WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[paged] => 0
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 73
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1440
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (73) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 0, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 44407
[post_author] => 73
[post_date] => 2025-01-20 15:13:09
[post_date_gmt] => 2025-01-20 14:13:09
[post_content] => De afgelopen jaren zien we een toename van het aantal medisch niet-noodzakelijke behandelingen, ook wel 'wensgeneeskunde' genoemd. Wensgeneeskunde is een verzamelbegrip voor medische behandelingen die zonder directe medische noodzaak (een gezondheidsprobleem) worden verricht, maar enkel vanwege een wens van de patiënt.
Of het nu gaat om cosmetische ingrepen, vruchtbaarheidsbehandelingen zonder medische indicatie of electieve chirurgie - de juridische verplichtingen voor zorgaanbieders zijn zwaarder dan bij reguliere medische behandelingen.
Informed consent
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) maakt in principe geen onderscheid tussen behandelingen die wel of geen medische noodzaak hebben. De informatieplicht van de hulpverlener is verankerd in artikel 7:448 Burgerlijk Wetboek (BW). Deze bepaling verplicht zorgverleners om patiënten te informeren over:
- het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling;
- de te verwachten gevolgen en risico's;
- alternatieven die in aanmerking komen, en
- de gezondheidssituatie en -vooruitzichten
Het toestemmingsvereiste is verder uitgewerkt in artikel 7:450 BW. Het voldoende informeren van de patiënt en het vragen van toestemming, wordt gezamenlijk
informed consent genoemd. Hierbij moet de hulpverlener ook aantonen dat de patiënt de informatie ook heeft begrepen en voldoende tijd heeft gehad om de informatie te verwerken.
Verzwaarde informatieplicht
Een hulpverlener kan niet verplicht worden een behandeling
zonder medische noodzaak uit te voeren, terwijl deze behandelplicht in beginsel wel geldt bij klassieke medische ingrepen. Als dan toch een geneeskundige behandeling wordt aangegaan brengt dat voor de hulpverlener extra verantwoordelijkheden mee.
In 2013 oordeelde het Centraal Tuchtcollege dat de afwezigheid van de behandelplicht met zich brengt dat “in deze gevallen zwaardere eisen moeten worden gesteld aan neerlegging in het medisch dossier van de redenen voor de behandeling en aan de informatieplicht van de arts als bedoeld in artikel 7:448 BW.”
[1]
Hoeveel hoger de lat voor de hulpverlener ligt, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval.
Een recent voorbeeld
Bovenstaande kan geïllustreerd worden aan de hand van een recente uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) ’s-Hertogenbosch
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:4. Hier onderging een patiënt een cosmetische besnijdenis.
Voorafgaand ontving de patiënt
een toestemmingsverklaring en nazorginformatie via de mail. Er vond geen voorafgaand consult plaats. De chirurg heeft op de dag van de ingreep enkele standaardvragen beantwoord. Na de ingreep ontstond er een litteken waar de patiënt ontevreden over was.
Het RTG toetst of de chirurg heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend chirurg mag worden verwacht. Het RTG oordeelt dat de klacht met betrekking tot het
informed consent gegrond is.
Volgens het RTG was het onvoldoende om te volstaan met het enkel toesturen van een algemene toestemmingsverklaring en nazorginformatie via e-mail. Daarbij nam de chirurg ten onrechte aan dat patiënten die een cosmetische besnijdenis wensen, altijd al volledig geïnformeerd zijn over de behandeling. Hij verifieerde niet actief of deze specifieke patiënt daadwerkelijk voldoende kennis had over de ingreep en de mogelijke gevolgen.
Tot slot werd in de summiere toestemmingsverklaring weliswaar melding gemaakt van algemene chirurgische risico's zoals nabloeding en infectie, maar voor een leek was niet duidelijk wat dit concreet betekende. Specifieke risico's zoals de duur van pijnklachten, het littekengenezingsproces en de mogelijkheid van cosmetisch tegenvallende resultaten (zoals in dit geval een verdikt litteken) werden niet besproken.
Conclusie
De verzwaarde informatieplicht bij niet-medisch noodzakelijke ingrepen vraagt om een systematische aanpak van zorginstellingen. Het volstaat niet om te werken met standaard toestemmingsformulieren. Een persoonlijke benadering, uitgebreide documentatie en goede communicatie zijn essentieel om aan de juridische vereisten te voldoen.
Heeft u vragen over informed consent? Of wilt u uw informed consent procedure evalueren? Neem gerust contact op met Jody Esveldt.
[1] ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2850

[post_title] => Verzwaarde informed consent bij medisch niet-noodzakelijke ingrepen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => verzwaarde-informed-consent-bij-medisch-niet-noodzakelijke-ingrepen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-20 15:14:56
[post_modified_gmt] => 2025-01-20 14:14:56
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44407
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 44397
[post_author] => 73
[post_date] => 2025-01-17 11:12:28
[post_date_gmt] => 2025-01-17 10:12:28
[post_content] => Het
Europese Hof van Justitie heeft op 4 oktober 2024 een belangrijke uitspraak gedaan in de zaak tussen privacy-activist Max Schrems en Meta (het moederbedrijf van Facebook). Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor bedrijven die persoonsgegevens willen gebruiken voor
gepersonaliseerde advertenties.
Waar ging de zaak over?
Schrems ontving op Facebook-advertenties die waren gericht op homoseksuelen, terwijl hij zijn seksuele geaardheid nooit op Facebook had gedeeld. Hij had dit wel eens benoemd tijdens een openbaar toegankelijk rondetafelgesprek. Meta verzamelde deze informatie via tracking cookies en social media plug-ins op websites van derden. Vervolgens werden deze gegevens gebruikt voor de advertenties op Facebook.
De zaak richtte zich op twee fundamentele vragen:
- Mag een platform als Meta alle verzamelde persoonsgegevens onbeperkt gebruiken voor gerichte advertenties?
- Als iemand bepaalde persoonlijke informatie openbaar heeft gemaakt (zoals tijdens een presentatie), mag een bedrijf die informatie dan onbeperkt gebruiken voor reclamedoeleinden?
Wat heeft het Hof besloten?
Het Hof heeft twee belangrijke principes verduidelijkt:
- Het feit dat iemand bepaalde persoonlijke informatie openbaar heeft gemaakt (bijvoorbeeld tijdens een presentatie), betekent niet dat een bedrijf die informatie onbeperkt mag gebruiken voor advertentiedoeleinden.
- Bedrijven mogen niet ongelimiteerd persoonsgegevens verzamelen en gebruiken voor gerichte advertenties. Er moet:
- Een tijdslimiet zijn voor hoe lang gegevens bewaard worden;
- Onderscheid gemaakt worden tussen verschillende soorten gegevens; en
- Rekening gehouden worden met de gevoeligheid van de gegevens.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Bedrijven die online adverteren moeten hun dataverzameling en -gebruik kritisch bekijken:
Gevoelige gegevens: Voor het gebruik van bijzondere persoonsgegevens (zoals seksuele geaardheid, politieke voorkeur en gezondheidsgegevens) is expliciete toestemming nodig. Het feit dat deze informatie ergens openbaar beschikbaar is, is niet voldoende.
Bewaartermijnen: Stel duidelijke termijnen vast voor hoe lang u persoonsgegevens bewaart voor advertentiedoeleinden. Onbeperkt bewaren is niet toegestaan.
Data minimalisatie: Verzamel alleen de gegevens die echt nodig zijn voor uw advertentiedoeleinden. "Nice to have" is niet genoeg, het moet "need to have" zijn.
Tracking en cookies: Wees transparant over welke gegevens u verzamelt via tracking cookies en social media plug-ins. Zorg daarnaast voor een geldige verwerkingsgrondslag.
Heeft u hulp nodig?
De eisen voor het gebruik van persoonsgegevens voor online adverteren worden steeds strenger. Wilt u weten of uw advertentiestrategie voldoet aan de laatste
privacy eisen? Neem dan contact met ons op.

[post_title] => Grenzen aan gebruik van persoonsgegevens voor advertenties
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => grenzen-aan-gebruik-van-persoonsgegevens-voor-advertenties
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-17 11:12:28
[post_modified_gmt] => 2025-01-17 10:12:28
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44397
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 44127
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-11-29 11:26:29
[post_date_gmt] => 2024-11-29 10:26:29
[post_content] => Het inzien van
medische dossiers zonder rechtmatige grondslag is een serieuze schending van de
privacy van patiënten. Een recente tuchtzaak waarin een GZ-psycholoog zonder behandelrelatie meerdere malen een patiëntendossier raadpleegde, onderstreept de consequenties van dergelijk handelen. De tuchtrechter legde een voorwaardelijke schorsing op van drie maanden. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van strikte naleving van de beroepsnormen en regelgeving rondom medische privacy.
Wat gebeurde er?
In deze zaak diende een
GGZ-instelling als voormalig werkgever een klacht in tegen een GZ-psycholoog. De psycholoog raadpleegde het elektronisch patiëntendossier van een patiënt zonder dat zij een behandelrelatie met de patiënt. In totaal ging het om 678 toegangsregels verspreid over 162 dagen.
Dit gebeurde ondanks een autorisatiematrix die inzage beperkte tot behandelaren. De psycholoog gaf toe uit persoonlijke motieven te hebben gehandeld, aangezien zij een affectieve relatie met de patiënt had.
Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) verklaarde de klacht gegrond. De schending van de privacy en de ethische beroepsnormen waren ernstig genoeg om een voorwaardelijke schorsing met bijzondere voorwaarden op te leggen. Het college benadrukte dat zelfs verzachtende omstandigheden, zoals therapie en zelfreflectie, de maatregel niet verminderden.
Schending van privacy en ethiek
Het RTG benadrukte dat de kern van deze zaak ligt in het onbevoegd inzien van medische gegevens door een zorgverlener. Dergelijk handelen schaadt
de privacy van de patiënt en vormt een ernstige inbreuk op diens persoonlijke levenssfeer. Patiënten bevinden zich in een kwetsbare positie en moeten kunnen vertrouwen op strikte geheimhouding van hun gegevens.
De psycholoog handelde bewust in strijd met deze vertrouwensnormen. De frequentie van de inzage toont volgens de tuchtrechter aan dat er sprake was van een weloverwogen en aanhoudende overtreding. Dit maakt de ernst van de overtreding aanzienlijk groter.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Deze zaak geeft zorginstellingen en zorgverleners belangrijke aandachtspunten:
Zero-tolerance-beleid: Werkgevers kunnen, zelfs zonder directe klacht van de patiënt, juridische stappen ondernemen tegen ongeautoriseerde inzage. Dit signaleert zowel intern als extern het belang van strikte privacybescherming.
Strikte autorisatieprocessen: Technologische maatregelen zoals autorisatiematrices zijn essentieel, maar de naleving ervan moet actief worden gemonitord.
Bewustwording en opleiding: Regelmatige training over de juridische en ethische aspecten van inzage in medische dossiers is cruciaal om schendingen te voorkomen.
Conclusie
Het rechtmatig omgaan met
medische gegevens is een fundamentele verplichting in de gezondheidszorg. Deze tuchtzaak benadrukt hoe zwaar een inbreuk op de privacy kan wegen, zelfs wanneer dit voortkomt uit persoonlijke omstandigheden. Zorgverleners en instellingen moeten niet alleen de regels kennen, maar deze ook actief naleven en handhaven. Een solide privacybeleid en duidelijke meldstructuren zijn essentieel om het vertrouwen in de zorgsector te behouden.
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:111

[post_title] => Onbevoegde inzage in medische dossiers: gevolgen en lessen voor zorgverleners
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => onbevoegde-inzage-in-medische-dossiers-gevolgen-en-lessen-voor-zorgverleners
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-11-29 11:26:29
[post_modified_gmt] => 2024-11-29 10:26:29
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44127
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 44122
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-11-28 09:35:48
[post_date_gmt] => 2024-11-28 08:35:48
[post_content] => Op 4 oktober 2024 heeft het
Europees Hof van Justitie (HvJ) een baanbrekende uitspraak gedaan in zaak C-21/23, bekend als Lindenapotheke. De uitspraak werpt nieuw licht op twee belangrijke vraagstukken onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Enerzijds bevestigt het Hof dat organisaties onder bepaalde voorwaarden juridische stappen kunnen ondernemen tegen concurrenten bij schendingen van de
AVG. Anderzijds wordt verduidelijkt welke gegevens als “gezondheidsgegevens” worden beschouwd onder artikel 9 AVG, zelfs bij online verkoop van niet-voorschriftplichtige medicijnen. Wat betekent dit voor organisaties en organisaties en hoe vertaalt dit zich naar de praktijk? In deze blog leggen we het uit.
Achtergrondinformatie
De zaak ontstond uit een geschil tussen twee Duitse apothekers, waarvan één apotheekplichtige maar niet-receptplichtige geneesmiddelen verkocht via een online platform. De concurrerende apotheker stelde dat deze praktijk in strijd was met de AVG omdat gezondheidsgegevens van klanten werden verwerkt zonder expliciete toestemming.
De belangrijkste juridische vragen waren:
- Kunnen organisaties juridische stappen ondernemen tegen concurrenten vanwege AVG-overtredingen?
- Valt informatie zoals naam, adres en bestelde medicijnen onder “gezondheidsgegevens” in de zin van artikel 9 AVG?
Het HvJ heeft in deze zaak niet alleen verduidelijkt wat onder gezondheidsgegevens valt, maar ook de rechten van concurrenten onder nationale wetten erkend, mits voldaan wordt aan aanvullende voorwaarden.
Het recht van concurrenten om juridische stappen te ondernemen
Het Hof oordeelde dat concurrenten in specifieke gevallen juridische stappen kunnen ondernemen tegen AVG-overtredingen, ook al zijn ze zelf geen direct getroffen partij (zoals een betrokkene of verwerkingsverantwoordelijke). Dit is echter alleen mogelijk als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan:
Nationale regelgeving moet deze mogelijkheid toestaan: Het AVG-kader staat lidstaten toe nationale wetten te hebben die concurrenten de bevoegdheid geven om actie te ondernemen op basis van oneerlijke concurrentie. In Duitsland, waar deze zaak plaatsvond, is dit geregeld in de Wet tegen Oneerlijke Concurrentie (UWG). Nederland heeft vergelijkbare nationale regelgeving.
De overtreding moet een oneerlijke handelspraktijk vormen: De schending van de AVG moet ook neerkomen op een schending van regels die bedoeld zijn om de eerlijke concurrentie te beschermen. Dit betekent dat de overtreding een concurrentieel voordeel moet opleveren ten koste van andere organisaties.
Er moet sprake zijn van schade: De concurrent moet kunnen aantonen dat de overtreding daadwerkelijk een impact heeft gehad op de concurrentiepositie, bijvoorbeeld door een ongelijk speelveld te creëren.
Definitie en verwerking van gezondheidsgegevens
Een andere sleuteloverweging in deze zaak was de vraag of gegevens zoals naam, adres en bestelde medicijnen als "gezondheidsgegevens" onder artikel 9 AVG vallen. Het Hof maakte een aantal belangrijke interpretaties:
Brede definitie van gezondheidsgegevens: Gegevens worden als gezondheidsgegevens beschouwd als er, door associatie of afleiding, conclusies kunnen worden getrokken over de gezondheidstoestand van een persoon. Het bestellen van medicijnen kan er bijvoorbeeld wijzen op specifieke aandoeningen of behoeften van een klant.
Geen verschil tussen receptplichtige en niet-receptplichtige medicijnen: Ook bij niet-receptplichtige geneesmiddelen kunnen de bestelinformatie en gerelateerde gegevens gezondheidsgegevens van de klant onthullen. Dit betekent dat expliciete toestemming nodig is, ongeacht het type medicijn.
Bescherming strekt zich uit tot indirecte gezondheidsinformatie: Het Hof oordeelde dat het risico dat de betreffende persoonsgegevens indirect inzicht geven in de gezondheidstoestand voldoende is om deze gegevens als gezondheidsgegevens te kwalificeren. Dit voorkomt dat gevoelige informatie onbeschermd blijft door een te strikte interpretatie van de term ‘gezondheidsgegevens’.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de praktijk:
Compliance voor online verkopers: Organisaties die geneesmiddelen (zelfs niet-receptplichtige) online verkopen, moeten expliciete toestemming vragen voor de verwerking van klantgegevens. Dit geldt ook als de producten worden verkocht via platforms van derden zoals Amazon.
Toegenomen risico op rechtszaken: Organisaties lopen nu ook risico op civiele procedures door concurrenten, naast de risico’s op sancties van toezichthouders,. Dit maakt strikte naleving van de AVG cruciaal.
Herziening van processen: Organisaties imoeten hun dataverwerkingsprocessen evalueren en zo nodig aanpassen om te voldoen aan de AVG, vooral wanneer het gaat om de verwerking van gezondheidsgegevens.
Bredere implicaties voor concurrentie: De uitspraak benadrukt de nauwe verbinding tussen gegevensbescherming en eerlijke concurrentie, waardoor concurrenten nu een nieuwe tool hebben om marktnormen te handhaven.
Conclusie
De uitspraak van het HvJ in de Lindenapotheke-zaak versterkt de positie van concurrenten bij het afdwingen van eerlijke concurrentie en gegevensbeschermingsregels. Dit is niet alleen een signaal voor organisaties in
de gezondheidssector, maar voor elke onderneming die gevoelige gegevens verwerkt. Het biedt extra bescherming voor betrokkenen, terwijl het organisaties verplicht om transparant en compliant te zijn in hun dataverwerkingspraktijken.
Bent u actief in de gezondheidssector of verwerkt u gevoelige gegevens?
Neem contact op met onze experts voor een grondige AVG-compliance check. Vermijd juridische risico’s en versterk uw concurrentiepositie door juist een solide privacybeleid te hanteren, in plaats van persoonsgegevens onrechtmatig te verwerken.

[post_title] => Kunnen concurrenten juridische stappen ondernemen tegen AVG-overtredingen?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kunnen-concurrenten-juridische-stappen-ondernemen-tegen-avg-overtredingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-11-28 09:35:48
[post_modified_gmt] => 2024-11-28 08:35:48
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44122
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 44034
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-11-15 09:51:31
[post_date_gmt] => 2024-11-15 08:51:31
[post_content] => Zorginstellingen worstelen dagelijks met de vraag hoe om te gaan met patiënten die niet willen meewerken aan vervolgzorg of weigeren te vertrekken nadat het behandeltraject is afgerond. De spanning tussen
de zorgplicht van zorgverleners en het zelfbeschikkingsrecht van patiënten maakt deze kwesties extra complex. Een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland biedt nu belangrijke handvatten voor deze veelvoorkomende problematiek.
Casus
In dit specifieke geval weigerde een patiënt, met complexe
zorgbehoeften door het syndroom van Sjögren (een vorm van reuma), mee te werken aan een indicatie voor langdurige zorg (WLZ). De patiënt wilde niet vertrekken uit het ziekenhuis, hoewel haar
behandeling was beëindigd en het ziekenhuis geen financiering meer ontving voor haar verblijf.
In de zaak stelde de eisende partij, het ziekenhuis, dat de patiënt geen verdere medische behandeling nodig had in hun instelling, aangezien langdurige zorg passender was dan de door de patiënt gewenste geriatrische revalidatiezorg (GRZ).
Het ziekenhuis had de behandelingen zorgvuldig afgestemd en diverse deskundigen geraadpleegd, die tot dezelfde conclusie kwamen dat WLZ-zorg de beste oplossing zou zijn. Echter, de patiënt hield voet bij stuk en bleef een ziekenhuisbed bezetten zonder de benodigde medische noodzaak.
Oordeel van de rechtbank
Een patiënt heeft het fundamentele recht om te bepalen waar en op welke manier men zorg ontvangt. De rechtbank bracht hier een nuance aan:
het zelfbeschikkingsrecht is niet absoluut en moet worden afgewogen tegen de zorgplicht van de zorginstelling.
De rechtbank concludeerde dat de zorginstelling haar zorgplicht had vervuld door zorgvuldig de juiste zorgindicatie af te wegen en de patiënt te blijven verzorgen ondanks het ontbreken van financiering. Dit is conform artikel 7:453 BW dat voorschrijft dat zorgverleners moeten handelen zoals van een redelijk bekwaam vakgenoot verwacht mag worden.
Het ziekenhuis had de situatie bovendien uitgebreid met de patiënt en haar familie besproken en had zelfs een second opinion ingewonnen. De rechter oordeelde dat de zorginstelling hiermee haar zorgplicht niet had geschonden.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Zorginstellingen die te maken krijgen met patiënten die niet willen vertrekken, kunnen met verwijzing naar dit arrest uitleggen dat ze niet verplicht zijn om langer zorg te blijven leveren
zonder medische noodzaak. Daarnaast biedt het arrest handvatten voor het nemen van juridische stappen wanneer een patiënt niet meewerkt aan een noodzakelijk geachte zorgoverdracht.
Het is cruciaal voor zorginstellingen om procedures vast te leggen en goed te communiceren. Zo kan een zorgaanbieder aantonen dat de overstap naar vervolgzorg in het belang van de patiënt is, zelfs als de patiënt dit niet inziet.
Conclusie
Het
arrest benadrukt dat een patiënt geen recht heeft op het afdwingen van
een specifieke zorgvorm als deze
zorg, volgens deskundigen, niet in het belang van de patiënt is. Hiervoor moet de zorginstelling wel een duidelijke procedure volgen en alles zorgvuldig documenteren.

[post_title] => Weigering vervolgzorg door patiënt? Zorgplicht vs. zelfbeschikking
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => weigering-vervolgzorg-door-patient-zorgplicht-vs-zelfbeschikking
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-11-15 09:51:31
[post_modified_gmt] => 2024-11-15 08:51:31
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44034
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 43839
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-10-24 10:28:30
[post_date_gmt] => 2024-10-24 08:28:30
[post_content] =>
In de zorgsector is bestuurdersaansprakelijkheid een belangrijk en veelbesproken onderwerp. In het bijzonder rijst de vraag of bestuurders persoonlijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de schade die ontstaat wegens wanprestatie door hun zorginstelling. Een recente zaak werpt licht op deze kwestie, waarbij zorgkantoor VGZ en zorgaanbieder CCC tegenover elkaar staan.
In deze zaak draait het om de vraag of de bestuurder van CCC persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld door het zorgkantoor voor een bedrag van bijna € 300.000,-. Er zou sprake zijn van onrechtmatig gefactureerde zorg, maar de zorgaanbieder stelt dat de zorg daadwerkelijk is verleend. Wat is hier aan de hand?
Achtergrond
Voordat we dieper ingaan op deze uitspraak, is het belangrijk om de context te schetsen. De
Wet langdurige zorg (Wlz) is een complex stelsel dat intensieve, levenslange zorg regelt voor de meest kwetsbare burgers die 24 uur per dag zorg nodig hebben.
Het systeem lijkt op het eerste gezicht overzichtelijk: het CIZ bepaalt of iemand recht heeft op zorg, het zorgkantoor regelt de uitvoering, en zorginstellingen verlenen de daadwerkelijke zorg. Maar onder deze oppervlakte gaat een wereld schuil van gedetailleerde voorschriften, strikte budgetten en uitgebreide verantwoordingseisen.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Wanneer een rechtspersoon (in dit geval zorgaanbieder CCC) niet voldoet aan haar
contractuele verplichtingen of een onrechtmatige daad pleegt, geldt in beginsel dat alleen de rechtspersoon aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Onder specifieke omstandigheden kunnen ook bestuurders persoonlijk aansprakelijk worden gesteld volgens artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor aansprakelijkheid is vereist dat de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt, wat een
hoge drempel is.
Deze hoge drempel voor persoonlijke aansprakelijkheid wordt gerechtvaardigd omdat het voornamelijk gaat om handelingen van de rechtspersoon zelf en vanwege het maatschappelijke belang om te voorkomen dat bestuurders zich bij hun handelen te veel laten leiden door defensieve overwegingen; het besturen van een onderneming brengt risico's met zich mee, waarbij niet altijd vanuit het meest negatieve scenario hoeft te worden uitgegaan.
Casus
In de recente rechtszaak zien we hoe deze complexiteit kan leiden tot ernstige problemen. Een
zorginstelling had jarenlang zorg verleend aan verschillende cliënten met een Wlz-indicatie. De bestuurder, van origine zelf zorgverlener, was ervan overtuigd dat ze juist handelde - de cliënten hadden de zorg immers nodig.
Maar het
zorgkantoor VGZ ontdekte bij de materiële controle verschillende problemen. De zorginstelling had meer zorg gedeclareerd dan was toegewezen, schakelde onderaannemers in zonder toestemming, en kon de noodzaak van de geleverde zorg niet altijd goed onderbouwen. Diverse cruciale documentatie ontbrak of was incompleet. Deze constateringen waren in strijd met hetgeen VGZ en CCC in de onderlinge overeenkomst hadden afgesproken.
De rechter oordeelde dat de bestuurder een 'persoonlijk ernstig verwijt' kon worden gemaakt. Niet alleen vanwege de geconstateerde tekortkomingen, maar vooral omdat zij als bestuurder had moeten weten dat deze handelwijze tot problemen zou leiden.
De rechtbank verwees in haar uitspraak naar belangrijke jurisprudentie, waaronder het
Ontvanger/Roelofsen-arrest en het
RCI-arrest, die de lat voor bestuurdersaansprakelijkheid weliswaar hoog leggen, maar deze in dit geval toch bereikt achtten.
De rechtbank nam het de bestuurder vooral kwalijk dat zij geen openheid van zaken gaf over de inzet van onderaannemers. Hieruit blijkt maar weer dat transparantie zeer belangrijk is.
Lessen voor de praktijk
Wat kunnen bestuurders en zorginstellingen leren van deze uitspraak? Ten eerste het belang van een professionele organisatie. Het draait namelijk niet alleen om het leveren van goede zorg, maar ook om deze zorg correct te administreren en verantwoorden.
Zorgdossiers moeten volledig zijn, declaraties moeten kloppen, en alle afwijkingen van de norm dienen te worden besproken met het zorgkantoor.
In dit geval zag men dat de zorginstelling het toegewezen budget overschreed omdat zij dacht dat cliënten de zorg nodig hadden. In plaats van hierover te overleggen met het zorgkantoor, werd er simpelweg gedeclareerd. Dit was ergens begrijpelijk, maar riskant om hier niet voorafgaand overleg over te voeren.
Conclusie
Deze rechtszaak onderstreept het belang van zorgvuldigheid, transparantie en goede administratie binnen zorginstellingen. Bestuurders moeten niet alleen focussen op de kwaliteit van de zorg, maar ook op het naleven van regels en voorschriften omtrent declaraties en het inzetten van onderaannemers. Door te leren van deze casus kunnen zorginstellingen
toekomstige juridische problemen voorkomen en blijven voldoen aan de eisen van zorgkantoren en de wetgeving.
Wilt u sparren over de implicaties van deze uitspraak voor uw organisatie? Of heeft u behoefte aan advies over het minimaliseren van risico's?
Neem dan contact op met een van onze specialisten!
ECLI:NL:RBZWB:2024:6346

[post_title] => Bestuurdersaansprakelijkheid in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => bestuurdersaansprakelijkheid-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-10-24 10:30:16
[post_modified_gmt] => 2024-10-24 08:30:16
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43839
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 43201
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-08-19 10:01:42
[post_date_gmt] => 2024-08-19 08:01:42
[post_content] => De Olympische Spelen van 2024 in Parijs zijn voorbij, maar de discussies over de ingezette AI-technologieën zijn nog actueel. In deze blog blikken we terug op
de rol van kunstmatige intelligentie (AI) tijdens de Spelen, met name op het gebied van veiligheid, en analyseren we de privacyvraagstukken die hierbij een rol speelden. Welke lessen kunnen we hieruit trekken voor toekomstige grootschalige evenementen?
AI-surveillance tijdens de Spelen
De Franse overheid implementeerde een uitgebreid AI-surveillancesysteem voor de Olympische Spelen van 2024. Dit systeem gebruikte geavanceerde algoritmen om realtime videobeelden te analyseren om zo potentiële bedreigingen te identificeren. Nu de Spelen voorbij zijn, kunnen we de impact ervan evalueren.
Hoewel het
AI-surveillancesysteem enkele voordelen had voor de veiligheid, het
crowd management en de snelle detectie van verdachte situaties, riep het ook ernstige privacyzorgen op. Het systeem verzamelde massaal persoonsgegevens van bezoekers en inwoners, die mogelijk onvoldoende waren beschermd. Bovendien waren er enkele gevallen van
false positives, waarbij onschuldige mensen als verdacht werden aangemerkt. Dit leidde tot zorgen over de lange termijn impact van deze technologie op de privacy en de burgerrechten van de mensen.
Juridische uitdagingen
Het gebruik van AI-surveillance tijdens de Olympische Spelen viel in een juridisch grijs gebied. Frankrijk had speciale wetgeving aangenomen om het gebruik van deze technologie mogelijk te maken, wat vragen opriep over de verenigbaarheid ervan met
Europese privacywetgeving. Zo waren er zorgen over de omvang van de dataverzameling en -verwerking.
Onder de
AI Act, die deze maand in werking trad, worden AI-systemen voor biometrische identificatie in openbare ruimtes geclassificeerd als 'hoog risico', wat strenge eisen stelt op gebied van transparantie, menselijk toezicht en gegevensbescherming. Het inzetten van dergelijke systemen tijdens de Spelen heeft beleidsmakers en technologie-ontwikkelaars waardevolle inzichten verschaft in de praktische uitdagingen van het naleven van deze nieuwe regelgeving. Het heeft ook de noodzaak onderstreept van het voortdurend evalueren en aanpassen van AI-systemen om te voldoen aan de wettelijke en ethische normen een fundamenteel kader bieden voor de verantwoorde inzet van AI-technologieën, waarbij de balans tussen innovatie, veiligheid en fundamentele rechten centraal zal staan.
Lees ook: Privacy-valkuilen bij AI systemen en AI toezicht in Nederland
De balans tussen veiligheid en privacy
Het vinden van een evenwicht tussen
veiligheid en privacy bleek tijdens de Spelen een continue uitdaging. Hoewel er geen grote veiligheidsincidenten waren, waren er wel discussies over de privacy-impact.
De Franse overheid had een aantal maatregelen genomen om de privacy van de burgers te beschermen, zoals het beperken van de bewaartermijnen voor de verzamelde data, het streven naar transparantie over het datagebruik en het instellen van onafhankelijk toezicht op de implementatie van de surveillance. Toch waren er blijvende zorgen over de langetermijneffecten op mensen hun privacy en de mogelijke normalisering van massasurveillance.
Conclusie
De inzet van AI-surveillance tijdens de Olympische Spelen in Parijs was een belangrijke
testcase voor toekomstige grootschalige evenementen. Hoewel de technologie bijdroeg aan de veiligheid, waren er ook significante privacyzorgen. Deze ervaringen onderstrepen het belang van een zorgvuldige afweging tussen veiligheid en privacy in het digitale tijdperk van vandaag.
Door de lessen van Parijs 2024 ter harte te nemen, kan er bij
toekomstige evenementen hopelijk een betere balans worden gevonden - waarbij technologie onze veiligheid verbetert zonder onze fundamentele rechten in gevaar te brengen.
Heeft u vragen over de inzet van
AI? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers!

[post_title] => AI inzet voor de veiligheid op grootschalige evenementen: een terugblik op de Olympische Spelen 2024
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-inzet-voor-de-veiligheid-op-grootschalige-evenementen-een-terugblik-op-de-olympische-spelen-2024
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-19 10:01:42
[post_modified_gmt] => 2024-08-19 08:01:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43201
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 43157
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-08-14 10:26:32
[post_date_gmt] => 2024-08-14 08:26:32
[post_content] => In het huidige digitale tijdperk staan bedrijven voor grote uitdagingen op het gebied van
kunstmatige intelligentie (AI) en
privacy. Als advocatenkantoor zien wij hoe organisaties worstelen met de balans tussen innovatie en compliance. Organisaties staan voor de uitdaging om innovatief te blijven én tegelijkertijd de privacy(rechten) van hun klanten te waarborgen. Dit vraagt om een nieuwe benadering van databeheer en -governance. In deze blog bespreken we de belangrijkste privacyvalkuilen bij het gebruik van AI en schetsen we een beeld van de toekomst van databeheer.
Privacy-valkuilen bij AI-implementatie
AI is een krachtige technologie die veel mogelijkheden biedt voor bedrijven, maar ook veel verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Bij het implementeren van AI moeten bedrijven rekening houden met de privacywetgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die strenge eisen stelt aan de verwerking van persoonsgegevens. Echter zijn er een aantal valkuilen die vaak voorkomen bij het ontwerpen van een AI systeem.
Doelbinding
Doelbinding, een fundamentele regel van de AVG, vereist dat persoonsgegevens enkel gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor zij oorspronkelijk verzameld zijn. Bij AI kan de verleiding bestaan om gegevens voor nieuwe doeleinden te hergebruiken, dit is in strijd met de AVG en kan privacyrechten van betrokkene in gevaar brengen. Automatisch gegenereerde nieuwe doeleinden of het gebruik van irrelevante data door AI kunnen leiden tot problemen met doelbinding.
Proportionaliteit en dataminimalisatie
AI-systemen zijn 'datahongerig'. Ze presteren beter naarmate ze meer data tot hun beschikking hebben. Dit staat echter op gespannen voet met het principe van dataminimalisatie, dat juist voorschrijft zo min mogelijk persoonsgegevens te verwerken.
Continuïteit en het recht om vergeten te worden
AI-modellen zijn vaak een 'one-way street' voor data. Eenmaal getraind met persoonsgegevens, is het lastig deze weer te verwijderen zonder het hele model opnieuw te trainen. Naast het feit dat dit maanden kan duren en conflicteert dit ook met het recht van individuen om 'vergeten' te worden. Dit betekent dat bedrijven die AI gebruiken, goed moeten nadenken over welke data ze verzamelen en hoe lang ze die bewaren. Ook moeten ze transparant zijn over hun dataverwerking en de mogelijkheid bieden om bezwaar te maken of toestemming in te trekken. Daarnaast kunnen ze technieken zoals pseudonimisering, encryptie of differentiële privacy toepassen om de risico's voor de privacy te verminderen.
De toekomst van AI en privacy: alles draait om data
De komende vijf jaar zal de focus in de privacywereld verschuiven naar effectief databeheer. Deze verschuiving is niet alleen een reactie op de huidige uitdagingen, maar ook een noodzakelijke stap om toekomstige innovaties, zoals geavanceerde AI-toepassingen, mogelijk te maken zonder privacyrisico's te vergroten. Bedrijven moeten zich richten op:
- Het opbouwen van een datacultuur
- Modernisering van de data-architectuur
- Herontwerp van data-pijplijnen
Opbouwen van een datacultuur
Een datacultuur is een organisatiecultuur waarin alle medewerkers het belang van zorgvuldig databeheer erkennen en toepassen. Een sterke datacultuur zorgt ervoor dat alle medewerkers begrijpen hoe belangrijk zorgvuldig databeheer is. Dit omvat training, bewustwording en het implementeren van
best practices op alle niveaus van de organisatie.
Modernisering van de data-architectuur
Naarmate data een centralere rol krijgt in besluitvorming, moeten bedrijven investeren in schaalbare oplossingen zoals data warehouses. Deze maken het mogelijk om grote hoeveelheden data efficiënt op te slaan en te analyseren.
Herontwerp van data-pijplijnen
De manier waarop data wordt verzameld, getransformeerd en gedistribueerd binnen een organisatie moet worden herzien. Moderne technologieën maken het mogelijk om data sneller en veiliger te verwerken, maar vereisen wel een grondige herziening van bestaande processen.
Conclusie: anticiperen op de AI-revolutie
De opkomst van AI biedt enorme kansen voor bedrijven, maar brengt ook significante privacy-uitdagingen met zich. Het is cruciaal dat bedrijven die AI gebruiken strikte controle uitoefenen en
beschermingsmaatregelen treffen om de privacy te waarborgen. Bedrijven moeten bij het gebruik van data een zorgvuldige afweging maken tussen risico's en voordelen. Bedrijven die nu investeren in robuust databeheer en privacy-compliance, zullen een voorsprong hebben in de AI-gedreven toekomst.
Heeft u vragen over
compliance, zoals “hoe kan ik AI implementeren zonder privacywetgeving te overtreden?” Wilt u
uw boardroom voorbereiden op de AI-revolutie? Of zoekt u hulp bij het ontwikkelen van
een AI-beleid dat voldoet aan alle wettelijke vereisten? Neem dan contact met ons op. Ons gespecialiseerde team staat klaar om u te adviseren en te begeleiden bij alle aspecten van AI-implementatie en privacy-compliance.
Wilt u snel inzicht krijgen in de ethische verantwoordelijkheid van uw huidige AI-gebruik? Ontdek nu al hoe u ervoor staat met onze
AI Quickscan. In slechts 10 minuten krijgt u een helder beeld van hoe uw organisatie presteert op het gebied van verantwoorde AI-inzet. Deze snelle evaluatie helpt u potentiële risico's te identificeren en biedt een solide basis voor verdere optimalisatie van uw AI-strategie.

[post_title] => AI en privacy: uitdagingen voor bedrijven
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => ai-en-privacy-uitdagingen-voor-bedrijven
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-08-14 10:26:32
[post_modified_gmt] => 2024-08-14 08:26:32
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=43157
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 42835
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-07-15 13:38:58
[post_date_gmt] => 2024-07-15 11:38:58
[post_content] => Artificial Intelligence (AI) biedt enorme kansen, maar brengt ook risico's met zich mee op het gebied van privacy en gegevensbescherming. De Information Commissioner's Office (ICO) heeft onlangs een nuttige handleiding gepubliceerd over het correct en wettig gebruik van AI en persoonsgegevens. In deze blog bespreken we de belangrijkste aandachtspunten voor organisaties AI willen inzetten.
8 Essentiële tips voor Artificial Intelligence (AI) en privacy:
Risicogebaseerde aanpak
Voer een grondige data protection impact assessment (DPIA) en een
AI Compliance Assessment uit voordat u Artificial Intelligence (AI) implementeert in uw onderneming. Identificeer potentiële risico's voor privacy en neem passende maatregelen om deze te beperken. Overweeg of Artificial Intelligence (AI) echt noodzakelijk is voor uw doeleinden waarvoor u het wil inzetten of dat er minder risicovolle alternatieven zijn.
Transparantie in besluitvorming
Zorg dat u in staat bent om de beslissingen van uw AI-systeem begrijpelijk uit te leggen aan betrokkenen. Wees open over hoe en waarom u persoonsgegevens gebruikt in uw AI-toepassingen. Dit is essentieel voor het opbouwen van vertrouwen en het naleven van individuele rechten.
Dataminimalisatie toepassen
Verzamel en gebruik alleen de persoonsgegevens die strikt noodzakelijk zijn voor uw AI-toepassing. Overweeg privacybevorderende technieken zoals data-anonimisering of synthetische data om de hoeveelheid verwerkte persoonsgegevens te beperken.
Discriminatie voorkomen
Wees alert op mogelijke vooroordelen in uw datasets of AI-modellen die kunnen leiden tot discriminatie. Evalueer uw data en AI-outputs regelmatig op
representativiteit en eerlijkheid voor verschillende bevolkingsgroepen. Neem maatregelen om oneerlijke behandeling te voorkomen.
Focus op datakwaliteit
Investeer tijd en middelen in het zorgvuldig voorbereiden en labelen van uw trainingsdata. Kwaliteit gaat boven kwantiteit als het gaat om AI-training. Zorg voor duidelijke criteria en verantwoordelijkheden bij het labelen van gevoelige gegevens.
Robuuste beveiliging implementeren
Voer regelmatige veiligheidsbeoordelingen uit en implementeer sterke technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen. AI-systemen kunnen nieuwe beveiligingsrisico's met zich brengen, dus wees proactief in het monitoren en beschermen van uw systemen en data.
Menselijke controle waarborgen
Zorg voor menselijke tussenkomst bij geautomatiseerde besluitvorming, vooral wanneer er significante gevolgen zijn voor individuen. Train uw medewerkers om AI-output kritisch te beoordelen en indien nodig te overrulen.
Zorgvuldig leveranciersbeheer
Als u AI-systemen van derden gebruikt, werk dan nauw samen met uw leveranciers om naleving van privacywetgeving te garanderen. Voer due diligence uit, maak duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden en zorg dat u voldoende inzicht heeft in de werking van het AI-systeem om uw verplichtingen na te komen.
Doe deze
AI Quickscan om te kijken hoe ethisch verantwoord uw gebruik van AI op dit moment is.
Conclusie:
Het gebruik van
Artificial Intelligence (AI) brengt uitdagingen met zich op het gebied van gegevensbescherming, maar met de juiste aanpak kunnen organisaties AI verantwoord en in overeenstemming met de wet inzetten. Door bovenstaande tips te volgen, kunt u de voordelen van AI benutten en tegelijkertijd de
privacy van individuen beschermen. Wees proactief in uw benadering van AI en privacy om vertrouwen op te bouwen bij uw klanten en compliance te waarborgen.
Door zorgvuldig om te gaan met AI en persoonsgegevens, kunt u innoveren én de rechten van individuen respecteren. Heeft u vragen hierover, neem gerust contact met ons op!

[post_title] => Artificial Intelligence (AI) en privacy: 8 belangrijke tips voor verantwoord gebruik
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => artificial-intelligence-ai-en-privacy-8-belangrijke-tips-voor-verantwoord-gebruik
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-07-15 13:38:58
[post_modified_gmt] => 2024-07-15 11:38:58
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=42835
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 42652
[post_author] => 73
[post_date] => 2024-06-28 09:51:43
[post_date_gmt] => 2024-06-28 07:51:43
[post_content] => Eerder schreef ik al
een blog over het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz). Hier ging ik dieper in op de vraag wat het wetsvoorstel voor zorgaanbieders betekent.
Hoe staat het nu met het wetsvoorstel? Daar wordt in deze blog bij stilgestaan.
Aanpassingen na consultatie
Eind 2022 is het wetsvoorstel in
consultatie gegaan. De toen gepubliceerde versie is op een aantal punten aangepast, met name ten aanzien van het tegenstrijdige belang en winstuitkeringen.
De eerdere tegenstrijdigheidsbelangregeling is vervangen door een open norm voor integere bedrijfsvoering. Eventuele details kunnen nog wel bij lagere regelgeving geregeld worden als de open norm onvoldoende duidelijk blijkt.
Ook wordt nu, gelijktijdig met de wet, al lagere regelgeving voorbereid met basisvoorwaarden voor winstuitkering om de onzekerheid voor zorgaanbieders te beperken. Bij signalen van risico's in specifieke sectoren kunnen dan nog wel aanvullende voorwaarden gesteld worden aan winstuitkeringen.
Hoofdpunten wetsvoorstel
De belangrijkste onderdelen van
de Wibz zijn:
- Een introductie van een norm voor integere bedrijfsvoering, waaronder het voorkomen van benadeling van de zorgaanbieder bij tegenstrijdige belangen en het waarborgen van marktconforme voorwaarde bij ‘van betekenis zijnde transacties’;
- Winstuitkeringen blijven mogelijk voor de meeste zorgaanbieders, maar er komt een wettelijke basis om via lagere regelgeving voorwaarden te stellen aan winstuitkering, gekoppeld aan onder meer de kwaliteit en continuïteit van zorg;
- De Wtza-vergunning kan straks geweigerd of ingetrokken worden bij niet-integere bedrijfsvoering;
- De specifieke toestemming die nu nodig is voor vastgoedtransacties wordt geschrapt en meegenomen onder de algemene regels voor ‘van betekenis zijnde transacties’.
Van betekenis zijnde transacties
Van betekenis zijn de transacties die van grote invloed kunnen zijn op de financiële positie van
een zorg- of jeugdhulpaanbieder. Dit soort transacties worden extra gereguleerd, omdat ze significante risico's of voordelen met zich kunnen brengen voor de financiële bedrijfsvoering.
Voorbeelden van dergelijke transacties zijn vastgoedtransacties, grote ICT-projecten, het uitbesteden van administratie en het inhuren van een groot deel van het personeel.
Bij dit soort grote en impactvolle transacties moeten zorg- en jeugdhulpaanbieders volgens de Wibz nagaan of betrokken bestuurders, interne toezichthouders en adviseurs persoonlijke belangen hebben die mogelijk conflicteren met het organisatiebelang. Is dit het geval, dan moet hier zorgvuldig mee omgegaan worden in de besluitvorming.
Het gaat dus om een open norm die zorgaanbieders dwingt goed na te denken over transacties die een grote impact kunnen hebben op de organisatie. Door hier vooraf al zorgvuldigheidseisen aan te stellen, moet voorkomen worden dat persoonlijke belangen de overhand krijgen bij belangrijke deals en beslissingen.
Private equity nog mogelijk?
In de politiek gingen stemmen op om
private equity in de zorg- en jeugdhulpsectoren te verbieden doordat
private equity steeds actiever is geworden op de zorgmarkt. Minister Helder voor Langdurige Zorg en Sport heeft echter recent laten weten dat een dergelijk verbod er niet komt.
Volgens haar ontbreekt de juridische basis hiervoor en zou een verbod op gespannen voet staan met Europese regels over vrij verkeer van kapitaal. Ook waarschuwt ze dat private investeringen soms nodig zijn voor de continuïteit en innovatie in de zorg.
De Wibz is een generieke aanpak van risico’s die kunnen spelen bij investeringen. De Wibz maakt geen onderscheid tussen verschillende typen investeerders, maar kijkt enkel naar het gedrag en de integriteit van de bedrijfsvoering.
Gevolgen voor de praktijk
Zorgaanbieders krijgen dus te maken met aanvullende eisen rondom
integere bedrijfsvoering en winstuitkering. Denk hierbij aan het zorgvuldig omgaan met situaties van (potentieel) tegenstrijdige belangen en het hanteren van marktconforme voorwaarden bij grote transacties.
Ook jeugdhulpaanbieders vallen onder de basisvoorwaarden voor winstuitkering. En voor alle aanbieders moet rekening gehouden worden met de uitgebreidere toets bij de Wtza-vergunning.
Tot slot
Minister Helder streeft er nog steeds naar de wet per 1 januari 2025 in werking te laten treden. Na het advies van de Raad van State volgen nog de behandeling in Tweede en Eerste Kamer. Of de invoeringsdatum gehaald wordt hangt af van het verdere verloop. Het is in elk geval verstandig voor zorg- en jeugdhulpaanbieders om de ontwikkelingen goed te blijven volgen en zich voor te bereiden op de nieuwe eisen.
Mocht u vragen hebben over de nieuwe regels of andere zorgkwesties,
kunt u contact met mij opnemen!

[post_title] => Hoe gaat het nu met het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz)?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => hoe-gaat-het-nu-met-het-wetsvoorstel-integere-bedrijfsvoering-zorg-en-jeugdhulpaanbieders-wibz
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-06-28 10:10:09
[post_modified_gmt] => 2024-06-28 08:10:09
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=42652
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 44407
[post_author] => 73
[post_date] => 2025-01-20 15:13:09
[post_date_gmt] => 2025-01-20 14:13:09
[post_content] => De afgelopen jaren zien we een toename van het aantal medisch niet-noodzakelijke behandelingen, ook wel
'wensgeneeskunde' genoemd. Wensgeneeskunde is een verzamelbegrip voor medische behandelingen die zonder directe medische noodzaak (een gezondheidsprobleem) worden verricht, maar enkel vanwege een wens van de patiënt.
Of het nu gaat om cosmetische ingrepen, vruchtbaarheidsbehandelingen zonder medische indicatie of electieve chirurgie - de juridische verplichtingen voor zorgaanbieders zijn zwaarder dan bij reguliere medische behandelingen.
Informed consent
De
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) maakt in principe geen onderscheid tussen behandelingen die wel of geen medische noodzaak hebben. De informatieplicht van de hulpverlener is verankerd in artikel 7:448 Burgerlijk Wetboek (BW). Deze bepaling verplicht zorgverleners om patiënten te informeren over:
- het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling;
- de te verwachten gevolgen en risico's;
- alternatieven die in aanmerking komen, en
- de gezondheidssituatie en -vooruitzichten
Het toestemmingsvereiste is verder uitgewerkt in artikel 7:450 BW. Het voldoende informeren van de patiënt en het vragen van toestemming, wordt gezamenlijk
informed consent genoemd. Hierbij moet de hulpverlener ook aantonen dat de patiënt de informatie ook heeft begrepen en voldoende tijd heeft gehad om de informatie te verwerken.
Verzwaarde informatieplicht
Een hulpverlener kan niet verplicht worden een behandeling
zonder medische noodzaak uit te voeren, terwijl deze behandelplicht in beginsel wel geldt bij klassieke medische ingrepen. Als dan toch een geneeskundige behandeling wordt aangegaan brengt dat voor de hulpverlener extra verantwoordelijkheden mee.
In 2013 oordeelde het Centraal Tuchtcollege dat de afwezigheid van de behandelplicht met zich brengt dat “in deze gevallen zwaardere eisen moeten worden gesteld aan neerlegging in het medisch dossier van de redenen voor de behandeling en aan de informatieplicht van de arts als bedoeld in artikel 7:448 BW.”
[1]
Hoeveel hoger de lat voor de hulpverlener ligt, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval.
Een recent voorbeeld
Bovenstaande kan geïllustreerd worden aan de hand van een recente uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) ’s-Hertogenbosch
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:4. Hier onderging een patiënt een cosmetische besnijdenis.
Voorafgaand ontving de patiënt
een toestemmingsverklaring en nazorginformatie via de mail. Er vond geen voorafgaand consult plaats. De chirurg heeft op de dag van de ingreep enkele standaardvragen beantwoord. Na de ingreep ontstond er een litteken waar de patiënt ontevreden over was.
Het RTG toetst of de chirurg heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend chirurg mag worden verwacht. Het RTG oordeelt dat de klacht met betrekking tot het
informed consent gegrond is.
Volgens het RTG was het onvoldoende om te volstaan met het enkel toesturen van een algemene toestemmingsverklaring en nazorginformatie via e-mail. Daarbij nam de chirurg ten onrechte aan dat patiënten die een cosmetische besnijdenis wensen, altijd al volledig geïnformeerd zijn over de behandeling. Hij verifieerde niet actief of deze specifieke patiënt daadwerkelijk voldoende kennis had over de ingreep en de mogelijke gevolgen.
Tot slot werd in de summiere toestemmingsverklaring weliswaar melding gemaakt van algemene chirurgische risico's zoals nabloeding en infectie, maar voor een leek was niet duidelijk wat dit concreet betekende. Specifieke risico's zoals de duur van pijnklachten, het littekengenezingsproces en de mogelijkheid van cosmetisch tegenvallende resultaten (zoals in dit geval een verdikt litteken) werden niet besproken.
Conclusie
De verzwaarde informatieplicht bij niet-medisch noodzakelijke ingrepen vraagt om een systematische aanpak van zorginstellingen. Het volstaat niet om te werken met standaard toestemmingsformulieren. Een persoonlijke benadering, uitgebreide documentatie en goede communicatie zijn essentieel om aan de juridische vereisten te voldoen.
Heeft u vragen over informed consent? Of wilt u uw informed consent procedure evalueren? Neem gerust contact op met Jody Esveldt.
[1] ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2850

[post_title] => Verzwaarde informed consent bij medisch niet-noodzakelijke ingrepen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => verzwaarde-informed-consent-bij-medisch-niet-noodzakelijke-ingrepen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2025-01-20 15:14:56
[post_modified_gmt] => 2025-01-20 14:14:56
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=44407
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 67
[max_num_pages] => 7
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] =>
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 7c744b4093dc62d3ec1f933a4b0f3319
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
De afgelopen jaren zien we een toename van het aantal medisch niet-noodzakelijke behandelingen, ook wel ‘wensgeneeskunde’ genoemd. Wensgeneeskunde is een verzamelbegrip voor medische behandelingen die zonder directe medische noodzaak (een...
Lees meer
Het Europese Hof van Justitie heeft op 4 oktober 2024 een belangrijke uitspraak gedaan in de zaak tussen privacy-activist Max Schrems en Meta (het moederbedrijf van Facebook). Deze uitspraak heeft...
Lees meer
Het inzien van medische dossiers zonder rechtmatige grondslag is een serieuze schending van de privacy van patiënten. Een recente tuchtzaak waarin een GZ-psycholoog zonder behandelrelatie meerdere malen een patiëntendossier raadpleegde,...
Lees meer
Op 4 oktober 2024 heeft het Europees Hof van Justitie (HvJ) een baanbrekende uitspraak gedaan in zaak C-21/23, bekend als Lindenapotheke. De uitspraak werpt nieuw licht op twee belangrijke vraagstukken...
Lees meer
Zorginstellingen worstelen dagelijks met de vraag hoe om te gaan met patiënten die niet willen meewerken aan vervolgzorg of weigeren te vertrekken nadat het behandeltraject is afgerond. De spanning tussen...
Lees meer
In de zorgsector is bestuurdersaansprakelijkheid een belangrijk en veelbesproken onderwerp. In het bijzonder rijst de vraag of bestuurders persoonlijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de schade die ontstaat wegens wanprestatie...
Lees meer
De Olympische Spelen van 2024 in Parijs zijn voorbij, maar de discussies over de ingezette AI-technologieën zijn nog actueel. In deze blog blikken we terug op de rol van kunstmatige...
Lees meer
In het huidige digitale tijdperk staan bedrijven voor grote uitdagingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) en privacy. Als advocatenkantoor zien wij hoe organisaties worstelen met de balans tussen...
Lees meer
Artificial Intelligence (AI) biedt enorme kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee op het gebied van privacy en gegevensbescherming. De Information Commissioner’s Office (ICO) heeft onlangs een nuttige handleiding...
Lees meer
Eerder schreef ik al een blog over het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz). Hier ging ik dieper in op de vraag wat het wetsvoorstel voor zorgaanbieders betekent. Hoe...
Lees meer