Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [paged] => 0
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 12
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1313
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (12)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 0, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 40882
                    [post_author] => 12
                    [post_date] => 2024-01-24 14:20:35
                    [post_date_gmt] => 2024-01-24 13:20:35
                    [post_content] => Sinds 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. Deze wet biedt ondernemers met een in de kern gezonde onderneming de kans om hun onderneming te herstructureren buiten faillissement. Schulden worden geherstructureerd door een akkoord aan te bieden aan schuldeisers en/of aandeelhouders van de onderneming. In deze blog wordt de invloed van de WHOA op de huurrechtpraktijk besproken. 

Mogelijkheid tot opzegging van lopende overeenkomsten

Tijdens een WHOA-procedure kan de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige een voorstel doen aan de wederpartij tot wijziging of beëindiging van een duurovereenkomst, zoals een huurovereenkomst waarover hieronder verder wordt gesproken. Indien de verhuurder niet instemt met het voorstel van de huurder, kan de schuldenaar-huurder of de herstructureringsdeskundige deze overeenkomst opzeggen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zo moet het akkoord uiteindelijk door de rechtbank worden gehomologeerd en moet de rechtbank hierbij nadrukkelijk toestemming geven voor de eenzijdige opzegging van de huurovereenkomst door de huurder. De opzegging vindt in beginsel van rechtswege plaats op de dag waarop het akkoord door de rechtbank is gehomologeerd tegen een door de rechtbank te bepalen termijn waarbij een termijn van maximaal 3 maanden door de wetgever redelijk wordt geacht. Na deze eenzijdige opzegging heeft de benadeelde recht op vergoeding van de schade die hij lijdt vanwege beëindiging van de overeenkomst. De schuldenaar of herstructureringsdeskundige heeft vervolgens echter de mogelijkheid om deze schadevergoeding op te nemen in het akkoord, waardoor de schade van de verhuurder uiteindelijk slechts gedeeltelijk vergoed wordt. Over het algemeen wordt aangenomen dat ook leegstandsschade in dit geval voor vergoeding in aanmerking komt. Als een onderneming een WHOA-traject start is de kans aannemelijk dat deze ook huurachterstanden heeft en/of dat andere vorderingen van verhuurders deel uitmaken van het akkoord. Verhuurders kunnen tijdens een WHOA-procedure dus te maken krijgen met aanpassing of gedeeltelijke afboeking van een huurvordering wegens opzegging of wijziging van de huurovereenkomst. Het is voor verhuurders niet eenvoudig om opzegging van een huurovereenkomst in het kader van de WHOA te voorkomen; er kan slechts bezwaar gemaakt worden tegen de opzegging op de grond dat de toestand van onvermijdelijke insolventie afwezig is. Wel kan een verhuurder zich verzetten tegen goedkeuring van het akkoord.

Aandachtspunten voor verhuurders

Door invoering van de WHOA is de huurovereenkomst niet meer onaantastbaar gebleken. Dit brengt een aantal aandachtspunten voor verhuurders met zich mee. Zo blijft het voor een verhuurder wel mogelijk om bedongen zekerheden uit te winnen voor het deel van de vorderingen dat niet wordt voldaan uit het akkoord. Ook bevestigt de jurisprudentie dat een verhuurder de rechtbank kan verzoeken om een aantal voorzieningen te treffen en op die manier invloed uit te oefenen. Om het zekerheidsrecht goed uit te kunnen oefenen, is het van belang dat verhuurders in hun huurovereenkomst en/of garantieverstrekking duidelijk omschrijven voor welke schade en vorderingen deze kan worden gebruikt. De verhuurder kan de derde die garant staat voor deze schade dan aanspreken in het geval dat de verhuurder betrokken raakt bij een WHOA-traject. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de omstandigheid dat een deel van de schadevordering al betrokken wordt in het te homologeren akkoord. Aangezien dit deel normaal gesproken vergoed zal worden, dient de derde slechts aangesproken worden voor de schade die buiten het akkoord valt.

Jurisprudentie

Inmiddels zijn er een aantal uitspraken gepubliceerd over huurovereenkomsten in de WHOA. Zo werd door de rechtbank in Limburg een akkoord gehomologeerd dat ook voorzag in de eenzijdige opzegging van de huurovereenkomst met de verhuurder. De verhuurder had verzocht tot afwijzing van de homologatie, maar slaagde niet in dit verzoek. Volgens de verhuurder was hij op basis van het akkoord slechter af dan bij faillissement van de schuldenaar, de rechtbank ging hier echter niet in mee. Een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland bevestigt dat een verhuurder invloed kan uitoefenen op de manier waarop het WHOA-traject verloopt. In casu was de schuldenaar een WHOA-traject gestart en was er daarnaast al verzocht om een herstructureringsdeskundige te benoemen. De schuldenaar stelde het verzoek in om een afkoelingsperiode in te stellen, waarna de verhuurder voorstelde om een aantal voorzieningen te treffen. De rechtbank wees een deel van deze voorzieningen toe, waardoor de verhuurder invloed uitoefende op het proces. In 2023 oordeelde de rechtbank Amsterdam daarnaast in een geschil over het aanspreken van een bankgarantie. Het regresverbod uit de Faillissementswet houdt in dat de derde voor het bedrag dat hij na de homologatie van het akkoord voldoet aan de schuldeiser geen verhaal kan nemen op de schuldenaar. De bank was van mening dat dit regresverbod niet van toepassing was op een bankgarantie. Voor zover de bankgaranties wel onder het toepassingsbereik zouden vallen, gold dat het regresverbod niet van toepassing is voor zover de regresvorderingen zijn gedekt door zekerheid. De rechtbank ging hier echter niet in mee en stelde dat het regresverbod uit de WHOA ruim moest worden uitgelegd. Op grond van de wet kan daardoor in zulke gevallen geen verhaal worden genomen op de schuldenaar.

Conclusie

De WHOA biedt een schuldenaar of herstructureringsdeskundige een ruime opzegmogelijkheid voor het wijzigen of beëindigen van lopende (huur)overeenkomsten. Hierdoor heeft de WHOA ook consequenties voor verhuurders, aangezien zij tijdens een WHOA-procedure te maken kunnen krijgen met aanpassing, wijziging of gedeeltelijke afboeking van een huurvordering. De mogelijkheden om hier tegenin te gaan zijn voor de verhuurder vrij beperkt. Wel bestaat er voor verhuurders de mogelijkheid om zich te verzetten tegen goedkeuring van het akkoord zelf en kan een verhuurder de rechtbank verzoeken om een aantal voorzieningen te nemen. Om nadelige situaties te voorkomen staat het de verhuurder vrij om een garantsteller aan te spreken in het geval van opzegging of wijziging van de huurovereenkomst in een WHOA-procedure. Hierbij is het van belang dat de verhuurder op voorhand in de huurovereenkomst duidelijk omschrijft voor welke schade en voor welke vorderingen een derde garant staat. Deze derde kan dan aangesproken worden in het geval dat de verhuurder wordt geconfronteerd met aanpassing of gedeeltelijke afboeking van een huurvordering wegens opzegging of wijziging van de huurovereenkomst. Bent u zelf een verhuurder en heeft u vragen over welke consequenties de WHOA voor u heeft? Of bent u een huurder met een schuldenpositie die geherstructureerd moet worden? Neem dan contact op met een van onze specialisten en laat beoordelen of u gebruik kunt maken van de WHOA om uw bedrijf weer renderend te krijgen! Daan Schalken 2 [post_title] => Verhuurders opgelet: pas op voor de WHOA! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verhuurders-opgelet-pas-op-voor-de-whoa [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-01-24 15:24:12 [post_modified_gmt] => 2024-01-24 14:24:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=40882 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 34871 [post_author] => 12 [post_date] => 2023-02-14 09:59:55 [post_date_gmt] => 2023-02-14 08:59:55 [post_content] => Over wat een accountant wel en niet moet delen met de curator van de voormalige klant wordt al jaren gediscussieerd. Recent heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het ‘’College’’) een uitspraak gewezen waaruit volgt dat de accountant zich er niet te gemakkelijk van kan af maken. Het College heeft op 31 januari 2023 geoordeeld dat een accountant verplicht is om informatie te verstrekken over zijn werkzaamheden aan zijn opdrachtgever en aan de curator in het geval van faillissement. Hoewel er geen algemene en onbeperkte verantwoordingsplicht geldt voor een accountant, had de accountant in dit specifieke geval bereid moeten zijn om de curator te informeren. Als er tegengestelde belangen zijn, mag de accountant wel enige terughoudendheid betrachten. De zaak begon naar aanleiding van het faillissement van een groep ondernemingen die zich bezighield met de verkoop van papier, verpakkingsmateriaal en grafische producten. De accountant in kwestie was controlerend accountant van een van de (gefailleerde) dochterondernemingen van de holdingsmaatschappij. In het kader van hun faillissementsonderzoek verzochten de curatoren om een afspraak met de accountant. De accountant antwoordde vervolgens dat hij nooit heeft gewerkt als accountant voor de failliete vennootschap. De curatoren dienden vervolgens een klacht in tegen de accountant bij de Accountantskamer. De curatoren verweten hem dat hij ten onrechte een goedkeurende controleverklaring heeft gegeven bij de geconsolideerde jaarrekening wegens (onder meer) zijn weigeren mee te werken aan het faillissementsonderzoek van de curatoren.

De medewerkingsverplichting voor accountants aan curatoren

De Accountantskamer oordeelt dat de accountant in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft gehandeld. Dit omdat hij geen inzicht heeft gegeven in zijn werkzaamheden aan de curatoren. Als de accountant zich wegens tegengestelde belangen terughoudend had moeten opstellen, had hij deze terughoudendheid alsnog in acht kunnen nemen. Het College stelt in hoger beroep vast dat voor accountants geen algemene en onbeperkte verantwoordingsplicht bestaat met betrekking tot het afgeven van stukken uit zijn dossier aan de opdrachtgever. Dit geldt te meer voor het afgeven van stukken aan de curator van de opdrachtgever in diens faillissement. De invulling van de verantwoordingsplicht is afhankelijk van de aard van de werkzaamheden ter uitvoering van de opdracht, de deskundigheid van de opdrachtgever en de specifieke feiten en omstandigheden van het geval. Echter, in beginsel moet een accountant bereid zijn om (zowel aan de opdrachtgever als diens curator) informatie te verstrekken over de door hem verrichte werkzaamheden. Deze verplichting is gebaseerd op het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid zoals bedoeld in de VGBA. Hieruit vloeit voort dat de verantwoordingsplicht een tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid inhoudt.

Conclusie

Het College komt tot de conclusie dat de accountant zich onvoldoende bereid heeft getoond tot overleg. Onder de gegeven omstandigheden had van de accountant mogen worden verwacht dat hij zich bereid had verklaard om het gesprek met de curatoren aan te gaan. Accountants moeten in de meeste gevallen medewerking verlenen en informatie verschaffen aan curatoren in het kader van een faillissementsonderzoek. Dit is alleen anders indien er sprake is van tegenstrijdige belangen voor de accountant. Meer weten? Neem contact op met één van onze specialisten. Hierbij de uitspraak. Daan Schalken 1 [post_title] => Accountants hebben ook een informatieverplichting naar curatoren! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => accountants-hebben-ook-een-informatieverplichting-naar-curatoren [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-02-16 12:27:44 [post_modified_gmt] => 2023-02-16 11:27:44 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34871 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 26193 [post_author] => 12 [post_date] => 2021-06-29 15:46:51 [post_date_gmt] => 2021-06-29 13:46:51 [post_content] => In eerdere blogs hebben wij u al gewezen op de nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR), zoals in de blogs van 23 december 2020 en 5 februari 2021. Maar op 1 juli 2021 is het echt zo ver. De WBTR heeft het doel het rechtspersonenrecht verder te uniformeren en de kwaliteit van (het toezicht op) het bestuur van stichtingen en verenigingen (als ook coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen) te verbeteren. Voor u de belangrijkste wijzigingen op een rij.
  1. Statutaire regeling voor belet en ontsteltenis
  2. Tegenstrijdig belangregeling bij bestuurders en commissarissen
  3. Keuzemogelijkheid voor toezichthoudend orgaan
  4. Mogelijke hoofdelijke aansprakelijkheid voor iedere toezichthouder individueel
  5. Aansprakelijkheidsmogelijkheden van bestuurders wordt vergroot
  6. Ruimere ontslagmogelijkheden van een bestuurder

Belet- en ontsteltenisregeling

Indien in de statuten geen belet- of ontsteltenisregeling van bestuurders is opgenomen is dat door de WBTR verplicht om op te nemen vanaf de eerstvolgende statutenwijziging. Daarin moet duidelijk worden hoe een bestuurslid wordt vervangen, vooral natuurlijk bij beraadslaging en beslissingen over belangrijke onderwerpen.

Tegenstrijdig belangregeling

De WBTR geeft daarnaast regels over tegenstrijdig belang van bestuurders of toezichthouders bij besluitvorming. Dergelijke regels bestonden eerder alleen voor B.V.’s en N.V.’s. De WBTR schrijft voor dat een bestuurder of toezichthouder niet mag deelnemen aan besluitvorming waarbij hij een persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is aan het belang van de rechtspersoon. Wanneer een stichting of vereniging in haar statuten afwijkt van de regeling zoals neergelegd in de WBTR, zijn die statutaire bepalingen vanaf het moment van inwerkingtreding van de WBTR nietig. Wijziging is niet verplicht, maar worden de bepalingen niet gewijzigd, dan kan men vanaf 1 juli 2021 geen beroep meer op die bepalingen doen.

Keuzemogelijkheid voor toezichthoudend orgaan

De WBTR geeft stichtingen en verenigingen de wettelijke mogelijkheid om een toezichthoudend orgaan in te stellen. Veel stichtingen en verenigingen hadden een dergelijke orgaan al, maar zonder echter wettelijke basis. Die is nu geregeld en biedt voor verenigingen en stichtingen een mogelijkheid. Het bestuur kan nu kiezen voor een toezichthoudend orgaan (dualistische toezichtstructuur) of daar zelf binnen het bestuur afspraken over te maken (monistische toezichtstructuur). Door de wet worden verenigingen en stichtingen echter te allen tijde gedwongen er over na te denken en een beslissing te nemen. Bij een komende statutenwijziging dient het besluit ook te worden opgenomen in de statuten. aanbesteding

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor iedere toezichthouder individueel mogelijk

‘Bezint eer ge begint’ als toezichthouder. De WBTR geeft ook verplichtingen voor de toezichthouder. En als de toezichthouder zijn/haar taak niet goed uitvoert kunnen alle individuele toezichthouders daar aansprakelijk voor zijn; ook al is die betreffende toezichthouder niet verantwoordelijk voor het gevoerde wanbeleid. De WBTR zorgt er voor dat alle toezichthouders aansprakelijk kunnen zijn voor daden van een collega toezichthouder, tenzij de toezichthouder zich kan disculperen. Die disculpatie zal echter wel duidelijk aangevoerd en onderbouwd moeten worden door de toezichthouder die er een beroep op  doet.

Aansprakelijkheidsmogelijkheden van bestuurders wordt vergroot

Faillissementsaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW gold tot 1 juli alleen voor de BV en de NV. Indien deze bestuurder onbehoorlijk zijn taak heeft uitgevoerd en aannemelijk is dat e.e.a. een belangrijke oorzaak is geweest voor het faillissement, dan is die bestuurder persoonlijk aansprakelijk. De WBTR trekt die lijn, uit de wet en jurisprudentie, nu door naar de stichtingen en verenigingen. Het geeft de curator van een stichting of vereniging dus meer mogelijkheden bij een faillissement van een vereniging of stichting. Bestuurders moeten dus beter nagaan welke daden en rechtshandelingen zij verrichten voor de stichting of de vereniging en of zij daarmee niet onbehoorlijk hun taak vervullen.

Ruimere ontslagmogelijkheden van een bestuurder

De WBTR geeft tenslotte de rechter een ruimere mogelijkheid om bestuurders of toezichthouders van stichtingen en verenigingen te ontslaan. Een rechter kan de bestuurder of toezichthouder ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, een ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van zijn taak in redelijkheid niet kan worden geduld, of wegens andere gewichtige redenen. Hierbij komt de rechter een ruime beoordelingsmarge toe. Ofwel bestuurder en toezichthouder ben op uw hoede. Bestuur met gezond verstand en houd eigen belang buiten de deur. De WBTR zal de uitwassen afstraffen. Wilt u weten of uw vereniging of stichting, of u zelf als stichting- of verenigingsbestuurder voldoet aan de WBTR, dan wel of u documenten en/of uw handelwijze moet wijzigen, neem dan contact met ons op. De specialisten van BG.legal, sectie ondernemingsrecht, staan voor u klaar. Daan Schalken [post_title] => Stichting- of vereniging bestuurder pas op! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => stichting-of-vereniging-bestuurder-pas-op [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-06-29 15:46:51 [post_modified_gmt] => 2021-06-29 13:46:51 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=26193 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 17207 [post_author] => 12 [post_date] => 2019-07-23 12:27:27 [post_date_gmt] => 2019-07-23 10:27:27 [post_content] => In de ogen van de werkgever disfunctioneert de werknemer, maar je kunt niet zomaar van de werknemer af. Daarvoor moet er eerst ‘disfunctioneren dossier’ worden opgebouwd. Waar moet een dergelijk dossier aan voldoen? En waar kijkt een rechter naar als die het dossier toetst? Gelukkig heeft de Hoge Raad recent een aantal gezichtspunten gegeven, die meer duidelijkheid kunnen verschaffen aan zowel werkgever als werknemer. De Hoge Raad geeft -onder meer- de navolgende gezichtspunten over de opbouw en de beoordeling van een ‘disfunctioneren dossier’:
  • Schriftelijke vastlegging van het traject;
  • Kijk naar de aard, inhoud en het niveau van de functie;
  • De opleiding en ervaring van de werknemer speelt mee, bij de beoordeling;
  • De duur van het onvoldoende functioneren vanaf het moment dat werknemer daarvan [schriftelijk] op de hoogte is gesteld;
  • De duur van het dienstverband;
  • Wat is er in het verleden ondernomen tot verbeteren van het functioneren;
  • De mate waarin werknemer openstaat voor kritiek;
  • De eigen inzet van de werknemer voor verbetering;
  • Het nemen van initiatief van werkgever en werknemer.
Met bovengenoemde gezichtspunten heeft de Hoge Raad getracht weer enige duidelijkheid te geven over het correct aangaan van een disfunctioneren traject en de beoordeling er van. Zowel werkgever als werknemer moeten hiermee verder uit de voeten en het zal dus vooral moeten worden ingevuld naar alle omstandigheden van het geval. BG.legal kan u daarbij helpen! [post_title] => Disfunctioneren van de werknemer; wat moet ik er aan doen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => disfunctioneren-van-de-werknemer-wat-moet-ik-er-aan-doen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2020-01-28 08:53:09 [post_modified_gmt] => 2020-01-28 07:53:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=17207 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 7005 [post_author] => 12 [post_date] => 2013-09-05 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-09-05 00:00:00 [post_content] =>

Reorganisaties kosten tijd en [soms] veel geld. In de economische recessie is het voor bedrijven mogelijk verstandig om het faillissement aan te vragen, waarna met een doorstart getracht kan worden in afgeslankte vorm opnieuw te beginnen. Bij faillissement gelden immers de ontslagbeschermingsregels niet of nauwelijks. In sommige gevallen is echter sprake van misbruik van faillissementsrecht, waardoor het faillissement kan worden vernietigd en de werknemer zijn ontslagbescherming behoudt.

 

Ook dit jaar worden weer circa 10.000 faillissementen uitgesproken in Nederland. Het grootste deel daarvan is pure noodzaak voor de ondernemer, maar in een aantal gevallen kan sprake zijn van misbruik van faillissementsrecht. Regelmatig wegen de reorganisatiekosten niet op tegen de kosten van faillissement en een [mogelijke] doorstart. De werknemer heeft echter ook hier een mogelijkheid om er een stokje voor te steken.

Nadat het faillissement is uitgesproken kan de werknemer verzet of hoger beroep aantekenen tegen dit faillissement. Hiervoor gelden echter wel zeer korte termijnen [8 of 14 dagen]. De faillissementsrechter gaat alsdan oordelen of het faillissement terecht is uitgesproken, dan wel dat het faillissement enkel is uitgesproken om op goedkope wijze van personeel af te komen. Uit recente jurisprudentie volgt dat een faillissementsrechter niet snel aanneemt dat er sprake is van misbruik van faillissementsrecht. Uit de zaken die liepen in Breda en Haarlem volgt dat veel waarde wordt gehecht aan bevindingen van de curator. In beide gevallen had de curator geconcludeerd dat er een bedrijfseconomische noodzaak was en het bedrijf al geruime tijd verliesgevend was waardoor een faillissement van de onderneming/bedrijfsonderdeel onafwendbaar was geworden. Het faillissement moet derhalve niet uitsluitend of hoofdzakelijk worden aangevraagd om arbeidsrechtelijke bescherming van werknemers te omzeilen. Alle omstandigheden van het geval moeten alsdan worden beoordeeld.

Voor een bedrijf in financiële nood, waarbij reorganisatierondes tijdrovend en kostbaar zijn, moet een faillissement met doorstart worden overwogen. De onderneming moet zich echter wel bewust zijn van de risico’s, waarbij één van de risico’s is dat werknemers een [rechtsgeldig] beroep doen op misbruik van het faillissementsrecht. Een goed [gedocumenteerd] advies is alsdan van levensbelang voor de doorgestarte onderneming.

 

[post_title] => Toch ontslagbescherming voor werknemer bij faillissement? [post_excerpt] =>

Reorganisaties kosten tijd en [soms] veel geld. In de economische recessie is het voor bedrijven mogelijk verstandig om het faillissement aan te vragen, waarna met een doorstart getracht kan worden in afgeslankte vorm opnieuw te beginnen. Bij faillissement gelden immers de ontslagbeschermingsregels niet of nauwelijks. In sommige gevallen is echter sprake van misbruik van faillissementsrecht, waardoor het faillissement kan worden vernietigd en de werknemer zijn ontslagbescherming behoudt.

 

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => toch-ontslagbescherming-voor-werknemer-bij-faillissement [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 09:04:43 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 09:04:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/09/05/toch-ontslagbescherming-voor-werknemer-bij-faillissement/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 6999 [post_author] => 12 [post_date] => 2013-02-27 00:00:00 [post_date_gmt] => 2013-02-27 00:00:00 [post_content] =>

Ondernemingen dragen nog regelmatig activiteiten over aan een ander bedrijf, bijvoorbeeld uit specialisatieoogpunt of kostenreductie. De vraag is alsdan aan de orde of de betrokken personeelsleden moeten worden overgenomen. In de praktijk is deze vraag niet eenvoudig te beantwoorden, maar in het onderstaande stuk bespreek ik enkele aspecten die van belang zijn voor de beoordeling van die vraag. 

Het leerstuk van overgang voor onderneming is opgenomen in artikel 7:662 BW en wint daar basis in een aantal Europese Richtlijnen. Deze wetgeving heeft tot doel om werknemers bescherming te bieden indien het bedrijf of een onderdeel van het bedrijf wordt overgenomen door een ander bedrijf. Of sprake is van een onderdeel van een bedrijf dat wordt overgenomen door een ander moet worden beoordeeld aan de feitelijke omstandigheden van het geval. Volgens de wet en jurisprudentie is sprake van een overgang van onderneming “indien er ingevolge een overeenkomst, een fusie of een splitsing een [onderdeel van] economische eenheid wordt overgedragen aan een ander, waarbij deze wel haar eigen identiteit behoudt”. Er moet dus worden beoordeeld of de overgedragen activiteit een zelfstandig onderdeel/activiteit is, die los van de overige activiteiten van de onderneming, kan worden overgedragen. In het verleden was dit van toepassing op onder meer schoonmaakwerkzaamheden en receptiewerkzaamheden, maar het geldt voor diverse andere activiteiten.

Als bovengenoemde vraag positief wordt beantwoord moet worden beoordeeld welke personeelsleden behoren tot het onderdeel van de onderneming welke wordt overgedragen. De Hoge Raad heeft bepaald dat hiervoor de feitelijke benadering moet worden gevolgd, zodat feitelijk moet worden vastgesteld welke activiteiten door welke personeelsleden worden uitgevoerd. De arbeidsovereenkomst is in deze van belang, doch niet alles beslissend!

Als wordt vastgesteld dat een werknemer onderdeel is van de onderneming geldt dat deze van rechtswege overgaat op de verkrijger. De vervreemder is echter nog wel gedurende één jaar na overgang hoofdelijk verbonden voor nakoming van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, die zijn ontstaan voor de overgang. De werknemer gaat derhalve van rechtswege over en expliciete instemming is niet vereist. Indien de werknemer weigert in dienst of werkzaamheden te verrichten voor de verkrijger, heeft dit grote consequenties voor de werknemer. De werknemer kan immers tussen wal en schip vallen. De vervreemder heeft geen werk meer voor de betrokken werknemer en bij de verkrijger wil deze werknemer niet werken. De consequentie laat zich raden. Er wordt hierover veel geprocedeerd.

Het is derhalve verstandig om voordat u een onderdeel van uw onderneming overdraagt aan een derde, al dan niet in groepsverband, na te gaan of de regels van overgang van onderneming uit het BW en de Europese Richtlijnen van toepassing zijn. Dit geldt zowel voor de ondernemer als de betrokken werknemers. Natuurlijk kunnen wij u daarbij helpen.

 

[post_title] => Overgang van onderneming; werknemer en werkgever let op [post_excerpt] =>

Ondernemingen dragen nog regelmatig activiteiten over aan een ander bedrijf, bijvoorbeeld uit specialisatieoogpunt of kostenreductie. De vraag is alsdan aan de orde of de betrokken personeelsleden moeten worden overgenomen. In de praktijk is deze vraag niet eenvoudig te beantwoorden, maar in het onderstaande stuk bespreek ik enkele aspecten die van belang zijn voor de beoordeling van die vraag. 

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => overgang-van-onderneming-werknemer-en-werkgever-let-op [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 09:25:27 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 09:25:27 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2013/02/27/overgang-van-onderneming-werknemer-en-werkgever-let-op/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 6 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 40882 [post_author] => 12 [post_date] => 2024-01-24 14:20:35 [post_date_gmt] => 2024-01-24 13:20:35 [post_content] => Sinds 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. Deze wet biedt ondernemers met een in de kern gezonde onderneming de kans om hun onderneming te herstructureren buiten faillissement. Schulden worden geherstructureerd door een akkoord aan te bieden aan schuldeisers en/of aandeelhouders van de onderneming. In deze blog wordt de invloed van de WHOA op de huurrechtpraktijk besproken.

Mogelijkheid tot opzegging van lopende overeenkomsten

Tijdens een WHOA-procedure kan de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige een voorstel doen aan de wederpartij tot wijziging of beëindiging van een duurovereenkomst, zoals een huurovereenkomst waarover hieronder verder wordt gesproken. Indien de verhuurder niet instemt met het voorstel van de huurder, kan de schuldenaar-huurder of de herstructureringsdeskundige deze overeenkomst opzeggen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zo moet het akkoord uiteindelijk door de rechtbank worden gehomologeerd en moet de rechtbank hierbij nadrukkelijk toestemming geven voor de eenzijdige opzegging van de huurovereenkomst door de huurder. De opzegging vindt in beginsel van rechtswege plaats op de dag waarop het akkoord door de rechtbank is gehomologeerd tegen een door de rechtbank te bepalen termijn waarbij een termijn van maximaal 3 maanden door de wetgever redelijk wordt geacht. Na deze eenzijdige opzegging heeft de benadeelde recht op vergoeding van de schade die hij lijdt vanwege beëindiging van de overeenkomst. De schuldenaar of herstructureringsdeskundige heeft vervolgens echter de mogelijkheid om deze schadevergoeding op te nemen in het akkoord, waardoor de schade van de verhuurder uiteindelijk slechts gedeeltelijk vergoed wordt. Over het algemeen wordt aangenomen dat ook leegstandsschade in dit geval voor vergoeding in aanmerking komt. Als een onderneming een WHOA-traject start is de kans aannemelijk dat deze ook huurachterstanden heeft en/of dat andere vorderingen van verhuurders deel uitmaken van het akkoord. Verhuurders kunnen tijdens een WHOA-procedure dus te maken krijgen met aanpassing of gedeeltelijke afboeking van een huurvordering wegens opzegging of wijziging van de huurovereenkomst. Het is voor verhuurders niet eenvoudig om opzegging van een huurovereenkomst in het kader van de WHOA te voorkomen; er kan slechts bezwaar gemaakt worden tegen de opzegging op de grond dat de toestand van onvermijdelijke insolventie afwezig is. Wel kan een verhuurder zich verzetten tegen goedkeuring van het akkoord.

Aandachtspunten voor verhuurders

Door invoering van de WHOA is de huurovereenkomst niet meer onaantastbaar gebleken. Dit brengt een aantal aandachtspunten voor verhuurders met zich mee. Zo blijft het voor een verhuurder wel mogelijk om bedongen zekerheden uit te winnen voor het deel van de vorderingen dat niet wordt voldaan uit het akkoord. Ook bevestigt de jurisprudentie dat een verhuurder de rechtbank kan verzoeken om een aantal voorzieningen te treffen en op die manier invloed uit te oefenen. Om het zekerheidsrecht goed uit te kunnen oefenen, is het van belang dat verhuurders in hun huurovereenkomst en/of garantieverstrekking duidelijk omschrijven voor welke schade en vorderingen deze kan worden gebruikt. De verhuurder kan de derde die garant staat voor deze schade dan aanspreken in het geval dat de verhuurder betrokken raakt bij een WHOA-traject. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de omstandigheid dat een deel van de schadevordering al betrokken wordt in het te homologeren akkoord. Aangezien dit deel normaal gesproken vergoed zal worden, dient de derde slechts aangesproken worden voor de schade die buiten het akkoord valt.

Jurisprudentie

Inmiddels zijn er een aantal uitspraken gepubliceerd over huurovereenkomsten in de WHOA. Zo werd door de rechtbank in Limburg een akkoord gehomologeerd dat ook voorzag in de eenzijdige opzegging van de huurovereenkomst met de verhuurder. De verhuurder had verzocht tot afwijzing van de homologatie, maar slaagde niet in dit verzoek. Volgens de verhuurder was hij op basis van het akkoord slechter af dan bij faillissement van de schuldenaar, de rechtbank ging hier echter niet in mee. Een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland bevestigt dat een verhuurder invloed kan uitoefenen op de manier waarop het WHOA-traject verloopt. In casu was de schuldenaar een WHOA-traject gestart en was er daarnaast al verzocht om een herstructureringsdeskundige te benoemen. De schuldenaar stelde het verzoek in om een afkoelingsperiode in te stellen, waarna de verhuurder voorstelde om een aantal voorzieningen te treffen. De rechtbank wees een deel van deze voorzieningen toe, waardoor de verhuurder invloed uitoefende op het proces. In 2023 oordeelde de rechtbank Amsterdam daarnaast in een geschil over het aanspreken van een bankgarantie. Het regresverbod uit de Faillissementswet houdt in dat de derde voor het bedrag dat hij na de homologatie van het akkoord voldoet aan de schuldeiser geen verhaal kan nemen op de schuldenaar. De bank was van mening dat dit regresverbod niet van toepassing was op een bankgarantie. Voor zover de bankgaranties wel onder het toepassingsbereik zouden vallen, gold dat het regresverbod niet van toepassing is voor zover de regresvorderingen zijn gedekt door zekerheid. De rechtbank ging hier echter niet in mee en stelde dat het regresverbod uit de WHOA ruim moest worden uitgelegd. Op grond van de wet kan daardoor in zulke gevallen geen verhaal worden genomen op de schuldenaar.

Conclusie

De WHOA biedt een schuldenaar of herstructureringsdeskundige een ruime opzegmogelijkheid voor het wijzigen of beëindigen van lopende (huur)overeenkomsten. Hierdoor heeft de WHOA ook consequenties voor verhuurders, aangezien zij tijdens een WHOA-procedure te maken kunnen krijgen met aanpassing, wijziging of gedeeltelijke afboeking van een huurvordering. De mogelijkheden om hier tegenin te gaan zijn voor de verhuurder vrij beperkt. Wel bestaat er voor verhuurders de mogelijkheid om zich te verzetten tegen goedkeuring van het akkoord zelf en kan een verhuurder de rechtbank verzoeken om een aantal voorzieningen te nemen. Om nadelige situaties te voorkomen staat het de verhuurder vrij om een garantsteller aan te spreken in het geval van opzegging of wijziging van de huurovereenkomst in een WHOA-procedure. Hierbij is het van belang dat de verhuurder op voorhand in de huurovereenkomst duidelijk omschrijft voor welke schade en voor welke vorderingen een derde garant staat. Deze derde kan dan aangesproken worden in het geval dat de verhuurder wordt geconfronteerd met aanpassing of gedeeltelijke afboeking van een huurvordering wegens opzegging of wijziging van de huurovereenkomst. Bent u zelf een verhuurder en heeft u vragen over welke consequenties de WHOA voor u heeft? Of bent u een huurder met een schuldenpositie die geherstructureerd moet worden? Neem dan contact op met een van onze specialisten en laat beoordelen of u gebruik kunt maken van de WHOA om uw bedrijf weer renderend te krijgen! Daan Schalken 2 [post_title] => Verhuurders opgelet: pas op voor de WHOA! [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verhuurders-opgelet-pas-op-voor-de-whoa [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-01-24 15:24:12 [post_modified_gmt] => 2024-01-24 14:24:12 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=40882 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 6 [max_num_pages] => 1 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 684a7df6089bec703afd73cd13bceaa1 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Sinds 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. Deze wet biedt ondernemers met een in de kern gezonde onderneming de kans om hun onderneming...
Lees meer
Over wat een accountant wel en niet moet delen met de curator van de voormalige klant wordt al jaren gediscussieerd. Recent heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna:...
Lees meer
In eerdere blogs hebben wij u al gewezen op de nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR), zoals in de blogs van 23 december 2020 en 5 februari 2021. Maar...
Lees meer
In de ogen van de werkgever disfunctioneert de werknemer, maar je kunt niet zomaar van de werknemer af. Daarvoor moet er eerst ‘disfunctioneren dossier’ worden opgebouwd. Waar moet een dergelijk...
Lees meer
Reorganisaties kosten tijd en [soms] veel geld. In de economische recessie is het voor bedrijven mogelijk verstandig om het faillissement aan te vragen, waarna met een doorstart getracht kan worden in afgeslankte vorm opnieuw te beginnen. Bij faillissement gelden immers de ontslagbeschermingsregels niet of nauwelijks. In sommige gevallen is echter sprake van misbruik van faillissementsrecht, waardoor het faillissement kan worden vernietigd en de werknemer zijn ontslagbescherming behoudt.  
Lees meer
Ondernemingen dragen nog regelmatig activiteiten over aan een ander bedrijf, bijvoorbeeld uit specialisatieoogpunt of kostenreductie. De vraag is alsdan aan de orde of de betrokken personeelsleden moeten worden overgenomen. In de praktijk is deze vraag niet eenvoudig te beantwoorden, maar in het onderstaande stuk bespreek ik enkele aspecten die van belang zijn voor de beoordeling van die vraag. 
Lees meer