de orde is in het hoofdgeding, de vertaling van die informatie in hun officiële talen te verlangen, zij niet zover kunnen gaan dat zij van de importeur van een dergelijk hulpmiddel – dat is voorzien van een EG-markering en waarvan de conformiteit door een aangemelde instantie is beoordeeld – verlangen dat deze dit hulpmiddel voorlegt aan een aangemelde instantie teneinde de conformiteit van de door deze vertaalplicht teweeggebrachte wijzigingen te beoordelen.
Een persoon die in een lidstaat hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek koopt nadat deze in de Unie door de fabrikant ervan in de handel zijn gebracht, teneinde deze vervolgens door te verkopen in een andere lidstaat, en die de verpakking en de originele presentatie daarvan enkel wijzigt door het toevoegen van een etiket en gebruiksaanwijzing in de officiële taal/talen van de lidstaat van invoer, kan niet worden aangemerkt als degene die dit hulpmiddel „onder eigen naam” heeft herverpakt of in de handel gebracht. Onder dergelijke omstandigheden kan de parallelimporteur van voor zelfdiagnose bestemde hulpmiddelen, daar hij deze middelen niet onder eigen naam in de handel brengt, niet worden aangemerkt als „fabrikant” in de zin van richtlijn 98/79. En dus kan deze importeur niet worden verplicht de desbetreffende hulpmiddelen te onderwerpen aan een nieuwe conformiteitsbeoordelingsprocedure uit hoofde van artikel 9 van deze richtlijn, ter bevestiging van de conformiteit van de wijzigingen die hij aanbrengt op het etiket en in de gebruiksaanwijzing van dit hulpmiddel na de vertaling daarvan in de officiële taal van de lidstaat van invoer.
Ten aanzien van het enkel vermelden van de meeteenheid „mmol/l” overweegt het hof dat een dergelijke presentatie niet in strijd is met het Duitse recht. De Duitse regering heeft ter terechtzitting bovendien uitdrukkelijk ontkend dat er naar nationaal recht een verbod zou bestaan om hulpmiddelen voor het meten van de bloedsuikerspiegel te verkopen met uitsluitend de meeteenheid „mmol/l”.
Het hof herinnert er nog aan dat de richtlijn Lid-Staten verplicht om, wanneer zij hebben geconstateerd dat er sprake is van gevaar voor de gezondheid en/of de veiligheid van de patiënten, de gebruikers of, in voorkomend geval, andere personen dan wel de veiligheid van hun bezittingen, alle passende voorlopige maatregelen te nemen om deze hulpmiddelen uit de handel te nemen of om het in de handel brengen of de ingebruikneming van deze hulpmiddelen te verbieden dan wel te beperken.
Wat betekent dit voor de praktijk
Dit betekent dat een parallelimporteur van een voor zelfdiagnose bestemd hulpmiddel voor het meten van de bloedsuikerspiegel, dat is voorzien van een CE-markering en dat onderworpen is geweest aan een conformiteitsbeoordeling door een aangemelde instantie, niet verplicht is een nieuwe beoordeling uit te voeren om de conformiteit van de etikettering en de gebruiksaanwijzing van dit hulpmiddel met het oog op de vertaling daarvan in de officiële taal van de lidstaat van invoer te bevestigen.
[1] HvJEU 13 oktober 2016, zaak C‑277/15, Servoprax GmbH / Roche Diagnostics Deutschland GmbH http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=184504&doclang=NL
[2] richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB 1998, L 331, blz. 1)
Zie ook
Life Sciences & Farma
[post_title] => Parallelimport van medisch hulpmiddel
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => parallelimport-medisch-hulpmiddel
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-10-25 17:10:59
[post_modified_gmt] => 2016-10-25 15:10:59
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10027
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 10022
[post_author] => 10
[post_date] => 2016-10-24 16:54:38
[post_date_gmt] => 2016-10-24 14:54:38
[post_content] =>
Op 30 september 2016 heeft de Unie van Waterschappen het inkoop- en aanbestedingsbeleid voor de waterschappen geactualiseerd mede in verband met de per 1 juli van dit jaar gewijzigde Aanbestedingswet 2012. Eén van de speerpunten van dit nieuwe inkoop- en aanbestedingsbeleid is om meer mogelijkheden te bieden voor innovatiegerichte inkoop. Voor marktpartijen is hierbij van belang te weten dat zij een zogenoemd “Eigen Initiatief” bij het waterschap kunnen indienen. Een
Eigen Initiatief is een concreet zakelijk voorstel, ontwikkeld door een private partij, voor een oplossing van een bij het waterschap bestaand probleem, waar het waterschap zelf niet om heeft gevraagd, en welk voorstel voor het waterschap meerwaarde biedt.
Waterschappen zullen voor het door marktpartijen indienen van een innovatieve oplossing, een speciaal proces inrichten dat zij zullen beschrijven in een handleiding “Eigen Initiatief”. Marktpartijen die menen een waterschap een innovatief idee mogelijk te kunnen aanbieden, doen er dus in alle gevallen verstandig aan de bij desbetreffende waterschap [als het goed is] aanwezige handleiding Eigen Initiatief voorafgaand te raadplegen.
Voor marktpartijen is het verder van belang te realiseren dat als de waarde van een opdracht voortkomend uit een Eigen Initiatief het Europees drempelbedrag te boven gaat, het waterschap verplicht is de opdracht Europees aan te besteden en de opdracht op TenderNed aan te kondigen. In bepaalde gevallen is het overigens op grond van de Aanbestedingswet mogelijk om een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking te voeren met één bepaalde ondernemer. Dit onder meer indien de aanbesteding als doel heeft het vervaardigen of verwerven van een uniek kunstwerk of een unieke artistieke prestatie. Evenwel, de verwachting is dat niet veel innovatieve voorstellen vanuit de markt voldoen aan voornoemde eis zodat in veel van zulke gevallen een openbare aanbestedingsprocedure gevolgd zal moeten worden na een ingediend [en vervolgens gehonoreerd] Eigen Initiatief. Dit vormt meteen ook het knelpunt dat [ook] al bestond onder de oude Aanbestedingswet met de [met het Eigen Initiatief vergelijkbare] zogenoemde
‘unsollicited proposal ‘ waarvan door de markt dan ook weinig gebruik is gemaakt.
Anders ligt het bij opdrachten met een geraamde waarde onder de Europese drempelbedragen. Uit het nieuwe aanbestedingsbeleid blijkt dat een Eigen Initiatief met een geraamde opdrachtwaarde onder de Europese drempelbedragen door het waterschap rechtstreeks aan de indiener van het eigen initiatief gegund kunnen worden, zonder dat hiervoor een [meervoudig] onderhandse of nationale procedure gevolgd hoeft te worden. Voor marktpartijen met innovatieve ideeën liggen hier dus [meer] kansen om aan een succesvol Eigen Initiatief, enige zekerheid te kunnen ontlenen dat de daaruit voortkomende opdracht ook aan hen rechtstreeks gegund
kan worden.
Zie ook
Aanbestedingsrecht
[post_title] => Meer ruimte voor innovatie in het aanbestedingsbeleid van waterschappen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => meer-ruimte-innovatie-aanbestedingsbeleid-waterschappen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-10-25 16:57:05
[post_modified_gmt] => 2016-10-25 14:57:05
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10022
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 10175
[post_author] => 26
[post_date] => 2016-11-23 14:14:10
[post_date_gmt] => 2016-11-23 13:14:10
[post_content] =>
De provincie Noord-Brabant moet van de Raad van State de maximumsnelheid op de A270 tussen Eindhoven en Helmond naar 100 km/u terugbrengen. Volgens de Raad wegen de belangen van omwonenden van de A270 zwaarder dan de belangen van automobilisten die slechts maximaal 1,3 minuut 130 km/u kunnen rijden.
De zaak was door
mr. Robert Wannink aangespannen namens omwonenden uit Nuenen en de gemeente Nuenen.
Verhoging
Volgens de provincie was verhoging nodig om aan te sluiten bij de wettelijke maximumsnelheidsgrens zoals die in Nederland geldt. De Raad van State vindt evenwel dat de provincie een verkeerde belangenafweging heeft gemaakt. Immers, eerder al hadden de provincie en gemeente aan omwonenden beloofd de maximumsnelheid op 100 km/u te houden. Hun recht op een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en rustige nachtrust weegt zwaarder dan dat van de scheurende automobilist.
bron:
www.ed.nl
[post_title] => Raad van State: 100 km meer dan genoeg op A270 bij Nuenen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => raad-state-100-km-meer-dan-genoeg-op-a270-nuenen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2016-11-23 14:33:12
[post_modified_gmt] => 2016-11-23 13:33:12
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=10175
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1437
[max_num_pages] => 144
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => b755d13971fd67b29223da499c8d7baf
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
De provincie Noord-Brabant moet van de Raad van State de maximumsnelheid op de A270 tussen Eindhoven en Helmond naar 100 km/u terugbrengen. Volgens de Raad wegen de belangen van...
Lees meer
Op 8 november jl. heeft de Eerste Kamer het initiatiefvoorstel Wet Normalisering rechtspositie ambtenaren aangenomen.
Dit betekent dat een ingrijpende wijziging van de rechtspositie van ambtenaren op stapel staat. Met deze wet wordt beoogd er voor te zorgen dat ambtenaren voortaan dezelfde rechtspositie zullen krijgen als werknemers in het bedrijfsleven en onder het private arbeidsrecht zullen vallen.
Lees meer
In mijn echtscheidingspraktijk krijg ik vaak de vraag vanaf wanneer kinderen mogen kiezen bij welke ouder zij willen zijn na echtscheiding of uiteengaan. Voor eens en voor altijd moet...
Lees meer
Het Nieuwe huwelijksvermogensrecht treedt niet in werking op 1 januari 2017, nu de Eerste Kamer een nader voorlopig verslag wenst uit te brengen. Er zijn kritische vragen gesteld over...
Lees meer
Er is een nieuw wetsvoorstel om de kosten van de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid te wijzigen. Voorgesteld wordt werkgevers te compenseren voor de [in...
Lees meer
Het vullen van de gele broodkratten van Bakkerij ’t Stoepje door concurrent De Bakkerie met eigen waar is in strijd met het woordmerk “Bakkerij ’t Stoepje”. Dit is gebruik...
Lees meer
Bring your own device. Is de werkgever aansprakelijk voor illegale software op een privé device (laptop) van een werknemer? Ja zegt de rechter. Zodra dit device ‘functioneel’ in het...
Lees meer
Als de dijken breken, hebben we “Tilburg aan zee”. Het halve land staat onder water en inwoners en regering moeten geëvacueerd worden. Wat doet Tilburg dan? Wat van ons verwacht...
Lees meer
In deze procedure gaat het om de eisen worden gesteld aan parallelimport van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek. Wanneer een product een CE markering heeft, moet de parallelimporteur dan...
Lees meer
Op 30 september 2016 heeft de Unie van Waterschappen het inkoop- en aanbestedingsbeleid voor de waterschappen geactualiseerd mede in verband met de per 1 juli van dit jaar gewijzigde...
Lees meer