Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [paged] => 0
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 73
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1349
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (73)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 0, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 42835
                    [post_author] => 73
                    [post_date] => 2024-07-15 13:38:58
                    [post_date_gmt] => 2024-07-15 11:38:58
                    [post_content] => Artificial Intelligence (AI) biedt enorme kansen, maar brengt ook risico's met zich mee op het gebied van privacy en gegevensbescherming. De Information Commissioner's Office (ICO) heeft onlangs een nuttige handleiding gepubliceerd over het correct en wettig gebruik van AI en persoonsgegevens. In deze blog bespreken we de belangrijkste aandachtspunten voor organisaties AI willen inzetten.

8 Essentiële tips voor Artificial Intelligence (AI) en privacy:

  1. Risicogebaseerde aanpak
Voer een grondige data protection impact assessment (DPIA) en een AI Compliance Assessment uit voordat u Artificial Intelligence (AI) implementeert in uw onderneming. Identificeer potentiële risico's voor privacy en neem passende maatregelen om deze te beperken. Overweeg of Artificial Intelligence (AI) echt noodzakelijk is voor uw doeleinden waarvoor u het wil inzetten of dat er minder risicovolle alternatieven zijn.
  1. Transparantie in besluitvorming
Zorg dat u in staat bent om de beslissingen van uw AI-systeem begrijpelijk uit te leggen aan betrokkenen. Wees open over hoe en waarom u persoonsgegevens gebruikt in uw AI-toepassingen. Dit is essentieel voor het opbouwen van vertrouwen en het naleven van individuele rechten.
  1. Dataminimalisatie toepassen
Verzamel en gebruik alleen de persoonsgegevens die strikt noodzakelijk zijn voor uw AI-toepassing. Overweeg privacybevorderende technieken zoals data-anonimisering of synthetische data om de hoeveelheid verwerkte persoonsgegevens te beperken.
  1. Discriminatie voorkomen
Wees alert op mogelijke vooroordelen in uw datasets of AI-modellen die kunnen leiden tot discriminatie. Evalueer uw data en AI-outputs regelmatig op representativiteit en eerlijkheid voor verschillende bevolkingsgroepen. Neem maatregelen om oneerlijke behandeling te voorkomen.
  1. Focus op datakwaliteit
Investeer tijd en middelen in het zorgvuldig voorbereiden en labelen van uw trainingsdata. Kwaliteit gaat boven kwantiteit als het gaat om AI-training. Zorg voor duidelijke criteria en verantwoordelijkheden bij het labelen van gevoelige gegevens.
  1. Robuuste beveiliging implementeren
Voer regelmatige veiligheidsbeoordelingen uit en implementeer sterke technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen. AI-systemen kunnen nieuwe beveiligingsrisico's met zich brengen, dus wees proactief in het monitoren en beschermen van uw systemen en data.
  1. Menselijke controle waarborgen
Zorg voor menselijke tussenkomst bij geautomatiseerde besluitvorming, vooral wanneer er significante gevolgen zijn voor individuen. Train uw medewerkers om AI-output kritisch te beoordelen en indien nodig te overrulen.
  1. Zorgvuldig leveranciersbeheer
Als u AI-systemen van derden gebruikt, werk dan nauw samen met uw leveranciers om naleving van privacywetgeving te garanderen. Voer due diligence uit, maak duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden en zorg dat u voldoende inzicht heeft in de werking van het AI-systeem om uw verplichtingen na te komen. Doe deze AI Quickscan om te kijken hoe ethisch verantwoord uw gebruik van AI op dit moment is.

Conclusie:

Het gebruik van Artificial Intelligence (AI) brengt uitdagingen met zich  op het gebied van gegevensbescherming, maar met de juiste aanpak kunnen organisaties AI verantwoord en in overeenstemming met de wet inzetten. Door bovenstaande tips te volgen, kunt u de voordelen van AI benutten en tegelijkertijd de privacy van individuen beschermen. Wees proactief in uw benadering van AI en privacy om vertrouwen op te bouwen bij uw klanten en compliance te waarborgen. Door zorgvuldig om te gaan met AI en persoonsgegevens, kunt u innoveren én de rechten van individuen respecteren. Heeft u vragen hierover, neem gerust contact met ons op! Jody Esveldt 1 [post_title] => Artificial Intelligence (AI) en privacy: 8 belangrijke tips voor verantwoord gebruik [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => artificial-intelligence-ai-en-privacy-8-belangrijke-tips-voor-verantwoord-gebruik [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-15 13:38:58 [post_modified_gmt] => 2024-07-15 11:38:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42835 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 42652 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-06-28 09:51:43 [post_date_gmt] => 2024-06-28 07:51:43 [post_content] => Eerder schreef ik al een blog over het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz). Hier ging ik dieper in op de vraag wat het wetsvoorstel voor zorgaanbieders betekent. Hoe staat het nu met het wetsvoorstel? Daar wordt in deze blog bij stilgestaan.

Aanpassingen na consultatie

Eind 2022 is het wetsvoorstel in consultatie gegaan. De toen gepubliceerde versie is op een aantal punten aangepast, met name ten aanzien van het tegenstrijdige belang en winstuitkeringen. De eerdere tegenstrijdigheidsbelangregeling is vervangen door een open norm voor integere bedrijfsvoering. Eventuele details kunnen nog wel bij lagere regelgeving geregeld worden als de open norm onvoldoende duidelijk blijkt. Ook wordt nu, gelijktijdig met de wet, al lagere regelgeving voorbereid met basisvoorwaarden voor winstuitkering om de onzekerheid voor zorgaanbieders te beperken. Bij signalen van risico's in specifieke sectoren kunnen dan nog wel aanvullende voorwaarden gesteld worden aan winstuitkeringen.

Hoofdpunten wetsvoorstel

De belangrijkste onderdelen van de Wibz zijn:
  • Een introductie van een norm voor integere bedrijfsvoering, waaronder het voorkomen van benadeling van de zorgaanbieder bij tegenstrijdige belangen en het waarborgen van marktconforme voorwaarde bij ‘van betekenis zijnde transacties’;
  • Winstuitkeringen blijven mogelijk voor de meeste zorgaanbieders, maar er komt een wettelijke basis om via lagere regelgeving voorwaarden te stellen aan winstuitkering, gekoppeld aan onder meer de kwaliteit en continuïteit van zorg;
  • De Wtza-vergunning kan straks geweigerd of ingetrokken worden bij niet-integere bedrijfsvoering;
  • De specifieke toestemming die nu nodig is voor vastgoedtransacties wordt geschrapt en meegenomen onder de algemene regels voor ‘van betekenis zijnde transacties’.

Van betekenis zijnde transacties

Van betekenis zijn de transacties die van grote invloed kunnen zijn op de financiële positie van een zorg- of jeugdhulpaanbieder. Dit soort transacties worden extra gereguleerd, omdat ze significante risico's of voordelen met zich kunnen brengen voor de financiële bedrijfsvoering. Voorbeelden van dergelijke transacties zijn vastgoedtransacties, grote ICT-projecten, het uitbesteden van administratie en het inhuren van een groot deel van het personeel. Bij dit soort grote en impactvolle transacties moeten zorg- en jeugdhulpaanbieders volgens de Wibz nagaan of betrokken bestuurders, interne toezichthouders en adviseurs persoonlijke belangen hebben die mogelijk conflicteren met het organisatiebelang. Is dit het geval, dan moet hier zorgvuldig mee omgegaan worden in de besluitvorming. Het gaat dus om een open norm die zorgaanbieders dwingt goed na te denken over transacties die een grote impact kunnen hebben op de organisatie. Door hier vooraf al zorgvuldigheidseisen aan te stellen, moet voorkomen worden dat persoonlijke belangen de overhand krijgen bij belangrijke deals en beslissingen.

Private equity nog mogelijk?

In de politiek gingen stemmen op om private equity in de zorg- en jeugdhulpsectoren te verbieden doordat private equity steeds actiever is geworden op de zorgmarkt. Minister Helder voor Langdurige Zorg en Sport heeft echter recent laten weten dat een dergelijk verbod er niet komt. Volgens haar ontbreekt de juridische basis hiervoor en zou een verbod op gespannen voet staan met Europese regels over vrij verkeer van kapitaal. Ook waarschuwt ze dat private investeringen soms nodig zijn voor de continuïteit en innovatie in de zorg. De Wibz is een generieke aanpak van risico’s die kunnen spelen bij investeringen. De Wibz maakt geen onderscheid tussen verschillende typen investeerders, maar kijkt enkel naar het gedrag en de integriteit van de bedrijfsvoering.

Gevolgen voor de praktijk

Zorgaanbieders krijgen dus te maken met aanvullende eisen rondom integere bedrijfsvoering en winstuitkering. Denk hierbij aan het zorgvuldig omgaan met situaties van (potentieel) tegenstrijdige belangen en het hanteren van marktconforme voorwaarden bij grote transacties. Ook jeugdhulpaanbieders vallen onder de basisvoorwaarden voor winstuitkering. En voor alle aanbieders moet rekening gehouden worden met de uitgebreidere toets bij de Wtza-vergunning.

Tot slot

Minister Helder streeft er nog steeds naar de wet per 1 januari 2025 in werking te laten treden. Na het advies van de Raad van State volgen nog de behandeling in Tweede en Eerste Kamer. Of de invoeringsdatum gehaald wordt hangt af van het verdere verloop. Het is in elk geval verstandig voor zorg- en jeugdhulpaanbieders om de ontwikkelingen goed te blijven volgen en zich voor te bereiden op de nieuwe eisen. Mocht u vragen hebben over de nieuwe regels of andere zorgkwesties, kunt u contact met mij opnemen! Jody Esveldt 1 [post_title] => Hoe gaat het nu met het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz)? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => hoe-gaat-het-nu-met-het-wetsvoorstel-integere-bedrijfsvoering-zorg-en-jeugdhulpaanbieders-wibz [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-28 10:10:09 [post_modified_gmt] => 2024-06-28 08:10:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42652 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 42577 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-06-19 15:05:43 [post_date_gmt] => 2024-06-19 13:05:43 [post_content] => Een recente tuchtrechtuitspraak onderstreept het belang van zorgvuldige omgang met medische dossiers bij praktijksluiting. In dit artikel ga ik dieper in op de zaak en wat andere zorgverleners hiervan kunnen leren.

De feiten

De zaak draait om een tandarts die in januari 2022 zijn praktijk beëindigde. Hij had nagelaten patiënten te informeren over de aanstaande sluiting. Ook had hij niet aan zijn patiënten gevraagd naar welke zorgverlener zij hun dossier wilden laten overdragen. Toen een patiënte zich bij een nieuwe tandarts meldde, bleek haar dossier te zijn vernietigd door de vorige tandarts. Hiervoor was zij vooraf niet geïnformeerd, laat staan dat om toestemming was gevraagd. De nieuwe tandarts moest noodgedwongen extra onderzoek doen om de staat van het gebit vast te stellen.

Oordeel tuchtcollege

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in 's-Hertogenbosch oordeelde op 5 juni 2024 dat de tandarts tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld. Door het dossier voortijdig te vernietigen had hij de wettelijke bewaartermijn van 20 jaar (art. 7:454 lid 3 BW) geschonden. Het tuchtcollege legde de maatregel van berisping op. Deze wordt aangetekend in het openbare BIG-register. Ook moet de tandarts de proceskosten van de klagende patiënte vergoeden.

Belang van goede bewaartermijn

Deze zaak illustreert waarom de wettelijke bewaartermijn zo belangrijk is. Een patiëntendossier bevat essentiële medische informatie over uitgevoerde onderzoeken en behandelingen. Dit is cruciaal voor de continuïteit en kwaliteit van zorg. Ontbreekt het dossier, dan mist de nieuwe zorgverlener de volledige voorgeschiedenis van de patiënt. Dit kan leiden tot onnodige en belastende extra onderzoeken. Ook kunnen bepaalde gezondheidsrisico's over het hoofd worden gezien.

Verplichtingen bij praktijksluiting

Voor zorgverleners betekent dit dat zij zeer zorgvuldig moeten omgaan met patiëntendossiers, zeker bij beëindiging van de praktijk. Patiënten moeten tijdig worden geïnformeerd en actief om toestemming worden gevraagd voor eventuele overdracht van hun dossier. Vernietiging van dossiers binnen de bewaartermijn van 20 jaar is alleen toegestaan in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als de patiënt hier zelf uitdrukkelijk om verzoekt. Bij twijfel is het raadzaam juridisch advies in te winnen om kostbare fouten te voorkomen.

Conclusie: zorgvuldige dossieroverdracht loont

Een zorgvuldige omgang met patiëntendossiers bij praktijkbeëindiging kost tijd en moeite, maar is essentieel. Zo voorkomt u niet alleen tuchtrechtelijke maatregelen, maar ook mogelijke schadeclaims van patiënten. Bovenal is het in het belang van goede zorg en tevreden patiënten. Heeft u vragen over het medisch dossier of het beëindigen van uw praktijk? Neem gerust contact op! Jody Esveldt 1   [post_title] => De gevaren van vroegtijdige vernietiging medisch dossier [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-gevaren-van-vroegtijdige-vernietiging-medisch-dossier [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-19 15:05:43 [post_modified_gmt] => 2024-06-19 13:05:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42577 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 42447 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-06-05 16:52:37 [post_date_gmt] => 2024-06-05 14:52:37 [post_content] => Op 29 mei 2024 deed de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak in een zaak tussen een recruitmentbedrijf en de Autoriteit Persoonsgegevens. Deze zaak draait om een opgelegde boete van €6.000 wegens overtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Hier volgt een overzicht van de gebeurtenissen en de uiteindelijke uitspraak van de rechtbank.

Achtergrond van de zaak

In juli 2020 legde de Autoriteit Persoonsgegevens een boete van €6.000 op aan het recruitmentbedrijf. De boete werd opgelegd vanwege overtreding van de AVG, specifiek artikel 17, eerste lid, in samenhang met artikel 12, derde lid. Deze artikelen betreffen het recht op gegevenswissing (het recht om vergeten te worden) en de plicht om tijdig op dergelijke verzoeken te reageren. De boete volgde op klachten van drie personen, die hadden gemeld dat het recruitmentbedrijf niet tijdig had gereageerd op hun verzoeken om hun persoonsgegevens te verwijderen.

Onderzoek en bezwaarfase

De Autoriteit Persoonsgegevens voerde een onderzoek uit naar aanleiding van de klachten en concludeerde dat het recruitmentbedrijf inderdaad in strijd met de AVG had gehandeld. Ondanks bezwaren van het recruitmentbedrijf tegen deze bevindingen, handhaafde de Autoriteit zowel de boete als de beslissing om deze openbaar te maken.

Uitspraak van de rechtbank Amsterdam

Op 15 januari 2024 verklaarde de rechtbank Amsterdam de beroepen van het recruitmentbedrijf tegen de besluiten van de Autoriteit ongegrond. Hierop ging het recruitmentbedrijf in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Overwegingen in hoger beroep

Tijdens de zitting van 2 mei 2024 werd de zaak uitgebreid besproken. Het recruitmentbedrijf betoogde dat de Autoriteit de overtreding ten onrechte als ernstig had aangemerkt en dat een boete onredelijk was. Zij stelde dat de overtredingen het gevolg waren van menselijke fouten en dat zij een gedegen privacybeleid hadden. De Afdeling Bestuursrechtspraak beoordeelde de zaak op basis van de Boetebeleidsregels van de Autoriteit Persoonsgegevens. Hierin is vastgelegd dat het niet tijdig reageren op verwijderingsverzoeken een basisboete van €310.000 rechtvaardigt, met een mogelijke bandbreedte van €120.000 tot €500.000. Gezien de omstandigheden matigde de Autoriteit de boete tot €6.000, een significant lager bedrag dan de basisboete.

Het oordeel van de afdeling

De Afdeling Bestuursrechtspraak oordeelde dat de Autoriteit juist had gehandeld. Hoewel het recruitmentbedrijf een privacybeleid had, bleek dit in de praktijk niet effectief te zijn. De drie klachten toonden aan dat verwijderingsverzoeken niet adequaat werden afgehandeld. Bovendien was er geen sprake van een opzettelijke overtreding, maar wel van nalatigheid. De boete van €6.000 werd daarom als proportioneel en rechtvaardig beschouwd.

Openbaarmaking van de boete

Een ander punt van geschil was de openbaarmaking van de boete. Het recruitmentbedrijf stelde dat dit haar reputatie en financiële situatie zou schaden. De Autoriteit en de rechtbank meenden echter dat de publicatie van de boete een algemeen belang diende door transparantie en verantwoording te bevorderen. De Afdeling Bestuursrechtspraak bevestigde dit oordeel en wees erop dat de mogelijke reputatieschade niet onevenredig was in verhouding tot de omzet van het recruitmentbedrijf.

Conclusie

Hoger beroep van het recruitmentbedrijf werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank Amsterdam werd bevestigd. Deze zaak onderstreept het belang van een effectief privacybeleid en de noodzaak voor bedrijven om zorgvuldig om te gaan met verzoeken om gegevenswissing onder de AVG. Deze uitspraak benadrukt het belang van naleving van de AVG en de consequenties van nalatigheid. Voor bedrijven is het cruciaal om te zorgen voor een robuust en effectief privacybeleid om dergelijke boetes en reputatieschade te voorkomen. Jody Esveldt [post_title] => Gebrekkig privacybeleid afgestraft [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => gebrekkig-privacybeleid-afgestraft [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-06-05 16:52:37 [post_modified_gmt] => 2024-06-05 14:52:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42447 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 42288 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-05-31 11:49:16 [post_date_gmt] => 2024-05-31 09:49:16 [post_content] => In een recent arrest heeft de Procureur-Generaal van de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de reikwijdte van het inzagerecht onder artikel 15 AVG. In dit artikel gaan we in op dit arrest en hoe organisaties inzageverzoeken moeten afhandelen.

Achtergrond

De rechtszaak ging over een verzoekster die een inzageverzoek had gedaan bij haar voormalig werkgever. Bij haar bestond de veronderstelling dat collega’s tijdens een arbeidsconflict negatief over haar hadden uitgelaten. Na dit arbeidsgeschil is zij uit dienst gegaan. Om inzicht te krijgen in deze informatie had zij een inzageverzoek ingediend op grond van artikel 15 AVG. Dit verzoek kwam vervolgens bij de voormalig werkgever als verwerkingsverantwoordelijke terecht. De voormalig werkgever had vervolgens een overzicht gegeven van de categorieën persoonsgegevens die zij over haar verwerkte. Verder waren er kopieën van sommige stukken aan haar verstrekt. Haar voormalig werkgever had geweigerd om een adviesaanvraag en het daaropvolgende advies omtrent het arbeidsconflict te overleggen. Volgens de voormalig werkgever maakten deze stukken deel uit van het vertrouwelijke onderhandelingsproces. De verzoekster vond deze reactie ontoereikend en startte een procedure op grond van artikel 35 UAVG. Haar verzoeken werden zowel bij de rechtbank als later het gerechtshof afgewezen. De procureur-generaal heeft nu geadviseerd om ook de cassatieverzoeken af te wijzen.

Wanneer moet een organisatie aan een inzageverzoek voldoen?

Artikel 15 lid 1 AVG geeft iedere betrokkene het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke uitsluitsel te verkrijgen over:
  • Of zijn/haar persoonsgegevens al dan niet worden verwerkt;
  • En zo ja, om inzage te verkrijgen in die persoonsgegevens.
Krijgt een organisatie een inzageverzoek, dan moet zij eerst vaststellen of er inderdaad sprake is van verwerking van persoonsgegevens van de betrokkene. Zo ja, dan dient de betrokkene in beginsel volledig inzage te worden gegeven, tenzij een wettelijke uitzondering van toepassing is. Uitzonderingen op het inzagerecht,  moeten terughoudend worden toegepast.

Aan welke eisen moet een inzageverzoek voldoen?

De organisatie voldoet aan artikel 15 AVG door de betrokkene een overzicht te geven van de categorieën persoonsgegevens die van hem/haar worden verwerkt, aangevuld met de in artikel 15 lid 1 sub a-h AVG genoemde informatie zoals de verwerkingsdoeleinden. Je hoeft dus geen uitputtende lijst te geven van elke specifieke verwerkte datum, documentnaam, afzender etc. De organisatie moet wel daadwerkelijk inzage geven in de verwerkte persoonsgegevens zelf, tenzij een uitzondering van toepassing is. Hierbij mag volstaan worden met ter beschikking stelling van de gehele bronnen/documenten waarin die gegevens zijn opgenomen.

Wanneer kun je een inzageverzoek weigeren?

Uit jurisprudentie blijkt dat organisaties in bepaalde gevallen het inzagerecht mogen inperken. Zo kunnen zij inzage weigeren in documenten die inzicht geven in de onderhandelingspositie van de organisatie bij een juridisch geschil met de betrokkene. Het belang van een ongestoorde gedachtewisseling kan prevaleren boven het inzagerecht. Uit het arrest volgt ook dat in het verwerkingsregister zelf geen inzage hoeft te worden gegeven, omdat dit geen persoonsgegevens bevat. Ten slotte hoeft geen inzage te worden gegeven in de wijze van verwijdering van persoonsgegevens - het inzagerecht ziet immers op de verwerkte gegevens zelf.

Transparantie is key

Een andere belangrijke les is dat organisaties transparant moeten zijn over de uitvoering van een zoekslag naar persoonsgegevens van de betrokkene. De enkele mededeling dat er niets meer is gevonden, is in beginsel voldoende. Wel moet die mededeling geloofwaardig zijn. Concluderend biedt dit arrest duidelijke handvatten voor organisaties bij de behandeling van inzageverzoeken. Zorg voor een deugdelijke respons waarin je aangeeft welke gegevens je verwerkt en verstrek inzage daarin. Wees daarbij transparant over eventuele weigeringsgronden. Een goede vastlegging van de verwerkingen is daarom cruciaal voor organisaties om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. Goede voorbereiding is het halve werk! Vragen? Neem contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Het inzageverzoek onder de AVG [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-inzageverzoek-onder-de-avg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-31 11:49:16 [post_modified_gmt] => 2024-05-31 09:49:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42288 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 42079 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-05-08 11:29:15 [post_date_gmt] => 2024-05-08 09:29:15 [post_content] => Strenge regels voor gezondheidsreclame: wat ondernemers moeten weten! Het maken van reclame voor gezondheidsproducten lijkt misschien simpel, maar er gelden strenge regels. De rechtbank Den Haag heeft onlangs een uitspraak gedaan in een zaak waarbij een ondernemer een boete kreeg voor het onrechtmatig aanbieden en reclame maken voor een product dat als geneesmiddel aan consumenten werd gepresenteerd. Dit artikel biedt inzicht in de regels rondom het aanbieden van gezondheidsproducten en het maken van reclame hiervoor, aan consumenten.

De uitspraak tegen ‘talbina’

In deze zaak had een ondernemer op zijn website het product ‘talbina’ aangeprezen als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van verschillende ziekten en aandoeningen, zoals depressie, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Hiermee werd het product als een geneesmiddel gepresenteerd, waarvoor een handelsvergunning vereist is volgens de Geneesmiddelenwet. De ondernemer voerde aan dat de uitlatingen over het product voortkwamen uit religieuze overleveringen en dat het optreden van de toezichthouder, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, een inbreuk maakte op zijn recht op vrijheid van godsdienst. Het ging om de volgende uitlating: ‘rust schenkt aan het hart van de zieke en zijn verdriet verlicht’. De rechtbank oordeelde echter dat godsdienstige uitingen medische claims kunnen inhouden en dat de ondernemer in dit geval te ver was gegaan, waardoor het product de geneeskunde in was getrokken. De rechtbank achtte de opgelegde boete van € 6.412,50 evenredig en gerechtvaardigd, gezien de ernst van de overtreding en het gevaar dat personen door de medische claims zouden nalaten tijdig een arts te raadplegen.

Regels rondom publieksreclame voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten

  Reclame voor geneesmiddelen Producten die worden aangeprezen als zijnde geschikt voor genezen of voorkomen van ziekten, worden gezien als geneesmiddelen volgens de Geneesmiddelenwet. Hiervoor is een handelsvergunning van de overheid nodig. Alleen geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn, ook wel 'zelfzorggeneesmiddelen' of 'over-the-counter' geneesmiddelen genoemd, mogen in publieksreclame aan consumenten worden aangeprezen. Deze reclame moet vooraf worden goedgekeurd door de Keuringsraad en voldoen aan de Code voor Publieksreclame Geneesmiddelen. Uitingen met (impliciete) medische claims zijn verboden. Reclame voor gezondheidsproducten Voor gezondheidsproducten - zoals voedingssupplementen – mag wel reclame worden gemaakt , maar dan moet men zich houden aan de Code voor Aanprijzing van Gezondheid Gerelateerde Producten (hierna: de ‘Code’). Medische claims zijn niet toegestaan. Er is een lijst toegevoegd aan de Code met duizenden voorbeelden van toegestane en niet-toegestane gezondheidsaanprijzingen. Als je levensmiddelen wilt promoten met gezondheidsclaims, moet je voldoen aan zowel de Code als aan de Europese Claimsverordening. Reclame voor medische hulpmiddelen moet waarheidsgetrouw zijn en de eigenschappen van de hulpmiddelen mogen niet overdreven worden. Interacties tussen fabrikanten van medische hulpmiddelen en medisch professionals zijn geregeld in de Gedragscode Medische Hulpmiddelen.

Conclusie

Het maken van reclame voor gezondheidsproducten is een juridisch mijnenveld. Deze uitspraak laat zien dat de regels rondom het aanbieden van gezondheidsproducten en het maken van reclame hiervoor strikt worden gehandhaafd. Ondernemers moeten uiterst zorgvuldig omgaan met medische claims en claims over gezondheidseffecten. Wees voorzichtig met uitspraken over ziektes genezen of voorkomen. Vraag tijdig een handelsvergunning aan als je product als geneesmiddel kan worden gezien. En houd je aan de branchecodes voor je productcategorie. Zo voorkom je boetes van de toezichthouders. Jody Esveldt 1 [post_title] => Strenge regels voor gezondheidsreclame [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => strenge-regels-voor-gezondheidsreclame [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-05-08 11:29:15 [post_modified_gmt] => 2024-05-08 09:29:15 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42079 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 41891 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-04-19 12:24:27 [post_date_gmt] => 2024-04-19 10:24:27 [post_content] => Het Europees Parlement heeft begin deze maand gestemd voor ingrijpende hervormingen van de Europese wetgeving rond geneesmiddelen. De nieuwe regels moeten innovatie stimuleren en tegelijkertijd de beschikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid van medicijnen verbeteren voor alle Europeanen. In dit artikel zal ik dieper ingaan op deze veranderingen.

Achtergrond

Een jaar geleden heeft de Commissie een voorstel voor een nieuwe richtlijn en een nieuwe verordening goedgekeurd, die de bestaande algemene geneesmiddelenwetgeving herzien en vervangen. Hiermee wil de Commissie verschillende problemen in de farmaceutische wereld aanpakken. Het voorstel herziet en vervangt de bestaande algemene geneesmiddelenwetgeving (Verordening (EG) nr. 726/2004 en Richtlijn 2001/83/EG) en de wetgeving inzake geneesmiddelen voor kinderen en zeldzame ziekten (respectievelijk Verordening ( EG) nr.1901/2006 en Verordening (EG) nr. 141/2000). De herziening heeft de volgende doelstellingen:
  • Verzekeren dat patiënten overal in de EU op een tijdige en eerlijke manier toegang krijgen tot veilige, effectieve en betaalbare medicijnen.
  • De leveringszekerheid verbeteren en waarborgen dat medicijnen toegankelijk zijn voor alle patiënten, ongeacht hun locatie binnen de EU.
  • Een aantrekkelijke en innovatie bevorderende omgeving handhaven voor het onderzoek naar, de ontwikkeling van, en de productie van geneesmiddelen in Europa.
  • Het milieuvriendelijker maken van geneesmiddelen.
  • Het aanpakken van antimicrobiële resistentie en de aanwezigheid van geneesmiddelen in het milieu door een geïntegreerde "One Health"-benadering te hanteren.

Langere dataexclusiviteit

Een van de meest opvallende maatregelen is de verlenging van de dataexclusiviteitsperiode tot maximaal 8,5 jaar na marktgoedkeuring. Tijdens deze periode kunnen andere bedrijven geen gebruik maken van de testdata van een nieuw medicijn om een goedkoper generiek middel op de markt te brengen. In ruil voor extra dataexclusiviteit van maximaal 2,5 jaar moeten bedrijven wel aantonen dat ze een substantieel deel van het onderzoek en de ontwikkeling in de EU uitvoeren. Voor weesgeneesmiddelen – geneesmiddelen voor zeldzame ziekten – kunnen ontwikkelaars tot 11 jaar marktexclusiviteit krijgen als ze een "grote onvervulde medische behoefte" aanpakken. Voorstanders van deze regeling benadrukken dat dit de EU aantrekkelijker maakt voor farma-innovatie en deskundigheid op dit gebied naar Europa kan halen. Tegenstanders waarschuwen echter voor mogelijke prijsstijgingen en vertraagde toegang tot goedkopere generieke geneesmiddelen.

Bestrijden antibioticaresistentie

Een andere belangrijke pijler is het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe antibiotica. Het groeiende probleem van antibioticaresistentie vormt een wereldwijd gezondheidsrisico. Door financiële prikkels zoals mijlpaalbetalingen, abonnementsprijzen en verhandelbare dataexclusiviteitsvouchers willen de Europarlementariërs investeren in de zoektocht naar innovatieve antibiotica.

Gevolgen voor Nederland

Voor Nederland, met zijn grote en innovatieve farmaceutische sector, creëren de nieuwe regels zowel kansen als uitdagingen. Investeren in onderzoek en ontwikkeling in Nederland kan meer voordelen gaan opleveren, maar ook de toegankelijkheid en betaalbaarheid van nieuwe geneesmiddelen kan onder druk komen te staan. De reacties zijn dan ook gemengd. Volgens Patiëntenfederatie Nederland is innovatie essentieel, maar niet als dat ten koste gaat van de rechten van patiënten. VNO-NCW vreest aan de andere kant dat Nederland minder aantrekkelijk wordt voor de farmaceutische topleiders zonder ruimhartige stimuleringsmaatregelen. De lidstaten en de Europese Commissie zullen de komende maanden nog nadere onderhandelingen voeren over de precieze invulling van de hervormingen. De nieuwe regels zouden in 2025 moeten ingaan. Vragen over farma-wetgeving? Neem contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Europees Parlement stemt voor hervormingen farma-wetgeving [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => europees-parlement-stemt-voor-hervormingen-farma-wetgeving [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-04-19 12:24:27 [post_modified_gmt] => 2024-04-19 10:24:27 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41891 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 41808 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-04-10 11:24:46 [post_date_gmt] => 2024-04-10 09:24:46 [post_content] => Geen enkel systeem is onfeilbaar en datalekken zijn een realiteit, waarmee zowel grote als kleine organisaties worden geconfronteerd. Wanneer dergelijke incidenten plaatsvinden, is de manier waarop een organisatie reageert niet alleen cruciaal voor het beperken van de schade, maar ook voor het behouden of zelfs herstellen van het vertrouwen van de klant. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Nederlandse Uitvoeringswet AVG (UAVG) stellen duidelijke eisen aan de omgang met persoonsgegevens en de communicatie na een datalek. In dit artikel gaan we in op de essentiële elementen van communicatie na een datalek. Daarbij ligt de focus op het bieden van transparantie, het nemen van verantwoordelijkheid en het beschermen van de betrokkenen. Bovenkant formulier

Wat is een datalek?

In de AVG komt het begrip ‘datalek’ niet voor. Er wordt enkel verwezen naar het begrip ‘inbreuk in verband met persoonsgegevens. Dit is een inbreuk op de beveiliging van persoonsgegevens die per ongeluk of op onrechtmatige wijze leidt tot de vernietiging, wijziging en/of ongeoorloofde toegang tot persoonsgegevens. In deze blog zal het woord ‘datalek’ worden gebruikt voor dergelijke inbreuken. Mocht uw organisatie getroffen zijn door een datalek, dan is het belangrijk om snel en zorgvuldig te handelen. Lees hier hoe u een datalek meldt bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

Betrokkenen inlichten over een datalek

Hoeft u de datalek niet te melden bij de AP omdat deze geen risico vormt voor de rechten en vrijheden van betrokkenen? Dan hoeft u de datalek ook niet aan de betrokkenen te melden. Twijfelt u of u de datalek moet melden? Bekijk dan hier de voorbeeldlijst wel/niet melden datalek van de AP. Een betrokkene moet rechtstreeks geïnformeerd worden over de datalek. Enkel een algemeen bericht op uw website is dus niet voldoende. U kunt de betrokkenen, afhankelijk van de doelgroep en uw organisatie, het beste schriftelijk, telefonisch of per e-mail benaderen. Neem de volgende punten mee in de communicatie naar uw cliënten:
  • Geef aan wat er is gebeurd en hoe u als organisatie heeft gereageerd op de datalek.
    • Geef aan welke stappen u heeft ondernomen om het incident onder controle te krijgen, te onderzoeken en te herstellen.
    • Geef aan dat u een melding heeft gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens en dat u bijvoorbeeld ook de bevoegde wetshandhavingsinstanties heeft ingeschakeld, samen met eventuele aanbevelingen of adviezen die zij hebben gegeven.
  • Laat de betrokkenen weten welke persoonsgegevens mogelijk zijn getroffen.
    • Stel klanten ook gerust. Indien u beschikt over wachtwoorden of financiële informatie van betrokkenen terwijl u weet dat er geen kans is dat deze gedetailleerde informatie is blootgesteld, laat dit ook weten.
    • Wees echter voorzichtig met het delen van details die verdere veiligheidsrisico's kunnen creëren.
  • Geef aan wat dit betekent voor de betrokkenen.
    • Denk hierbij aan identiteitsdiefstal of financieel verlies. Ook kan er sprake zijn van schade aan de persoonlijke reputatie, afhankelijk van de aard van de gelekte gegevens.
  • Laat weten wat de betrokkenen zelf kan doen om het potentiële risico te vermijden.
    • Wijs bijvoorbeeld op de gevaren van verdachte e-mails, bijvoorbeeld met onjuiste grammatica/spelling of slordig taalgebruik. Denk hierbij ook aan mails die vragen om andere persoonsgegevens.
  • Vermeld uw contactinformatie voor verdere vragen.
    • Bied duidelijke informatie over hoe betrokkenen contact kunnen opnemen bij verdere vragen of zorgen. Dit moet een specifiek telefoonnummer of e-mailadres omvatten.
  • Toon transparantie en verantwoordelijkheid.
    • Laat zien dat uw organisatie de privacy van de betrokkenen serieus neemt en bereid is verantwoordelijkheid te nemen voor het beschermen van hun gegevens. Laat weten welke maatregelen u gaat treffen (of al heeft getroffen) om de risico’s en schade te beperken. Mocht u hierover extern advies inwinnen, deel dit dan ook.

Conclusie

In een tijdperk waar data centraal staat in ons dagelijks leven, is het onvermijdelijk dat organisaties op een dag te maken kunnen krijgen met een datalek. Hoe onwelkom zo'n incident ook is, het biedt tevens een kans om te laten zien hoeveel waarde uw organisatie hecht aan verantwoordelijkheid, transparantie en de bescherming van persoonlijke gegevens. De sleutel tot het effectief navigeren door de nasleep van een datalek ligt in de bereidheid om snel te handelen, open te communiceren over wat er is gebeurd, en concreet aan te geven welke stappen er zijn ondernomen om de schade te beperken en soortgelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. Door betrokkenen direct en empathisch te benaderen, herstelt u niet alleen hun vertrouwen maar versterkt u ook uw reputatie als een organisatie die zijn verantwoordelijkheden serieus neemt. Heeft u vragen over een datalek? Of wil u extern advies inwinnen over wat te doen? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Hoe te communiceren met klanten na een datalek [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => hoe-te-communiceren-met-klanten-na-een-datalek [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-04-10 11:25:58 [post_modified_gmt] => 2024-04-10 09:25:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41808 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 41786 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-04-04 15:08:36 [post_date_gmt] => 2024-04-04 13:08:36 [post_content] => In de digitale wereld waarin we leven, waar online shaming steeds vaker voorkomt, heeft de vereniging Stichting Stop Online Shaming (SOS) zich ten doel gesteld de belangen van slachtoffers van online privacy-inbreuken en onrechtmatige uitingen te behartigen. SOS heeft juridische stappen ondernomen tegen de Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland (SIN), welke zwarte lijsten van artsen andere zorgverleners had gepubliceerd. In dit artikel staat de jurisprudentie omtrent deze zaak centraal en ga ik  in op de verschillende vragen die dit onderwerp oproept.

De achtergrond

Op websites zoals zwartelijstartsen.com en zwartelijstartsen.nl stonden de namen van ongeveer 900 artsen en andere zorgverleners, vaak met foto. Daarbij staat vermeld of ze van de tuchtrechter op enig moment een tuchtrechtelijke maatregel opgelegd hebben gekregen zoals een waarschuwing, berisping, schorsing of doorhaling hebben opgelegd gekregen, vaak met vermelding van de tuchtrechtuitspraken. Op de website stond het volgende opgenomen: “Deze zwarte lijst bevat alle namen van artsen, tandartsen, verpleegkundigen en psychologen die in het BIG-register opgenomen zijn met een berisping, schorsing, of doorhaling artsen, en andere personen en organisaties uit de gezondheidszorg en de overheid die hun wettelijke en professionele zorgplicht schenden. Deze falende zorgverleners weigeren aan slachtoffers van medische fouten correcte informatie, diagnostiek en herstelbehandeling.” Volgens SOS handelt SIN onrechtmatig door via deze websites de eer en goede naam van de genoemde artsen aan te tasten, waardoor deze schade lijden. Volgens SOS zijn de zwarte lijsten onder meer in strijd met artikel 10 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dit artikel regelt de verwerking van persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen. Het verweer van SIN berust op een beroep op de vrijheid van meningsuiting en het belang van publieke voorlichting over medische misstappen. Zij voeren aan dat de informatie op hun websites direct afkomstig is uit het BIG-register, een officiële overheidsbron die dezelfde informatie openbaar maakt.

Bij de rechter

De voorzieningenrechter stelde in januari 2021 SOS in het gelijk. Hiermee oordeelde zij dat het belang van de eerbieding van de eer en goede naam van de artsen in dit geval zwaarder weegt dan het belang van SIN bij vrijheid van meningsuiting. Volgens de rechter was niet elke uiting als onrechtmatig te achten, maar woog dit niet op tegen het totale beeld van de website. Alleen de naam ‘zwarte lijst’ levert al een zware beschuldiging op, zeker in combinatie met de kwalificaties ‘medische misdrijven’ of ‘falende artsen’, aldus de rechter. Hierdoor mocht het SIN geen uitlatingen meer doen die artsen en zorgverleners zwart maken door hen te beschuldigen van falen of hen te beschuldigen van een medisch misdrijf. Tevens moest het SIN een verzoek indienen bij internetzoekmachine Google om alle verwijzingen naar de websites te verwijderen uit de zoekresultaten. SIN had tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld en een aantal klachten tegen het vonnis geformuleerd. Zo zou volgens het SIN het verbod een te vergaande beperking van de vrijheid van meningsuiting van SIN inhouden.

Vrijheid van meningsuiting versus eerbieding van de eer en goede naam

De beslissing van het Hof om het verbod op de activiteiten van SIN niet te zien als een te vergaande beperking van hun vrijheid van meningsuiting wordt onderbouwd door verschillende overwegingen, voortkomend uit een zorgvuldige afweging van verschillende factoren, wederom herhaald in het hoger beroep. Deze factoren omvatten:
  • De gepubliceerde uitlatingen op de zwarte lijsten hadden ernstige gevolgen voor de genoemde artsen en zorgverleners. Zeker nu deze websites een prominente plaatsing hadden in Google zoekresultaten.
  • De uitlatingen gingen in verschillende opzichten veel verder dan de informatie die openbaar wordt gemaakt via BIG-registratie.nl. Zo werden persoonlijke foto’s en in sommige gevallen adressen toegevoegd, wat een onnodige schending van privacy met zich bracht.
  • De publicaties doorbraken het evenwicht tussen het publieksbelang van toegankelijke informatie en de privacybelangen van deze zorgverleners, zoals vastgesteld in de Wet BIG en gerelateerde wetgeving.
  • De toevoeging van de gegevens was ook niet noodzakelijk voor het publiek om adequaat geïnformeerd te worden, en deze toevoeging woog niet op tegen de inbreuk op de privacy van de zorgverleners.
  • De gebruikte terminologie op de websites had een diffamerend effect dat verder ging dan gerechtvaardigd kon worden op basis van eventuele opgelegde tuchtrechtelijke maatregelen. Dit effect werd versterkt doordat geen onderscheid werd gemaakt tussen verschillende soorten tuchtrechtelijke maatregelen.
  • Artsen konden zich niet effectief verdedigen tegen de beschuldigingen vanwege hun beroepsgeheim, waardoor de diffamerende werking eenzijdig was.
De combinatie van deze factoren leidde tot het oordeel van het Hof Arnhem-Leeuwarden dat het belang van de artsen bij bescherming van hun eer en goede naam zwaarder woog dan het belang van SIN bij vrijheid van meningsuiting. Het verbod en de daaruit voortvloeiende maatregelen, zoals de overdracht van domeinnamen, werden ook in hoger beroep als gerechtvaardigd en noodzakelijk geacht om de schadelijke praktijken een halt toe te roepen en het recht op privacy en bescherming van persoonsgegevens te handhaven.

Welke informatie over tuchtrechtelijk veroordeelde zorgverleners mag openbaar worden gemaakt in licht van de AVG?

Informatie over tuchtrechtelijke maatregelen valt onder de bijzondere categorie persoonsgegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten in artikel 10 van de AVG . Alleen de strikt noodzakelijke informatie mag openbaar worden gemaakt, conform het doel van de verwerking. Het arrest bevestigt dat de overheid via het openbare BIG-register al een zorgvuldige afweging maakt tussen enerzijds het waarschuwen van het publiek en anderzijds de bescherming van privacy van zorgverleners. Verdergaande openbaarmaking is niet zonder meer gerechtvaardigd. Privégegevens en -foto's mogen niet zomaar worden gepubliceerd, zeker als zij niet bijdragen aan het doel waarvoor de gegevens worden verwerkt zoals in deze kwestie het geval is. Aanvullende informatie of wijze van presentatie moeten echt noodzakelijk en proportioneel zijn voor een gerechtvaardigd doel en mag het systeem van openbaarmaking in het BIG-register niet doorkruisen. Ook moet onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende tuchtmaatregelen en mag informatie niet langer openbaar blijven dan in het BIG-register.

Conclusie

Dit arrest bevestigt dat er grenzen zijn aan het openbaar maken van informatie over tuchtrechtelijk veroordeelde zorgverleners. Privacyschendingen en onevenredige reputatieschade moeten worden voorkomen. Het systeem van het BIG-register vormt daarbij het uitgangspunt. Waarschuwen van het publiek is toegestaan, maar mag niet verder gaan dan strikt noodzakelijk. Voor zorgverleners biedt dit houvast voor bescherming van hun reputatie. Voor het publiek of slachtofferorganisaties geeft het duidelijkheid over wat wel en niet is toegestaan bij het delen van dergelijke informatie. Terughoudendheid is geboden, zeker als het om digitale en daarmee breed verspreide informatie gaat. Heeft u vragen over de verwerking van persoonsgegevens? Of over het medisch tuchtrecht? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers. Jody Esveldt 1 [post_title] => Het publiceren van zwarte lijsten van artsen verboden [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-publiceren-van-zwarte-lijsten-van-artsen-verboden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-04-04 15:08:36 [post_modified_gmt] => 2024-04-04 13:08:36 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41786 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 41562 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-03-15 08:40:28 [post_date_gmt] => 2024-03-15 07:40:28 [post_content] => De Europese regelgeving voor medische hulpmiddelen (MDR) is sinds 26 mei 2021 in werking getreden. Het primaire doel van deze verordening en de verordening voor in-vitro hulpmiddelen, die strengere eisen stellen aan de certificering van medische hulpmiddelen, was om de wetgeving omtrent medische hulpmiddelen te vernieuwen en te zorgen voor hogere patiëntveiligheid.  Volgens de regels moeten alle medische hulpmiddelen die in Europa worden geproduceerd opnieuw worden gecertificeerd door aangemelde instanties (‘Notified Bodies’). Dit zijn organisaties die door een lidstaat zijn aangewezen om de conformiteit van producten te beoordelen voordat ze op de EU-markt worden gebracht.   Echter, naarmate de deadline van 26 mei 2024 nadert en de huidige MDR-certificering voor ongeveer 17.000 medische hulpmiddelen bijna verloopt, ontstaat er een uitdaging binnen de industrie. Het lijkt er namelijk op dat veel van deze producten niet zullen worden gehercertificeerd onder de nieuwe regelgeving, omdat blijkt dat een aanzienlijk deel van de medische hulpmiddelen die momenteel beschikbaar zijn op de markt, nog niet voldoet aan deze vernieuwde voorschriften  Dit wijst op een potentieel knelpunt in het proces van hercertificering, dat kan leiden tot een vermindering van de beschikbaarheid van bepaalde medische hulpmiddelen op de Europese markt.  

Europese certificering 

De invoering van de MDR, die moet leiden tot aanzienlijke verbeteringen op het gebied van productkwaliteit en patiëntveiligheid, stelt hogere eisen aan de certificering van medische hulpmiddelen.   Hoewel deze maatregelen onmiskenbaar voordelen bieden, brengen ze ook aanzienlijke uitdagingen met zich mee voor producenten van medische hulpmiddelen. De noodzaak om te voldoen aan de nieuwe, strengere richtlijnen vereist vaak ingrijpende aanpassingen in de productieprocessen, wat aanzienlijke investeringen in tijd en geld met zich meebrengt.   Voor een deel van de producten resulteert dit in een situatie waarbij de kosten voor het behalen en behouden van certificering niet meer opwegen tegen de economische opbrengsten, waardoor deze producten niet langer rendabel zijn.  Als direct gevolg van deze economische realiteit nemen producenten steeds vaker het besluit om bepaalde producten uit hun assortiment niet te laten certificeren voor de Europese markt. Dit betekent dat sommige medische hulpmiddelen, die wellicht waardevol of zelfs essentieel zijn voor bepaalde patiëntengroepen, niet meer beschikbaar zullen zijn. 

Probleempunt 

Het probleem in deze situatie is dat niet bekend is welke hulpmiddelen niet meer beschikbaar zullen zijn, veelal omdat fabrikanten het niet melden wanneer zij stoppen op de Europese markt.  Vorig jaar juli startte het Zorg Inkoop Netwerk, ondersteund door VWS, een platform waarop zorginstellingen die assortimentsproblemen ervaren deze kunnen melden. Zo hopen inkopers in de zorg te voorspellen waar de grootste tekorten gaan vallen. Ervaart u als zorginstelling (inkoop)problemen? Deze kunt u hier melden. 

Nieuwe maatregelen 

Op 23 januari bracht de Europese Commissie een voorstel uit om de bestaande verordeningen te actualiseren om de tekorten tegen te gaan. Het voorstel was met name bedoeld om de te verwachte tekorten inzichtelijker te maken.  De Raad van de Europese Unie heeft als gevolg van het voorstel nu ook aan de fabrikanten verplicht gesteld om de betrokken autoriteiten, zorginstellingen, zorgverleners en marktdeelnemers aan wie zij hulpmiddelen leveren, vooraf in kennis te stellen van onderbrekingen in de levering van de kritieke medische hulpmiddelen.  De Raad stelt niet alleen een verplichte melding voor fabrikanten in, maar verlengt ook de overgangsperiode voor bepaalde in-vitro hulpmiddelen en voert een geleidelijke uitrol van EUDAMED in.    De laatste maatregel, over de geleidelijke uitrol van EUDAMED, dient de transparantie en de toegang tot informatie te verbeteren en de registratie van gegevens over medische hulpmiddelen te versnellen. Aanvankelijk hoefden de fabrikanten hun medische hulpmiddelen pas in EUDAMED te registreren nadat alle 6 elementen (modules) waren opgezet. Hoewel er al 3 modules beschikbaar zijn en er naar verwachting in 2024 nog 2 bij komen, zal de laatste module waarschijnlijk pas eind 2027 klaar zijn. 

Conclusie 

Deze situatie, waarbij potentieel waardevolle of essentiële medische hulpmiddelen mogelijk niet langer beschikbaar zullen zijn op de Europese markt, vormt een complex dilemma. Of de nieuwe maatregelen de tekorten daadwerkelijk zullen verminderen is nog maar de vraag. De maatregelen zijn in ieder geval positieve eerste stappen naar het aanpakken van dit probleem.   Het blijft van cruciaal belang voor alle betrokken partijen om zich bewust te zijn van deze veranderingen en om samen te werken aan een systeem dat veilig is.   Jody Esveldt 1 [post_title] => Nieuwe maatregelen tegen dreigend tekort medische hulpmiddelen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nieuwe-maatregelen-tegen-dreigend-tekort-medische-hulpmiddelen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-03-15 08:40:28 [post_modified_gmt] => 2024-03-15 07:40:28 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=41562 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 42835 [post_author] => 73 [post_date] => 2024-07-15 13:38:58 [post_date_gmt] => 2024-07-15 11:38:58 [post_content] => Artificial Intelligence (AI) biedt enorme kansen, maar brengt ook risico's met zich mee op het gebied van privacy en gegevensbescherming. De Information Commissioner's Office (ICO) heeft onlangs een nuttige handleiding gepubliceerd over het correct en wettig gebruik van AI en persoonsgegevens. In deze blog bespreken we de belangrijkste aandachtspunten voor organisaties AI willen inzetten.

8 Essentiële tips voor Artificial Intelligence (AI) en privacy:

  1. Risicogebaseerde aanpak
Voer een grondige data protection impact assessment (DPIA) en een AI Compliance Assessment uit voordat u Artificial Intelligence (AI) implementeert in uw onderneming. Identificeer potentiële risico's voor privacy en neem passende maatregelen om deze te beperken. Overweeg of Artificial Intelligence (AI) echt noodzakelijk is voor uw doeleinden waarvoor u het wil inzetten of dat er minder risicovolle alternatieven zijn.
  1. Transparantie in besluitvorming
Zorg dat u in staat bent om de beslissingen van uw AI-systeem begrijpelijk uit te leggen aan betrokkenen. Wees open over hoe en waarom u persoonsgegevens gebruikt in uw AI-toepassingen. Dit is essentieel voor het opbouwen van vertrouwen en het naleven van individuele rechten.
  1. Dataminimalisatie toepassen
Verzamel en gebruik alleen de persoonsgegevens die strikt noodzakelijk zijn voor uw AI-toepassing. Overweeg privacybevorderende technieken zoals data-anonimisering of synthetische data om de hoeveelheid verwerkte persoonsgegevens te beperken.
  1. Discriminatie voorkomen
Wees alert op mogelijke vooroordelen in uw datasets of AI-modellen die kunnen leiden tot discriminatie. Evalueer uw data en AI-outputs regelmatig op representativiteit en eerlijkheid voor verschillende bevolkingsgroepen. Neem maatregelen om oneerlijke behandeling te voorkomen.
  1. Focus op datakwaliteit
Investeer tijd en middelen in het zorgvuldig voorbereiden en labelen van uw trainingsdata. Kwaliteit gaat boven kwantiteit als het gaat om AI-training. Zorg voor duidelijke criteria en verantwoordelijkheden bij het labelen van gevoelige gegevens.
  1. Robuuste beveiliging implementeren
Voer regelmatige veiligheidsbeoordelingen uit en implementeer sterke technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen. AI-systemen kunnen nieuwe beveiligingsrisico's met zich brengen, dus wees proactief in het monitoren en beschermen van uw systemen en data.
  1. Menselijke controle waarborgen
Zorg voor menselijke tussenkomst bij geautomatiseerde besluitvorming, vooral wanneer er significante gevolgen zijn voor individuen. Train uw medewerkers om AI-output kritisch te beoordelen en indien nodig te overrulen.
  1. Zorgvuldig leveranciersbeheer
Als u AI-systemen van derden gebruikt, werk dan nauw samen met uw leveranciers om naleving van privacywetgeving te garanderen. Voer due diligence uit, maak duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden en zorg dat u voldoende inzicht heeft in de werking van het AI-systeem om uw verplichtingen na te komen. Doe deze AI Quickscan om te kijken hoe ethisch verantwoord uw gebruik van AI op dit moment is.

Conclusie:

Het gebruik van Artificial Intelligence (AI) brengt uitdagingen met zich  op het gebied van gegevensbescherming, maar met de juiste aanpak kunnen organisaties AI verantwoord en in overeenstemming met de wet inzetten. Door bovenstaande tips te volgen, kunt u de voordelen van AI benutten en tegelijkertijd de privacy van individuen beschermen. Wees proactief in uw benadering van AI en privacy om vertrouwen op te bouwen bij uw klanten en compliance te waarborgen. Door zorgvuldig om te gaan met AI en persoonsgegevens, kunt u innoveren én de rechten van individuen respecteren. Heeft u vragen hierover, neem gerust contact met ons op! Jody Esveldt 1 [post_title] => Artificial Intelligence (AI) en privacy: 8 belangrijke tips voor verantwoord gebruik [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => artificial-intelligence-ai-en-privacy-8-belangrijke-tips-voor-verantwoord-gebruik [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2024-07-15 13:38:58 [post_modified_gmt] => 2024-07-15 11:38:58 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=42835 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 59 [max_num_pages] => 6 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 7c744b4093dc62d3ec1f933a4b0f3319 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Artificial Intelligence (AI) biedt enorme kansen, maar brengt ook risico's met zich mee op het gebied van privacy en gegevensbescherming. De Information Commissioner's Office (ICO) heeft onlangs een nuttige handleiding...
Lees meer
Eerder schreef ik al een blog over het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz). Hier ging ik dieper in op de vraag wat het wetsvoorstel voor zorgaanbieders betekent. Hoe...
Lees meer
Een recente tuchtrechtuitspraak onderstreept het belang van zorgvuldige omgang met medische dossiers bij praktijksluiting. In dit artikel ga ik dieper in op de zaak en wat andere zorgverleners hiervan kunnen...
Lees meer
Op 29 mei 2024 deed de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak in een zaak tussen een recruitmentbedrijf en de Autoriteit Persoonsgegevens. Deze zaak draait om...
Lees meer
In een recent arrest heeft de Procureur-Generaal van de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de reikwijdte van het inzagerecht onder artikel 15 AVG. In dit artikel gaan we in op...
Lees meer
Strenge regels voor gezondheidsreclame: wat ondernemers moeten weten! Het maken van reclame voor gezondheidsproducten lijkt misschien simpel, maar er gelden strenge regels. De rechtbank Den Haag heeft onlangs een uitspraak...
Lees meer
Het Europees Parlement heeft begin deze maand gestemd voor ingrijpende hervormingen van de Europese wetgeving rond geneesmiddelen. De nieuwe regels moeten innovatie stimuleren en tegelijkertijd de beschikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid...
Lees meer
Geen enkel systeem is onfeilbaar en datalekken zijn een realiteit, waarmee zowel grote als kleine organisaties worden geconfronteerd. Wanneer dergelijke incidenten plaatsvinden, is de manier waarop een organisatie reageert niet...
Lees meer
In de digitale wereld waarin we leven, waar online shaming steeds vaker voorkomt, heeft de vereniging Stichting Stop Online Shaming (SOS) zich ten doel gesteld de belangen van slachtoffers van...
Lees meer
De Europese regelgeving voor medische hulpmiddelen (MDR) is sinds 26 mei 2021 in werking getreden. Het primaire doel van deze verordening en de verordening voor in-vitro hulpmiddelen, die strengere eisen...
Lees meer