WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 85
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 85
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] => all
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1453
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 840, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 21271
[post_author] => 43
[post_date] => 2020-07-21 10:11:29
[post_date_gmt] => 2020-07-21 08:11:29
[post_content] => Op 16 juli 2020 heeft het Europese Hof van Justitie het zogenaamde EU-VS Privacy Shield van tafel geveegd. De Europese Commissie en Europese lidstaten riepen het EU-VS Privacy Shield in 2016 in het leven om uitwisseling van persoonsgegevens met de VS te vereenvoudigen. Het Privacy Shield verving de Safe Harbor Privacy Principles, die het Hof in 2015 al naar de prullenbak verwees.
Achtergrond
Een van de doelen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is het adequaat beschermen van persoonsgegevens van Europese burgers, ook wanneer deze naar landen buiten de EU worden verzonden. De AVG maakt die doorgifte dan ook slechts in bepaalde gevallen mogelijk. Bijvoorbeeld op basis van een adequaatheidsbesluit. Doorgifte is ook mogelijk als in het ontvangende land passende waarborgen worden geboden, welke onder andere kunnen worden ingevuld door modelcontractsbepalingen (MCB’s).
Een adequaatheidsbesluit is een besluit van de Europese Commissie, waarmee zij vaststelt dat het beschermingsniveau van persoonsgegevens in het ontvangende land buiten de EU vergelijkbaar is met het beschermingsniveau binnen de EU. Het EU-VS Privacy Shield is een dergelijk adequaatheidsbesluit. Om gebruik te maken van het EU-VS Privacy Shield moet een Amerikaans bedrijf zich certificeren en houden aan bepaalde principes. Het Europese Hof verwijst het EU-VS Privacy Shield nu dus naar de prullenbak.
Beslissing Europees Hof
Het Europese Hof stelt voorop dat als organisaties persoonsgegevens doorgeven aan organisaties in landen buiten de EU, het beschermingsniveau ongeveer gelijkwaardig moet zijn aan dat binnen de EU. Of dit het geval is, is onder andere afhankelijk van de aanwezigheid van passende waarborgen, afdwingbare rechten en effectieve rechtsmiddelen in het ontvangende land. Het Hof geeft daarbij aan dat, wanneer er geen adequaatheidsbesluit ligt, de toezichthouder de doorgifte van persoonsgegevens door een organisatie moet opschorten of verbieden als blijkt dat de MCB’s in het land van ontvangst buiten de EU niet worden of niet kunnen worden nageleefd en het vereiste beveiligingsniveau niet op een andere manier kan worden gewaarborgd. Als de verwerkingsverantwoordelijke de doorgifte buiten de EU zelf niet al heeft stopgezet, moet de nationale toezichthouder dus ingrijpen.
Het Hof concludeert uiteindelijk dat het doorgeven van persoonsgegevens buiten de EU op basis van MCB’s (in principe) mogelijk blijft. De verzendende en ontvangende organisatie moeten vooraf wel nagaan of het vereiste beschermingsniveau het land van ontvangst wordt gehaald. Gelet op het onderstaande lijkt dit voor de VS niet het geval te zijn.
Privacy Shield
Het Hof gaat vervolgens in op het EU-VS Privacy Shield. Waarom wordt het Privacy Shield van tafel geveegd?
De Europese Commissie stelt in artikel 1 lid 1 van het Privacy Shield besluit vast dat de VS een passend beschermingsniveau waarborgt voor persoonsgegevens die vanuit de EU aan in de VS gevestigde organisaties worden doorgegeven. Het Hof is het daar, gelet op de verschillende surveillanceprogramma’s van de Amerikaanse overheid, niet mee eens.
Deze surveillanceprogramma’s zijn volgens het Hof een beperking op de bescherming van persoonsgegevens die verder gaat dan strikt noodzakelijk. Dit is in strijd met het Europese Unierecht. Daarnaast is de door de Amerikaanse overheid aangestelde EU-VS Privacy Shield ombudsman volgens het Hof niet onafhankelijk genoeg. Ook zijn er geen rechtsmiddelen waarop betrokken EU-burgers, waarvan de gegevens naar de VS worden gestuurd, zich in de VS kunnen beroepen.
Volgens het Hof is er dus geen sprake van een door de VS gewaarborgd passend beschermingsniveau, terwijl dit wel is opgenomen in artikel 1 lid 1 van het Privacy Shield besluit. Het Hof velt vervolgens het vernietigend oordeel dat het EU-VS Privacy Shield besluit ongeldig is.
Wat nu?
Met haar beslissing snijdt het Hof een van de routes voor de doorgifte van persoonsgegevens vanuit de EU aan de VS af. De doorgifte van persoonsgegevens op basis van het Privacy Shield zou dus per direct moeten stoppen. Volgens de website van Privacy Shield gaat het in totaal om 5.378 organisaties die op basis van het EU-VS Privacy Shield persoonsgegevens van EU-burgers ontvangen. Deze beslissing treft onder andere bedrijven zoals Facebook, Google, Snapchat, LinkedIn, Amazon, HP en Samsung.
Hoewel het gebruik van MCB’s voor doorgifte buiten de EU in principe mogelijk blijft, moeten de verzender en de ontvanger voorafgaand aan de doorgifte nagaan of het door het Europese Unierecht vereiste beschermingsniveau in het ontvangende land wordt geëerbiedigd. Gelet op het oordeel van het Hof dat er in de VS geen sprake is van een gewaarborgd passend beschermingsniveau, is het maar zeer de vraag of organisaties die onder de Amerikaanse surveillancewetgeving vallen de MCB’s wel kunnen naleven en dus mogen hanteren. Doorgifte van persoonsgegevens aan organisaties in de VS op basis van MCB’s is met deze uitspraak dus ook onzeker geworden.
Persoonsgegevens
Amerikaanse organisaties komen echter niet in een vacuüm terecht. Zij vallen in principe terug op artikel 49 AVG. Hierin staan verschillende gronden voor de doorgifte van persoonsgegevens buiten de EU als een adequaatheidsbesluit ontbreekt en MCB’s niet kunnen worden gebruikt. Deze uitspraak stelt organisaties in de VS in dat opzicht gelijk aan organisaties in andere landen buiten de EU. Doorgifte is op basis van artikel 49 AVG is bijvoorbeeld mogelijk wanneer de betrokken persoon hiervoor expliciete en geïnformeerde toestemming geeft of wanneer dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een in het belang van de betrokkene gesloten overeenkomst tussen de verwerkingsverantwoordelijke in de EU en de ontvangende partij in de VS. In hoeverre de 5.300+ participanten van het Privacy Shield aan deze eisen (kunnen) voldoen, is echter maar de vraag.
Datastromen
Hoewel de absoluut noodzakelijke datastromen vanuit de EU naar de VS vooralsnog door kunnen gaan, is er wel sprake van een aardverschuiving op het gebied van de datastromen vanuit de EU naar de VS. De Amerikaanse overheid steekt vooralsnog haar kop in het zand en houdt het Privacy Shield in stand. Daarbij waarschuwt de Amerikaanse minister van Economische Zaken voor nadelige gevolgen voor transatlantische economische relatie ter waarde van $7,1 biljoen. De Europese Commissie gaf op haar beurt eind juni 2020 al aan bezig te zijn met de modernisatie van MCB’s. Het is nu aan de (inter)nationale toezichthouder(s) en beleidsmakers om aan te geven hoe met deze uitspraak wordt omgegaan. Let daarbij op: het risico van onrechtmatige doorgifte van persoonsgegevens ligt bij u als verwerkingsverantwoordelijke.
Wat kunnen en moeten organisaties doen?
Voor organisaties is het belangrijk om na te gaan of er persoonsgegevens van Europese burgers worden doorgegeven naar organisaties in Amerika, en zo ja of daarvoor het EU-VS Privacy Shield als grondslag wordt gebruikt. Hiervoor kan naast de eigen administratie ook de website van Privacy Shield worden geraadpleegd. Op die website zijn alle organisaties die gebruik maken van het EU-VS Privacy Shield geregistreerd.
Geeft de organisatie inderdaad persoonsgegevens van EU-burgers door aan organisaties in de VS op basis van Privacy Shield, dan moet bekeken worden of het onderliggende contract voorziet in de toepassing van MCB’s in het geval dat Privacy Shield ongeldig zou worden verklaard. Is dit niet het geval, dan moeten er ‘passende beveiligingsmaatregelen’ worden genomen, zoals het alsnog toepassen van MCB’s. Let er daarbij wel op dat het gebruik van MCB’s, gelet op het bovenstaande, niet de perfecte oplossing is. En de doorgifte van persoonsgegevens op basis van artikel 49 AVG levert vaak een onwerkbare situatie op. Het systematisch terugvallen op dit artikel als basis voor de doorgifte van persoonsgegevens buiten Europa lijkt dan ook onwenselijk.
Conclusie
Samenvattend is deze uitspraak van het Europese Hof van Justitie een oproep aan organisaties om hun internationale stromen van persoonsgegevens (met name die naar de VS) tegen het licht te houden. Wanneer deze doorgifte van persoonsgegevens van EU-burgers verloopt op basis van Privacy Shield, moet actie worden ondernomen. Denk daarbij aan het aanpassen van privacy statements, intern privacy beleid en het verwerkingsregister. Maar ook aan het maken van nieuwe afspraken met ontvangende partijen in de VS. Daarbij is het van belang om eventuele sturing van de (inter)nationale toezichthouder(s), zoals de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens, in de gaten te houden.
Mocht dit overweldigend klinken, neem dan contact op met BG.legal. De gevolgen van deze uitspraak en eventuele sturing vanuit de toezichthouders volgen wij namelijk op de voet.
[post_title] => Europees Hof verwijst EU-VS Privacy Shield naar de prullenbak. En nu?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => europees-hof-verwijst-eu-vs-privacy-shield-naar-de-prullenbak-en-nu
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-07-21 16:52:19
[post_modified_gmt] => 2020-07-21 14:52:19
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21271
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 21257
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-07-17 08:31:39
[post_date_gmt] => 2020-07-17 06:31:39
[post_content] => Door de Corona-crisis kan de uitvoering van de zorgregeling onder ouders stress opleveren. De ene ouder weet vaak niet of de andere ouder zich houdt aan de regels van de overheid. Ondanks het feit dat er thans sprake is van versoepeling. Sommige ouders blijven erg voorzichtig, terwijl andere ouders veel losser omgaan met de regels die de overheid heeft gesteld. Ouders zijn vaak bang voor een opleving van de het virus, zeker als straks de scholen weer open gaan en zij een tweede golf verwachten.
Voorwaarden
Hierdoor kan een van de ouders ervoor kiezen om aan de andere ouder aan te geven de zorgregeling te willen aanpassen en ook kunnen zij aangeven dat zij aan de zorgregeling voorwaarden stellen. Zij kunnen bijvoorbeeld aangeven dat het kind niet uit mag gaan of niet naar verjaardagsfeestjes mag gaan of zelfs niet naar familie van de andere ouder mag gaan. Indien de andere ouder zich er niet aan houdt, dan wordt niet meegewerkt aan de uitvoering van de zorgregeling.
Gevolgen
Inmiddels heeft dit geleid tot een aantal juridische procedures tussen ex-partners.
Het is dus van belang om te weten hoe de rechters tegen dit soort procedures aankijken en uiteindelijk daarover beslissen.
Uit het aantal gedane uitspraken is op te maken dat het uitgangspunt van de rechter is dat de zorgregeling die is overeengekomen moet worden nageleefd. Alleen indien de zorgregeling niet in het belang van de kinderen/kind is wordt van de oorspronkelijke afspraak over die regeling afgeweken. Van een situatie dat afwijking van de zorgregeling in het belang van het kind wordt geacht, is niet snel sprake. Rechters vinden het in het belang van de kinderen dat er regelmaat en rust moet zijn en dat betekent dat de oorspronkelijk regeling gewoon gehandhaafd dient te worden. Voor kinderen is structuur belangrijk en zeker in een periode waar al zoveel wijzigt.
Conclusie
Kortom de Corona geeft niet snel aanleiding om van de oorspronkelijke afspraken af te wijken.
Het is dus van groot belang dat de ouders goed met elkaar overleggen indien zij van de eerdere afspraken willen afwijken bij de uitvoering van de zorgregeling en dan is het ook van belang te weten hoe de rechtspraak denkt over een eventuele afwijking met als reden de gevaren van Corona. Een juridische procedure hierover dient eigenlijk altijd te worden voorkomen. Maken de ouders afwijkende afspraken voor bijvoorbeeld een bepaalde periode dan is het raadzaam om die afspraken schriftelijk vast te leggen.
Wees daarbij helder en geef een duidelijk tijdspad weer.
Mocht u hierbij hulp nodig hebben dan kunt u te allen tijde contact opnemen.
[post_title] => Zorgregeling kinderen en Corona
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => zorgregeling-kinderen-en-corona
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-10-26 16:50:31
[post_modified_gmt] => 2022-10-26 14:50:31
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21257
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 21249
[post_author] => 10
[post_date] => 2020-07-16 10:37:45
[post_date_gmt] => 2020-07-16 08:37:45
[post_content] => Per 1 juli 2020 is de Gids Proportionaliteit gewijzigd op een klein maar voor aanbestedende diensten en vooral ook voor inschrijvers niet onbelangrijk punt. In de Gids Proportionaliteit is een voorschrift 3.8B toegevoegd. Dit voorschrift verduidelijkt dat het disproportioneel is om in aanbestedingsdocumenten bedingen op te nemen die op voorhand tenderkostenvergoedingen uitsluiten bij een voortijdige intrekking door de aanbestedende dienst van de aanbesteding.
De aanbestedende dienst moet dus per geval afwegen of een tenderkostenvergoeding aan de orde is. Ook in het geval van intrekking van de aanbesteding.
De Gids proportionaliteit moet door aanbestedende diensten verplicht worden gebruikt bij zowel Europese als nationale aanbestedingen alsmede ook bij meervoudige onderhandse procedures. De Gids proportionaliteit is van toepassing op de gehele aanbestedingsprocedure.
[post_title] => Update aanbestedingsrecht: wijziging Gids Proportionaliteit
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => update-aanbestedingsrecht-wijziging-gids-proportionaliteit
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-07-16 10:41:18
[post_modified_gmt] => 2020-07-16 08:41:18
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21249
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 21213
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-07-15 13:32:07
[post_date_gmt] => 2020-07-15 11:32:07
[post_content] => Het bekende Deense modemerk Rains vecht al jarenlang tegen de Spaanse fashion keten Zara, en met resultaat. Volgens Rains maakt Zara auteursrechtinbreuk op haar bekende regenjassen. Rains speelde een thuiswedstrijd. Het geschil werd door de Deense rechter beslecht. De uitspraak was verrassend: niet op basis van het auteursrecht, maar slaafse nabootsing werd uiteindelijk inbreuk aangenomen. Hoe zit dat dan precies?
Auteursrecht
Designers en andere vormgevers hebben dagelijks met het auteursrecht te maken. Op ieder kledingstuk dat zij ontwikkelen, zal vaak het auteursrecht komen te rusten. Om voor bescherming in aanmerking te komen, dient het product origineel en persoonlijk te zijn. Het persoonlijke stempel van de designer moet op het kledingstuk rusten. De drempel voor het krijgen van auteursrechten ligt laag. En dus is het bijzonder dat Rains die drempel niet heeft gehaald (zie hierna).
Een uitzondering geldt voor producten die bestaan uit technische elementen. Hier kan in beginsel geen auteursrecht op rusten, ook al zijn zij het resultaat van creatieve keuzes.

Slaafse nabootsing
Slaafse nabootsing is als het ware het vangnet voor alle producten die niet door een ander recht worden beschermd. Het is een vorm van de onrechtmatige daad. Het uitgangspunt is dat slaafse nabootsing is toegestaan, maar hier kan vanaf worden geweken. In dat geval moet de eisende partij aantonen dat zij met hun product een ‘eigen gezicht op de markt’ hebben. Daarnaast moet het inbreuk makende product zorgen voor verwarring bij het publiek. Ten slotte dient de nabootsende partij onvoldoende te hebben gedaan om gevaar voor verwarring te voorkomen. Als aan alle drie de vereisten wordt voldaan, dan wordt het product op onrechtmatige wijze slaafs nagebootst.
In onderstaande uitspraak deed Rains eerst een beroep op het auteursrecht, maar dit werd niet aangenomen. Slaafse nabootsing bleek wel vruchtbare grond te zijn.
Uitspraak
De Deense rechtbank oordeelde eerder dit jaar dat de twee jassen van Rains niet werden beschermd onder het nationale auteursrecht. Het ontwerp van de jassen was namelijk niet origineel genoeg en gaf geen blijk van creatieve keuzes door de ontwerper. Het uiterlijk van de jassen was een resultaat van de technische elementen en viel daardoor dus niet onder het auteursrecht.
Hoewel dit nadelig leek voor Rains, kwam de rechtbank wel met het volgende. De jassen van Rains zijn zeer bekend bij het grote publiek, waardoor zij een zeker onderscheidend vermogen hebben verkregen. Gezien de minimalistische indruk en hoge kwaliteit van de Rains jassen en het feit dat zij al vele jaren op de markt verkocht worden, maakt dat zij zich kan beroepen op slaafse nabootsing. Conclusie was dan ook dat Zara inbreuk maakte en haar jassen uit de verkoop moest halen.
Wat betekent dit voor de praktijk
Op veel werken komt veelal het auteursrecht te liggen. Toch komt het voor dat er niet wordt voldaan aan de vereisten voor bescherming en een beroep op slaafse nabootsing passender is. Slaafse nabootsing kan, net zoals andere intellectuele eigendomsrechten, ervoor zorgen dat inbreuk makende producten van de markt verdwijnen. Een effectief middel dus.
Heeft u vragen over het auteursrecht of slaafse nabootsing? Of heeft u hulp nodig bij de bestrijding van inbreuk makende producten? Leg het aan ons voor. Wij kunnen u adviseren en zo nodig bijstaan in een procedure. U kunt contact met ons opnemen.
[post_title] => RAINS vs. Zara: geen auteursrecht, wel slaafse nabootsing
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => rains-vs-zara-geen-auteursrecht-wel-slaafse-nabootsing
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-02-01 10:56:22
[post_modified_gmt] => 2022-02-01 09:56:22
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21213
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 21205
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-07-15 12:13:21
[post_date_gmt] => 2020-07-15 10:13:21
[post_content] => Wij krijgen veel vragen over het gebruiken van merken voor de promotie van producten. Die vragen zien niet zozeer op het promoten van eigen producten (met een eigen merk), maar meer op het verkopen van andermans producten. Daarom licht ik in dit artikel het juridisch kader toe. Dit doe ik aan de hand van een voorbeeld.
Uitgangspunt
Alleen de houder van een merk mag dat merk gebruiken. Dat is althans het uitgangspunt van de wet. Zo mag alleen Nike het merk ‘Nike’ gebruiken. Als je gebruik wil maken van andermans merk, dan heb je daar toestemming voor nodig.
Maar hoe zit dit als je Nike schoenen wil verkopen? Er zijn drie verschillende situaties denkbaar.

Officiële dealer
Het kan zijn dat je officieel dealer van een merkproduct bent. Je bent dan officieel aangesloten bij het netwerk van dat merk. Je kunt bijvoorbeeld officieel dealer van Nike schoenen in Nederland zijn. Je hebt dan rechtstreeks afspraken met Nike gemaakt over de verkoop van de schoenen. En waarschijnlijk ook over de manier waarop je het merk Nike mag gebruiken.
Als je officieel dealer bent is toestemming (besloten in de gemaakte afspraken) dus vaak de basis van het merkgebruik.
Maar het kan ook zo zijn dat je Nike schoenen wil verkopen, zonder dat je officieel dealer bent. Je hebt geen rechtstreekse zakelijke verhouding met Nike. Je importeert of koopt de producten van een andere organisatie. Mag je dan toch het merk van Nike gebruiken om de schoenen te promoten?
In dat geval maken we onderscheid tussen producten die van buiten en binnen de EU afkomstig zijn.
Import binnen de EU
Als de producten afkomstig zijn uit de EU, dan komt de uitputting van het merk de hoek om kijken. Je koopt of importeert de schoenen bijvoorbeeld van een organisatie die in de EU is gevestigd.
Als het product in eerste instantie met toestemming van de merkhouder op de markt in de EU is gebracht, dan heeft de merkhouder zijn rechten uitgeput. Dit betekent dat de producten vrij mogen worden verhandeld. Alleen met een gegronde reden mag de merkhouder bezwaar maken tegen de doorverkoop van de producten.
Stel, je wil Nike schoenen verkopen via een webshop. Je koopt de schoenen in bij een andere partij die is gevestigd in de EU. Het product is destijds met toestemming van Nike op de Europese markt gebracht. Dan betekent dit dat je het merk Nike mag noemen in jouw webshop en mag gebruiken voor de promotie van de schoenen.
Deze vorm van parallelimport is toegestaan. Ondanks dat een organisatie niet behoort tot een selectief distributienetwerk, mag er toch gebruik worden gemaakt van het merk. Dit geldt dus voor niet-officiële wederverkopers.
Wordt je toch aangesproken door de merkhouder? De bewijslast rust dan op jou. Let er dus op dat de toestemming van de merkhouder herleidbaar is in de keten. En dat je dus kunt aantonen dat de producten legaal op de Europese markt zijn gebracht.
Kun je dat niet herleiden? Maak hier dan op voorhand afspraken over met jouw leverancier. Bijvoorbeeld dat eventuele aansprakelijkheid op de leverancier rust.
Import buiten EU
Een derde mogelijkheid is dat je het product koopt van een partij die buiten de EU is gevestigd. Met andere woorden: de producten zijn nog niet op de Europese markt geïntroduceerd. Denk bijvoorbeeld aan producten die worden geïmporteerd uit China of de VS.
De eerste vraag die moet worden beantwoord, is of de producten met toestemming van de merkhouder naar de EU worden geëxporteerd. Of dat dit gebeurt buiten de verkoopkanalen van de merkhouder om.
Als de merkhouder hier niet van op de hoogte is, dan is verdere verhandeling van het product en het merkgebruik onrechtmatig. Er zal al snel sprake zijn van een merkinbreuk waartegen de merkhouder kan optreden. Deze vorm van parallelimport is dus wel inbreuk makend.
Casuïstisch
Per geval moet dus worden beoordeeld of:
- De producten mogen worden verhandeld;
- En of daarbij gebruik mag worden gemaakt van het merk van een ander.
Er zijn namelijk
uitzonderingen in de jurisprudentie geformuleerd. Niet al het merkgebruik voor de verkoop van producten is toegestaan. Je kunt bijvoorbeeld niet het merk Nike in een nieuwe domeinnaam verwerken. Ook is het niet zomaar mogelijk om een merk Nike als zoekwoord in Google Ads te gebruiken.
Per geval kunnen dus specifieke regels gelden. Het bovenstaande geeft echter een overzicht van de uitgangspunten van de wet.
Heeft u nog vragen over parallelimport en merkgebruik? Neem dan contact met ons op.
[post_title] => Merkgebruik bij import producten en doorverkoop
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => merkgebruik-bij-import-producten-en-doorverkoop
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2022-12-12 09:56:47
[post_modified_gmt] => 2022-12-12 08:56:47
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21205
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 21194
[post_author] => 16
[post_date] => 2020-07-15 11:25:15
[post_date_gmt] => 2020-07-15 09:25:15
[post_content] =>
Je gaat scheiden. Wat gebeurt er met je letselschadeuitkering die je tijdens het huwelijk hebt ontvangen?
Valt de letselschadeuitkering geheel in de boedel? Of valt deze buiten de boedel en onder welke voorwaarden? Rechtbank Den Haag heeft hier recent uitspraak over gedaan.
Verdeling vermogen
Als het tot een echtscheiding komt van gehuwden die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, moet het gezamenlijk [huwelijks]vermogen verdeeld worden tussen de [ex]echtgenoten. Een eventuele letselschadeuitkering die ten tijde van het huwelijk aan een van de echtgenoten is
uitgekeerd behoort in beginsel ook tot dat
gezamenlijk vermogen.
Verknochtheid
Het vermogensbestanddeel dat echter verknocht is aan één van de [ex]echtgenoten hoeft niet verdeeld te worden. Een vermogensbestanddeel is verknocht als de vergoeding op bijzondere wijze is verbonden aan een van de [ex]echtgenoten.
Materiële en immateriële schadeuitkering
Een smartengelduitkering [zgn. immateriële schade] is in ieder geval verknocht nu dat enkel het leed van de echtgenoot die het ongeval heeft meegemaakt vergoedt. De materiële schadevergoeding is slechts verknocht voor zover deze schade na ontbinding van het huwelijk geleden wordt.

Letselschadeuitkering traceerbaar en identificeerbaar
Uit uitspraken van rechters blijkt dat degene die zich beroept op verknochtheid van de letselschadeuitkering aan moet tonen;
- dat de letselschadeuitkering nog binnen de boedel aanwezig is; het mag niet met ander geld van de gemeenschap vermengd zijn.
- om welke schadecomponenten het gaat.
Verknochtheid gaat alleen op zolang de uitkering
identificeerbaar en
traceerbaar is.
Hierover gaat een recente uitspraak van Rechtbank Den Haag;
De vrouw had ten tijde van het huwelijk een letselschadeuitkering gekregen. De man heeft aangetoond dat dit om een bedrag van € 80.000,00 gaat. De man stelt dat dit bedrag geheel in de gemeenschap is opgegaan nu de vergoeding niet is geadministreerd door de vrouw en dus niet traceerbaar is.
Door het ontbreken van de administratie, die ziet op de letselschadevergoeding, is niet meer te herleiden in welke bedragen de door de vrouw ontvangen schadevergoeding uiteenviel.
Rechtbank Den Haag beslist op basis van redelijkheid
Nu de vrouw blijvend letsel heeft opgelopen, door welk letsel zij naar verwachting blijvend volledig arbeidsongeschikt is, acht de rechtbank het waarschijnlijk dat de schadevergoeding deels ziet op niet-verknochte schade, zoals gemaakte kosten en verlies van arbeidsvermogen tijdens het huwelijk en deels op wel verknochte schade zoals immateriële schade en verlies arbeidsvermogen in het tijdvak na de ontbinding van het huwelijk.
De rechtbank bepaalt het vergoedingsrecht ten aanzien van het verknochte deel van de letselschadevergoeding in redelijkheid op € 45.000,00.
Zie volledige uitspraak
ECLI:NL:RBDHA:2020:3194
Conclusie
De beoordeling of een letselschadeuitkering bij echtscheiding binnen of buiten de boedel moet blijven blijft lastig. Een van de voorwaarden is dat de letselschadeuitkering traceerbaar en identificeerbaar moet zijn.
Echter indien de letselschadeuitkering niet meer identificeerbaar is kan de rechter, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, op basis van redelijkheid toch tot een verknocht deel komen.
Om niet voor verrassingen te komen te staan is het verstandig om uw letselschadeuitkering op een aparte rekening te storten. Bij een eventuele scheiding kunt u dan beroep doen op de verknochtheid van de letselschadevergoeding. Ook is het belangrijk om bij de afwikkeling van de letselschade een gespecificeerde schadestaat op te stellen, zodat u ook aan kunt tonen uit welke schadecomponenten de uitkering bestaat.

[post_title] => Gevolgen letselschadeuitkering na beëindiging huwelijk.
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => gevolgen-letselschadeuitkering-na-beeindiging-huwelijk
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-07-15 11:39:02
[post_modified_gmt] => 2020-07-15 09:39:02
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21194
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 21186
[post_author] => 10
[post_date] => 2020-07-15 10:35:14
[post_date_gmt] => 2020-07-15 08:35:14
[post_content] =>
Tegenwoordig kan elke Nederlander online zijn medische gegevens inzien. Of we nu ziek of gezond zijn: zelf je gegevens bijhouden en delen met huisartsen, ziekenhuizen en behandelaars, wordt steeds eenvoudiger. We krijgen niet alleen meer regie, maar ook meer rechten. Bijvoorbeeld het recht op inzage in ons elektronisch zorgdossier en een afschrift daarvan – geheel kosteloos. Het resultaat van een nieuw wetsartikel. In april 2020 is hierover door BG.zorg een artikel geschreven.
Inwerkingtreding
De Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz) omvat waarborgen voor cliënten bij
elektronische gegevensuitwisseling. Een deel van de wettelijke bepalingen is per 1 juli 2017 in werking getreden.

Voor de inwerkingtreding van de bepalingen rondom elektronisch afschrift/inzage en logging is een groeimodel afgesproken, om zorgaanbieders de tijd te geven zich hierop voor te bereiden.
Deze bepalingen zijn per 1 juli 2020 in werking getreden.
De rijksoverheid heeft over dit onderwerp een juridische
factsheet gemaakt. Dit
factsheet geeft een overzicht van de rechten en plichten bij verwerking van gegevens en elektronische inzage en afschrift van medische dossiers op grond van de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz).
Zorgaanbieders met vragen over de Wabvpz kunnen contact opnemen met
BG.zorg.

[post_title] => Update zorg: juridische Factsheet Wabvpz
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => update-zorg-juridische-factsheet-wabvpz
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-07-15 11:42:08
[post_modified_gmt] => 2020-07-15 09:42:08
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21186
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 21157
[post_author] => 26
[post_date] => 2020-07-13 08:39:57
[post_date_gmt] => 2020-07-13 06:39:57
[post_content] =>
“Je kunt kiezen, of je gaat strafregels schrijven of je gaat nu voor mij knielen.”
Op 19 juni 2020 is door de onderwijsgeschillencommissie uitspraak gedaan over een docente Duits, wiskunde en rekenen die een leerling de keuze gaf: of strafregels schrijven, of knielen voor haar. De school heeft haar voor die uitspraak een berisping gegeven. De docente was het met die uitspraak oneens en heeft zich tot de commissie voor Onderwijsgeschillen gewend.
Uitspraak Onderwijsgeschillencommissie
De commissie ging niet mee in het betoog van de docente dat zij met knielen bedoelde ‘
knielen om kauwgom onder de banken te verwijderen’. Er is sprake van plichtsverzuim, want binnen het onderwijs is er een geldend voorschrift waarin is opgenomen dat vernederen taalgebruik niet is toegestaan.
Maatregelen
Tóch is de commissie van oordeel dat een berisping een te zware maatregel is. De redenen daarvoor zijn dat de docente meteen excuses heeft aangeboden voor haar taalgebruik en hierover op eigen initiatief met de leerling en zijn ouders in gesprek is gegaan. De ouders hebben geen klacht tegen de docente ingediend. Verder heeft de docente in de 23 jaar dat zij bij de school heeft gewerkt nooit soortgelijk gedrag vertoond.
U vindt de uitspraak hier: https://onderwijsgeschillen.nl/uitspraken/beroep-tegen-berisping-gegrond-de-uitlatingen-van-de-werknemer-tegenover-de-leerling
Marlies Hol, juridisch medewerker
[post_title] => Strafregels of knielen, je kunt kiezen...
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => strafregels-of-knielen-je-kunt-kiezen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-07-15 15:13:07
[post_modified_gmt] => 2020-07-15 13:13:07
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21157
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 21137
[post_author] => 10
[post_date] => 2020-07-10 07:45:08
[post_date_gmt] => 2020-07-10 05:45:08
[post_content] => De meeste legesverordeningen van gemeenten die op hun beurt vaak zijn gebaseerd op de VNG- modelverordening, bepalen dat bij het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit leges betaald moeten worden.

Als vervolgens de vergunning niet wordt verleend, is dat in beginsel niet relevant voor de aanslag van leges. Immers, de aanvraag is in behandeling genomen. Veel legesverordeningen bepalen wel dat een aanvrager recht heeft op vermindering of teruggaaf van leges wanneer de aanvraag wordt geweigerd of wanneer de aanvrager tijdens de procedure van het in behandeling zijn van de aanvraag, deze aanvraag intrekt.
Overigens, als een vergunning van rechtswege is verleend kan verdedigd worden dat die enkele omstandigheid op zichzelf onvoldoende is om te kunnen vaststellen dat leges zijn verschuldigd. Het gaat erom of de aanvraag wel of niet door de gemeente in behandeling is genomen.
[post_title] => Kosten aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kosten-aanvraag-omgevingsvergunning-voor-een-bouwactiviteit
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-07-10 07:45:08
[post_modified_gmt] => 2020-07-10 05:45:08
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21137
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 21069
[post_author] => 10
[post_date] => 2020-07-02 10:11:27
[post_date_gmt] => 2020-07-02 08:11:27
[post_content] =>
Kosten op transitievergoeding
Het nieuwe
Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding is op 1 juli 2020
in werking getreden. Op basis van dit besluit mag een werkgever inzetbaarheidskosten op de transitievergoeding in mindering brengen als de verworven kennis en vaardigheden zijn gebruikt voor een andere functie. Met dit besluit worden werkgevers gestimuleerd om tijdens het dienstverband van hun werknemers te investeren in de brede inzetbaarheid van deze werknemers.
Voorwaarden
De navolgende al
bestaande voorwaarden blijven van kracht:
- De werkgever moet de kosten die hij in mindering wil brengen vooraf gespecificeerd en schriftelijk voorleggen aan de werknemer;
- De werknemer moet vooraf schriftelijk instemmen met het in mindering brengen van de gespecificeerde kosten;
- De kosten moeten gemaakt zijn door de werkgever die de transitievergoeding verschuldigd is, ten behoeve van de werknemer aan wie de transitievergoeding verschuldigd is.;
- De kosten mogen niet het loon van de werknemer betreffen;
- De kosten moeten in een redelijke verhouding staan tot het doel waarvoor ze zijn gemaakt;
- De kosten moeten gemaakt zijn tijdens of na de periode waarover de transitievergoeding wordt berekend;
- De kosten mogen niet op een derde kunnen worden verhaald;
- De kosten mogen niet op de werknemer kunnen worden verhaald;
- De kosten moeten zien op activiteiten ter bevordering van de brede inzetbaarheid van de werknemer, en mogen niet als doel hebben het functioneren van de werknemer in de eigen functie te verbeteren;
- De kosten moeten zijn gemaakt in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop de transitievergoeding is verschuldigd, tenzij werkgever en werknemer schriftelijk anders zijn overeengekomen.

Wat verder niet verandert is dat kosten die worden gemaakt voor de uitoefening van de huidige functie van de werknemer
niet in mindering mogen worden gebracht.
Er kan individueel met de werknemer worden afgesproken dat de volledige kosten van een opleiding in mindering mogen worden gebracht op de transitievergoeding. Wanneer op grond van een cao er sprake is van een persoonlijk ontwikkelingsbudget en de werknemer maakt gebruik van dit budget voor zijn of haar brede inzetbaarheid, dan kan de werkgever de daarmee gepaard gaande bedragen in mindering brengen op de transitievergoeding.
Wat ook niet verandert is dat bepaalde transitie- of inzetbaarheidskosten die op grond van een cao door een werkgever moeten worden gemaakt, in mindering mogen worden gebracht op de transitievergoeding. De werkgever heeft hiervoor niet de instemming van de werknemer nodig. Wel moet de werkgever de werknemer informeren.
Evenmin wijzigt de bestaande situatie dat voor het berekenen van de door een werkgever van het UWV te
verkrijgen compensatie voor een verstrekte transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid of bij beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming vanwege ziekte, overlijden of pensionering van de werkgever, wordt uitgegaan van het
bedrag aan transitievergoeding voor het in mindering brengen van de inzetbaarheidskosten. Op deze wijze wordt voorkomen dat de werkgever de kosten van de brede inzetbaarheid van de werknemer alsnog zelf moet dragen hetgeen afbreuk zou doen aan het doel om de brede inzetbaarheid te stimuleren.

[post_title] => Verlaagde transitievergoeding bij brede inzetbaarheid
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => verlaagde-transitievergoeding-bij-brede-inzetbaarheid
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-07-02 10:14:05
[post_modified_gmt] => 2020-07-02 08:14:05
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21069
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 21271
[post_author] => 43
[post_date] => 2020-07-21 10:11:29
[post_date_gmt] => 2020-07-21 08:11:29
[post_content] => Op 16 juli 2020 heeft het Europese Hof van Justitie het zogenaamde EU-VS Privacy Shield
van tafel geveegd. De Europese Commissie en Europese lidstaten riepen het EU-VS Privacy Shield in 2016 in het leven om uitwisseling van persoonsgegevens met de VS te vereenvoudigen. Het Privacy Shield verving de Safe Harbor Privacy Principles, die het Hof in 2015 al naar de prullenbak verwees.
Achtergrond
Een van de doelen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is het adequaat beschermen van persoonsgegevens van Europese burgers, ook wanneer deze naar landen buiten de EU worden verzonden. De AVG maakt die doorgifte dan ook slechts in bepaalde gevallen mogelijk. Bijvoorbeeld op basis van een adequaatheidsbesluit. Doorgifte is ook mogelijk als in het ontvangende land passende waarborgen worden geboden, welke onder andere kunnen worden ingevuld door
modelcontractsbepalingen (MCB’s).
Een adequaatheidsbesluit is een besluit van de Europese Commissie, waarmee zij vaststelt dat het beschermingsniveau van persoonsgegevens in het ontvangende land buiten de EU vergelijkbaar is met het beschermingsniveau binnen de EU. Het EU-VS Privacy Shield is een dergelijk adequaatheidsbesluit. Om gebruik te maken van het EU-VS Privacy Shield moet een Amerikaans bedrijf zich certificeren en houden aan bepaalde principes. Het Europese Hof verwijst het EU-VS Privacy Shield nu dus naar de prullenbak.
Beslissing Europees Hof
Het Europese Hof stelt voorop dat als organisaties persoonsgegevens doorgeven aan organisaties in landen buiten de EU, het beschermingsniveau ongeveer gelijkwaardig moet zijn aan dat binnen de EU. Of dit het geval is, is onder andere afhankelijk van de aanwezigheid van passende waarborgen, afdwingbare rechten en effectieve rechtsmiddelen in het ontvangende land. Het Hof geeft daarbij aan dat, wanneer er geen adequaatheidsbesluit ligt, de toezichthouder de doorgifte van persoonsgegevens door een organisatie moet
opschorten of verbieden als blijkt dat de MCB’s in het land van ontvangst buiten de EU niet worden of niet kunnen worden nageleefd en het vereiste beveiligingsniveau niet op een andere manier kan worden gewaarborgd. Als de verwerkingsverantwoordelijke de doorgifte buiten de EU zelf niet al heeft stopgezet, moet de nationale toezichthouder dus ingrijpen.
Het Hof concludeert uiteindelijk dat het doorgeven van persoonsgegevens buiten de EU op basis van MCB’s (in principe) mogelijk blijft. De verzendende en ontvangende organisatie moeten vooraf wel nagaan of het vereiste beschermingsniveau het land van ontvangst wordt gehaald. Gelet op het onderstaande lijkt dit voor de VS niet het geval te zijn.
Privacy Shield
Het Hof gaat vervolgens in op het
EU-VS Privacy Shield. Waarom wordt het Privacy Shield van tafel geveegd?
De Europese Commissie stelt in artikel 1 lid 1 van het Privacy Shield besluit vast dat de VS een passend beschermingsniveau waarborgt voor persoonsgegevens die vanuit de EU aan in de VS gevestigde organisaties worden doorgegeven. Het Hof is het daar, gelet op de verschillende surveillanceprogramma’s van de Amerikaanse overheid, niet mee eens.
Deze surveillanceprogramma’s zijn volgens het Hof een beperking op de bescherming van persoonsgegevens die verder gaat dan strikt noodzakelijk. Dit is
in strijd met het Europese Unierecht. Daarnaast is de door de Amerikaanse overheid aangestelde EU-VS Privacy Shield ombudsman volgens het Hof niet onafhankelijk genoeg. Ook zijn er geen rechtsmiddelen waarop betrokken EU-burgers, waarvan de gegevens naar de VS worden gestuurd, zich in de VS kunnen beroepen.
Volgens het Hof is er dus geen sprake van een door de VS gewaarborgd passend beschermingsniveau, terwijl dit wel is opgenomen in artikel 1 lid 1 van het Privacy Shield besluit. Het Hof velt vervolgens het vernietigend oordeel dat het EU-VS Privacy Shield besluit
ongeldig is.
Wat nu?
Met haar beslissing snijdt het Hof een van de routes voor de doorgifte van persoonsgegevens vanuit de EU aan de VS af. De doorgifte van persoonsgegevens op basis van het Privacy Shield zou dus per direct moeten stoppen. Volgens de
website van Privacy Shield gaat het in totaal om 5.378 organisaties die op basis van het EU-VS Privacy Shield persoonsgegevens van EU-burgers ontvangen. Deze beslissing treft onder andere bedrijven zoals Facebook, Google, Snapchat, LinkedIn, Amazon, HP en Samsung.
Hoewel het gebruik van MCB’s voor doorgifte buiten de EU in principe mogelijk blijft, moeten de verzender en de ontvanger voorafgaand aan de doorgifte nagaan of het door het Europese Unierecht vereiste beschermingsniveau in het ontvangende land wordt geëerbiedigd. Gelet op het oordeel van het Hof dat er in de VS geen sprake is van een gewaarborgd passend beschermingsniveau, is het maar zeer de vraag of organisaties die onder de Amerikaanse surveillancewetgeving vallen de MCB’s wel kunnen naleven en dus mogen hanteren. Doorgifte van persoonsgegevens aan organisaties in de VS op basis van MCB’s is met deze uitspraak dus ook onzeker geworden.
Persoonsgegevens
Amerikaanse organisaties komen echter niet in een vacuüm terecht. Zij vallen in principe terug op artikel 49 AVG. Hierin staan verschillende gronden voor de doorgifte van persoonsgegevens buiten de EU als een adequaatheidsbesluit ontbreekt en MCB’s niet kunnen worden gebruikt. Deze uitspraak stelt organisaties in de VS in dat opzicht
gelijk aan organisaties in andere landen buiten de EU. Doorgifte is op basis van artikel 49 AVG is bijvoorbeeld mogelijk wanneer de betrokken persoon hiervoor expliciete en geïnformeerde toestemming geeft of wanneer dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een in het belang van de betrokkene gesloten overeenkomst tussen de verwerkingsverantwoordelijke in de EU en de ontvangende partij in de VS. In hoeverre de 5.300+ participanten van het Privacy Shield aan deze eisen (kunnen) voldoen, is echter maar de vraag.
Datastromen
Hoewel de absoluut noodzakelijke datastromen vanuit de EU naar de VS vooralsnog door kunnen gaan, is er wel sprake van een aardverschuiving op het gebied van de datastromen vanuit de EU naar de VS. De Amerikaanse overheid steekt vooralsnog haar kop in het zand en houdt het Privacy Shield in stand. Daarbij
waarschuwt de Amerikaanse minister van Economische Zaken voor nadelige gevolgen voor transatlantische economische relatie ter waarde van $7,1 biljoen. De Europese Commissie gaf op haar beurt eind juni 2020 al aan bezig te zijn met de modernisatie van MCB’s. Het is nu aan de
(inter)nationale toezichthouder(s) en beleidsmakers om aan te geven hoe met deze uitspraak wordt omgegaan.
Let daarbij op: het risico van onrechtmatige doorgifte van persoonsgegevens ligt bij u als verwerkingsverantwoordelijke.
Wat kunnen en moeten organisaties doen?
Voor organisaties is het belangrijk om na te gaan of er persoonsgegevens van Europese burgers worden doorgegeven naar organisaties in Amerika, en zo ja of daarvoor het EU-VS Privacy Shield als grondslag wordt gebruikt. Hiervoor kan naast de eigen administratie ook de
website van Privacy Shield worden geraadpleegd. Op die website zijn alle organisaties die gebruik maken van het EU-VS Privacy Shield geregistreerd.
Geeft de organisatie inderdaad persoonsgegevens van EU-burgers door aan organisaties in de VS op basis van Privacy Shield, dan moet bekeken worden of het onderliggende contract voorziet in de toepassing van MCB’s in het geval dat Privacy Shield ongeldig zou worden verklaard. Is dit niet het geval, dan moeten er ‘passende beveiligingsmaatregelen’ worden genomen, zoals het alsnog toepassen van MCB’s. Let er daarbij wel op dat het gebruik van MCB’s, gelet op het bovenstaande, niet de perfecte oplossing is. En de doorgifte van persoonsgegevens op basis van artikel 49 AVG levert vaak een onwerkbare situatie op. Het systematisch terugvallen op dit artikel als basis voor de doorgifte van persoonsgegevens buiten Europa lijkt dan ook onwenselijk.
Conclusie
Samenvattend is deze uitspraak van het Europese Hof van Justitie een
oproep aan organisaties om hun internationale stromen van persoonsgegevens (met name die naar de VS) tegen het licht te houden. Wanneer deze doorgifte van persoonsgegevens van EU-burgers verloopt op basis van Privacy Shield, moet actie worden ondernomen. Denk daarbij aan het aanpassen van privacy statements, intern privacy beleid en het verwerkingsregister. Maar ook aan het maken van nieuwe afspraken met ontvangende partijen in de VS. Daarbij is het van belang om eventuele sturing van de (inter)nationale toezichthouder(s), zoals de Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens, in de gaten te houden.
Mocht dit overweldigend klinken, neem dan contact op met BG.legal. De gevolgen van deze uitspraak en eventuele sturing vanuit de toezichthouders volgen wij namelijk op de voet.

[post_title] => Europees Hof verwijst EU-VS Privacy Shield naar de prullenbak. En nu?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => europees-hof-verwijst-eu-vs-privacy-shield-naar-de-prullenbak-en-nu
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2020-07-21 16:52:19
[post_modified_gmt] => 2020-07-21 14:52:19
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=21271
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 1453
[max_num_pages] => 146
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => b1be783e01ee76e6c8de813b8111c1a5
[query_vars_changed:WP_Query:private] =>
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:80d219354819996df441c47ff60e3aab:0.10081000 17481703230.52198300 1748170323
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Op 16 juli 2020 heeft het Europese Hof van Justitie het zogenaamde EU-VS Privacy Shield van tafel geveegd. De Europese Commissie en Europese lidstaten riepen het EU-VS Privacy Shield in...
Lees meer
Door de Corona-crisis kan de uitvoering van de zorgregeling onder ouders stress opleveren. De ene ouder weet vaak niet of de andere ouder zich houdt aan de regels van de...
Lees meer
Per 1 juli 2020 is de Gids Proportionaliteit gewijzigd op een klein maar voor aanbestedende diensten en vooral ook voor inschrijvers niet onbelangrijk punt. In de Gids Proportionaliteit is een...
Lees meer
Het bekende Deense modemerk Rains vecht al jarenlang tegen de Spaanse fashion keten Zara, en met resultaat. Volgens Rains maakt Zara auteursrechtinbreuk op haar bekende regenjassen. Rains speelde een thuiswedstrijd....
Lees meer
Wij krijgen veel vragen over het gebruiken van merken voor de promotie van producten. Die vragen zien niet zozeer op het promoten van eigen producten (met een eigen merk), maar...
Lees meer
Je gaat scheiden. Wat gebeurt er met je letselschadeuitkering die je tijdens het huwelijk hebt ontvangen? Valt de letselschadeuitkering geheel in de boedel? Of valt deze buiten de boedel en...
Lees meer
Tegenwoordig kan elke Nederlander online zijn medische gegevens inzien. Of we nu ziek of gezond zijn: zelf je gegevens bijhouden en delen met huisartsen, ziekenhuizen en behandelaars, wordt steeds eenvoudiger....
Lees meer
“Je kunt kiezen, of je gaat strafregels schrijven of je gaat nu voor mij knielen.” Op 19 juni 2020 is door de onderwijsgeschillencommissie uitspraak gedaan over een docente Duits, wiskunde...
Lees meer
De meeste legesverordeningen van gemeenten die op hun beurt vaak zijn gebaseerd op de VNG- modelverordening, bepalen dat bij het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor...
Lees meer
Kosten op transitievergoeding Het nieuwe Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding is op 1 juli 2020 in werking getreden. Op basis van dit besluit mag een werkgever inzetbaarheidskosten...
Lees meer