Blog van medewerkers
- visuele kenmerken van een product zijn als merk te registreren zolang het maar consequent wordt gebruikt. Het mag dan niet incidenteel en louter decoratief worden toegepast.
- de merkhouder moet ervoor zorgen dat de versiering door het publiek opgevat kan worden als een verwijzing naar de fabrikant. Zie bijvoorbeeld de drie strepen van Adidas.
Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Gravenhage , 18-04-2013, LJN: BZ7844.
[post_title] => Van Haren verliest procedure over rode zool Louboutin [post_excerpt] =>Ook visuele kenmerken, zoals de zool van een schoen, zijn als merk te registreren. Het moet dan wel gaan om meer dan louter een decoratief element. De merkhouder moet ervoor zorgen dat het versiersel consequent wordt gebruikt zodat het publiek het meteen herkent als een product dat van die bepaalde fabrikant afkomstig is. Dan voldoet het aan de eisen van een merk. En dan kun je optreden tegen anderen die het kopiëren.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => van-haren-verliest-procedure-over-rode-zool-louboutin [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 09:16:26 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 09:16:26 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/05/03/van-haren-verliest-procedure-over-rode-zool-louboutin/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 6958 [post_author] => 6 [post_date] => 2013-05-02 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-05-02 00:00:00 [post_content] =>Ex werknemer zou inbreuk maken op auteursrecht op software ex werkgever en samenwerkingspartner. Hij verweert zich o.a. met de stelling dat gebruik is gemaakt van open source software. Aan de ex werkgever de bewijslast van het tegendeel.
X is na beëindiging van de arbeidsovereenkomst met zijn ex-werkgever, iSource, voor zichzelf begonnen. X had een arbeidsovereenkomst met een bepaling over geheimhouding en auteursrechten. Bij zijn vertrek heeft X een verklaring ondertekend waarbij X eraan wordt herinnerd dat alle intellectuele eigendomsrechten voortvloeiende uit zijn werk, aan iSource toehoren. Daarbij zou hij hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van software die inbreuk zou maken op het auteursrecht van iSource. iSource vraagt om een verklaring voor recht dat door X inbreuk is gemaakt op auteursrechten van iSource. iSource had al bewijsbeslag laten leggen onder X.
X voert aan dat het niet duidelijk is wie auteursrechthebbende is en welke auteursrechtelijke gevolgen verbonden zijn aan de niet nader gespecificeerde wijzigingen die zijn aangebracht aan de software. iSource zou de software hebben ingebracht in de samenwerking met een andere partij: Flexscreen. Vervolgens zou die software weer zijn aangepast waardoor onduidelijk was wie nu auteursrechthebbende zou zijn. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een gemeenschappelijk auteursrecht. X heeft dit ook niet betwist. X wijst er op dat desbetreffende software mede bestaat uit standaardsoftware of open source software, althans software van derden.
De rechtbank overweegt verder dat overeenstemming die slechts is terug te voeren op het gebruik van software van derden buiten beschouwing dient te blijven omdat gesteld noch gebleken is dat iSource ten aanzien van die software auteursrechthebbenden zijn. Dat geldt ook voor functionaliteit aangezien het auteursrecht zich niet tot bescherming van functionaliteit uitstrekt.
Omdat het auteursrecht is betwist rust de bewijslast op iSource. Deze moet bewijzen dat de bijdrage van X aan de nieuw ontwikkelde software inbreuk maakt op de auteursrechten van iSource op de iSource software. De rechtbank benoemt een deskundige die de desbetreffende sofware moet vergelijken en de overeenkomsten en verschillen moet aangeven.
Kortom,
- De ex-werknemer slaagt er bijna in verwarring te zaaien over de vraag wie auteursrechthebbende is bij een samenwerking tussen twee ondernemingen. Het antwoord op die vraag heeft gevolgen voor de vraag wie de ex-werknemer kan aanspreken.
- Indien Flexscreen de ex-werknemer van iSource zou willen aanspreken dan kan zij zich mogelijk niet beroepen op de bepalingen in de arbeidsovereenkomst en de verklaring bij het einde van de arbeidsrelatie. Daarvoor zou het handig zijn indien daarin ook bepalingen ten behoeve van derden zouden zijn opgenomen.
- Het is de vraag of iSource zal slagen in de bewijsopdracht. Dit betekent dat zij moet kunnen aantonen wat de inhoud van de software was ten tijde van het vertrek van X.
- Indien de software inderdaad bestaat uit open source software dan is het de vraag waar het auteursrecht van iSource nog op rust. En directie doet er daarom goed aan om te weten waar en in hoeverre bij de ontwikkeling van software gebruik wordt gemaakt van open source software. Het is een grote misvatting dat open source software gelijk staat aan software die rechtenvrij gebruikt kan worden. Het gevolg van het gebruik van open source software bij de doorontwikkeling van software is soms dat de doorontwikkelde software ook open source software wordt. De stelling van de ex-werknemer is daarom niet kansloos.
Rechtbank Den Haag 24 april 2013, zaaknr. C/09/414540 / HA ZA 12-299 (iSource Flexscreen tegen X)
Ex werknemer zou inbreuk maken op auteursrecht op software ex werkgever en samenwerkingspartner. Hij verweert zich o.a. met de stelling dat gebruik is gemaakt van open source software. Aan de ex werkgever de bewijslast van het tegendeel.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => auteursrecht-en-doorontwikkeling-van-open-source-software [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 09:16:51 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 09:16:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/05/02/auteursrecht-en-doorontwikkeling-van-open-source-software/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 6992 [post_author] => 26 [post_date] => 2013-03-18 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-03-18 00:00:00 [post_content] => Voor het berekenen van kinderalimentatie gelden met ingang van 1 april 2013 nieuwe richtlijnen. Op 15 februari 2013 is door de Werkgroep Alimentatienormen, een werkgroep van rechters, een persbericht verspreid, waarin dit is aangekondigd. Deze richtlijnen gelden voor kinderalimentaties die vastgesteld worden of die gewijzigd worden vanaf 1 april 2013. Heeft het zin om een herberekening te laten maken van de kinderalimentatie die u ontvangt of moet betalen? Als er geen andere veranderingen in uw situatie of in die van uw ex-partner of uw kinderen is opgetreden, heeft dat waarschijnlijk geen zin. De Werkgroep Alimentatienormen heeft namelijk bepaald dat de nieuwe rekenwijze geen aanleiding is om zonder wijziging van omstandigheden de nieuwe wijze van berekening toe te passen. Als er omstandigheden zijn gewijzigd waardoor de kinderalimentatieberekening die eerder is gemaakt niet meer zou kloppen, gelden bij de herberekening wel de nieuwe berekeningsnormen. Het is dus goed om na te gaan welke wijzigingen er sinds de laatste kinderalimentatieberekening zijn opgetreden. Of het vervolgens in uw belang is om de kinderalimentatie te laten herberekenen hangt af van uw precieze situatie. Bij de nieuwe wijze van draagkrachtberekening wordt namelijk geen rekening meer gehouden met bepaalde kosten van de alimentatieplichtige. De berekening vindt plaats door middel van een formule. Daarin wordt rekening gehouden met woonlasten voor een bedrag van 30% van het netto besteedbaar inkomen van de onderhoudsplichtige, en met een standaardbedrag van € 850, voor de kosten van levensonderhoud. Stel dat u een netto besteedbaar inkomen heeft van € 2.800, per maand. U wordt geacht 30% daarvan, dus € 840, per maand, netto aan woonlasten te besteden. Daarnaast wordt u geacht € 850, aan overige kosten van levensonderhoud te besteden. Resteert € 2.800,-- - € 840, - € 850, = € 1.110, per maand. Daarvan dient u 70%, dus € 777, , te besteden aan kinderalimentatie volgens de formule. Omdat de Werkgroep Alimentatienormen een draagkrachttabel hanteert met bepaalde inkomenscategorieën, valt u in het bovengenoemde voorbeeld in de laatstgenoemde categorie in de draagkrachttabel, die van € 2.750, tot € 2.800, . In dat geval wordt uw draagkracht bepaald op € 750, . Dit bedrag moet nog verhoogd worden met het fiscale voordeel dat u heeft door het betalen van kinderalimentatie. Volgens de nieuwe richtlijnen kan eventueel een beroep worden gedaan op de zogenaamde “aanvaardbaarheidstoets”, als de onderhoudsplichtige vindt en kan onderbouwen dat de op die manier berekende bijdrage tot een onaanvaardbare uitkomst leidt vanwege een gebrek aan draagkracht. In overleg met u kunnen wij dus in uw specifieke geval bekijken of het mogelijk is, én of het in uw voordeel is, om een beroep te doen op wijziging van omstandigheden en dus op de nieuwe berekeningsnormen. [post_title] => Nieuwe berekeningsregels voor kinderalimentatie [post_excerpt] =>Voor het berekenen van kinderalimentatie gelden met ingang van 1 april 2013 nieuwe richtlijnen. Op 15 februari 2013 is door de Werkgroep Alimentatienormen, een werkgroep van rechters, een persbericht verspreid, waarin dit is aangekondigd. Deze richtlijnen gelden voor kinderalimentaties die vastgesteld worden of die gewijzigd worden vanaf 1 april 2013.
Heeft het zin om een herberekening te laten maken van de kinderalimentatie die u ontvangt of moet betalen?
In de wet staat uitdrukkelijk bepaald dat een kind recht heeft op omgang met zijn ouders.
Slechts in een beperkt aantal gevallen kan de rechter [een van] de ouders het recht op omgang ontzeggen. Een rechter zal dit niet snel doen, ook al heeft de andere ouder of het kind problemen met die omgang.
In een zaak waarin een jongen van 12 jaar lijdt aan een autistische stoornis heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 februari jl. echter uitdrukkelijk bepaald dat de vader een jaar lang geen omgang met zijn zoon mag hebben. Het gerechtshof vindt dat de vader niet in staat is zijn zoon te benaderen op een manier die in het belang is van zijn zoon.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ouder-verliest-recht-op-omgang-met-autistisch-kind [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-09 10:41:45 [post_modified_gmt] => 2022-02-09 09:41:45 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/03/18/ouder-verliest-recht-op-omgang-met-autistisch-kind/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 6994 [post_author] => 26 [post_date] => 2013-03-18 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-03-18 00:00:00 [post_content] => Steeds meer cliënten die zich bij ons kantoor melden voor een juridische kwestie op familierechtelijk gebied, blijken voor de kosten van een familierechtelijke advocaat een rechtsbijstandverzekeringspolis te hebben afgesloten. Er zijn steeds meer rechtsbijstandverzekeraars die ook familierechtelijke kwesties verzekeren. De advocaatkosten in een familierechtelijke kwestie zijn meestal moeilijk in te schatten, omdat u ook afhankelijk bent van de wijze waarop uw [ex-]partner zich opstelt. Het is daarom de moeite waard om na te gaan of u ook verzekerd bent voor de kosten van een advocaat in familierechtelijke kwesties. Een dergelijke verzekering kan bijvoorbeeld interessant zijn indien u gescheiden bent en kinder en of partner-alimentatieverplichtingen heeft. Zowel uw ex-partner als u kunnen er belang bij hebben om wijziging van die alimentatie te vragen bij wijziging van [financiële] omstandigheden. Zo’n wijzigingsverzoek wordt bij de rechtbank ingediend, en daar heeft u een advocaat voor nodig. Dergelijke wijzigingsverzoeken komen zo vaak voor, dat u er belang bij kunt hebben u ook voor familierechtelijke kwesties te verzekeren. Heeft u daar vragen over dan kunt u contact opnemen met een van onze leden van het vakgebied Familie en Scheiding, of een van onze spreekuren bezoeken. [post_title] => Steeds meer rechtsbijstandpolissen dekken kosten van familierechtadvocaat [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => steeds-meer-rechtsbijstandpolissen-dekken-kosten-van-familierechtadvocaat [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-09 10:41:33 [post_modified_gmt] => 2022-02-09 09:41:33 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/03/18/steeds-meer-rechtsbijstandpolissen-dekken-kosten-van-familierechtadvocaat/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 6955 [post_author] => 10 [post_date] => 2013-03-14 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-03-14 00:00:00 [post_content] =>
De Aanbestedingswet 2012 treedt op 1 april 2013 in werking. In deze wet is voorzien in het be-vorderen van de instelling van een Commissie van Aanbestedingsexperts. Deze – onafhankelijke – commissie wordt eveneens per 1 april 2013 opgericht en gaat bemiddelen of niet-bindende adviezen geven aan ondernemers en aanbestedende diensten over klachten met betrekking tot de uitvoering van de Aanbestedingswet 2012.
De werkwijze en de inrichting van de Commissie van Aanbestedingsexperts zal worden vastgelegd in een reglement. Bij het opstellen van de dat reglement wordt als uitgangspunt genomen het inmiddels vastgestelde advies “klachtenafhandeling bij aanbesteden”.
Met de Aanbestedingswet 2012 wordt beoogd ondernemers een eerlijke kans bij aanbestedingen van overheidsopdrachten te bieden en procedures te vereenvoudigen. Bemiddeling en niet-bindende advisering van de Commissie van Aanbestedingsexperts wordt daarbij als een nuttig instrument gezien. Met de genoemde klachtenafhandeling kunnen zowel aanbestedende diensten als ondernemers gebaat zijn.
[post_title] => Update aanbesteden; klachtenafhandeling bij aanbesteden [post_excerpt] =>De Aanbestedingswet 2012 treedt op 1 april 2013 in werking. In deze wet is voorzien in het be-vorderen van de instelling van een Commissie van Aanbestedingsexperts. Deze – onafhankelijke – commissie wordt eveneens per 1 april 2013 opgericht en gaat bemiddelen of niet-bindende adviezen geven aan ondernemers en aanbestedende diensten over klachten met betrekking tot de uitvoering van de Aanbestedingswet 2012.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => update-aanbesteden-klachtenafhandeling-bij-aanbesteden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 09:21:57 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 09:21:57 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/03/14/update-aanbesteden-klachtenafhandeling-bij-aanbesteden/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 6954 [post_author] => 10 [post_date] => 2013-03-12 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-03-12 00:00:00 [post_content] =>Wanneer sprake is van een eervol, niet verwijtbaar ontslag dient de overheidswerkgever de ambtenaar een “passende regeling” aan te bieden. Uit jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep volgt dat het dan moet gaan om een ontslaguitkering die in ieder geval even hoog is als de WW-uitkering, aangevuld met de voor de ambtenaar in kwestie geldende bovenwettelijke uitkering.
Voor een extra ontslagvergoeding te betalen aan de ambtenaar is aanleiding wanneer het ontstaan en het voortbestaan van de situatie die noopt tot het ontslag, in overwegende mate [meer dan 50%] aan de werkgever is te wijten.
Hoe een extra vergoeding vorm krijgt, kunnen partijen in onderling overleg bepalen. Tot voor kort kende het ambtenarenrecht geen vaste berekeningswijze. Dit had ook te maken met het feit dat aldus de Centrale Raad van Beroep, het niet gaat om volledige vergoeding van schade voortvloeiend uit ontslag maar om compensatie voor het overwegend aandeel van de werkgever in het ontstaan en later voortbestaan van de ontslaggrond.
Gelet op het vorenstaande dienen alle relevante gegevens en omstandigheden ten behoeve van de bepaling van de extra vergoeding te worden meegewogen. Daar dit in de lagere jurisprudentie ertoe heeft geleid dat rechters aansluiting hebben gezocht bij de in het civiele arbeidsrecht gehanteerde “Kantonrechtersformule”, heeft de Centrale Raad eind vorige maand in een tweetal uitspraken een [eigen] formule opgesteld voor het berekenen van de extra ontslagvergoeding.
Voor deze “CRvB formule” zijn de volgende zaken van belang:
• het bruto maandsalaris op het moment van ontslag [inclusief vakantiegeld];
• het aantal dienstjaren gedeeld door 2 omdat de ambtenaar al recht heeft op een ruimere vergoeding bij ontslag;
• correctiefactor voor het aandeel dat de werkgever had in het ontstaan van de onhoudbare situatie.
Voor het laatstgenoemde aandeel van de overheidswerkgever gelden er drie bandbreedten:
- factor 0,5 bij een aandeel van 51-65%;
- factor 0,75 bij een aandeel van 65-80%;
- factor 1 bij een aandeel van 80-100%
De uiteindelijke CRvB formule omvat dan vervolgens het bruto maandsalaris [inclusief vakantie-geld] x het aantal dienstjaren:2] x de correctiefactor 0,5, 0,75 of 1.
Vooralsnog ziet de Centrale Raad van Beroep geen aanleiding om andere factoren zoals kansen op de arbeidsmarkt, gezondheidstoestand en reputatieschade mee te wegen.
Zowel overheidswerkgever als ambtenaar doen er goed aan zich bewust te zijn van deze nieuwe CRvB-formule.
sectie Arbeid & Ontslag
Wanneer sprake is van een eervol, niet verwijtbaar ontslag dient de overheidswerkgever de ambtenaar een “passende regeling” aan te bieden. Uit jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep volgt dat het dan moet gaan om een ontslaguitkering die in ieder geval even hoog is als de WW-uitkering, aangevuld met de voor de ambtenaar in kwestie geldende bovenwettelijke uitkering.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ambtenaar-en-ontslagvergoeding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 09:22:15 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 09:22:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/03/12/ambtenaar-en-ontslagvergoeding/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 6953 [post_author] => 26 [post_date] => 2013-03-11 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-03-10 23:00:00 [post_content] => Mede om te besparen op de uitvoeringskosten voor de overheid en de administratieve lasten voor werkgevers en werknemers te verlichten is per 1 januari 2013 de Wet Vereenvoudiging regelingen UWV ingevoerd. Deze wet brengt verschillende wijzigingen met zich mee. Onderstaand allereerst de wijzigingen in de startersregeling WW en vervolgens nog kort een overzicht van enkele andere wijzigingen in de WW. Wijziging startersregeling WW Als gevolg van deze regeling kunnen startende ondernemers gedurende 6 maanden aan de slag met behoud van een deel van hun WW-uitkering. Voorwaarde is dat zij hiervoor toestemming van het UWV hebben gekregen. Het UWV toetst onder andere of de verwachting bestaat dat in dit half jaar een rendabel ondernemerschap tot stand kan komen. Tot 2013 kreeg de startende ondernemer na verkregen toestemming gedurende 26 weken een volledige uitkering en werden 70% van de inkomsten die gedurende die periode waren verdiend later verrekend. Vanaf 2013 wordt in plaats van verrekening van inkomsten achteraf, standaard 29% van de uitkering gekort (hoogte uitkering aldus gedurende de eerste twee maanden 71% van 75% en de volgende 4 maanden 71% van 70%). Als gevolg van deze wijziging gaan startende ondernemers met hogere inkomsten dan 29% onder de nieuwe regeling ten opzichte van de oude regeling meer ontvangen. Degenen met lagere inkomsten dan 29% gaan minder ontvangen. Van groot belang is daarnaast dat aan de door het UWV te geven toestemming een nieuwe voorwaarde wordt verbonden, namelijk dat de startende ondernemer geen directe of indirecte werkzaamheden mag gaan verrichten voor zijn werkgever bij wie hij als werknemer in dienst was onmiddellijk voorafgaand aan zijn werkloosheid. Deze voorwaarde kent als achtergrond om misbruik van ondernemerschap door ‘schijnzelfstandigheid’ tegen te gaan, maar gaat zo ver dat ook het incidenteel werkzaamheden verrichten voor de voormalig werkgever in de eerste 6 maanden hieronder valt. Door dus binnen deze termijn van 6 maanden na einde dienstverband toch als zelfstandige, al is het maar beperkt in omvang, werkzaamheden te verrichten voor de ex-werkgever verspeelt de startende ondernemer zijn WW-rechten. Pro forma ontbindingen bij kantonrechter geven geen maand aftrek meer bij fictieve opzegtermijn De verkorting van de WW-fictieve opzegtermijn met één maand (minimum altijd één maand) door het voeren van een pro forma ontbindingsprocedure - veelal in combinatie met vaststellingsovereenkomst - geldt niet langer. Deze korting geldt alleen nog indien de UWV ontslagroute wordt gevolgd. Uitkeringsvaststelling WW Bij het vaststellen van het recht op uitkering gelden met ingang van 1 januari 2013 onder andere de navolgende wijzigingen: a) Bij het beoordelen van het recht op een WW-uitkering zal worden uitgegaan van arbeidsuren waarover door werknemer inkomen uit arbeid (loon) is ontvangen danwel waarover hij recht heeft op loon, in plaats van uren waarin is gewerkt. b) Om voor een WW-uitkering in aanmerking te komen moet aan twee getalscriteria worden voldaan, de wekeneis en de jareneis. Bij de wekeneis (26 uit 36) gaat het voortaan om kalenderweken in plaats van weken. Bij de jareneis, moet in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar waarin de werknemer werkloos werd minimaal 4 jaar voldoende zijn gewerkt. Tot 2013 werd als voldoende aangemerkt 52 gewerkte dagen per jaar. Thans geldt dat er een eis is van 204 uren per jaar, maar alleen met betrekking tot het arbeidsverleden vanaf 2013. Voor de jaren daarvoor geldt de oude regeling. Calamiteitenregeling De WW-regelingen Onwerkbaar weer en Werktijdverkorting (WTV) zijn in de nieuwe wet samengevoegd tot een nieuwe Calamiteitenregeling. Deze nieuwe Calamiteitenregeling, die op 1 september 2013 moet ingaan is bedoeld om er voor te zorgen dat pas op een later moment – na 4 weken – een WW-uitkering kan worden verstrekt of een werktijdverkorting kan worden toegepast bij onwerkbaar weer (vorst of sneeuwval). De eerste 4 weken van winters weer komen daarmee voor rekening van werkgever. [post_title] => Let op! Wijziging Startersregeling WW per 1 januari 2013 en andere wijzigingen als gevolg van Wet Vereenvoudiging Regelingen UWV [post_excerpt] =>Mede om te besparen op de uitvoeringskosten voor de overheid en de administratieve lasten voor werkgevers en werknemers te verlichten is per 1 januari 2013 de Wet Vereenvoudiging regelingen UWV ingevoerd. Deze wet brengt verschillende wijzigingen met zich mee. Onderstaand allereerst de wijzigingen in de startersregeling WW en vervolgens nog kort een overzicht van enkele andere wijzigingen in de WW.
[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => let-op-wijziging-startersregeling-ww-per-1-januari-2013-en-andere-wijzigingen-als-gevolg-van-wet-vereenvoudiging-regelingen-uwv [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-02-09 10:31:45 [post_modified_gmt] => 2022-02-09 09:31:45 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/03/11/let-op-wijziging-startersregeling-ww-per-1-januari-2013-en-andere-wijzigingen-als-gevolg-van-wet-vereenvoudiging-regelingen-uwv/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 6962 [post_author] => 10 [post_date] => 2013-06-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-06-04 00:00:00 [post_content] =>Het betreft een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant van 29 maart 2013. In deze zaak heeft de Provincie de ombouw van de N261 aanbesteed. Na gunning van het werk heeft de Provincie met de aannemer in kwestie een Design Build en Maintain overeenkomst gesloten. Partijen zijn het niet eens over de mate van ontwerpvrijheid die de aannemer heeft. De aannemer heeft in haar ontwerp gekozen voor een aantal goedkopere oplossingen die afwijken van het concept Voorlopig Ontwerp dat in de aanbesteding als bindend document is aangemerkt.
De overeenkomst is het resultaat van een Europese aanbesteding die aan strikte regels is gebonden om eerlijke concurrentie tussen de inschrijvers zo veel mogelijk te waarborgen. De aanbestedingsrechtelijke beginselen die gelden voor de gunningprocedure werken door bij de uitleg van de overeenkomst. Aldus moet worden voorkomen dat de [winnende] aannemer door een voor haar gunstige uitleg achteraf alsnog wordt bevoordeeld ten opzichte van andere inschrijvers.
De aannemer kan onvoldoende aannemelijk maken dat uit uitlatingen van de Provincie zij had mogen afleiden dat zij meer ontwerpvrijheid had. Bij het uitvoeren van het werk geldt als uitgangspunt het contract dat in verband met aanbestedingsrecht strikt moet worden uitgelegd. Daarbij moet aldus de voorzieningenrechter, aansluiting worden gezocht bij de strikte uitleg volgens de zogenaamde CAO-norm waarbij de bewoordingen, gelezen in het licht van de gehele tekst van de overeenkomst, in beginsel van doorslaggevende betekenis zijn.
Kortom, er is bij een aanbesteed contract geen ruimte om de overeenkomst uit te leggen volgens de zogenaamde Haviltex-norm die inhoudt dat er gekeken wordt naar “de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan bepalingen van het contract mogen toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mogen verwachten”.
Van een professionele speler op de markt die de aannemer is, mag worden verwacht dat zij zich er van bewust is dat een aanbesteed contract moet worden uitgevoerd overeenkomstig de eisen van het [dus bindende] concept Voorlopig Ontwerp. En dat behoudens de vrijheid om daarin verbeteringen op aan te brengen, het de aannemer dus niet vrij staat om naar eigen inzicht voor goedkopere oplossingen ten opzichte van datzelfde concept Voorlopig Ontwerp te kiezen.
[post_title] => Uitleg contract na aanbesteding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => uitleg-contract-na-aanbesteding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 09:15:43 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 09:15:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/06/04/uitleg-contract-na-aanbesteding/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1437 [max_num_pages] => 144 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => cacd62a572a2c5610acbbccb09a7789b [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )