Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 22
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 22
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 210, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 36988
                    [post_author] => 73
                    [post_date] => 2023-06-28 09:26:54
                    [post_date_gmt] => 2023-06-28 07:26:54
                    [post_content] => De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) heeft recentelijk aangekondigd dat de zorgtarieven voor het jaar 2024 opnieuw zullen worden berekend en bijgesteld. Deze beslissing volgt op de ontdekking van een fout in het prijsindexcijfer voor materiële kosten, dat werd verstrekt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS).

Fout bij de prijsindexering

De fout in het prijsindexcijfer heeft invloed op alle gereguleerde tarieven, budgetten, beschikbaarheidbijdragen en beleidsregelwaarden die door de NZa worden vastgesteld voor het komende jaar. De tarieven en beleidsregelwaarden zullen nu op basis van het nieuwe, correcte percentage worden gecorrigeerd en naar beneden bijgesteld. Het effect van deze correctie zal per zorgsector verschillen omdat de materiële kosten per sector verschillen. Onderdelen zoals loon, prijs en kapitaal wegen verschillend mee in het tarief. De NZa zal de betreffende sectoren op de gebruikelijke wijze informeren over deze veranderingen. Daarnaast zal de NZa de vergoedingsbedragen van de beschikbaarheidbijdragen voor het jaar 2023 herberekenen en naar beneden bijstellen. Jaarlijks worden de beschikbaarheidbijdragen op basis van het definitieve indexpercentage berekend. Aangezien het indexpercentage voor 2023 is aangepast, zullen ook de vergoedingsbedragen worden herzien.

De taak van de NZa

De NZa heeft als taak om de marktwerking, kwaliteit en toegankelijkheid in de zorg te bevorderen en te bewaken. Dit omvat het controleren van concurrentieverhoudingen, het voorkomen van marktmisbruik en het bevorderen van eerlijke concurrentie. De NZa kan maximumtarieven stellen met de doelstelling om de kosten in de zorg te beheersen en te voorkomen dat er buitensporig hoge tarieven worden gevraagd door zorginstellingen. Om de tarieven in de zorg te uniformeren en transparant te maken stelt de NZa prestatiebeschrijvingen op. Deze bevatten de omschrijving van de geleverde zorg en de bijbehorende tarieven. Tot slot houdt de NZa ook rekening met kosteninflatie en marktontwikkelingen door middel van prijsindexering. Aan de hand van deze indexering worden de tarieven jaarlijks aangepast. De aangepaste indexering zal voor 1 juli worden aangepast en ook rond die tijd worden bekendgemaakt.

Tariefonderhandelingen

In sommige gevallen kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars gezamenlijk tariefafspraken maken. Dit gebeurt vaak in de vorm van contractonderhandelingen, waarbij beide partijen proberen overeenstemming te bereiken over de vergoedingen voor geleverde zorg. Over de problemen rondom de zorginkoop hebben we al eerder een artikel geschreven.

Conclusie

Het is van essentieel belang voor zorginstellingen om op de hoogte te zijn van de correctie van zorgtarieven voor 2024 door de NZa. Het kan nodig zijn om de tarieven in uw financiële planning en contractuele afspraken met leveranciers aan te passen. Wees erop voorbereid dat de tarieven naar verwachting naar beneden worden bijgesteld, met variaties afhankelijk van de betreffende zorgsector. Heeft u vragen over de zorginkoop? Of heeft u een andere juridische kwestie? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Correctie zorgtarieven voor 2024 door NZa na fout in prijsindexcijfer [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => correctie-zorgtarieven-voor-2024-door-nza-na-fout-in-prijsindexcijfer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-28 09:26:54 [post_modified_gmt] => 2023-06-28 07:26:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36988 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 36977 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-06-27 11:18:49 [post_date_gmt] => 2023-06-27 09:18:49 [post_content] =>

Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes

Sinds de aangenomen motie om een Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA) verplicht te maken voor de overheid om hun algoritmen te beoordelen, zijn IAMA’s steeds belangrijker geworden voor zowel de overheid als voor bedrijven. Zo stelt bijvoorbeeld het voorstel van de AI-Act IAMA’s verplicht voor AI-systemen met een hoog risico. Inmiddels gebruiken kleine en grote gemeenten al IAMA’s om algoritmes te beoordelen en loopt er een pilot vanuit de overheid die overheidsinstanties leert om IAMA's toe te passen. Benieuwd naar wat een IAMA inhoudt? Lees dan verder.

Hoe is de IAMA ingericht?

De IAMA bestaat uit een grote hoeveelheid vragen, onderverdeeld in vier stappen. De vier stappen zijn Waarom, Wat, Hoe en Mensenrechten. Iedere stap bestaat uit meerdere onderdelen en is gebouwd op een aantal brondocumenten. Voor ieder vraag is er een toelichting opgenomen over het doel van de vraag en welke betrokken personen er nodig zijn om de specifieke vraag goed te beantwoorden.

Stap 1: Waarom?

In de eerste stap van de IAMA gaat het om de reden voor het gebruiken van een AI-toepassing. Waarom wordt er gekeken naar een AI-toepassing, welke redenen zitten daarachter en wat is het doel? Welke waarden worden er gediend door de inzet van het systeem en welke komen er door het gebruik in het gedrang? De antwoorden op deze vragen vormen de antwoorden in de latere stappen.

Stap 2: Wat?

Deze stap is onderverdeeld in twee delen: invoer en doorvoer. Bij invoer gaat het om de data die gebruikt gaat worden en de voorwaarden voor het gebruik van die data. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de beveiliging en archivering van de data en de AI-toepassing. Bij doorvoer  staat het onderliggende model van de AI-toepassing centraal. Wat voor een type model gaat er gebruikt worden, wie neemt er verantwoordelijkheid voor en wanneer zijn de resultaten goed genoeg? Daarnaast wordt er ook gekeken naar of de uitkomsten uitlegbaar moeten zijn en zo ja, aan wie dan?

Stap 3: Hoe?

In de derde stap van de IAMA gaat de focus van de effecten van de output van de AI-toepassing en de rol van de AI-toepassing in het beslissingsproces. Daarnaast worden hier ook vragen gesteld over de verantwoordelijkheden van de mensen die met de AI-toepassing moeten werken. Ook wordt er aandacht besteedt aan de communicatie over de toepassing. Als afsluiting wordt er gekeken naar toekomstige evaluaties en de archivering van de toepassing.

Stap 4: Mensenrechten

In de laatste stap van de IAMA gaat over mensenrechten. In deze stap worden er eerst grondrechten geïdentificeerd die mogelijk worden aangetast door de AI-toepassing. Vervolgens wordt er per grondrecht op een gestructureerde manier gekeken naar de ernst van de aantasting, de noodzakelijkheid ervan en uiteindelijk en belangenafweging tegenover andere belangen.

Conclusie

De IAMA biedt organisaties een gestructureerde manier om hun AI-toepassing te beoordelen en zo in een vroeg stadium risico’s te signaleren. Met een ingevulde en nauwkeurige IAMA in hand kunt u aan uw klanten laten zien dat u bewust bezig bent met de verantwoorde inzet van AI-toepassingen en tegenover de Autoriteit Persoonsgegevens laat het uw overwegingen zien en de stappen die u hebt genomen om de risico’s van uw systeem te minimaliseren. Aangezien zowel de Tweede Kamer als de Europese wetgever de IAMA als een waardevol middel ziet om misbruik van algoritmes tegen te gaan of zelfs te voorkomen, is het zeker de moeite waard om te onderzoeken of IAMA's binnen uw organisatie ingezet kunnen worden. Wij bieden begeleiding aan bij het uitvoeren van een IAMA. Hiervoor kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst [post_title] => Uitvoeren van IAMA: essentieel bij inzet algoritmes. [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => uitvoeren-van-iama-essentieel-bij-inzet-algoritmes [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-03 10:56:00 [post_modified_gmt] => 2024-06-03 08:56:00 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36977 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 37480 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-06-26 16:12:03 [post_date_gmt] => 2023-06-26 14:12:03 [post_content] => In het vorige artikel uit deze blogreeks werd de verplichte traceerbaarheid van de medische hulpmiddelen en uiteengezet. In dit artikel wordt verder ingegaan op het registreren van deze informatie in de EUDAMED-database. EUDAMED, de Europese databank voor medische hulpmiddelen, speelt een cruciale rol in het bevorderen van de veiligheid, traceerbaarheid en transparantie van medische hulpmiddelen binnen de Europese Unie. In dit artikel zullen we de impact van EUDAMED verkennen.

EUDAMED

In de MDR is bepaald dat de Commissie een elektronisch systeem opzet, de EUDAMED. Dit is de European Databank on Medical Devices. Deze databank bevat informatie over bijvoorbeeld klinisch onderzoek, de CE-markering en de gebruiksaanwijzing van een product. Fabrikanten zijn verplicht om een UDI-nummer op hun producten aan te brengen en deze informatie te registreren in de EUDAMED. Via dit platform kunnen verschillende instanties die betrokken zijn bij de toelating, het markttoezicht en het gebruik van medische hulpmiddelen in de EU toegang krijgen tot belangrijke informatie. Lidstaten en de Europese Commissie kunnen via dit platform ook informatie uitwisselen over de conformiteitsbeoordeling van hulpmiddelen en over meldingen van incidenten en bijwerkingen.

Verplichtingen voor fabrikanten

Naast dat fabrikanten UDI’s moeten toewijzen en registreren op EUDAMED zijn er nog een aantal andere verplichtingen voor fabrikanten. De informatie die de fabrikant moet invoeren bestaat uit basisinformatie over het medische hulpmiddel zoals de naam, het type en de classificatie. Tevens moet er informatie over de fabrikant zelf, de importeur en van de aangemelde instantie die de conformiteitsbeoordeling heeft uitgevoerd worden verstrekt. Daarnaast moet informatie over de klinische evaluaties, post-market surveillance en informatie over incidenten en bijwerkingen die verband houden met het hulpmiddel worden verstrekt. Beperkingen over het gebruik van het medisch hulpmiddel kan daarbij niet ontbreken. Fabrikanten moeten alle bovenstaande vereiste informatie over hun medische hulpmiddelen verstrekken. Deze informatie moet ten alle tijden up-to-date zijn, dus hier ligt ook de verplichting om de informatie regelmatig bij te werken. Fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en juistheid van de gegevens die zij verstrekken.

Voor wie is EUDAMED relevant?

EUDAMED is voornamelijk relevant voor fabrikanten en toezichthouders. Echter kan het voor zorgverleners ook nuttig zijn. Het stelt hen namelijk in staat om specifieke informatie over medische hulpmiddelen op te zoeken, zoals indicaties voor gebruik en waarschuwingen. Met deze informatie kunnen zorgverleners een weloverwogen keuze maken voor het medisch hulpmiddel dat zij willen gebruiken voor hun patiënten. Het is echter voor zorgverleners niet verplicht om EUDAMED te gebruiken, zij kunnen relevante informatie ook halen uit bijvoorbeeld een bijsluiter of de website van de fabrikant.

Wat is het verschil tussen EUDAMED en het UDI-systeem?

In het vorige artikel stond het UDI-systeem centraal. Tussen dit systeem en EUDAMED lijkt veel overlag te zitten. Het verschil is dat EUDAMED de centrale database is waarin informatie over medische hulpmiddelen wordt opgeslagen, terwijl het UDI-systeem de unieke identificatiecodes biedt die worden gebruikt om individuele hulpmiddelen te identificeren en te traceren. Beide systemen spelen een belangrijke rol bij het waarborgen van de veiligheid, traceerbaarheid en effectiviteit van medische hulpmiddelen binnen de Europese Unie.

Conclusie

EUDAMED is dus een centrale database die door de Europese Unie is opgezet. EUDAMED is een belangrijk instrument voor het toezicht op medische hulpmiddelen en het waarborgen van de veiligheid en kwaliteit van deze producten op de Europese markt. EUDAMED brengt daarom verantwoordelijkheden en verplichtingen voor de fabrikant met zich mee. Heeft u vragen over de informatie die u moet verstrekken aan EUDAMED? Of heeft u een andere vraag over de MDR? Neem gerust contact op met een van onze werknemers!
Lees hier de artikelen uit de blogreeks: 

Intro: Navigeren door de MDR - flowchart 
Artikel 1: Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig? 
Artikel 2: De vereisten voor veiligheidsbeoordeling
Artikel 3: De verplichte traceerbaarheid 
Artikel 5: Verplichtingen voor de zorgverlener 
Artikel 6: Overgangsperioden
Jody Esveldt [post_title] => EUDAMED [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => eudamed [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-16 11:26:59 [post_modified_gmt] => 2023-08-16 09:26:59 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37480 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 36959 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-06-26 14:41:25 [post_date_gmt] => 2023-06-26 12:41:25 [post_content] =>

Gegevensverwerking en schadevergoeding: het Hof van Justitie geeft duidelijkheid

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft grote implicaties en vereist dat wordt voldaan aan strikte regelgeving om de privacyrechten van individuen te waarborgen. Indien een inbreuk wordt gemaakt op rechten afkomstig uit de AVG kan schadevergoeding worden gevorderd. Maar is de mate van schuld van de verwerkingsverantwoordelijke of verwerker bepalend voor de hoogte van de immateriële schade? En is het gedrag van betrokkenen mede van invloed op de aansprakelijkheid? In dit artikel bespreek ik een oordeel van het Hof, waarbij antwoord wordt gegeven op de bovenstaande vragen.

Feiten

Een Duits medische dienst van een zorgverzekeraar stelt adviezen op over arbeidsongeschiktheid. Sommige van deze adviezen hebben betrekking op haar eigen medewerkers van de dienst. De adviezen die betrekking hebben op de eigen medewerkers worden door een bijzondere organisatie-eenheid behandeld. Een medewerker van het bedrijf, die wegens ziekte arbeidsongeschikt was, ontdekte via zijn behandelend arts dat er een advies was opgesteld, die de diagnose van zijn ziekte bevatte. Bij het opstellen van het advies was gebruikgemaakt van inlichtingen van zijn behandelend arts. Vervolgens heeft de medewerker aan een collega gevraagd of er een advies over hem was opgeslagen. De collega heeft op verzoek van de medewerker hier foto’s van gemaakt en naar hem verzonden. De medewerker heeft vervolgens het bedrijf verzocht om een schadevergoeding ter hoogte van € 20.000,- te voldoen op grond van artikel 82 AVG. Dit was echter zonder succes. De medewerker is vervolgens naar de arbeidsrechter in Duitsland gegaan en vorderde boven de schadevergoeding nog een vergoeding voor de gederfde inkomsten. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn de vorderingen verworpen. De hoogste federale rechter in arbeidszaken in Duitsland heeft vervolgens aan het Hof van Justitie van Europa (hierna: het Hof) prejudiciële vragen gesteld, onder andere omtrent de mate van schuld.

Is de mate van schuld van de verwerkingsverantwoordelijke of verwerker bepalend voor de hoogte van de immateriële schade?

De rechter in Duitsland vroeg zich af of voor het toewijzen van een schadevergoeding verplicht is dat de verwerkingsverantwoordelijke ook schuld heeft aan de inbreuk. Artikel 82 van de AVG regelt het recht op schadevergoeding voor personen die (im)materiële schade hebben geleden als gevolg van een inbreuk op de AVG. Het Hof oordeelt dat de hoogte van de schadevergoeding moet worden vastgesteld aan de hand van de daadwerkelijk geleden schade. Hoewel het artikel benadrukt dat de schade volledig en daadwerkelijk moet worden vergoed, bevestigt het Hof dat de AVG geen expliciete verwijzing maakt naar de schuld van de verwerkingsverantwoordelijke als factor bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding.

Is het gedrag van betrokkenen van invloed op de aansprakelijkheid?

Uit de feiten die hierboven zijn geschetst, blijkt dat de werknemer zelf aan een collega had gevraagd om foto’s te maken van zijn advies. Dit is een handeling die de betrokkene zelf kan worden toegerekend. In artikel 82 lid 3 van de AVG wordt vermeld dat de betrokkene vrijgesteld kan worden van aansprakelijkheid indien deze kan aantonen dat hij op geen enkele wijze verantwoordelijk is voor de veroorzaakte schade. De bescherming van betrokkenen strekt echter niet zo ver dat de verwerkingsverantwoordelijke schade moet vergoeden die het gevolg is van gebeurtenissen of handelingen die aan de betrokkenen kunnen worden toegerekend, aldus het Hof. Het Hof benadrukt dat het gedrag van betrokkenen, zoals het nemen van voorzorgsmaatregelen of het naleven van gegevensbeschermingsvoorschriften, invloed kan hebben op de mate van aansprakelijkheid of de vrijstelling van aansprakelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke.

Conclusie

De hoogte van de immateriële schadevergoeding wordt dus bepaald op basis van de daadwerkelijk geleden schade, zonder expliciete vermelding van de mate van schuld van de verwerkingsverantwoordelijke. Het gedrag van betrokkenen kan daarentegen wel invloed hebben op de aansprakelijkheid en vrijstelling van aansprakelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke. Het arrest benadrukt daarnaast het belang van naleving van privacyregels en gegevensbeschermingsvoorschriften in de zorgsector. Heeft u vragen omtrent de privacyregels van de AVG? Of meer specifiek over privacyregels?  Neem gerust contact op met een van onze specialisten. ECLI:EU:C:2023:433 Jody Esveldt 1 [post_title] => Gegevensverwerking en schadevergoeding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gegevensverwerking-en-schadevergoeding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-26 14:47:44 [post_modified_gmt] => 2023-06-26 12:47:44 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36959 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 36952 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-06-23 16:06:37 [post_date_gmt] => 2023-06-23 14:06:37 [post_content] => Het Europees Parlement heeft zich op 14 juni 2023 uitgelaten over het voorstel van de AI-verordening van de Europese Commissie. Dit heeft geresulteerd in een aantal nieuwe, interessante toevoegingen, alvorens het document officieel door het parlement werd aangenomen. In deze blog lees je meer over enkele belangrijke amendementen.

Waardes en grondrechten

Het parlement heeft op meerdere plekken in de AI-verordening de (kern)waarden van de Europese Unie toegevoegd, teneinde de doelstellingen van de verordening meer concreet te maken. Het doel van de AI-verordening heeft het parlement als volgt omschreven: “to promote the uptake of human centric and trustworthy artificial intelligence and to ensure a high level of protection of health, safety, fundamental rights, democracy and rule of law and the environment from harmful effects of artificial intelligence systems in the Union while supporting innovation and improving the functioning of the internal market.” Ook besteedt het parlement extra aandacht aan de impact van AI systemen op het klimaat en milieu.

Link met de AVG

De commissie was heel voorzichtig in haar voorstel wat betreft de relatie tussen de AI-Verordening en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het parlement wil echter meer interactie tussen de twee verordeningen. Een voorbeeld is de wat meer uitgebreide definitie van het begrip ‘biometrische gegevens’: “Op biometrie gebaseerde gegevens zijn gegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking in verband met fysieke, fysiologische of gedragssignalen van een natuurlijke persoon, zoals gezichtsuitdrukkingen, bewegingen, polsfrequentie, stem, toetsaanslagen of gang, die al dan niet de unieke identificatie van een natuurlijke persoon mogelijk maken of bevestigen.”

Bescherming van MKB

Het parlement heeft op veel plekken in de verordening aandacht gevraagd voor de positie van het MKB. Zo wil het Parlement dat aanbieders van AI systemen geen misbruik kunnen maken van hun machtspositie door ‘take-it-or-leave-it contracten aan te bieden. Daarnaast komt er een lijst met verboden contractsbepalingen. Verder wil het parlement dat de commissie goed in de gaten zal houden of de kosten voor het voldoen aan de vereisten van de AI Verordening betaalbaar zijn voor het MKB.

Open-source software

Het parlement onderschrijft de waarde van open-source software en heeft daarom enkele uitzonderingen/vrijstellingen aan de verordening toegevoegd voor developers van open-source softwaretoepassingen. Men hoeft bijvoorbeeld alleen aan de verplichtingen uit de AI-verordening te voldoen, wanneer de open-source software wordt ingezet voor een AI-toepassing met een hoog risico. Daarnaast word het ontwikkelen van open-source AI-componenten niet gezien als het op de markt brengen van het AI-systeem.

Verboden toepassingen

Het parlement is wat meer terughoudend met het toestaan van AI-systemen voor biometrische identificatie. Waar de commissie nog enkele ‘use cases’ toestond, heeft het parlement nog maar één situatie in het voorstel opgenomen waarin het gebruik van biometrische identificatie is toegestaan: het identificeren van verdachten die zware misdrijven hebben gepleegd. Voor het gebruik van de camerabeelden dient men echter eerst toestemming te krijgen van de rechter.

Verschillende types AI systemen

Het parlement heeft twee speciale types van AI-systemen opgenomen in haar voorstel: foundation models en general purpose AI. Een foundation model is al getraind, maar kan verder worden doorontwikkeld voor een specifieke toepassing. Een general purpose AI kan direct worden ingezet voor veel verschillende soorten problemen, zonder dat het systeem daarvoor specifiek is ontwikkeld. Voor deze twee soorten AI-systemen zijn er nieuwe uitzonderingen opgenomen in de meest recente versie van de AI-verordening.

Conclusie

Naast voornoemde wijzigingen, heeft het parlement nog veel meer amendementen aangenomen. Het is echter nog maar de vraag welke amendementen de onderhandelingen met de Raad van de Europese Unie gaan overleven. Naar alle waarschijnlijkheid, weten wij daar meer over in 2024. Heeft u vragen over de mogelijke gevolgen van de AI-verordening voor uw bedrijf/organisatie? Neem dan gerust contact op. Jos van der Wijst [post_title] => Europees Parlement heeft eigen, gewijzigde versie van AI-Verordening aangenomen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => europees-parlement-heeft-eigen-gewijzigde-versie-van-ai-verordening-aangenomen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-01 14:55:13 [post_modified_gmt] => 2024-07-01 12:55:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36952 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 37479 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-06-19 16:04:53 [post_date_gmt] => 2023-06-19 14:04:53 [post_content] => De verplichte traceerbaarheid van medische hulpmiddelen is een belangrijk aspect van de Medical Device Regulation (MDR), die bedoeld is om de veiligheid en effectiviteit van medische hulpmiddelen binnen de Europese Unie te verbeteren. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van de verplichte traceerbaarheid besproken. In de blogreeks worden de belangrijkste aspecten van deze verordening in begrijpelijke taal uitgelegd. In eerdere artikelen beschreven we al wat de MDR is en wat de vereisten zijn voor markttoelating van medische hulpmiddelen.

De eis verplichte traceerbaarheid van hulpmiddelen

Een belangrijke eis van de MDR voor fabrikanten van medische hulpmiddelen is de verplichte traceerbaarheid van medische hulpmiddelen. Dit houdt in dat zij in staat moeten zijn om vanaf het moment van productie tot aan de uiteindelijke levering aan de gebruiker het medische hulpmiddel te traceren en te identificeren. Om aan deze eis te kunnen voldoen moeten fabrikanten onder andere een unieke identificatiecode toewijzen aan elk hulpmiddel (Unique Device Identification system — UDI-systeem) en de benodigde informatie hierover opnemen in het technisch dossier. Ook moeten zij procedures implementeren voor het registreren en rapporteren van incidenten en klachten.

UDI-systeem

Een UDI is een reeks (alfa)numerieke tekens die wordt gecreëerd via een wereldwijd aanvaarde norm voor de identificatie en codering van hulpmiddelen. Hierdoor is het mogelijk het hulpmiddel op ondubbelzinnige wijze te identificeren. Een UDI wordt toegekend aan het hulpmiddel of aan de verpakking ervan. Dit bestaat uit twee delen: een code die de hulpmiddelproductie-eenheid identificeert (UDI-PI) en een code die wordt gebruikt als de toegangssleutel tot de in een UDI-databank opgeslagen gegevens (UDI-DI). De UDI-databank is een centrale Europese database waarin de gegevens van medische hulpmiddelen moeten worden opgenomen. Fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de indiening en actualisering van de informatie in deze database. De informatie die hierin wordt opgenomen ziet bijvoorbeeld op de productnaam en beschrijving van het hulpmiddel, maar ook op de classificatie, eventuele waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen of informatie over klinische evaluaties en andere beoordelingen. Hierdoor wordt ook de informatie-uitwisseling tussen de verschillende toezichthoudende instanies vergemakkelijkt. De aanwezigheid van de UDI-DI in de UDI-databank betekent niet automatisch dat het hulpmiddel ook in overeenstemming is met de MDR. Zoals uit andere artikelen uit deze blogreeks ook naar voren komt, zijn er nog veel andere vereisten waaraan voldaan moet worden.

Het doel van de verplichte traceerbaarheid

De verplichte traceerbaarheid is van groot belang voor het waarborgen van de veiligheid en kwaliteit van de hulpmiddelen. Dankzij de traceerbaarheid kan er snel en accuraat gereageerd worden op eventuele problemen of incidenten en wordt vervalsing van hulpmiddelen tegengegaan. Ook kunnen fabrikanten bijdragen aan een afname in het aantal medische fouten, door hun informatie in de UDI-databank te zetten.

Conclusie

De verplichte traceerbaarheid en het gebruik van het UDI-systeem dragen bij aan een veiligere en betere gezondheidszorg. De informatie uit de UDI-databank vergemakkelijkt bovendien de informatie-uitwisseling met de verschillende toezichthoudende instanties. Mocht u nog vragen hebben over de medische hulpmiddelen verordening, neem dan gerust contact op met een van onze medewerkers!
Lees hier de artikelen uit de blogreeks: 

Intro: Navigeren door de MDR - flowchart
Artikel 1: Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig? 
Artikel 2: De vereisten voor veiligheidsbeoordeling
Artikel 4: EUDAMED 
Artikel 5: Verplichtingen voor de zorgverlener 
Artikel 6: Overgangsperioden
Jody Esveldt [post_title] => MDR: de verplichte traceerbaarheid [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mdr-de-verplichte-traceerbaarheid [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-16 11:22:36 [post_modified_gmt] => 2023-08-16 09:22:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=37479 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 36887 [post_author] => 19 [post_date] => 2023-06-19 12:05:47 [post_date_gmt] => 2023-06-19 10:05:47 [post_content] => Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Meer dan nu het geval is, zal participatie bij de besluitvorming een nadrukkelijke rol gaan spelen. Maar hoe ziet die participatie er in de praktijk uit en in hoeverre speelt de participatie daadwerkelijke een rol bij besluitvorming?

Participatie bij een omgevingsvergunning

In de artikelen 16.55 Omgevingswet en 7.4 van de Omgevingsregeling is bepaald dat bij een aanvraag omgevingsvergunning wordt aangegeven of burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de aanvraag zijn betrokken. Als [één van] die partijen zijn betrokken bij de aanvraag, dan moet worden aangegeven op welke wijze en wat de resultaten daarvan zijn. Uit deze regeling blijkt dus niet dat er een verplichting tot het organiseren van participatie bestaat. Maar, de wetgever heeft het niet zo vrijblijvend bedoeld als in de regeling gelezen kan worden. Uitgangspunt is dat een aanvraag een vorm van participatie organiseert, maar er zijn situaties waarin dat niet voor de hand ligt. Bijvoorbeeld in het geval van een burenruzie. Het staat een aanvraag in ieder geval vrij om zelf de participatie vorm te geven. Meer is in de Omgevingswet niet geregeld voor die gevallen. Dat betekent ook dat de gemeenteraad een verplichting, inhoudende dat de buren schriftelijk moeten instemmen met het bouwplan, niet kan stellen. Indien een vorm van participatie heeft plaatsgevonden betekent dit ook niet dat de aanvraag zijn plan moet aanpassen. Hij hoeft enkel bij de aanvraag aangeven wat hij met die participatie heeft gedaan. Kortom; de aanvrager heeft veel vrijheid en in die zin is deze participatieregeling toch enigszins een wassen neus. Tegelijkertijd kan een serieuze vorm van participatie wel degelijk zinvol zijn. In de praktijk zijn legio voorbeelden waarin langdurige en kostbare procedures voorkomen worden, doordat in een vroeg stadium een participatietraject is doorlopen. Door een [bouw]plan wellicht op  onderdelen te wijzigen kan meer draagvlak gecreëerd worden. De kans dat een vergunning dan wordt aangevochten, zal dan beduidend lager zijn.

Participatie bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit

In het geval van een activiteit die afwijkt van het omgevingsplan [buitenplanse omgevingsplanactiviteit], is de participatieregeling iets genuanceerder. In artikel 16.55, zevende lid, van de Omgevingswet is bepaald dat de gemeenteraad gevallen kan aanwijzen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit kan worden ingediend. Dus, voor deze  buitenplanse bouwactiviteiten kan een verplichte vorm van participatie worden gesteld. Maar die vormen van participatie zijn gelet op de rechtspraak niet onbegrensd. Ook de wetgever wijst op het feit dat gemeenten niet moeten ‘overvragen’. Het enkel toestaan van een bouwactiviteit [als aangewezen geval] wanneer de buren schriftelijk toestemming geven voor het plan, acht de wetgever in strijd met het recht. Er wordt dan miskend dat uiteindelijk het bevoegd gezag heeft te beslissen op de aanvraag. Deze verantwoordelijkheid kan niet worden afgeschoven op omwonenden. Ook in de rechtspraak is in een aantal uitspraken door de Afdeling overwogen dat enkel het ontbreken van draagvlak [specifieke ook bij omwonenden] op zichzelf genomen geen reden is om een vergunning te weigeren. Maar in dit soort gevallen kan de vrijblijvendheid dus wel worden beperkt. Die gevallen moeten dan dus wel door de raad zijn aangewezen.

Participatie omgevingsplan en omgevingsverordening

In het geval van een omgevingsplan moet in het omgevingsplan zelf staan hoe de gemeente burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere bestuursorganen bij de voorbereiding betrokken heeft. Ook moet worden aangegeven wat met die resultaten is gedaan. De verplichtingen voor participatie bij het omgevingsplan staan in artikel 10.2, eerste en tweede lid, van het Omgevingsbesluit. Dit geldt overigens ook voor de omgevingsverordening en waterschapsverordening.

Niet of onvoldoende gelegenheid tot participatie geboden?

Dat kan gesanctioneerd worden. Bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit kan het niet bieden van participatiegelegenheid leiden tot een buiten behandelingstelling van de aanvraag. Dat is dus een serieus gevolg. Of het zover komt is de vraag, in de regel zal er afstemming plaatsvinden tussen de gemeente en de initiatiefnemer. Er wordt dan gelegenheid geboden het gebrek te herstellen. Bij een reguliere omgevingsvergunning dient enkel te worden aangegeven of aan participatie is gedaan en zo ja, wat met de resultaten is gedaan. Het zal dan beduidend moeilijker zijn aan het niet  bieden van participatiegelegenheid, consequenties te verbinden. Daarvoor is de regeling te vrijblijvend. BG.legal zal deze ontwikkelingen nauwgezet volgen. Heeft u een vraag over participatie onder de Omgevingswet? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks: 
Deel 1: De Omgevingsvisie 
Deel 2: Doel en opbouw van de Omgevingswet 
Deel 3: Algemene rijksregels en decentrale regels 
Deel 4: Het Omgevingsplan 
Deel 5: Het programma onder de Omgevingswet 
Deel 6: De omgevingsplanactiviteit 
Deel 7: Afwijken van het omgevingsplan 
Deel 8: Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet
Deel 9: Participatie onder de Omgevingswet
Deel 10: Instructies en instructieregels Provincie
Deel 11: Het projectbesluit
Deel 12: Planschade onder de Omgevingswet
Deel 13: Geluid onder de Omgevingswet
Deel 14: Handhaving onder de Omgevingswet
Deel 15: De Bruidsschat en overgangsrecht
  Rutger Boogers                   [post_title] => Participatie onder de Omgevingswet [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => participatie-onder-de-omgevingswet [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-03-27 11:32:42 [post_modified_gmt] => 2024-03-27 10:32:42 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36887 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 36812 [post_author] => 46 [post_date] => 2023-06-16 08:54:13 [post_date_gmt] => 2023-06-16 06:54:13 [post_content] => Zorginstellingen moeten instaan voor de goede kwaliteit van zorg. De wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (hierna: Wkkgz) legt aan de zorgaanbieder verschillende verplichtingen op om zo de kwaliteit van de zorg te kunnen garanderen. Een van die verplichtingen is de vergewisplicht uit artikel 4 Wkkgz.

Vergewisplicht

De vergewisplicht houdt in dat een zorginstelling moet controleren of de nieuwe medewerker geschikt is om zorg te verlenen. Daarvoor moet de zorginstelling onderzoek doen naar het arbeidsverleden van de sollicitant. Er zijn verschillende vergewismogelijkheden. Werkgever is vrij in haar wijze van onderzoek. Eén van de mogelijkheden is de inzage in het BIG-register. Eerder schreven we daar al een artikel over. Ook het SKJ-register of het register met tuchtrechtelijke uitspraken kan worden bekeken. Natuurlijk kan ook (en moet soms) een VOG worden opgevraagd.

FF Zorg Vervalste diploma’s en ontslag

De zorginstelling kan de echtheid van overlegde diploma’s en een VOG controleren. Met een vervalst diploma aan het werk of liegen op je cv? Dat kan leiden tot ontslag, maar dat is niet altijd het geval. Eerder schreven we al dat liegen op je cv niet altijd leidt tot een ontslag (maar meestal wel).

Conclusie

Er zijn verschillende manieren om aan de vergewisplicht te voldoen. Een zorgaanbieder moet kunnen laten zien dat op een goede manier is onderzocht of een sollicitant geschikt is. Enkel een VOG vragen is niet voldoende. Toch gebeurd dit in de praktijk vaak. Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Marlies Hol of Jody Esveldt. Marlies Hol 1 [post_title] => Controleert u of uw nieuwe zorgmedewerker zorg mag verlenen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => controleert-u-of-uw-nieuwe-zorgmedewerker-zorg-mag-verlenen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-16 08:54:13 [post_modified_gmt] => 2023-06-16 06:54:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36812 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 36855 [post_author] => 26 [post_date] => 2023-06-15 14:51:33 [post_date_gmt] => 2023-06-15 12:51:33 [post_content] =>

Inleiding

Verhuurders maken in de praktijk vaak gebruik van tijdelijke huurovereenkomsten om zelfstandige woonruimten voor maximaal twee jaar en onzelfstandige woonruimten voor maximaal vijf te kunnen verhuren, zonder dat huurders huurbescherming genieten. Het grote voordeel van deze huurovereenkomsten is namelijk dat deze na afloop van de looptijd van rechtswege eindigen. De wetgever heeft de wens geuit om de in 2016 ingevoerde mogelijkheid om tot tijdelijke verhuur over te gaan, weer af te schaffen. Verhuurders zouden te vaak tijdelijke huurovereenkomsten toepassen, met toenemende onzekerheid voor verhuurders als gevolg. Dit doordat zij van de ene tijdelijke huurovereenkomst naar de andere zouden worden gestuurd. Uiteindelijk heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel 'Wet vaste huurcontracten', waarmee feitelijk het gebruik van tijdelijke huurovereenkomsten wordt afgeschaft. Voor lopende huurcontracten zal de wetswijziging geen gevolgen hebben. Deze wet zal vermoedelijk per 1 januari 2024 in werking treden. Het afschaffen van tijdelijke huurovereenkomsten heeft vergaande gevolgen voor verhuurders die tijdelijk woonruimte willen verhuren, zonder dat de huurder huurbescherming toekomt. Wel zijn er, om verhuurders tegemoet te komen, enkele uitzonderingsmogelijkheden gecreëerd.

Verkoop woning na proef samenwonen

Voor partners die willen gaan samenwonen, en voor het samenwonen in twee afzonderlijke woningen woonachtig zijn, geldt dat een van de twee woningen verhuurd kan worden. Slaagt het samenwonen, dan kan de [verhuurde] woning verkocht worden en de huurovereenkomst tussentijds beëindigd worden. Aan deze opzeggingsgrond zijn wel de nodige voorwaarden verbonden. Zo moet deze opzegginsgrond nadrukkelijk in de huurovereenkomst zijn overeengekomen en mag de opzeggingsgrond tot maximaal twee jaar na aanvang van de huurovereenkomst worden ingeroepen. Dit betekent dat de huurder maximaal twee jaar in onzekerheid kan verkeren. Verder geldt als voorwaarde dat de verhuurder niet eerder dan drie maanden voor het aflopen van de huurtermijn een huwelijk of een geregistreerd partnerschap met zijn partner [waarmee hij is gaan samenwonen] is aangegaan. Mocht een of beide partners reeds woningen verhuren, dan kan géén gebruik gemaakt worden van deze regeling. Ten slotte is de door de wetgever gekozen wetstekst wat ongelukkig te noemen, met name daar waar het ziet op het ‘slagen’ van het samenwonen. Zo lijkt het dat de betrokken partners moeten huwen of een geregistreerd partnerschap moeten aangaan en dat dit ook nog eens moet plaatsvinden in de drie maanden voor het einde van de huurtermijn. Dit terwijl samenwonen ook zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap een succes kan zijn. De vermoedelijke ratio is dat partners maar één keer gebruik kunnen maken van deze regeling, maar het feitelijk dwingen van partners om binnen drie maanden na het einde van de overeengekomen huurtermijn in het huwelijksbootje te stappen [of een geregistreerd partnerschap aan te gaan], om zo de beoogde tijdelijkheid van de huurovereenkomst te waarborgen, lijkt ons toch echt te stap te ver. Toch lijkt de wetgever dit toch echt voor ogen te staan, blijkens de toelichting: “Uit het sluiten van dit huwelijk of het geregistreerd partnerschap tijdens de looptijd van de huurovereenkomst blijkt dat het samenwonen succesvol is.”

Bloed- of aanverwanten

Voor situaties waarin de verhuurder de mogelijkheid wil houden om de woning aan een eerstegraads bloed- of aanverwant [ouder of kind] te verhuren, wordt een opzeggingsgrond gecreëerd om de huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik op te zeggen. Dit komt in feite neer op het uitbreiden van de diplomatenclausule. Net als de opzeggingsgrond voor geslaagd proef samenwonen moet ook deze opzeggingsgrond vooraf in de huurovereenkomst zijn overeengekomen. Bovendien dient de beëindigingsgrond door de kantonrechter te worden getoetst.

Bijzondere categorieën huurders

De wetgever heeft de mogelijkheid open willen houden om bij AMvB bijzondere categorieën huurders aan te wijzen, waarbij  het alsnog mogelijk blijft om tijdelijke huurovereenkomsten voor maximaal twee jaar aan te gaan. Hierbij kan worden gedacht aan:
  • Huurders die tijdelijk in een andere gemeente binnen Nederland werken of studeren vanwege hun werk of studie, zowel nationaal als internationaal;
  • Huurders die hun huidige woning moeten verlaten vanwege renovatie, sloop en vervangende nieuwbouw zoals beschreven in artikel 7:220 BW, en tijdelijk andere woonruimte moeten betrekken;
  • Huurders die afkomstig zijn uit maatschappelijke opvang volgens artikel 1.1.1 van de Wmo, of huurders in een sociale noodsituatie met een aantoonbare urgente huisvestingsbehoefte;
  • Huurders met wie de toegelaten instelling een tweede of laatste kans-huurovereenkomst aangaat, of huurders met wie een tijdelijke huurovereenkomst gecombineerd met begeleiding zoals beschreven in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt afgesloten; en
  • Huurders die hun hoofdverblijf hebben in een woongelegenheid van de toegelaten instelling die eerder werd gehuurd door een overleden bloedverwant in de eerste graad of hun voogd.
  • Dit omvat ook de verhuur aan expats. Dit betekent dat er nog steeds de mogelijkheid bestaat om tijdelijke huurcontracten te sluiten met bepaalde groepen.
Met name de ‘’laatste kans’’ overeenkomsten wekken de aandacht. De wetgever lijkt hier een lans te breken voor wooncorporaties die huurders een laatste kans willen bieden aan huurders door niet direct een ontruimingstitel te doen uitvoeren. In de praktijk deed zich nog wel eens het risico voor dat de gebruiksovereenkomst met [rand]voorden kwalificeerde als nieuwe huurovereenkomst. Het is goed om te zien dat aan deze onduidelijkheid een eind lijkt te komen en het verhuurder nu mogelijk is bij wet een tijdelijke huurovereenkomst te sluiten. Wilt u meer weten? Neem contact op met de specialisten van de sectie vastgoed.          

Robin de Hoon en Michael de Marco

[post_title] => Tijdelijke huurovereenkomsten afgeschaft [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => tijdelijke-huurovereenkomsten-afgeschaft [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-30 09:20:29 [post_modified_gmt] => 2023-06-30 07:20:29 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36855 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 36840 [post_author] => 6 [post_date] => 2023-06-15 13:38:49 [post_date_gmt] => 2023-06-15 11:38:49 [post_content] => Recent heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin een softwarebedrijf (VitaTech) meende dat twee ex-werknemers auteursrechtinbreuk hadden gepleegd.[1] De werknemers zijn namelijk gedurende hun dienstverband een eigen bedrijf begonnen. Dit bedrijf ontwikkelde software die qua functies vergelijkbaar was met het programma dat door VitaTech werd aangeboden.  Mag dit zomaar?

Het ontwikkelen van een concurrerend computerprogramma

De rechter is hier duidelijk over: het is in beginsel toegestaan te concurreren met een oud werkgever. In het onderhavige geval hadden de werknemers bovendien toestemming aan VitaTech gevraagd, alvorens zij hun eigen bedrijf zijn gestart. Het enkele feit dat er een concurrerend product wordt ontwikkeld/aangeboden, is dus niet onrechtmatig jegens VitaTech. Auteursrecht Ten aanzien van het auteursrecht, oordeelt de rechtbank dat er auteursrecht kan rusten op software, meer specifiek op de (bron)code. Er rust volgens de rechtbank echter geen auteursrecht op de functionaliteiten van de software, de programmeertaal en/of de indeling van de bestanden. VitaTech kan dus geen auteursrechtinbreuk aantonen door te laten zien dat de functionaliteiten van de twee programma’s overeenkomen. De (bron)code moet zijn overgenomen en/of ontleend zijn aan die van VitaTech. Dit heeft zij echter niet aangetoond. Bovendien maakt de software van VitaTech gebruik van een low-code platform genaamd Mendix. Programma’s die op dit platform worden ontwikkeld, bestaan uit kleine modules die met elkaar worden verbonden. Voor zover daar dus auteursrecht op zou rusten, behoort dit recht niet toe aan VitaTech, maar aan Mendix. Dit is slechts anders, wanneer VitaTech de modules zodanig had gebruikt/gecombineerd, dat daarop een separaat auteursrecht zou kunnen komen te rusten. Dit standpunt heeft VitaTech echter niet ingenomen. Bedrijfsgeheimen Alhoewel VitaTech op het gebied van het auteursrecht bot vangt, worden haar vorderingen op grond van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen wel toegewezen: de werknemers hadden namelijk vertrouwelijk documenten van VitaTech meegenomen en gebruikt voor het ontwikkelen van hun eigen software, hetgeen niet is toegestaan zonder toestemming van VitaTech.

Conclusie

Wat kunnen we leren van deze zaak? Ten eerste is het als werkgever moeilijk om te voorkomen dat je ex-medewerkers een concurrerend softwareproduct op de markt (zullen) brengen. Zij kennen alle functionaliteiten van de software, welke (in beginsel) geen bescherming kunnen genieten onder het auteursrecht. Zo lang de ex-werknemers gebruikmaken van eigen (bron)code bij het implementeren van de functionaliteiten, zal er doorgaans geen inbreuk worden gemaakt op de rechten van de werkgever. Dit is echter anders, wanneer gebruik wordt gemaakt van vertrouwelijke bedrijfsinformatie, zonder dat daarvoor toestemming is gegeven. Heeft u vragen over het auteursrecht en/of het beschermen van vertrouwelijke bedrijfsgegevens? Neem dan gerust contact op met Robin Verhoef (verhoef@bg.legal). [1] Rb. Rotterdam 2 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:4538. Jos van der Wijst [post_title] => Auteursrechtinbreuk door het overnemen van softwarefunctionaliteiten? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => auteursrechtinbreuk-door-het-overnemen-van-softwarefunctionaliteiten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-01 14:56:01 [post_modified_gmt] => 2024-07-01 12:56:01 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36840 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 36988 [post_author] => 73 [post_date] => 2023-06-28 09:26:54 [post_date_gmt] => 2023-06-28 07:26:54 [post_content] => De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) heeft recentelijk aangekondigd dat de zorgtarieven voor het jaar 2024 opnieuw zullen worden berekend en bijgesteld. Deze beslissing volgt op de ontdekking van een fout in het prijsindexcijfer voor materiële kosten, dat werd verstrekt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS).

Fout bij de prijsindexering

De fout in het prijsindexcijfer heeft invloed op alle gereguleerde tarieven, budgetten, beschikbaarheidbijdragen en beleidsregelwaarden die door de NZa worden vastgesteld voor het komende jaar. De tarieven en beleidsregelwaarden zullen nu op basis van het nieuwe, correcte percentage worden gecorrigeerd en naar beneden bijgesteld. Het effect van deze correctie zal per zorgsector verschillen omdat de materiële kosten per sector verschillen. Onderdelen zoals loon, prijs en kapitaal wegen verschillend mee in het tarief. De NZa zal de betreffende sectoren op de gebruikelijke wijze informeren over deze veranderingen. Daarnaast zal de NZa de vergoedingsbedragen van de beschikbaarheidbijdragen voor het jaar 2023 herberekenen en naar beneden bijstellen. Jaarlijks worden de beschikbaarheidbijdragen op basis van het definitieve indexpercentage berekend. Aangezien het indexpercentage voor 2023 is aangepast, zullen ook de vergoedingsbedragen worden herzien.

De taak van de NZa

De NZa heeft als taak om de marktwerking, kwaliteit en toegankelijkheid in de zorg te bevorderen en te bewaken. Dit omvat het controleren van concurrentieverhoudingen, het voorkomen van marktmisbruik en het bevorderen van eerlijke concurrentie. De NZa kan maximumtarieven stellen met de doelstelling om de kosten in de zorg te beheersen en te voorkomen dat er buitensporig hoge tarieven worden gevraagd door zorginstellingen. Om de tarieven in de zorg te uniformeren en transparant te maken stelt de NZa prestatiebeschrijvingen op. Deze bevatten de omschrijving van de geleverde zorg en de bijbehorende tarieven. Tot slot houdt de NZa ook rekening met kosteninflatie en marktontwikkelingen door middel van prijsindexering. Aan de hand van deze indexering worden de tarieven jaarlijks aangepast. De aangepaste indexering zal voor 1 juli worden aangepast en ook rond die tijd worden bekendgemaakt.

Tariefonderhandelingen

In sommige gevallen kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars gezamenlijk tariefafspraken maken. Dit gebeurt vaak in de vorm van contractonderhandelingen, waarbij beide partijen proberen overeenstemming te bereiken over de vergoedingen voor geleverde zorg. Over de problemen rondom de zorginkoop hebben we al eerder een artikel geschreven.

Conclusie

Het is van essentieel belang voor zorginstellingen om op de hoogte te zijn van de correctie van zorgtarieven voor 2024 door de NZa. Het kan nodig zijn om de tarieven in uw financiële planning en contractuele afspraken met leveranciers aan te passen. Wees erop voorbereid dat de tarieven naar verwachting naar beneden worden bijgesteld, met variaties afhankelijk van de betreffende zorgsector. Heeft u vragen over de zorginkoop? Of heeft u een andere juridische kwestie? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Correctie zorgtarieven voor 2024 door NZa na fout in prijsindexcijfer [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => correctie-zorgtarieven-voor-2024-door-nza-na-fout-in-prijsindexcijfer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-06-28 09:26:54 [post_modified_gmt] => 2023-06-28 07:26:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=36988 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 2437cb201f84b002f38a796d54053ff5 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) heeft recentelijk aangekondigd dat de zorgtarieven voor het jaar 2024 opnieuw zullen worden berekend en bijgesteld. Deze beslissing volgt op de ontdekking van een fout...
Lees meer
Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes Sinds de aangenomen motie om een Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA) verplicht te maken voor de overheid om hun algoritmen te beoordelen, zijn IAMA’s steeds belangrijker geworden voor zowel...
Lees meer
26 jun 2023
In het vorige artikel uit deze blogreeks werd de verplichte traceerbaarheid van de medische hulpmiddelen en uiteengezet. In dit artikel wordt verder ingegaan op het registreren van deze informatie in...
Lees meer
Gegevensverwerking en schadevergoeding: het Hof van Justitie geeft duidelijkheid De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft grote implicaties en vereist dat wordt voldaan aan strikte regelgeving om de privacyrechten van individuen...
Lees meer
Het Europees Parlement heeft zich op 14 juni 2023 uitgelaten over het voorstel van de AI-verordening van de Europese Commissie. Dit heeft geresulteerd in een aantal nieuwe, interessante toevoegingen, alvorens...
Lees meer
De verplichte traceerbaarheid van medische hulpmiddelen is een belangrijk aspect van de Medical Device Regulation (MDR), die bedoeld is om de veiligheid en effectiviteit van medische hulpmiddelen binnen de Europese...
Lees meer
Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Meer dan nu het geval is, zal participatie bij de besluitvorming een nadrukkelijke rol gaan spelen. Maar hoe ziet die participatie...
Lees meer
Zorginstellingen moeten instaan voor de goede kwaliteit van zorg. De wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (hierna: Wkkgz) legt aan de zorgaanbieder verschillende verplichtingen op om zo de kwaliteit van...
Lees meer
Inleiding Verhuurders maken in de praktijk vaak gebruik van tijdelijke huurovereenkomsten om zelfstandige woonruimten voor maximaal twee jaar en onzelfstandige woonruimten voor maximaal vijf te kunnen verhuren, zonder dat huurders...
Lees meer
Recent heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin een softwarebedrijf (VitaTech) meende dat twee ex-werknemers auteursrechtinbreuk hadden gepleegd.[1] De werknemers zijn namelijk gedurende hun dienstverband een eigen...
Lees meer