WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 5
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 5
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 73
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1401
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (73) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 40, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 37194
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-07-13 08:59:23
[post_date_gmt] => 2023-07-13 06:59:23
[post_content] => In een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU, hierna: ‘het Hof’) van 4 juli 2023 wordt bevestigd dat een nationale mededingingsautoriteit mag nagaan of een onderneming in overeenstemming handelt met andere wetten en normen, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Het Hof heeft richtlijnen gegeven over onderwerpen zoals de bevoegdheid van mededingingsautoriteiten, de verwerking van bijzondere gegevens, verwerkingsgrondslagen en de keuzevrijheid van gebruikers. Lees meer over de uitspraak en de implicaties ervan in dit artikel.
Wat was er aan de hand?
Bij het aanmelden voor een Facebook-account, dienen gebruikers akkoord te gaan met de algemene voorwaarden én het cookie-/gegevensbeleid van Facebook. Dit biedt Meta Platforms Ireland (hierna: “Meta”) de mogelijkheid om gegevens over de activiteiten van Gebruikers te verzamelen, zowel binnen als buiten het online social media platform. De gegevens die afkomstig zijn van buiten het social media platform (off-Facebook-gegevens), kunnen betrekking hebben op de activiteiten van gebruikers op andere websites en apps van derden, maar ook op het gebruik van Instagram en WhatsApp, die tevens onder het Metaconcern vallen.
Het bedrijfsmodel van Facebook is voornamelijk gebaseerd op het (aan)leveren van doelgerichte reclame. Deze advertenties zijn specifiek afgestemd op de persoonlijke voorkeuren van de gebruikers van het sociale netwerk. Dit toesnijden van de reclames op de smaak van de individuele gebruikers, wordt mogelijk gemaakt door de gegevens die Meta heeft verzameld.
Het Duitse Bundeskartellamt is enige tijd geleden een procedure gestart tegen Meta, omdat zij van mening was dat het bedrijf misbruik maakte van haar machtspositie. Dit was onder meer gebaseerd op het feit dat Meta in haar algemene voorwaarden het gebruik van het Facebookplatform afhankelijk werd gesteld van het kunnen/mogen verwerken van de off-Facebook-gegevens van de desbetreffende gebruiker. In dat kader heeft het Bundeskartellamt Meta opgedragen om de algemene voorwaarden aan te passen, zodat duidelijk wordt dat de gegevens niet zonder toestemming van de betrokkene zullen worden verzameld, gekoppeld en gebruikt. Daarbij heeft het Bundeskartellamt benadrukt dat de huidige - in de algemene voorwaarden verwerkte - toestemming ongeldig is, wanneer het een voorwaarde is om het sociale netwerk te kunnen gebruiken.
Volgens het Bundeskartellamt kan men de verwerkingsactiviteiten van Meta evenmin baseren op de verwerkingsgrondslag: noodzakelijk voor het uitvoeren van de overeenkomst (artikel 6 lid 1 sub b AVG). Daarbij is onder meer relevant dat de off-Facebook-gegevens in sommige gevallen eveneens kunnen worden gekwalificeerd als bijzondere persoonsgegevens, in de zin van artikel 9 lid 1 AVG.
De prejudiciële vragen en beantwoording
Het Oberlandesgericht Düsseldorff (de hoogste rechterlijke instantie van de deelstaat Noordrijn-Westfalen Duitsland, waarbij beroep is ingesteld tegen dit verbod) heeft twijfels over een aantal aspecten van deze casus. Meer in het bijzonder over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de verplichtingen uit de AVG door exploitanten van grote social media netwerken, zoals Meta. Daarom heeft zij een aantal prejudiciële vragen aan het HvJEU gesteld. Het antwoord van het HvJEU, zal hierna per (deel)onderwerp worden uitgewerkt.
De bevoegdheid van een nationale mededingingsautoriteit
Het Hof oordeelt dat de mededingingsautoriteit bij een onderzoek naar misbruik van de machtspositie, ook kan beoordelen of het gedrag van die onderneming in overeenstemming is met andere normen, zoals de AVG.
Wanneer de mededingingsautoriteit de naleving van de AVG beoordeelt, doet zij dat namelijk alleen om te bepalen of er sprake is van misbruik van een machtspositie en om maatregelen op te leggen om dit misbruik te beëindigen, een en ander in overeenstemming met de regels van het mededingingsrecht.
Het is essentieel dat mededingingsautoriteiten rekening houden met de bescherming van persoonsgegevens om een evenwichtige handhaving van het mededingingsrecht te waarborgen in de digitale economie.
Het kan voorkomen dat de nationale mededingingsautoriteit moet samenwerken en overleggen met de nationale toezichthoudende autoriteit in de zin van de AVG. Een nationale mededingingsautoriteit moet controleren of de bevoegde nationale toezichthoudende autoriteit, de leidende toezichthoudende autoriteit of het Hof al een besluit of een uitspraak hebben gedaan met betrekking tot een vergelijkbare gedraging van een andere partij (e.g. ander social media platform). Indien dit het geval is, mag de mededingingsautoriteit niet afwijken van die beslissing, maar kan zij wel haar eigen conclusies trekken wat betreft de toepassing van het mededingingsrecht.
De verwerking van bijzondere gegevens, artikel 9 AVG.
De tweede vraag die centraal stond is of een gebruiker, door het enkele feit dat een gebruiker websites of apps bezoekt waaruit bijzondere gegevens kunnen voortvloeien, ook betekent dat zij deze gegevens ook kennelijk openbaar maakt in de zin van de AVG.
Bijzondere gegevens zijn gegevens over bijvoorbeeld etniciteit, politieke opvattingen, gegevens over gezondheid of gegevens met betrekking tot seksuele gerichtheid. De verwerking van deze bijzondere gegevens is in beginsel verboden. Een uitzondering is als de betrokkene deze kennelijk openbaar heeft gemaakt (artikel 9, lid, sub e AVG).
Volgens het Hof kan het erop lijken dat Meta gevoelige gegevens verwerkt. De nationale rechter van Duitsland moet beoordelen in hoeverre deze verwerkingen zijn toegestaan.
Het Hof legt tevens uit dat door het enkele bezoek aan een website of een app, de gebruiker diens bijzondere (persoons)gegevens niet kennelijk openbaar maakt. Dit is ook niet het geval wanneer een gebruiker op websites of apps gegevens invoert of kenbaar maakt middels een selectieknop, tenzij de gebruiker vooraf uitdrukkelijk zijn keuze kenbaar heeft gemaakt om de gegevens openbaar te maken voor een onbeperkt aantal personen. Dat is niet het geval bij de werkwijze van Meta, waardoor zij geen beroep kan doen op deze uitzondering.
Uitvoering van de overeenkomst als verwerkingsgrondslag
De derde vraag die centraal stond was of de verwerkingsgrondslag: ‘noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst’ kan worden gebruikt voor de verwerkingsactiviteiten van Meta. Het Hof legt uit dat dit alleen mogelijk is indien het doel van de overeenkomst anders niet kan worden bereikt.
In de casus van Meta betwijfelt het Hof of aan die voorwaarden is voldaan, maar dat is aan de nationale rechter om na te gaan. Het is aan de verwerkingsverantwoordelijke om aan te tonen in welk opzicht het doel van de overeenkomst zonder die verwerking niet zou kunnen worden bereikt.
Gerechtvaardigd belang als een verwerkingsgrondslag
De verwerking kan slechts noodzakelijk worden geacht voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke (i.e. Meta), indien die exploitant de gebruikers bij wie de gegevens zijn verzameld:
1) heeft meegedeeld dat er met de verwerking een gerechtvaardigd belang wordt behartigd;
2) indien deze verwerking binnen de grenzen blijft van hetgeen voor de behartiging van dat belang strikt noodzakelijk is; en
3) indien uit een afweging van tegengestelde belangen blijkt dat de belangen of grondrechten en fundamentele vrijheden van die gebruikers niet zwaarder wegen dan het gerechtvaardigde belang van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde.
Indien de gebruiker een kind is, moet bij de afweging bijzondere aandacht worden besteed aan de grondrechten en vrijheden van het kind. Kinderen zijn zich namelijk minder bewust van de risico’s en gevolgen, waardoor zij extra beschermd moeten worden.
Volgens het Hof heeft Meta geen gerechtvaardigd belang bij het verwerken van persoonsgegevens zonder toestemming. Meta had aangevoerd dat zij met name via de personalisatie van reclame de dienst kunnen verbeteren. Hier ging het Hof echter niet in mee.
De keuzevrijheid van gebruikers
Tot slot werd de vraag gesteld of hier wel sprake was van rechtsgeldig verleende toestemming, mede gelet op het feit dat gebruikers zonder het verlenen van toestemming geen toegang konden krijgen tot het sociale media netwerk.
Volgens het Hof sluit een machtspositie op zichzelf niet dat gebruikers rechtsgeldig toestemming kunnen geven voor de verwerking van hun persoonsgegevens. De omstandigheid dat de exploitant een machtspositie heeft is echter wel een belangrijk element om te bepalen of de toestemming daadwerkelijk vrijelijk is gegeven. Dit moet de exploitant bewijzen.
Conclusie
Het HvJEU heeft geoordeeld dat nationale mededingingsautoriteiten mogen controleren of het gedrag van ondernemingen in overeenstemming is met de AVG. Daarnaast heeft het Hof bepaald dat het bezoeken van websites of apps niet automatisch betekent dat gebruikers hun gegevens openbaar maken, tenzij ze daar expliciet toestemming voor hebben gegeven.
Verder is opnieuw bevestigd dat het uitvoeren van een overeenkomst alleen als verwerkingsgrondslag kan dienen, wanneer dit noodzakelijk is voor het verwezenlijken van het doel van de overeenkomst. Het Hof benadrukte ook dat het hebben van een machtspositie niet automatisch betekent dat gebruikers geen vrije keuze hebben, maar dat de verwerkingsverantwoordelijke in dergelijke gevallen moet bewijzen dat de toestemming vrijwillig is gegeven.
Heeft u vragen over de AVG en/of de verwerkingsgrondslagen waarop u bepaalde activiteiten kunt baseren? Neem dan gerust contact op met een van onze medewerkers
HvJEU 4 juli 2023, ECLI:EU:C:2023:537 (Meta)
[post_title] => Hof van Justitie geeft antwoord op prejudiciële vragen in Meta/Facebook-zaak
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => hof-van-justitie-geeft-antwoord-op-prejudiciele-vragen-in-meta-facebook-zaak
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-07-13 08:59:23
[post_modified_gmt] => 2023-07-13 06:59:23
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37194
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 37183
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-07-12 10:02:34
[post_date_gmt] => 2023-07-12 08:02:34
[post_content] => In de zorg wordt steeds meer gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentie (ook wel AI genoemd). Als zorgverlener ben je wellicht benieuwd naar de mogelijkheden van AI, zoals ChatGPT, voor je dagelijkse praktijk. In dit artikel (update ChatGPT artikel) gaan we dieper in op de juridische kaders waarmee je rekening moet houden bij het gebruik van ChatGPT als zorgverlener.
Hoe kan ChatGPT gebruikt worden?
ChatGPT heeft eindeloze mogelijkheden, zo ook voor de zorg. Hier zijn een aantal voorbeelden:
- (Her)schrijven van bijvoorbeeld e-mails;
- Uitleggen van complexe (gezondheid gerelateerde) onderwerpen;
- Analyseren van sentiment en toon;
- Genereren van vragen en/of antwoorden bij een casus (van bijvoorbeeld een patiënt);
- Aanbevelen van medische hulpmiddelen.
Maar hoe zit dit juridisch?
Als zorgverlener moet je continu met verschillende wetgeving rekening houden. Zo ook als je gebruik wilt maken van ChatGPT in je dagelijkse praktijk. Er bestaat (nog) geen specifieke wetgeving voor de toepassing van AI, daarom zullen we teruggrijpen op het algemene civiele recht voor een uitleg van het juridische kader.
Privacyrecht
Voor een optimale werking heeft ChatGPT gigantische hoeveelheden data nodig. Medisch relevante data zal voornamelijk afkomstig zijn uit medische dossiers van patiënten. Veel gegevens die uit deze medische dossiers komen, kunnen mogelijk worden aangemerkt als ‘persoonsgegevens’. Gegevens die iets over de gezondheid van de patiënt zeggen, vallen zelfs onder de categorie ‘bijzondere persoonsgegevens’.
Op de verwerking van de
persoonsgegevens is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet AVG (UAVG) van toepassing. Daarnaast geldt voor zorgverleners het
medische beroepsgeheim uit de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).
Het is belangrijk om bij het gebruik van ChatGPT
geen informatie over patiënten vrij te geven. Als je dit wel doet, zonder expliciete toestemming van je patiënt, doorbreek je het medische beroepsgeheim. Indien je persoonsgegevens verstrekt aan het AI-model, wederom zonder toestemming, maak je tevens een inbreuk op de AVG.
Lees ook:
AI & Privacy in de zorg, een gelukkig huwelijk?
De Verordening Medische hulpmiddelen (MDR)
Medische hulpmiddelen worden gebruikt om patiënten te behandelen en te verzorgen. Als ChatGPT wordt gebruikt voor het stellen van een diagnose of behandeling, zou het beschouwd kunnen worden als een medisch hulpmiddel, wat betekent dat de MDR van toepassing kan zijn. Dit zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de vereisten van de chatbot.
ChatGPT zegt hier zelf het volgende over: “
Als AI-model ben ik geen medisch hulpmiddel in de zin van de Medical Device Regulation (MDR). Ik ben een tekstgenererend AI-model dat ontworpen is om algemene informatie en suggesties te geven. Hoewel ik kan assisteren bij het verstrekken van informatie, ben ik niet bedoeld als vervanging voor professioneel medisch advies, diagnose of behandeling.”
Vooralsnog concludeer ik dat er geen sprake is van een medisch hulpmiddel zoals bedoeld in de MDR. De ontwikkelaars van ChatGPT zullen namelijk niet de bedoeling hebben gehad om medisch hulpmiddel gebruikt te worden.
Nadelen en risico’s
Hoewel ChatGPT vele voordelen biedt, zijn er ook uitdagingen, nadelen en risico’s. Het begrijpen van de beperkingen en risico's is
essentieel om verantwoord en effectief gebruik te maken van AI-modellen zoals ChatGPT. Hieronder leggen we een aantal van deze risico’s uit:
- Hallucinatie: ChatGPT verzint soms antwoorden en de referenties naar de bronnen die de chatbot gebruikt zou hebben, bestaan niet (altijd);
- Vooroordelen: ChatGPT lijkt vooroordelen te bevatten. Dit komt door verschillende factoren, zoals de lage kwaliteit van de gegevens of de ongeschiktheid van de chatbot voor het voorgeschotelde probleem;
- Desinformatie: Gebruikers kunnen (bewust) valse informatie invoeren in het model, ChatGPT kan deze informatie vervolgens onterecht zonder een kritisch oordeel weergeven aan de volgende gebruiker;
- Gebrek aan contextueel begrip: AI-modellen zoals ChatGPT begrijpen niet altijd de volledige context van de informatie die ze ontvangen, waardoor antwoorden onjuist of niet specifiek (genoeg) zijn.
Wat zegt ChatGPT er zelf van?
“
Mag ik als zorgverlener ChatGPT gebruiken?” ChatGPT gaf daar het volgende antwoord op:
“
Ja, als zorgverlener kun je ChatGPT gebruiken als een hulpmiddel bij het verlenen van zorg. ChatGPT is ontworpen om mensachtige interacties te simuleren en kan worden gebruikt om vragen te beantwoorden, informatie te verstrekken en algemene ondersteuning te bieden aan patiënten of andere zorgverleners. Het kan helpen bij het bieden van snelle antwoorden op veelvoorkomende vragen, het bieden van educatieve materialen of het assisteren bij het plannen van afspraken.
Het is belangrijk op te merken dat ChatGPT een AI-model is en geen vervanging kan zijn voor een persoonlijke, professionele medische beoordeling. ChatGPT kan dienen als een aanvullend hulpmiddel, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid en het oordeel liggen bij de zorgverlener.
Daarnaast is het belangrijk om de privacy en veiligheid van de patiëntgegevens te waarborgen. Zorg ervoor dat je voldoet aan de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot gegevensbescherming en dat je de nodige maatregelen neemt om de vertrouwelijkheid van de informatie te waarborgen wanneer je ChatGPT gebruikt.”
Conclusie
Hoewel ChatGPT nuttig kan zijn als ondersteuning voor zorgverleners, is het belangrijk op te merken dat het geen vervanging is van diagnostische beslissingen van een zorgverlener. Menselijke betrokkenheid is van cruciaal belang om de kwaliteit van de zorg te waarborgen.
Heeft u vragen over het gebruik van AI in de zorg of heeft u andere vragen? Neem gerust
contact op met een van onze medewerkers.
[post_title] => Het gebruik van ChatGPT in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => het-gebruik-van-chatgpt-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2024-02-28 13:53:38
[post_modified_gmt] => 2024-02-28 12:53:38
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37183
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 37067
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-07-06 10:58:36
[post_date_gmt] => 2023-07-06 08:58:36
[post_content] => De ouderenzorg staat voor aanzienlijke uitdagingen om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar zorg van een steeds groter wordende groep ouderen. De zorg voor ouderen dreigt namelijk onbetaalbaar te worden.
In dit artikel bespreek ik de
recente ontwikkelingen in de ouderenzorg, waarbij verpleeghuizen hebben gereageerd op het nieuwe inkoopbeleid en de geconstateerde belemmeringen. Bovendien zal ik ook de voorgestelde oplossingen belichten die zijn voorgesteld door verschillende belanghebbenden.
Massaal protest tegen nieuw inkoopkader
Het nieuwe inkoopbeleid binnen de
Wlz heeft geleid tot een massaal protest van verpleeghuizen in alle zorgkantoorregio's. Deze zorgorganisaties hebben vragen gesteld en bezwaar gemaakt, omdat ze het inkoopkader zien als een bedreiging voor toekomstbestendige ouderenzorg. Ze zijn van mening dat de voorgestelde maatregelen onvoldoende rekening houden met de complexe zorgbehoeften van ouderen en de werkelijke kosten van het leveren van
kwalitatieve zorg.
Een belangrijk punt van zorg is het richttariefpercentage, dat door veel zorgorganisaties als ontoereikend wordt beschouwd. Dit percentage wordt gebruikt als leidraad bij het bepalen van prijzen en tarieven. De zorgorganisaties vrezen dat dit tariefpercentage niet kostendekkend is voor een groot deel van de sector, wat kan leiden tot financiële tekorten.
ActiZ, de branchevereniging van zorgorganisaties, heeft herhaaldelijk gewezen op de onverantwoorde aard van het nieuwe Wlz-inkoopbeleid. Ze benadrukt dat de stapeling van financiële maatregelen zo groot is dat het de continuïteit en kwaliteit van de zorg in
gevaar brengt.
Het is duidelijk dat de voorgestelde bezuinigingen en besparingen een te grote last vormen voor zorgorganisaties, vooral in deze periode van transformatie waarin de zorg voor ouderen moet worden veranderd en verbeterd.
Advies van de Raad van Ouderen
De zorgen en frustraties van zorgorganisaties worden breed gedragen, en ook de Raad van Ouderen heeft gewaarschuwd dat een groeiende groep ouderen tussen wal en schip dreigt te vallen. In hun rapport adviseert zij structurele investeringen in de langdurige zorg door middel van hogere tarieven. Ze benadrukt de
urgentie van deze investeringen, gezien de vergrijzing en de naderende pensionering van een groot aantal zorgmedewerkers in de komende tien jaar.
Mogelijke oplossingen
Het massale protest tegen het nieuwe inkoopkader binnen de Wlz illustreert de dringende behoefte aan oplossingen die de geconstateerde belemmeringen in de ouderenzorg aanpakken. Verschillende belanghebbenden hebben suggesties gedaan om de situatie te verbeteren en de continuïteit en kwaliteit van zorg te waarborgen.
- Structurele investeringen in de langdurige zorg: De Raad van Ouderen heeft in haar rapport geadviseerd om structureel meer te investeren in de langdurige zorg door middel van hogere tarieven. Deze investeringen zijn nodig om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar zorg, met name gezien de vergrijzing en het feit dat een aanzienlijk deel van de zorgmedewerkers de komende jaren met pensioen zal gaan. Door middel van hogere tarieven kan er meer financiële ruimte gecreëerd worden voor zorgorganisaties, zodat zij het benodigde personeel kunnen aantrekken en behouden en de meest kwetsbare ouderen de zorg kunnen blijven bieden die zij nodig hebben.
- Verbetering van samenwerking en afstemming: Een andere mogelijke oplossing is het bevorderen van een betere samenwerking en afstemming tussen zorginstellingen, beleidsmakers, zorgverzekeraars en andere belanghebbenden. Door gezamenlijk te werken aan de ontwikkeling van een beleid dat rekening houdt met de complexe zorgbehoeften van ouderen en de werkelijke kosten van zorg, kunnen er betere resultaten worden behaald. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen hun expertise en ervaring bundelen om tot doordachte oplossingen te komen die de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg verbeteren.
- Investeren in ondersteuning en perspectief voor zorgmedewerkers: Om te kunnen blijven voldoen aan de zorgbehoeften van ouderen, is het essentieel om te investeren in ondersteuning en perspectief voor zorgmedewerkers. Dit kan onder meer worden bereikt door het bieden van opleidingsmogelijkheden, het verbeteren van arbeidsvoorwaarden en het stimuleren van loopbaanontwikkeling. Door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en carrièremogelijkheden, kan de sector aantrekkelijk blijven voor zorgprofessionals en kunnen zij gemotiveerd worden om zich in te zetten voor de zorg van ouderen.
Alleen door samen te werken en naar elkaar te luisteren, kunnen de uitdagingen in de ouderenzorg aangepakt worden en streven naar een toekomst waarin hoogwaardige zorg voor ouderen gegarandeerd is.
Hoe kunnen wij u helpen?
Wij kunnen zorginstellingen adviseren over de juridische aspecten van het nieuwe inkoopbeleid en de mogelijke gevolgen ervan. Wij kunnen u als zorgorganisatie informeren over uw rechten en plichten en helpen bij het begrijpen van de
complexe regelgeving en contractuele verplichtingen.
U kunt ons betrekken bij contractonderhandelingen tussen zorginstellingen en zorgverzekeraars of andere partijen. Wij kunnen ervoor zorgen dat de belangen van de zorginstellingen adequaat worden vertegenwoordigd en dat er evenwichtige contractvoorwaarden worden opgesteld die rekening houden met de financiële en operationele uitdagingen waarmee zorginstellingen te maken hebben.
Ook kunnen wij u ondersteunen bij het waarborgen van compliance met relevante wet- en regelgeving in de ouderenzorg. Wij kunnen helpen bij het identificeren en beheersen van juridische risico's, het opstellen van interne beleidslijnen en procedures, en het zorgen voor naleving van kwaliteits- en veiligheidsnormen.
Conclusie:
Het massale protest tegen het nieuwe inkoopbeleid binnen de Wlz en de gedeelde zorgen van zorgorganisaties onderstrepen de dringende behoefte aan oplossingen. Alleen door gezamenlijke inspanningen kunnen we streven naar een toekomstbestendige ouderenzorg die kwalitatieve zorg blijft bieden aan onze vergrijzende samenleving.
Wij kunnen uw belangen behartigen en ervoor zorgen dat uw stem gehoord wordt.
Heeft u vragen over het inkoopbeleid van de Wlz? Of heeft u een andere vraag? Neem gerust
contact op met een van onze medewerkers!
[post_title] => De ouderenzorg in crisis: uitdagingen en mogelijke oplossingen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-ouderenzorg-in-crisis-uitdagingen-en-mogelijk-oplossingen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-07-12 11:15:38
[post_modified_gmt] => 2023-07-12 09:15:38
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37067
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 37481
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-07-05 16:15:51
[post_date_gmt] => 2023-07-05 14:15:51
[post_content] => De MDR heeft voornamelijk bepalingen die zien op verplichtingen voor de fabrikant van een medisch hulpmiddel. In eerdere artikelen van deze blogreeks hebben wij hierbij stilgestaan. In dit artikel focussen we op de
verplichtingen voor zorgverleners.
Een zorgverlener heeft namelijk ook verplichtingen onder de MDR, met als belangrijkste verplichting de vigilantie. Vooral zorgverleners die betrokken zijn bij het voorschrijven, aanpassen of gebruiken van medische hulpmiddelen moeten zich bewust zijn van deze verplichtingen.
Op de hoogte blijven
Allereerst moet een zorgverlener op de hoogte zijn van de classificatie van het medisch hulpmiddel. Deze is terug te vinden in de EUDAMED
database. Zorgverleners kunnen in de database terugvinden welke regels en procedures van toepassing zijn op het hulpmiddel dat ze gebruiken of voorschrijven.
De zorgverlener moet erop kunnen vertrouwen dat de hulpmiddelen voldoen aan de eisen die de MDR stelt. Voor het identificeren van hulpmiddelen en het aanpakken van eventuele problemen moet de zorgverlener het EUDAMED weten te vinden en raadplegen.
Vigilantiemelding
Vigilantie gaat over de activiteiten die horen bij het opsporen, beoordelen, begrijpen en voorkomen van schadelijke bijwerkingen van medische hulpmiddelen. Vigilantie is een onderdeel van post-market surveillance.
Zorgverleners zijn verplicht om incidenten die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van medische hulpmiddelen nauwkeurig uit te zoeken en te melden. Ook incidenten waarbij een risico is voorkomen doordat de zorgverlener alert was, moet worden gemeld.
Samenwerken met fabrikanten
Zorgverleners moeten ervoor zorgen dat zij alleen hulpmiddelen gebruiken die voldoen aan de MDR. Het is daarom aan te bevelen dat zorgverleners nauw
samenwerken met fabrikanten, om er zeker van te zijn dat de hulpmiddelen die zij gebruiken veilig en effectief zijn.
Door samen te werken kunnen zorgverleners feedback geven over de prestaties en eventuele problemen. Dit kan bijdragen aan de veiligheid en kwaliteit van het hulpmiddel en uiteindelijk leiden tot betere patiëntenzorg.
Conclusie
De MDR ziet voornamelijk op verplichtingen voor de fabrikant. Voor een fabrikant is het echter essentieel dat
problemen en risico’s uit de praktijk aan de fabrikant terug worden gekoppeld. De zorgverlener heeft hier onder andere een grote verantwoordelijkheid in en kan daarmee bij dragen aan de kwaliteit van de zorg.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:
Intro: Navigeren door de MDR - flowchart
Artikel 1: Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig?
Artikel 2: De vereisten voor veiligheidsbeoordeling
Artikel 3: De verplichte traceerbaarheid
Artikel 4: EUDAMED
Artikel 6: Overgangsperioden
[post_title] => Wat betekent de MDR voor zorgverleners?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wat-betekent-de-mdr-voor-zorgverleners
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-08-16 11:29:12
[post_modified_gmt] => 2023-08-16 09:29:12
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37481
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 36988
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-06-28 09:26:54
[post_date_gmt] => 2023-06-28 07:26:54
[post_content] => De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna:
NZa) heeft recentelijk aangekondigd dat de zorgtarieven voor het jaar 2024 opnieuw zullen worden berekend en bijgesteld. Deze beslissing volgt op de ontdekking van een fout in het prijsindexcijfer voor materiële kosten, dat werd verstrekt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS).
Fout bij de prijsindexering
De fout in het prijsindexcijfer heeft invloed op alle gereguleerde tarieven, budgetten, beschikbaarheidbijdragen en beleidsregelwaarden die door de NZa worden vastgesteld voor het komende jaar. De tarieven en beleidsregelwaarden zullen nu op basis van het nieuwe, correcte percentage worden
gecorrigeerd en naar beneden bijgesteld.
Het effect van deze correctie zal per zorgsector verschillen omdat de materiële kosten per sector verschillen. Onderdelen zoals loon, prijs en kapitaal wegen verschillend mee in het tarief. De NZa zal de betreffende sectoren op de gebruikelijke wijze informeren over deze veranderingen.
Daarnaast zal de NZa de vergoedingsbedragen van de beschikbaarheidbijdragen voor het jaar 2023
herberekenen en naar beneden bijstellen. Jaarlijks worden de beschikbaarheidbijdragen op basis van het definitieve indexpercentage berekend. Aangezien het indexpercentage voor 2023 is aangepast, zullen ook de vergoedingsbedragen worden herzien.
De taak van de NZa
De NZa heeft als taak om de marktwerking, kwaliteit en toegankelijkheid in de zorg te bevorderen en te bewaken. Dit omvat het controleren van concurrentieverhoudingen, het voorkomen van marktmisbruik en het bevorderen van eerlijke concurrentie.
De NZa kan maximumtarieven stellen met de doelstelling om de kosten in de zorg te beheersen en te voorkomen dat er buitensporig hoge tarieven worden gevraagd door zorginstellingen.
Om de tarieven in de zorg te uniformeren en transparant te maken stelt de NZa prestatiebeschrijvingen op. Deze bevatten de omschrijving van de geleverde zorg en de bijbehorende tarieven.
Tot slot houdt de NZa ook rekening met kosteninflatie en marktontwikkelingen door middel van prijsindexering. Aan de hand van deze indexering worden de
tarieven jaarlijks aangepast. De aangepaste indexering zal voor 1 juli worden aangepast en ook rond die tijd worden bekendgemaakt.
Tariefonderhandelingen
In sommige gevallen kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars gezamenlijk tariefafspraken maken. Dit gebeurt vaak in de vorm van contractonderhandelingen, waarbij beide partijen proberen overeenstemming te bereiken over de vergoedingen voor geleverde zorg. Over de problemen rondom de zorginkoop hebben we al eerder
een artikel geschreven.
Conclusie
Het is van essentieel belang voor zorginstellingen om op de hoogte te zijn van de correctie van zorgtarieven voor 2024 door de NZa. Het kan nodig zijn om de tarieven in uw financiële planning en contractuele afspraken met leveranciers aan te passen.
Wees erop voorbereid dat de tarieven naar verwachting naar beneden worden bijgesteld, met variaties afhankelijk van de betreffende zorgsector.
Heeft u vragen over de zorginkoop? Of heeft u een andere juridische kwestie? Neem gerust contact op met
een van onze medewerkers.
[post_title] => Correctie zorgtarieven voor 2024 door NZa na fout in prijsindexcijfer
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => correctie-zorgtarieven-voor-2024-door-nza-na-fout-in-prijsindexcijfer
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-28 09:26:54
[post_modified_gmt] => 2023-06-28 07:26:54
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=36988
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 37480
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-06-26 16:12:03
[post_date_gmt] => 2023-06-26 14:12:03
[post_content] => In het vorige artikel uit deze blogreeks werd de verplichte traceerbaarheid van de medische hulpmiddelen en uiteengezet. In dit artikel wordt verder ingegaan op het registreren van deze informatie in de
EUDAMED-database.
EUDAMED, de Europese databank voor medische hulpmiddelen, speelt een cruciale rol in het bevorderen van de veiligheid, traceerbaarheid en transparantie van medische hulpmiddelen binnen de Europese Unie. In dit artikel zullen we de impact van EUDAMED verkennen.
EUDAMED
In de MDR is bepaald dat de Commissie een elektronisch systeem opzet, de
EUDAMED. Dit is de European Databank on Medical Devices. Deze databank bevat informatie over bijvoorbeeld klinisch onderzoek, de CE-markering en de gebruiksaanwijzing van een product.
Fabrikanten zijn verplicht om een UDI-nummer op hun producten aan te brengen en deze informatie te registreren in de EUDAMED. Via dit platform kunnen verschillende instanties die betrokken zijn bij de toelating, het markttoezicht en het gebruik van medische hulpmiddelen in de EU toegang krijgen tot belangrijke informatie.
Lidstaten en de Europese Commissie kunnen via dit platform ook informatie uitwisselen over de conformiteitsbeoordeling van hulpmiddelen en over meldingen van incidenten en bijwerkingen.
Verplichtingen voor fabrikanten
Naast dat fabrikanten UDI’s moeten toewijzen en registreren op EUDAMED zijn er nog een aantal andere
verplichtingen voor fabrikanten.
De informatie die de fabrikant moet invoeren bestaat uit basisinformatie over het medische hulpmiddel zoals de naam, het type en de classificatie. Tevens moet er informatie over de fabrikant zelf, de importeur en van de aangemelde instantie die de conformiteitsbeoordeling heeft uitgevoerd worden verstrekt.
Daarnaast moet informatie over de klinische evaluaties, post-market surveillance en informatie over incidenten en bijwerkingen die verband houden met het hulpmiddel worden verstrekt. Beperkingen over het gebruik van het medisch hulpmiddel kan daarbij niet ontbreken.
Fabrikanten moeten alle bovenstaande vereiste informatie over hun medische hulpmiddelen verstrekken. Deze informatie moet ten alle tijden up-to-date zijn, dus hier ligt ook de verplichting om de informatie regelmatig bij te werken. Fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en juistheid van de gegevens die zij verstrekken.
Voor wie is EUDAMED relevant?
EUDAMED is voornamelijk relevant voor
fabrikanten en toezichthouders. Echter kan het voor zorgverleners ook nuttig zijn. Het stelt hen namelijk in staat om specifieke informatie over medische hulpmiddelen op te zoeken, zoals indicaties voor gebruik en waarschuwingen.
Met deze informatie kunnen zorgverleners een weloverwogen keuze maken voor het medisch hulpmiddel dat zij willen gebruiken voor hun patiënten. Het is echter voor zorgverleners niet verplicht om EUDAMED te gebruiken, zij kunnen relevante informatie ook halen uit bijvoorbeeld een bijsluiter of de website van de fabrikant.
Wat is het verschil tussen EUDAMED en het UDI-systeem?
In het vorige artikel stond het UDI-systeem centraal. Tussen dit systeem en EUDAMED lijkt veel overlag te zitten. Het
verschil is dat EUDAMED de centrale database is waarin informatie over medische hulpmiddelen wordt opgeslagen, terwijl het UDI-systeem de unieke identificatiecodes biedt die worden gebruikt om individuele hulpmiddelen te identificeren en te traceren.
Beide systemen spelen een belangrijke rol bij het waarborgen van de veiligheid, traceerbaarheid en effectiviteit van medische hulpmiddelen binnen de Europese Unie.
Conclusie
EUDAMED is dus een centrale database die door de Europese Unie is opgezet. EUDAMED is een belangrijk instrument voor het toezicht op medische hulpmiddelen en het waarborgen van de veiligheid en kwaliteit van deze producten op de Europese markt. EUDAMED brengt daarom verantwoordelijkheden en verplichtingen voor de fabrikant met zich mee.
Heeft u vragen over de informatie die u moet verstrekken aan EUDAMED? Of heeft u een andere vraag over de MDR? Neem gerust contact op met een van onze werknemers!
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:
Intro: Navigeren door de MDR - flowchart
Artikel 1: Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig?
Artikel 2: De vereisten voor veiligheidsbeoordeling
Artikel 3: De verplichte traceerbaarheid
Artikel 5: Verplichtingen voor de zorgverlener
Artikel 6: Overgangsperioden
[post_title] => EUDAMED
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => eudamed
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-08-16 11:26:59
[post_modified_gmt] => 2023-08-16 09:26:59
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37480
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 36959
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-06-26 14:41:25
[post_date_gmt] => 2023-06-26 12:41:25
[post_content] =>
Gegevensverwerking en schadevergoeding: het Hof van Justitie geeft duidelijkheid
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft grote implicaties en vereist dat wordt voldaan aan strikte regelgeving om de
privacyrechten van individuen te waarborgen. Indien een inbreuk wordt gemaakt op rechten afkomstig uit de AVG kan schadevergoeding worden gevorderd.
Maar is de mate van schuld van de verwerkingsverantwoordelijke of verwerker bepalend voor de hoogte van de immateriële schade? En is het gedrag van betrokkenen mede van invloed op de aansprakelijkheid?
In dit artikel bespreek ik een
oordeel van het Hof, waarbij antwoord wordt gegeven op de bovenstaande vragen.
Feiten
Een Duits medische dienst van een zorgverzekeraar stelt adviezen op over arbeidsongeschiktheid. Sommige van deze adviezen hebben betrekking op haar eigen medewerkers van de dienst. De adviezen die betrekking hebben op de eigen medewerkers worden door een bijzondere organisatie-eenheid behandeld.
Een medewerker van het bedrijf, die wegens ziekte arbeidsongeschikt was, ontdekte via zijn behandelend arts dat er een advies was opgesteld, die de diagnose van zijn ziekte bevatte. Bij het opstellen van het advies was gebruikgemaakt van inlichtingen van zijn behandelend arts.
Vervolgens heeft de medewerker aan een collega gevraagd of er een advies over hem was opgeslagen. De collega heeft op verzoek van de medewerker hier foto’s van gemaakt en naar hem verzonden.
De medewerker heeft vervolgens het bedrijf verzocht om een schadevergoeding ter hoogte van € 20.000,- te voldoen op grond van artikel 82 AVG. Dit was echter
zonder succes. De medewerker is vervolgens naar de arbeidsrechter in Duitsland gegaan en vorderde boven de schadevergoeding nog een vergoeding voor de gederfde inkomsten. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn de vorderingen verworpen.
De hoogste federale rechter in arbeidszaken in Duitsland heeft vervolgens aan het Hof van Justitie van Europa (hierna: het Hof) prejudiciële vragen gesteld, onder andere omtrent de mate van schuld.
Is de mate van schuld van de verwerkingsverantwoordelijke of verwerker bepalend voor de hoogte van de immateriële schade?
De rechter in Duitsland vroeg zich af of voor het toewijzen van een schadevergoeding verplicht is dat de verwerkingsverantwoordelijke ook schuld heeft aan de inbreuk.
Artikel 82 van de AVG regelt het recht op schadevergoeding voor personen die
(im)materiële schade hebben geleden als gevolg van een inbreuk op de AVG. Het Hof oordeelt dat de hoogte van de schadevergoeding moet worden vastgesteld aan de hand van de daadwerkelijk geleden schade.
Hoewel het artikel benadrukt dat de schade volledig en daadwerkelijk moet worden vergoed, bevestigt het Hof dat de AVG geen expliciete verwijzing maakt naar de schuld van de verwerkingsverantwoordelijke als factor bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding.
Is het gedrag van betrokkenen van invloed op de aansprakelijkheid?
Uit de feiten die hierboven zijn geschetst, blijkt dat de werknemer zelf aan een collega had gevraagd om foto’s te maken van zijn advies. Dit is een handeling die de betrokkene zelf kan worden toegerekend.
In artikel 82 lid 3 van de AVG wordt vermeld dat de betrokkene vrijgesteld kan worden van aansprakelijkheid indien deze kan aantonen dat hij op geen enkele wijze verantwoordelijk is voor de veroorzaakte schade.
De bescherming van betrokkenen strekt echter niet zo ver dat de verwerkingsverantwoordelijke schade moet vergoeden die het gevolg is van gebeurtenissen of handelingen die aan de betrokkenen kunnen worden toegerekend, aldus het Hof.
Het Hof benadrukt dat het gedrag van betrokkenen, zoals het nemen van voorzorgsmaatregelen of het naleven van gegevensbeschermingsvoorschriften, invloed kan hebben op de mate van aansprakelijkheid of de vrijstelling van aansprakelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke.
Conclusie
De hoogte van de immateriële schadevergoeding wordt dus bepaald op basis van de daadwerkelijk geleden schade, zonder expliciete vermelding van de mate van schuld van de verwerkingsverantwoordelijke. Het gedrag van betrokkenen kan daarentegen wel invloed hebben op de aansprakelijkheid en vrijstelling van aansprakelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke.
Het arrest benadrukt daarnaast het belang van
naleving van privacyregels en gegevensbeschermingsvoorschriften in de zorgsector. Heeft u vragen omtrent de privacyregels van de AVG? Of meer specifiek over privacyregels? Neem gerust
contact op met een van onze specialisten.
ECLI:EU:C:2023:433
[post_title] => Gegevensverwerking en schadevergoeding
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => gegevensverwerking-en-schadevergoeding
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-26 14:47:44
[post_modified_gmt] => 2023-06-26 12:47:44
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=36959
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 37479
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-06-19 16:04:53
[post_date_gmt] => 2023-06-19 14:04:53
[post_content] => De verplichte traceerbaarheid van medische hulpmiddelen is een belangrijk aspect van de Medical Device Regulation (MDR), die bedoeld is om de veiligheid en effectiviteit van medische hulpmiddelen binnen de Europese Unie te verbeteren. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van de verplichte traceerbaarheid besproken.
In de blogreeks worden de belangrijkste aspecten van deze verordening in begrijpelijke taal uitgelegd. In eerdere artikelen beschreven we al wat de MDR is en wat de vereisten zijn voor markttoelating van medische hulpmiddelen.
De eis verplichte traceerbaarheid van hulpmiddelen
Een belangrijke eis van de MDR voor fabrikanten van medische hulpmiddelen is de
verplichte traceerbaarheid van medische hulpmiddelen. Dit houdt in dat zij in staat moeten zijn om vanaf het moment van productie tot aan de uiteindelijke levering aan de gebruiker het medische hulpmiddel te traceren en te identificeren.
Om aan deze eis te kunnen voldoen moeten fabrikanten onder andere een unieke identificatiecode toewijzen aan elk hulpmiddel (Unique Device Identification system — UDI-systeem) en de benodigde informatie hierover opnemen in het technisch dossier. Ook moeten zij procedures implementeren voor het registreren en rapporteren van incidenten en klachten.
UDI-systeem
Een UDI is een reeks (alfa)numerieke tekens die wordt gecreëerd via een wereldwijd aanvaarde norm voor de identificatie en codering van hulpmiddelen. Hierdoor is het mogelijk het hulpmiddel op ondubbelzinnige wijze te identificeren.
Een UDI wordt toegekend aan het hulpmiddel of aan de verpakking ervan. Dit bestaat uit twee delen: een code die de hulpmiddelproductie-eenheid identificeert (UDI-PI) en een code die wordt gebruikt als de toegangssleutel tot de in een UDI-databank opgeslagen gegevens (UDI-DI).
De UDI-databank is een centrale Europese database waarin de gegevens van medische hulpmiddelen moeten worden opgenomen. Fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de indiening en actualisering van de informatie in deze database.
De informatie die hierin wordt opgenomen ziet bijvoorbeeld op de productnaam en beschrijving van het hulpmiddel, maar ook op de classificatie, eventuele waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen of informatie over klinische evaluaties en andere beoordelingen. Hierdoor wordt ook de informatie-uitwisseling tussen de verschillende toezichthoudende instanies vergemakkelijkt.
De aanwezigheid van de UDI-DI in de UDI-databank betekent niet automatisch dat het hulpmiddel ook in overeenstemming is met de MDR. Zoals uit andere artikelen uit deze blogreeks ook naar voren komt, zijn er nog veel andere vereisten waaraan voldaan moet worden.
Het doel van de verplichte traceerbaarheid
De verplichte traceerbaarheid is van groot belang voor het waarborgen van de
veiligheid en kwaliteit van de hulpmiddelen. Dankzij de traceerbaarheid kan er snel en accuraat gereageerd worden op eventuele problemen of incidenten en wordt vervalsing van hulpmiddelen tegengegaan. Ook kunnen fabrikanten bijdragen aan een afname in het aantal medische fouten, door hun informatie in de UDI-databank te zetten.
Conclusie
De verplichte traceerbaarheid en het gebruik van het UDI-systeem dragen bij aan een veiligere en betere gezondheidszorg. De informatie uit de UDI-databank vergemakkelijkt bovendien de informatie-uitwisseling met de verschillende toezichthoudende instanties.
Mocht u nog vragen hebben over de medische hulpmiddelen verordening, neem dan gerust contact op met een van onze medewerkers!
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:
Intro: Navigeren door de MDR - flowchart
Artikel 1: Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig?
Artikel 2: De vereisten voor veiligheidsbeoordeling
Artikel 4: EUDAMED
Artikel 5: Verplichtingen voor de zorgverlener
Artikel 6: Overgangsperioden
[post_title] => MDR: de verplichte traceerbaarheid
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mdr-de-verplichte-traceerbaarheid
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-08-16 11:22:36
[post_modified_gmt] => 2023-08-16 09:22:36
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37479
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 37477
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-06-08 15:56:57
[post_date_gmt] => 2023-06-08 13:56:57
[post_content] => Het begrijpen van de MDR kan een uitdaging zijn, zelfs voor experts op het gebied van de medische sector. Daarom hebben we besloten om een blogreeks te schrijven waarin we de belangrijkste aspecten van deze verordening in begrijpelijke taal uitleggen. In een eerder artikel uit de blogreeks stonden we al stil bij wat de MDR is en waarom we regels nodig hebben voor medische hulpmiddelen.
In dit artikel gaan we in op de vereisten voor elk type hulpmiddel. Iedere
risicoclassificatie heeft namelijk specifieke vereisten voor de evaluatie, certificering en markttoelating van medische hulpmiddelen.
De vereisten voor elk type hulpmiddel
Afhankelijk van het beoogde doeleinde van de fabrikant en de mogelijke risico’s zijn medische hulpmiddelen in te delen in
vier klassen: I (laag risico), IIa, IIb en III (meest risicovolle producten). Hoe hoger het risico, hoe strenger de eisen en controleprocessen zijn.
Welke hulpmiddelen onder welke risicoklasse vallen, staat in
Bijlage VIII van de MDR.
In dit artikel behandelen we de belangrijkste vereisten, namelijk de klinische evaluatie, de conformiteitsbeoordeling en de post-market surveillance.
De conformiteitsbeoordeling
De conformiteitsbeoordeling is het proces om aan te tonen of aan de vereisten van de verordening is voldaan, zoals de veiligheids- en prestatie-eisen.
Volgens de
MDR moeten fabrikanten van medische hulpmiddelen van klasse I in de regel zelf de conformiteitsbeoordeling uitvoeren, omdat deze hulpmiddelen een laag risiconiveau hebben. Dit betekent dat de fabrikant zelf verantwoordelijk is voor het opstellen van technische documentatie en het uitvoeren van de vereiste tests om aan te tonen dat het hulpmiddel voldoet aan de geldende veiligheids- en prestatie-eisen.
Voor hulpmiddelen met klasse IIa, IIb en III moet een aangemelde instantie betrokken zijn bij de conformiteitsbeoordeling.
In sommige gevallen kan bij een klasse I-hulpmiddel ook een aangemelde instantie worden ingeschakeld, om bijvoorbeeld technische ondersteuning te bieden bij het opstellen van de technische documentatie of om een beoordeling uit te voeren van het hulpmiddel.
- Hulpmiddelen die in steriele toestand in de handel worden gebracht, tot de aspecten die betrekking hebben op de steriele toestand;
- Hulpmiddelen met een meetfunctie, tot de aspecten van de metrologische vereisten;
- Wat betreft herbruikbare chirurgische instrumenten, tot de aspecten die betrekking hebben op het hergebruik, met name reiniging, ontsmetting, onderhoud, sterilisatie en functietesten en de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
De betrokkenheid van de aangemelde instantie is bij deze procedures echter beperkt.
In Nederland zijn nu 3 aangemelde instanties aangewezen voor het certificeren van medische hulpmiddelen:
- BSI Group The Netherlands B.V.
- DEKRA Certification B.V.
- Kiwa Dare B.V.
Klinische evaluatie
Met de klinische evaluatie wordt de systematische beoordeling van klinische gegevens bedoeld. Het doel van deze evaluatie is om aan te tonen dat een medisch hulpmiddel veilig en effectief is in gebruik. Het is daarom van belang dat de evaluatie regelmatig wordt uitgevoerd zodat getoetst kan worden of de hulpmiddelen aan de geldende veiligheids- en prestatie-eisen voldoet.
De eisen voor klinische evaluatie verschillen per risicoklasse. Hulpmiddelen met een laag risicoklasse vereisen een minder uitgebreidere klinische evaluatie dan hulpmiddelen met een hoger risicoklasse.
- Voor
klasse I is het niet altijd vereist om een klinische evaluatie uit te voeren. Als dit wel nodig is dan volstaat een literatuurstudie of een overzicht van klinische gegevens van vergelijkbare hulpmiddelen.
- Voor
klasse IIa moet de klinische evaluatie bestaan uit een combinatie van klinische studies, literatuurstudies en klinische gegevens van vergelijkbare hulpmiddelen.
- Voor
klasse IIb is de klinische evaluatie vergelijkbaar met IIa. Het kan voor deze klasse echter vereist zijn om aanvullende gegevens te leveren die zien op de veiligheid en effectiviteit van het medische hulpmiddel op de lange termijn.
- Voor
klasse III kan vereist zijn dat er naast al het hiervoor genoemde, ook getest moet worden op een grote representatieve patiëntengroepen gedurende een langere periode.
Post-market surveillance
Post-market surveillance is het proces van monitoring van medische hulpmiddelen nadat ze op de markt zijn gebracht. De MDR stelt specifieke eisen voor fabrikanten om een post-market surveillance te implementeren en te onderhouden. De post-market surveillance moet gedurende de gehele levenscyclus van het product worden uitgevoerd.
Door de surveillance zorgen fabrikanten ervoor dat hun medisch hulpmiddel aan de vereisten van de verordening blijft voldoen. Ook moeten periodieke veiligheidsrapportages worden ingediend om een continue beoordeling van de veiligheid van het hulpmiddel te waarborgen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) beoordeelt of fabrikanten de post-market surveillance uitvoeren volgens de geldende regels.
Op basis van de gegevens die voortvloeien uit de post-market surveillance kan het nodig zijn om aanvullende klinische evaluaties uit te voeren. Dit speelt voornamelijk als er nieuwe wetenschappelijke kennis is die relevant is voor de veiligheid of de prestaties van het hulpmiddel.
Conclusie
In dit artikel hebben we besproken welke eisen de MDR stelt aan de veiligheidsbeoordeling van een medisch hulpmiddel. Naast de klinische evaluatie voorafgaand aan een marktintroductie, is het belangrijk om ook post-market surveillance uit te voeren om nieuwe mogelijke risico’s en problemen te identificeren.
Het naleven van deze vereisten is essentieel voor het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid van medische hulpmiddelen. Heeft u nog vragen na het lezen van dit artikel? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers!
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:
Intro: Navigeren door de MDR - flowchart
Artikel 1: Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig?
Artikel 3: De verplichte traceerbaarheid
Artikel 4: EUDAMED
Artikel 5: Verplichtingen voor de zorgverlener
Artikel 6: Overgangsperioden
[post_title] => MDR: Wat zijn de vereisten voor veiligheidsbeoordeling?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => mdr-wat-zijn-de-vereisten-voor-veiligheidsbeoordeling
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-08-16 11:17:09
[post_modified_gmt] => 2023-08-16 09:17:09
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37477
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 36622
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-06-08 13:24:38
[post_date_gmt] => 2023-06-08 11:24:38
[post_content] =>
Veilig melden van incidenten in de zorg: het belang van transparantie en verbetering.
Bij een zorginstelling staat de
kwaliteit van zorg en het welzijn van patiënten centraal. Helaas kunnen er soms onbedoelde incidenten voordoen, zelfs met de beste intenties en zorgprotocollen.
Het veilig melden van incidenten is van
cruciaal belang om transparantie te waarborgen, lessen te trekken en de kwaliteit van zorg continu te verbeteren. In deze blog wordt antwoord gegeven op de vraag waarom veilig melden essentieel is voor zorginstellingen en hoe een cultuur van openheid en verbetering kan worden bevorderd.
Wat is veilig melden?
Veilig melden verwijst naar het proces waarbij hulpverleners incidenten, fouten of potentiële risico's binnen een zorginstelling op een veilige en vertrouwelijke manier kunnen rapporteren. Het omvat het registreren en documenteren van incidenten, zodat ze kunnen worden geanalyseerd.
Waarom veilig melden?
Het melden van incidenten in zorginstellingen heeft verschillende belangrijke
voordelen. Ten eerste stelt het hulpverleners in staat om potentiële risico's en tekortkomingen in hun zorgverlening te identificeren. Door incidenten te registreren en te analyseren, kunnen zorginstellingen patronen en trends herkennen die anders mogelijk onopgemerkt zouden blijven. Dit stelt hen in staat om gerichte maatregelen te nemen om de veiligheid en kwaliteit van zorg te verbeteren.
Bovendien draagt veilig melden bij aan een cultuur van transparantie en verantwoording. Het biedt hulpverleners de mogelijkheid om openlijk te spreken over incidenten zonder angst voor negatieve
consequenties. Dit bevordert een omgeving waarin fouten kunnen worden besproken en gedeeld, zodat anderen ervan kunnen leren en vergelijkbare situaties in de toekomst kunnen vermijden.
Hoe ontstaat een veilige meldcultuur?
Zorginstellingen kunnen verschillende stappen nemen die belangrijk zijn voor het bevorderen van een veilige meldcultuur:
- Verwijder angst en repercussies: Hulpverleners moeten zich veilig voelen bij het melden van incidenten. Communiceer duidelijk naar hulpverleners dat het doel van melden niet is om met het vingertje te wijzen, maar om te leren en verbeteren.
- Biedt training en educatie aan: Benadruk het belang van het melden en vastleggen van relevante informatie in training voor hulpverleners. Ook hier moet schuld worden vermeden en is objectiviteit van belang.
- Eenvoudige en toegankelijke rapportagesystemen: Van belang is dat het systeem gebruiksvriendelijk en snel en gemakkelijk is te vinden.
- Actieve opvolging en communicatie: Zorg dat alle gemelde incidenten adequaat worden opgevolgd. Communiceer met de hulpverleners over de genomen acties en oplossingen naar aanleiding van de meldingen. Een hulpverlener moet namelijk weten dat hij serieus wordt genomen en meewerkt aan verbetering.
Conclusie
Door angst en repercussies weg te nemen, ondersteunende training te bieden, eenvoudige rapportagesystemen te implementeren en actieve opvolging te waarborgen, kunnen zorginstellingen een
veilige meldcultuur bevorderen en het vertrouwen van zorgprofessionals versterken.
Door van fouten te leren kunnen ze in de toekomst worden voorkomen en wordt de kwaliteit van de zorg steeds beter.
Heeft u een vraag naar aanleiding van dit artikel? Of heeft u een andere vragen omtrent het klachtenrecht in de zorg? Neem gerust
contact op met een van onze medewerkers.
[post_title] => Veilig melden van incidenten in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => veilig-melden-van-incidenten-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 11:44:04
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:44:04
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=36622
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 37194
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-07-13 08:59:23
[post_date_gmt] => 2023-07-13 06:59:23
[post_content] => In een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU, hierna: ‘
het Hof’) van 4 juli 2023 wordt bevestigd dat een nationale mededingingsautoriteit mag nagaan of een onderneming in overeenstemming handelt met andere wetten en normen, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Het Hof heeft richtlijnen gegeven over onderwerpen zoals de bevoegdheid van mededingingsautoriteiten, de verwerking van bijzondere gegevens, verwerkingsgrondslagen en de keuzevrijheid van gebruikers. Lees meer over de uitspraak en de implicaties ervan in dit artikel.
Wat was er aan de hand?
Bij het aanmelden voor een Facebook-account, dienen gebruikers akkoord te gaan met de algemene voorwaarden én het cookie-/gegevensbeleid van Facebook. Dit biedt Meta Platforms Ireland (hierna: “
Meta”) de mogelijkheid om gegevens over de activiteiten van Gebruikers te verzamelen, zowel binnen als buiten het online social media platform. De gegevens die afkomstig zijn van buiten het social media platform (off-Facebook-gegevens), kunnen betrekking hebben op de activiteiten van gebruikers op andere websites en apps van derden, maar ook op het gebruik van Instagram en WhatsApp, die tevens onder het Metaconcern vallen.
Het bedrijfsmodel van Facebook is voornamelijk gebaseerd op het (aan)leveren van doelgerichte reclame. Deze advertenties zijn specifiek afgestemd op de persoonlijke voorkeuren van de gebruikers van het sociale netwerk. Dit toesnijden van de reclames op de smaak van de individuele gebruikers, wordt mogelijk gemaakt door de gegevens die Meta heeft verzameld.
Het Duitse Bundeskartellamt is enige tijd geleden een procedure gestart tegen Meta, omdat zij van mening was dat het bedrijf
misbruik maakte van haar machtspositie. Dit was onder meer gebaseerd op het feit dat Meta in haar algemene voorwaarden het gebruik van het Facebookplatform afhankelijk werd gesteld van het kunnen/mogen verwerken van de off-Facebook-gegevens van de desbetreffende gebruiker. In dat kader heeft het Bundeskartellamt Meta opgedragen om de algemene voorwaarden aan te passen, zodat duidelijk wordt dat de gegevens niet zonder toestemming van de betrokkene zullen worden verzameld, gekoppeld en gebruikt. Daarbij heeft het Bundeskartellamt benadrukt dat de huidige - in de algemene voorwaarden verwerkte - toestemming ongeldig is, wanneer het een voorwaarde is om het sociale netwerk te kunnen gebruiken.
Volgens het Bundeskartellamt kan men de verwerkingsactiviteiten van Meta evenmin baseren op de verwerkingsgrondslag: noodzakelijk voor het uitvoeren van de overeenkomst (artikel 6 lid 1 sub b AVG). Daarbij is onder meer relevant dat de off-Facebook-gegevens in sommige gevallen eveneens kunnen worden gekwalificeerd als bijzondere persoonsgegevens, in de zin van artikel 9 lid 1 AVG.
De prejudiciële vragen en beantwoording
Het
Oberlandesgericht Düsseldorff (de hoogste rechterlijke instantie van de deelstaat Noordrijn-Westfalen Duitsland, waarbij beroep is ingesteld tegen dit verbod) heeft twijfels over een aantal aspecten van deze casus. Meer in het bijzonder over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de verplichtingen uit de AVG door exploitanten van grote social media netwerken, zoals Meta. Daarom heeft zij een aantal prejudiciële vragen aan het HvJEU gesteld. Het antwoord van het HvJEU, zal hierna per (deel)onderwerp worden uitgewerkt.
De bevoegdheid van een nationale mededingingsautoriteit
Het Hof oordeelt dat de mededingingsautoriteit bij een onderzoek naar misbruik van de machtspositie, ook kan beoordelen of het gedrag van die onderneming in overeenstemming is met andere normen, zoals de AVG.
Wanneer de mededingingsautoriteit de naleving van de AVG beoordeelt, doet zij dat namelijk alleen om te bepalen of er sprake is van misbruik van een machtspositie en om maatregelen op te leggen om dit misbruik te beëindigen, een en ander in overeenstemming met de regels van het mededingingsrecht.
Het is
essentieel dat mededingingsautoriteiten rekening houden met de bescherming van persoonsgegevens om een evenwichtige handhaving van het mededingingsrecht te waarborgen in de digitale economie.
Het kan voorkomen dat de nationale mededingingsautoriteit moet samenwerken en overleggen met de nationale toezichthoudende autoriteit in de zin van de AVG. Een nationale mededingingsautoriteit moet controleren of de bevoegde nationale toezichthoudende autoriteit, de leidende toezichthoudende autoriteit of het Hof al een besluit of een uitspraak hebben gedaan met betrekking tot een vergelijkbare gedraging van een andere partij (e.g. ander social media platform). Indien dit het geval is, mag de mededingingsautoriteit niet afwijken van die beslissing, maar kan zij wel haar eigen conclusies trekken wat betreft de toepassing van het mededingingsrecht.
De verwerking van bijzondere gegevens, artikel 9 AVG.
De tweede vraag die centraal stond is of een gebruiker, door het enkele feit dat een gebruiker websites of apps bezoekt waaruit bijzondere gegevens kunnen voortvloeien, ook betekent dat zij deze gegevens ook kennelijk openbaar maakt in de zin van de AVG.
Bijzondere gegevens zijn gegevens over bijvoorbeeld etniciteit, politieke opvattingen, gegevens over gezondheid of gegevens met betrekking tot seksuele gerichtheid. De verwerking van deze bijzondere gegevens is in beginsel verboden. Een uitzondering is als de betrokkene deze kennelijk openbaar heeft gemaakt (artikel 9, lid, sub e AVG).
Volgens het Hof kan het erop lijken dat Meta
gevoelige gegevens verwerkt. De nationale rechter van Duitsland moet beoordelen in hoeverre deze verwerkingen zijn toegestaan.
Het Hof legt tevens uit dat door het enkele bezoek aan een website of een app, de gebruiker diens bijzondere (persoons)gegevens niet kennelijk openbaar maakt. Dit is ook niet het geval wanneer een gebruiker op websites of apps gegevens invoert of kenbaar maakt middels een selectieknop, tenzij de gebruiker vooraf uitdrukkelijk zijn keuze kenbaar heeft gemaakt om de gegevens openbaar te maken voor een onbeperkt aantal personen. Dat is niet het geval bij de werkwijze van Meta, waardoor zij geen beroep kan doen op deze uitzondering.
Uitvoering van de overeenkomst als verwerkingsgrondslag
De derde vraag die centraal stond was of de verwerkingsgrondslag: ‘
noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst’ kan worden gebruikt voor de verwerkingsactiviteiten van Meta. Het Hof legt uit dat dit alleen mogelijk is indien het doel van de overeenkomst anders niet kan worden bereikt.
In de casus van Meta betwijfelt het Hof of aan die voorwaarden is voldaan, maar dat is aan de nationale rechter om na te gaan. Het is aan de verwerkingsverantwoordelijke om aan te tonen in welk opzicht het doel van de overeenkomst zonder die verwerking niet zou kunnen worden bereikt.
Gerechtvaardigd belang als een verwerkingsgrondslag
De verwerking kan slechts noodzakelijk worden geacht voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke (i.e. Meta), indien die exploitant de gebruikers bij wie de gegevens zijn verzameld:
1) heeft meegedeeld dat er met de verwerking een gerechtvaardigd belang wordt behartigd;
2) indien deze verwerking binnen de grenzen blijft van hetgeen voor de behartiging van dat belang strikt noodzakelijk is; en
3) indien uit een afweging van tegengestelde belangen blijkt dat de belangen of grondrechten en fundamentele vrijheden van die gebruikers niet zwaarder wegen dan het gerechtvaardigde belang van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde.
Indien de gebruiker een kind is, moet bij de afweging bijzondere aandacht worden besteed aan de grondrechten en vrijheden van het kind. Kinderen zijn zich namelijk minder bewust van de risico’s en gevolgen, waardoor zij extra beschermd moeten worden.
Volgens het Hof heeft Meta geen gerechtvaardigd belang bij het verwerken van persoonsgegevens zonder toestemming. Meta had aangevoerd dat zij met name via de personalisatie van reclame de dienst kunnen verbeteren. Hier ging het Hof echter niet in mee.
De keuzevrijheid van gebruikers
Tot slot werd de vraag gesteld of hier wel sprake was van rechtsgeldig verleende toestemming, mede gelet op het feit dat gebruikers zonder het verlenen van toestemming geen toegang konden krijgen tot het sociale media netwerk.
Volgens het Hof sluit een machtspositie op zichzelf niet dat gebruikers rechtsgeldig toestemming kunnen geven voor de verwerking van hun persoonsgegevens. De omstandigheid dat de exploitant een machtspositie heeft is echter wel een belangrijk element om te bepalen of de toestemming daadwerkelijk vrijelijk is gegeven. Dit moet de exploitant bewijzen.
Conclusie
Het HvJEU heeft geoordeeld dat nationale mededingingsautoriteiten mogen controleren of het gedrag van ondernemingen in overeenstemming is met de AVG. Daarnaast heeft het Hof bepaald dat het bezoeken van websites of apps niet automatisch betekent dat gebruikers hun gegevens openbaar maken, tenzij ze daar
expliciet toestemming voor hebben gegeven.
Verder is opnieuw bevestigd dat het uitvoeren van een overeenkomst alleen als verwerkingsgrondslag kan dienen, wanneer dit noodzakelijk is voor het verwezenlijken van het doel van de overeenkomst. Het Hof benadrukte ook dat het hebben van een machtspositie niet automatisch betekent dat gebruikers geen vrije keuze hebben, maar dat de verwerkingsverantwoordelijke in dergelijke gevallen moet bewijzen dat de
toestemming vrijwillig is gegeven.
Heeft u vragen over de
AVG en/of de verwerkingsgrondslagen waarop u bepaalde activiteiten kunt baseren? Neem dan gerust
contact op met een van onze medewerkers
HvJEU 4 juli 2023, ECLI:EU:C:2023:537 (
Meta)
[post_title] => Hof van Justitie geeft antwoord op prejudiciële vragen in Meta/Facebook-zaak
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => hof-van-justitie-geeft-antwoord-op-prejudiciele-vragen-in-meta-facebook-zaak
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-07-13 08:59:23
[post_modified_gmt] => 2023-07-13 06:59:23
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37194
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 63
[max_num_pages] => 7
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 65b569cccdee6947d76c3f5de0101f10
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
In een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU, hierna: ‘het Hof’) van 4 juli 2023 wordt bevestigd dat een nationale mededingingsautoriteit mag nagaan of een...
Lees meer
In de zorg wordt steeds meer gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentie (ook wel AI genoemd). Als zorgverlener ben je wellicht benieuwd naar de mogelijkheden van AI, zoals ChatGPT, voor je...
Lees meer
De ouderenzorg staat voor aanzienlijke uitdagingen om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar zorg van een steeds groter wordende groep ouderen. De zorg voor ouderen dreigt namelijk onbetaalbaar...
Lees meer
De MDR heeft voornamelijk bepalingen die zien op verplichtingen voor de fabrikant van een medisch hulpmiddel. In eerdere artikelen van deze blogreeks hebben wij hierbij stilgestaan. In dit artikel focussen...
Lees meer
De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) heeft recentelijk aangekondigd dat de zorgtarieven voor het jaar 2024 opnieuw zullen worden berekend en bijgesteld. Deze beslissing volgt op de ontdekking van een fout...
Lees meer
In het vorige artikel uit deze blogreeks werd de verplichte traceerbaarheid van de medische hulpmiddelen en uiteengezet. In dit artikel wordt verder ingegaan op het registreren van deze informatie in...
Lees meer
Gegevensverwerking en schadevergoeding: het Hof van Justitie geeft duidelijkheid De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft grote implicaties en vereist dat wordt voldaan aan strikte regelgeving om de privacyrechten van individuen...
Lees meer
De verplichte traceerbaarheid van medische hulpmiddelen is een belangrijk aspect van de Medical Device Regulation (MDR), die bedoeld is om de veiligheid en effectiviteit van medische hulpmiddelen binnen de Europese...
Lees meer
Het begrijpen van de MDR kan een uitdaging zijn, zelfs voor experts op het gebied van de medische sector. Daarom hebben we besloten om een blogreeks te schrijven waarin we...
Lees meer
Veilig melden van incidenten in de zorg: het belang van transparantie en verbetering. Bij een zorginstelling staat de kwaliteit van zorg en het welzijn van patiënten centraal. Helaas kunnen er...
Lees meer