WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 6
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 6
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 73
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1401
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (73) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 50, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 36348
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-05-22 11:37:49
[post_date_gmt] => 2023-05-22 09:37:49
[post_content] => Het beroepsgeheim in de zorg: alles wat zorgverleners moeten weten!
Een zorgverlener moet zwijgen over alles wat hij tijdens de uitoefening van zijn beroep te weten komt over de patiënt. Indien een patiënt het gevoel heeft dat zijn informatie niet vertrouwelijk blijft, ontstaat er zorgontwijkend gedrag. Een patiënt moet zich met een gerust hart tot een zorgverlener kunnen wenden. Dit volgt (o.a.) uit art. 88 Wet BIG.
Welke informatie valt er onder het beroepsgeheim?
Het medisch beroepsgeheim geldt voor alle informatie die een zorgverlener over een patiënt heeft, dus ook niet-medische informatie. Het gaat daarbij ook over informatie die de zorgverlener indirect ter ore is gekomen.
Het medisch beroepsgeheim bestaat uit een zwijgplicht en een verschoningsrecht.
De zwijgplicht is de verantwoordelijkheid dat niemand toegang krijgt tot de door de patiënt aan de zorgverlener toevertrouwde informatie. Het verschoningsrecht is het recht van de zorgverlener om tegenover politie en justitie te zwijgen. Hierin ligt een eigen afweging naar de feiten en omstandigheden.
Wanneer doorbreken?
Het beroepsgeheim mag in beginsel niet doorbroken worden, er zijn echter wel een paar (zorgvuldig bepaalde) uitzonderingsgronden.
- Toestemming patiënt: Als de patiënt zijn nadrukkelijke
toestemming geeft voor het delen van de gegevens is er geen probleem. Ook wanneer de zorgverlener mocht veronderstellen dat de patiënt toestemming zou geven, bijvoorbeeld bij een doorverwijzing wettelijke plicht zorgverlener. Soms heeft de zorgverlener een wettelijke plicht om zijn beroepsgeheim te doorbreken. Dit is bijvoorbeeld het geval indien er bij de GGD een melding over een infectieziekte gedaan moet worden, zoals ook bleek gedurende COVID-19.
- Meldrecht zorgverlener: Daarnaast zijn er wettelijke bepalingen die een zorgverlener het recht geven om te spreken. De zorgverlener heeft in die gevallen
een meldrecht en geen meldplicht. Door het meldrecht kan er een melding worden gedaan zonder de toestemming. Dit is bijvoorbeeld bij een gegrond vermoeden van kindermishandeling (zie hiervoor ook de KNMG Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling). Hier gaat wel een zeer zorgvuldige afweging aan vooraf.
- Afweging belangen bij conflict van plichten: Indien er
een conflict van plichten voor de zorgverlener ontstaat tussen de geheimhoudingsplicht en het delen van de informatie dient een afweging gemaakt te worden. Hiervoor zijn wel een aantal vereisten voor het beroepsgeheim doorbroken mag worden.
- Alles is in het werk gesteld om toestemming tot doorbreking van het geheim te verkrijgen;
- Het niet-doorbreken van het geheim levert voor een ander ernstige schade op;
- De zorgverlener verkeert in gewetensnood door het handhaven van de zwijgplicht;
- Er is geen andere weg dan doorbreking van het geheim om het probleem op te lossen;
- Het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking de schade aan de ander kan worden voorkomen of beperkt;
- Het geheim wordt zo min mogelijk geschonden.
- Zwaarwegend belang: Er zijn ook situaties waarbij een derde
een zwaarwegend belang heeft om de informatie te ontvangen. Denk aan afstammingsgegevens of informatie over een erfelijke aandoening. In dergelijke situaties is het aan de zorgverlener het ‘zwaarwegend belang’ van een derde af te zetten tegen het belang van de geheimhouding.
Conclusie
Het beroepsgeheim is een essentieel principe in de zorg, waarbij zorgverleners de verantwoordelijkheid hebben om vertrouwelijke informatie van patiënten te beschermen.
Het uitgangspunt is dat het beroepsgeheim niet mag worden doorbroken, tenzij er sprake is van een van de uitzonderingsgronden. Het is belangrijk voor zorgverleners om zich bewust te zijn van deze uitzonderingen en om hun professionele oordeel te gebruiken bij het beslissen of het beroepsgeheim moet worden doorbroken.
Heeft u een vraag over het beroepsgeheim of heeft u een algemene zorgvraag? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers van de
sectie zorg!
[post_title] => Het beroepsgeheim in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => het-beroepsgeheim-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 11:50:51
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:50:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=36348
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 37468
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-05-20 15:04:05
[post_date_gmt] => 2023-05-20 13:04:05
[post_content] => De Medical Device Regulation (MDR), ook wel de Verordening medische hulpmiddelen, trad in 2021 in werking. De MDR veranderde de manier waarop medische hulpmiddelen worden gecertificeerd voor gebruik op de Europese markt. Het doel van de wetgeving is om veilig gebruik van medische hulpmiddelen te garanderen. Voor medische hulpmiddelen voor
in-vitro diagnostiek is een andere verordening van toepassing, namelijk de In Vitro Diagnostiscs Regulation (IVDR).
Het begrijpen van de Verordening medische hulpmiddelen kan een uitdaging zijn, zelfs voor experts op het gebied van de medische sector. Daarom hebben we besloten om een blogreeks te schrijven waarin we de belangrijkste aspecten van deze verordening in begrijpelijke taal uitleggen.
In dit artikel staan we stil bij de definitie van een medisch hulpmiddel en leggen we uit waarom regels voor medische hulpmiddelen nodig zijn.
Definitie van medische hulpmiddelen
De
MDR definieert een medisch hulpmiddel als een instrument, toestel of apparaat, software, implantaat, reagens, materiaal of ander artikel dat is bestemd om alleen of in combinatie te worden gebruikt bij de mens voor een of meerdere specifieke medische doeleinden.
In
een eerder artikel beantwoordden we al de vraag of een geneesmiddel ook een medisch hulpmiddel kan zijn. Voorbeelden van medische hulpmiddelen zijn rolstoelen, heupimplantaten en zelfs gekleurde (niet zicht corrigerende) contactlenzen.
Waarom zijn regels voor medische hulpmiddelen nodig?
Medische hulpmiddelen worden gebruikt om patiënten te behandelen en te verzorgen. Het is van groot belang dat deze hulpmiddelen veilig zijn en geen schade aanrichten aan de patiënt. Door middel van de MDR worden medische hulpmiddelen beoordeeld op hun veiligheid en kwaliteit, voordat ze op de markt komen.
De verordening zorgt er ook voor dat de effectiviteit van de medische hulpmiddelen gecontroleerd worden. Hierdoor wordt gegarandeerd dat de medische hulpmiddelen doen waarvoor ze zijn gemaakt.
Doordat kwaliteit, veiligheid en effectiviteit gegarandeerd worden bij het volgen van de verordening, kunnen zorginstellingen een weloverwogen keuze maken bij het aanschaffen van medische hulpmiddelen.
Als er iets misgaat met een medisch hulpmiddel, is het bovendien belangrijk dat dit zo snel mogelijk wordt gerapporteerd en dat het medisch hulpmiddel kan worden teruggeroepen door de fabrikant. Door middel van regels en voorschriften worden medische hulpmiddelen getraceerd en kunnen problemen snel worden opgelost. Het gebruik van medische hulpmiddelen is immers niet zonder risico.
Classificatie van medische hulpmiddelen
Afhankelijk van het beoogde doeleinde van de fabrikant en de mogelijke risico’s zijn medische hulpmiddelen in te delen in
vier klassen: I (laag risico), IIa, IIb en III (meest risicovolle producten). Hoe hoger het risico, hoe strenger de toepasselijke eisen en controleprocessen zijn.
Zo moeten medische hulpmiddelen van klasse-III voldoen aan zeer strenge eisen op het gebied van veiligheid en prestatie en worden deze onderworpen aan een uitgebreide klinische evaluatie voordat ze op de markt mogen komen.
Toezicht op medische hulpmiddelen
Verschillende
toezichthoudende organen zijn betrokken bij het toezicht op de medische hulpmiddelen.
Er zijn onafhankelijke organisaties die zijn aangewezen door de Europese Commissie om medische hulpmiddelen te beoordelen op basis van de Europese wetgeving. Deze
Notified Bodies zijn verantwoordelijk voor het verlenen van certificaten, het uitvoeren van technische evaluaties en het toezicht houden op de naleving van de Europese wetgeving.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is de nationale bevoegde autoriteit en houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg in Nederland. Zij controleert onder andere of zorgverleners en instellingen voldoen aan de wet- en regelgeving voor medische hulpmiddelen en of ze deze op de juiste manier gebruiken.
Conclusie
De MDR is een complexe verordening. De
verordening is van belang om binnen Europa goede kwaliteit en veiligheid van medische hulpmiddelen te garanderen. Het is belangrijk voor fabrikanten en zorginstellingen om te begrijpen waar de wet over gaat, zodat ze ook hun eigen verantwoordelijkheid kunnen begrijpen.
In de volgende artikelen van de blogreeks gaan we verder in op deze verantwoordelijkheid en de belangrijkste bepalingen uit de verordening. Heeft u vragen omtrent een medisch hulpmiddel? Neem gerust contact met ons op.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:
Intro: Navigeren door de MDR - flowchart
Artikel 2: De vereisten voor veiligheidsbeoordeling
Artikel 3: De verplichte traceerbaarheid
Artikel 4: EUDAMED
Artikel 5: Verplichtingen voor de zorgverlener
Artikel 6: Overgangsperioden
[post_title] => Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wat-is-de-mdr-en-waarom-hebben-we-regels-nodig
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-08-16 11:14:59
[post_modified_gmt] => 2023-08-16 09:14:59
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37468
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 37457
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-05-10 14:58:27
[post_date_gmt] => 2023-05-10 12:58:27
[post_content] => Navigeren door de
Verordening Medische Hulpmiddelen (MDR) is een uitdaging voor organisaties in de medische sector. Door de naleving van de MDR kunnen fabrikanten, zorgverleners en andere betrokken partijen ervoor zorgen dat medische hulpmiddelen veilig, effectief en traceerbaar zijn. Het begrijpen van de verplichtingen en het proactief implementeren van de vereisten zijn van cruciaal belang om te voldoen aan de wetgeving en de beste zorg te bieden aan patiënten.
We hebben een
flowchart van één pagina gepubliceerd om te helpen bij het navigeren door de MDR. Het geeft de belangrijkste vereisten van de MDR weer.
Heeft u behoefte aan een uitgebreidere uitleg? Maak dan gebruik van onze blogreeks waarin de belangrijkste aspecten van deze verordening in begrijpelijke taal wordt uitgelegd.
De wetgeving is zeer complex. U kunt altijd contact opnemen met een van onze medewerkers voor vragen en advies over uw medische hulpmiddelen.
Lees hier de artikelen uit de blogreeks:
Artikel 1: Wat is de MDR en waarom hebben we regels nodig?
Artikel 2: De vereisten voor veiligheidsbeoordeling
Artikel 3: De verplichte traceerbaarheid
Artikel 4: EUDAMED
Artikel 5: Verplichtingen voor de zorgverlener
Artikel 6: Overgangsperioden
Hierbij de link naar de flowchart
[post_title] => Navigeren door de MDR: Flowchart en blogreeks
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => navigeren-door-de-mdr-flowchart-en-blogreeks
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-07-20 10:14:45
[post_modified_gmt] => 2023-07-20 08:14:45
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=37457
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[3] => WP_Post Object
(
[ID] => 36093
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-05-01 14:07:22
[post_date_gmt] => 2023-05-01 12:07:22
[post_content] => De Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) komt er dan toch echt aan. Dit artikel beschrijft de
Wegiz, die onlangs unaniem is aangenomen door de Eerste Kamer na een lang
wetgevingsproces. Tevens wordt er stilgestaan bij de veranderingen die te verwachten zijn.
De digitalisering van de zorg heeft geresulteerd in veel nieuwe wetgeving. Zo schreven we eerder al
een artikel over de Wet digitale overheid en wat dit voor de zorgaanbieder betekent. In dit artikel wordt stilgestaan bij de nieuwe regels van de Wegiz.
Het doel van de wet is om een vloeiendere uitwisseling van gegevens tussen zorgaanbieders te bewerkstelligen. Door middel van
elektronische gegevensuitwisseling komt informatie over de behandeling en zorg voor patiënten sneller beschikbaar en is het risico op fouten kleiner. Tevens worden de administratieve lasten verminderd waardoor zorgverleners meer tijd overhouden voor de patiënt.
Wat regelt de Wegiz?
In de Wegiz staat dat gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders elektronisch moet verlopen. Welke gegevens nodig zijn voor het leveren van goede zorg, is aan de zorgaanbieders zelf en staat in de kwaliteitsstandaarden.
In Nederland worden afspraken over goede zorg vastgelegd in kwaliteitsstandaarden. In kwaliteitsstandaarden maken zorgverleners, patiënten en verzekeraars afspraken over wat goede zorg is. Nieuwe of herziene
kwaliteitsstandaarden moeten een informatieparagraaf bevatten. De informatieparagraaf beschrijft gedurende het zorgproces welke informatie wordt vastgelegd, geraadpleegd en gedeeld en welke afspraken hierover zijn gemaakt.
De Wegiz gaat over hoe de gegevens uitgewisseld worden. Zo worden er verschillende eisen gesteld aan taal en techniek. Deze worden vastgelegd in normen die worden ontwikkeld onder regie van NEN. Hierdoor wordt de aansluiting bij Europese en internationale normen geborgd.
Vanuit de normen wordt verwezen naar standaarden, zoals informatiestandaarden. De informatiestandaard beschrijft de technische specificatie van gegevens. Zorgstandaarden of
zorgrichtlijnen zoals de kwaliteitsstandaarden worden hierbij als uitgangspunt genomen.
Of gegevens uitgewisseld mogen worden is geregeld in wetgeving als de AVG en de WGBO.
Verplichte elektronische gegevensuitwisseling
Door het ministerie van VWS is een Meerjarenagenda Wegiz opgesteld. Hierin hebben vier soorten gegevensuitwisselingen prioriteit gekregen:
- Medicatieoverdracht,
- Verpleegkundige overdracht,
- Basisgegevensset Zorg,
- Beeldbeschikbaarheid.
Hieraan is vanuit het
Integraal Zorg Akkoord (IZA) een vijfde gegevensuitwisseling, namelijk die in de Acute Zorg, toegevoegd. Zorgaanbieders moeten voor elk type uitwisseling verplicht gebruik gaan maken van gecertificeerde informatiesystemen die werken volgens door NEN vastgelegde normen. Producenten van software zullen er dus rekening mee moeten houden dat de door hen aangeboden informatiesystemen wellicht moeten worden gecertificeerd, indien daarmee de aangewezen gegevensuitwisselingen worden gefaciliteerd.
Conclusie
Met de Wegiz zal de gegevensuitwisseling tussen zorgverleners worden gereguleerd, waardoor niet alleen de vertrouwelijkheid van de gegevensverwerking wordt gewaarborgd, maar ook de administratieve lasten verder afnemen. De Wegiz zorgt er eveneens voor dat
ICT-systemen straks met elkaar kunnen communiceren, zodat gegevens eenvoudig tussen verschillende zorgsystemen kunnen worden uitgewisseld. De Meerjarenagenda Wegiz zal dienen als het startpunt van het implementatie traject.
Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen?
Onze advocaten denken graag met u mee.
[post_title] => Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz): Wat regelt de wet?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wet-elektronische-gegevensuitwisseling-in-de-zorg-wegiz-wat-regelt-de-wet
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 11:45:55
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:45:55
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=36093
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[4] => WP_Post Object
(
[ID] => 35983
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-04-26 10:28:52
[post_date_gmt] => 2023-04-26 08:28:52
[post_content] => Het aantal digitale diensten in de zorg neemt snel toe. De digitale transformatie van de zorg brengt vele voordelen met zich, maar ook de nodige uitdagingen. Zo wil je als zorgaanbieder zeker weten dat enkel de patiënt toegang heeft tot de persoonlijke gezondheidsomgeving. Gelukkig biedt de Wet digitale overheid belangrijke kaders om deze uitdagingen aan te pakken en zorgaanbieders te helpen
verantwoordelijk en veilig in te loggen op digitale dienstverlening. In dit artikel leest u wat deze wet inhoudt en wat dit betekent voor u als zorgaanbieder.
De
Wet digitale overheid (Wdo) biedt belangrijke kaders om de
digitale dienstverlening op een verantwoordelijke wijze te garanderen. De Wdo gaat dus over veilig inloggen op dienstverlening bij onder meer (semi-) overheidsinstanties en de zorg. De Wdo legt de taken en verantwoordelijkheden vast voor veilige toegang tot de digitale overheid. Hierdoor wordt gezorgd voor zekerheid voor zowel de burger als voor bedrijven. De Wdo heeft zorgaanbieders aangewezen als organisatie die aan de Wdo zal moeten voldoen.
Wat betekent dat voor u als zorgaanbieder?
De dienstverlening moet ingedeeld worden op betrouwbaarheidsniveau. Alleen erkende elektronische identificatiemiddelen (eID) met een betrouwbaarheidsniveau ‘hoog’ of ‘substantieel’ mogen worden gebruikt. Het gebruik van enkel een gebruikersnaam en wachtwoord is
niet langer voldoende.
Om te voorkomen dat iedere organisatie zelf een koppeling moet bouwen stelt de overheid Toegangsverleningsservice (TVS) beschikbaar. TVS fungeert namelijk als toegangspoort voor dienstverleners. TVS maakt het voor overheidsorganisaties eenvoudig om via inlogmiddelen zoals eHerkenning en DigiD hun digitale dienstverlening te ontsluiten. Als uw organisatie gebruik maakt van TVS
voldoet u aan de Wdo-eisen.
Moet u nu actie ondernemen?
De wet zal naar verwachting 1 juli 2023 in werking treden. Tevens zal ook nog een transitieperiode meegenomen worden. Gedurende 2023 zal het ministerie van BZK hulpmiddelen en handleidingen publiceren die u
stapsgewijs zullen voorbereiden op het aansluiten op het stelsel.
Voldoet u nog niet aan de eisen van de Wdo? Ondanks dat de wet nog niet in werking is getreden is het goed om nu al
actie te ondernemen. Er zal een overgangstermijn komen maar de verwachtingen zijn dat de zorgsector maar een beperkte overgangstermijn krijgt.
Door nu alvast actie te ondernemen en uw organisatie voor te bereiden op de veranderingen die de Wet digitale overheid met zich brengt, kunt u als zorgaanbieder niet alleen voldoen aan de eisen van de wet, maar ook
bijdragen aan een veiligere en betrouwbaardere digitale zorgomgeving voor uw patiënten.
Heeft u vragen neem dan contact op met
één van onze specialisten.
[post_title] => Wet digitale overheid (Wdo): de toekomst van inloggen in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => wet-digitale-overheid-wdo-de-toekomst-van-inloggen-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 11:52:12
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:52:12
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35983
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[5] => WP_Post Object
(
[ID] => 35841
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-04-13 11:29:00
[post_date_gmt] => 2023-04-13 09:29:00
[post_content] => De regering wil de integriteit van de zorg verbeteren en zorgen dat zorggeld daadwerkelijk wordt besteed aan de zorgverlening. Met een nieuw wetsvoorstel worden (vergaande) regels geïntroduceerd. In dit artikel worden de belangrijkste gevolgen voor de zorgaanbieder op een rij gezet.
Wat is de Wibz?
De Wet Integere Bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) heeft als doel om de
kwaliteit en veiligheid van de zorg te verbeteren door het bevorderen van een integere bedrijfsvoering bij zorgaanbieders.
Het wetsvoorstel bevat de introductie van publiekrechtelijk toezicht op onderdelen van bedrijfsvoering die raken aan de kwaliteit, betaalbaarheid en
toegankelijkheid van de zorg en jeugdhulp. Tevens worden regels geïntroduceerd met voorwaarden en aanscherpingen voor winstuitkeringen en vergunningsvoorwaarden.
Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?
- Er komen extra weigerings- en intrekkingsgronden voor de WTZa-vergunning.
De vergunningsvoorwaarden die momenteel in de WTZa staan opgenomen zijn voornamelijk
gericht op het hebben van een intern toezichthouder, het voldoen aan belangrijke randvoorwaarden omtrent de kwaliteit van de zorg, het hebben van een cliëntenraad en een transparantie financiële bedrijfsvoering.
Met het wetsvoorstel zouden deze uitgebreid worden op de volgende punten:
- Tegenstrijdige belangen: Met de Wibz hoeft er niet langer een relatie te zijn met de kwaliteit of de rechtmatigheid van de zorg. Het enkel hebben van tegenstrijdig belang kan al voldoende zijn om de vergunning te weigeren of in te trekken;
- Leveren van goede zorg: Indien herhaaldelijk niet is voldaan aan de eisen van goede zorg komt de mogelijkheid om een vergunning van een zorginstelling in te trekken;
- Disfunctioneren in het verleden: In de huidige situatie moet aangetoond worden dat een zorgaanbieder niet zal voldoen aan de wettelijke eisen. Het enkele feit dat een bestuurder in het verleden heeft gedisfunctioneerd is onvoldoende. Met het wetsvoorstel verandert dat. Tevens is het nieuw dat de intrekkingsgronden betrekking hebben op personen met feitelijke zeggenschap;
- Deugdelijke administratie: Momenteel kan een vergunning alleen worden geweigerd of worden ingetrokken indien er onrechtmatig wordt gedeclareerd. Bij nieuwe zorgaanbieders is dat niet aan te tonen. Met het wetsvoorstel wordt het de eis dat de zorgaanbieder een deugdelijke administratie bijhoudt;
- Goed en rechtmatig functioneren is onvoldoende geborgd: Deze nieuwe bepaling is een vangnetbepaling indien niet op voorgaande punten de vergunning geweigerd of ingetrokken kan worden maar wel sprake is van ‘zodanige omstandigheden dat een goed en rechtmatig functioneren van de zorgaanbieder redelijkerwijs onvoldoende is geborgd’.
Dit zijn verstrekkende
nieuwe gronden. Zonder een vergunning kan een zorginstelling geen zorg verlenen. Indien er zorg wordt verleend zonder vergunning kan er bijvoorbeeld een bestuurlijke boete worden opgelegd.
- Wettelijke norm ter voorkoming van negatieve gevolgen van tegenstrijdige belangen
Zorg- en jeugdhulpaanbieders hebben verschillende belangen te behartigen. Zo hebben zij het belang van de organisatie, het te behartigen
maatschappelijk belang en het belang van de daarbij betrokken belanghebbenden.
Indien een bestuurder direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met die belangen, mag hij
niet deelnemen aan de besluitvorming. Deze regeling sluit aan op de regeling van Boek 2 BW. Maar door de tegenstrijdig belang regeling op te nemen in de Wmg is er een wettelijke grondslag, ongeacht welke rechtsvorm de zorgverlener heeft.
- Een wettelijke norm ter waarborging van de normale marktvoorwaarden
De norm ‘normale marktvoorwaarden’ is een norm die als aanvulling dient op de normen ter voorkoming van negatieve gevolge van tegenstrijdige belangen. Met de voorgestelde regeling worden de eisen omtrent transparante bedrijfsvoering uitgebreid.
Indien een lid van de intern toezichthouder, een bestuurslid en/of een aandeelhouder een direct of indirect financieel belang heeft bij een transactie, moet de zorgaanbieder
schriftelijk vast leggen op welke wijze is gewaarborgd dat er sprake is van normale marktvoorwaarden.
Het gaat dan uitsluitend om transacties die van betekenis zijn. Dit zijn transacties die
invloed hebben op de financiële positie van de zorgaanbieder of jeugdhulpaanbieder, omdat ze significante risico’s of voordelen voor de financiële bedrijfsvoering kunnen meebrengen.
Een voorbeeld is een vastgoedtransactie. Daarbij kunnen de normale marktvoorwaarden gewaarborgd worden doordat tenminste één onafhankelijke taxatie op het vastgoedobject wordt uitgevoerd, voordat het object vervreemd wordt. Deze onafhankelijke taxatie moet dan vervolgens leidend zijn bij het bepalen van de koopprijs van het object.
- Verbod op winstuitkering in de zorg
In het wetsvoorstel is ook een
winstuitkeringsverbod opgenomen. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, zal de Wmg bepalen dat zorgaanbieders geen winst mogen uitkeren, tenzij de zorgvorm die zij leveren expliciet is aangewezen in lagere regelgeving als een uitzondering op het winstverbod.
Met de Wibz wordt aangesloten bij de zorg en de kenmerken daarvan. In de huidige situatie is het gekoppeld aan de instelling die zorg levert en de functionaris die daar werkt. Met de Wibz zal ofwel voor een gehele zorgsoort een winstuitkeringsverbod gelden, dan wel voor de gehele zorgsoort niet gelden.
De regels rond het
verbod op winstuitkering zien op zorgaanbieders die zijn verzekerd krachtens de Zvw of de Wlz.
Van winstuitkering is niet alleen sprake als er dividend wordt uitgekeerd. Ook onredelijke hoge vergoedingen voor geleverde goederen of diensten of voor verstrekte leningen kunnen als winstuiktering worden gezien.
- Voorwaarden aan winstuitkering
Voor de sectoren waar geen winstuitkeringsverbod geldt zal de mogelijkheid worden geïntroduceerd om voorwaarden te stellen aan de winstuitkering. Aan deze voorwaarden moet dan zijn voldaan, voordat er winstuitkering mogelijk is.
Voor welke sectoren dit gaat zijn, is nog niet bekend. De voorwaarden voor winstuitkering kunnen wel gaan gelden voor onderaannemers.
De NZa krijgt de
bevoegdheid om een aanwijzing op te leggen aan een zorgaanbieder indien een uitbetaalde winstuitkering in strijd met de voorwaarden was. De winstuitkering moet dan door de zorgaanbieder teruggevorderd worden.
Waarom worden deze nieuwe regels geïntroduceerd?
Het wetsvoorstel is een reactie op onder andere de excessen in uitgekeerde winsten in de zorg. Er is op dit punt afgelopen jaren veel media-aandacht geweest. Op dit moment zijn er volgens de regering
onvoldoende instrumenten om te voorkomen dat deze winsten ten koste gaan van de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg respectievelijk de jeugdhulp.
Tevens zijn bedrijfsstructuren complexer geworden. Echter zijn in de wet slechts beperkte kaders vastgelegd voor goed bestuur. Hierdoor kunnen de toezichthouders slechts beperkt toezicht houden. Zo vormt de Governancecode Zorg 2022
geen zelfstandige publiekrechtelijke grondslag voor toezicht.
Complexe bedrijfsstructuren kunnen verschillende voordelen met zich meebrengen. Zo kan het goed zijn voor de efficiëntie omdat middelen beter benut worden. Het gevaar is, zo blijkt uit casuïstiek, dat er tegenstrijdige belangen kunnen ontstaan tussen bijvoorbeeld bestuurders en interne toezichthouders.
Misstanden in de bedrijfsvoering die in het verleden hebben plaatsgevonden raken de reputatie van de zorg in zijn geheel. Dit kan leiden tot een gebrek aan vertrouwen in de zorgsector. Met behulp van de nieuwe regels wil de regering de kwaliteit waarborgen en misstanden voorkomen of tijdig signaleren.
Moet u nu actie ondernemen?
Nee. Het betreft namelijk nog een
wetsvoorstel. Dit betekent dat het wetsvoorstel nog kan wijzigen. Indien het wetsvoorstel in de huidige vorm wordt aangenomen, zal het wetsvoorstel wel de nodige wijzigingen meebrengen bij zorg- en jeugdhulpaanbieders.
VWS heeft aangekondigd dat ernaar wordt gestreefd het wetsvoorstel op 1 januari 2025 in werking te laten treden. Wij zullen u van de ontwikkelingen op de hoogte houden en aangeven wanneer u actie moet ondernemen.
Conclusie
In dit artikel zijn de belangrijkste wijzigingen beschreven uit het wetsvoorstel ten aanzien van de Wet Integere Bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders. De Wibz zal voor zorgaanbieders extra verplichtingen meebrengen met betrekking tot de bedrijfsvoering en het toezicht daarop. Dit kan extra administratieve en organisatorische lasten met zich meebrengen.
Inmiddels is er een grote hoeveelheid zorgspecifieke regelgeving. Voor zorgaanbieders kan het lastig zijn de regels te overzien en te doorgronden. Wij helpen u graag indien u tegen
problemen of vraagstukken aanloopt. Neem gerust
contact met ons op!
[post_title] => De Wibz; wat betekent het wetsvoorstel voor zorgaanbieders?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-wibz-wat-betekent-het-wetsvoorstel-voor-zorgaanbieders
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 11:53:43
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:53:43
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35841
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[6] => WP_Post Object
(
[ID] => 35428
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-03-20 09:32:55
[post_date_gmt] => 2023-03-20 08:32:55
[post_content] => Afgelopen jaar zagen we dat de zorginkoop niet soepel verliep. Het inkoopproces zal moeten veranderen wil de zorginkoop voor 2024 beter verlopen. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de achtergrond van de zorginkoop en worden
handige tips gegeven voor de zorgaanbieder bij de Zvw-inkoopprocedure.
De achtergrond van zorginkoop
De zorginkoop is een belangrijk instrument voor toegankelijke en betaalbare zorg. De inflatie had echter grote invloed op de zorginkoop voor 2023. De zorgverzekeraars wilden de stijgende prijzen
niet compenseren omdat dit een nog hogere premiestijging tot gevolg zou hebben voor het 2024.
Daartegenover stonden de zorgaanbieders die vreesden dat zij niet kostendekkend konden werken als zij niet gecompenseerd werden voor de hogere kosten. Er werd gesproken van een record aantal contracten met zorgaanbieders die de verzekeraars niet tijdig rond hadden.
De (meeste) zorgaanbieders geven de
voorkeur aan gecontracteerd werken. Iemand met een zorgvraag zal namelijk eerder kiezen voor een gecontracteerde aanbieder. Bij deze zorgaanbieder wordt namelijk de nodige behandeling wel vergoed. Daarnaast levert niet-gecontracteerde zorg ook meer administratieve lasten op voor een zorgaanbieder.
Vooral de kleine zorgaanbieders ervaren weinig ruimte bij de contractering. Het is tekenen bij het kruisje of niet tekenen. Ruimte voor onderhandeling of afwijkingen ervaren zij niet. De kleine zorgaanbieder heeft
onvoldoende verkoopmacht om de touwtjes in handen te nemen.
Het staat zorgverzekeraars echter vrij om een niet-onderhandelbaar aanbod te doen aan zorgaanbieders. Volgens de NZa moeten zij wel voldoende bereikbaar zijn voor vragen. Dit is opgenomen in
de Regeling transparantie Zorginkoopproces.
Verzekeraars moeten op grond van de Regeling uiterlijk op 1 april a.s. duidelijk maken welke contractsvariant zij aan zorgaanbieders gaan aanbieden. Daarnaast moeten zij ook bekend maken hoe wordt omgegaan met bijcontractering. In de Regeling staat tevens dat de verzekeraar voldoende tijd moet bieden voor bijcontractering en vragen van zorgaanbieders.
Tips voor de zorgaanbieder
- Controleer het inkoopbeleid
Het inkoopbeleid wordt uiterlijk 1 april a.s. voornamelijk in hoofdlijnen gepresenteerd. Hierin zal ook de wijze staan waarop een verzoek tot aanvullende afspraken ingediend kan worden. Ook inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het vorige zorginkoopbeleid worden gedeeld.
Controleer of aan de vereisten van artikel 4 van de Regeling transparantie Zorginkoopproces is voldaan. Stel tijdig schriftelijke vragen aan de zorgverzekeraar. De verzekeraar is verplicht deze tijdig en duidelijk te beantwoorden op grond van de regeling.
Vraag verheldering indien punten onduidelijk zijn. Indien dit niet tijdig wordt gedaan kan dit nadelig uitpakken voor de zorgaanbieder.
- Inkoopbeleid niet in lijn met de regeling? Dien een handhavingsverzoek in bij de NZa
De NZa ziet er op toe dat de zorginkoop
transparant verloopt. Door middel van een handhavingsverzoek kan de NZa de verzekeraar dwingen het inkoopbeleid aan te vullen of aan te passen. Dit moet de verzekeraar tijdig en gemotiveerd te doen.
- Noteer uw contactpersoon
De contractering verloopt op zijn best indien zaken niet meerdere keren besproken dienen te worden met verschillende personen. Zorg dat uw contactpersoon bij de verzekeraar ook mandaat heeft om bepaalde beslissingen te nemen.
- Sla acht op de termijnen
Ga allereerst na of de termijnen uit het inkoopbeleid redelijk zijn. Een redelijk termijn is minimaal 4 weken, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Indien de termijnen niet redelijk zijn, verzoek de NZa dan tijdig om handhavend op te treden.
De NZa wenst dat verzekeraars uiterlijk 7 weken voor het einde van het jaar hun polisvoorwaarden publiceren. Dan moet ook bekend zijn welke zorgaanbieders zijn gecontracteerd met welke verzekeraars. Dit is echter
geen wettelijke eis.
Voor een zorgaanbieder is het dus het beste indien zij een contractaanbod begin oktober hebben. Zo kan er aan de redelijke termijn voldaan worden en kunnen ook de polisvoorwaarden tijdig gepubliceerd worden.
- Leg besprekingen en afspraken schriftelijk vast
Maak een verslag van ieder overleg. Ons advies is om mondelinge afspraken in een mail ter bevestiging aan de verzekeraar te sturen. Mocht het nodig zijn, kunt u hier later op terugvallen.
- Vraag tijdig om advies
Loopt u tijdens het contracteerproces vast? Of twijfelt u of de verzekeraar wel in lijn met de regels omtrent zorginkoop handelt? Vraag
tijdig om (juridisch) advies.
Tijd voor verandering
Zolang de zorgaanbieders en de verzekeraars de contractering niet als samenwerking gaan zien, zal het proces niet positief veranderen. Beide partijen willen uiteindelijk toegankelijke, betaalbare en kwalitatief goede zorg. Dit gaat niet zolang verzekeraars de zorgaanbieders bij het kruisje laten tekenen. Dit is ook niet in lijn met het
Integraal Zorgakkoord.
Heeft u als zorgaanbieder gedurende de contractperiode een discussie of geschil met een zorgverzekeraar? Wenst u advies gedurende de contractperiode? Neem gerust
contact op met een van onze medewerkers.
[post_title] => De zorginkoop: tijd voor verandering!
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => de-zorginkoop-tijd-voor-verandering
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 11:57:03
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:57:03
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35428
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[7] => WP_Post Object
(
[ID] => 35205
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-03-09 10:39:47
[post_date_gmt] => 2023-03-09 09:39:47
[post_content] => Voor een fabrikant van een geneesmiddel een relevante vraag. Het antwoord op de vraag geeft namelijk aan welke regelgeving van toepassing is. In deze bijdrage zal op het antwoord gegeven worden.
Wat is een geneesmiddel?
De wet omschrijft een geneesmiddel als een substantie die
als doel heeft een medische diagnose te stellen of fysiologische functies bij de mens te herstellen, te verbeteren of te wijzigen. Zij hebben een therapeutische of preventieve eigenschap.
Bij geneesmiddelen wordt een onderscheid gemaakt tussen “geneesmiddel naar werking” en een “geneesmiddel naar aandiening”. De beoordeling wordt in Nederland gedaan door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG).
Een geneesmiddel naar werking
Er wordt gesproken van een “
geneesmiddel naar werking” indien er
wetenschappelijke kennis beschikbaar is die de farmacologische, immunologische en metabolische effecten vaststelt. Volgens vaste rechtspraak moet ook gekeken worden naar de risico’s die het gebruik ervan meebrengt.
Een geneesmiddel naar aandiening
Bij een “geneesmiddel naar aandiening” gaat het om de
presentatie. Het gaat er hier om dat de gemiddelde consument de indruk krijgt dat het om een geneesmiddel gaat. Ook indien het product deze werking daadwerkelijk niet heeft.
Wat is een medisch hulpmiddel?
Een medisch hulpmiddel is een artikel (bijvoorbeeld een instrument, apparaat of stof) die speciaal bestemd is om te worden gebruikt voor diagnostische en/of therapeutische doeleinden en aangewend wordt voor bijvoorbeeld behandeling of verlichting van ziekten.
Een medisch hulpmiddel moet een werkingsmechanisme hebben dat niet met farmacologische of immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt. Indien hier geen wetenschappelijke kennis over beschikbaar is kan het
niet als medische hulpmiddel worden aangemerkt.
Neusspray: geneesmiddel of medisch hulpmiddel?
In een Duitse zaak werd de vraag gesteld welke wetgeving van toepassing was voor neusspray. Hiervoor moest de vraag beantwoord worden of neusspray een geneesmiddel was of een medisch hulpmiddel. De Duitse rechter heeft hiervoor recent uitleg gevraagd aan de hoogste Europese rechter.
[1]
In richtlijn 2001/83 betreffende geneesmiddelen staat dat deze richtlijn voorrang heeft op andere Uniewetgeving.
[2] Deze voorrang zou ook bestaan op richtlijn 93/42 betreffende medische hulpmiddelen. De Europese rechter geeft hierbij aan dat er dan geen verschil wordt gemaakt voor een geneesmiddel naar werking of een geneesmiddel naar aandiening.
Volgens de Duitse autoriteiten was de werkzaamheid van de neusspray
onvoldoende wetenschappelijk vastgesteld. De Europese rechter legt hierbij uit dat een product waarvan het werkingsmechanisme niet wetenschappelijk is vastgelegd, niet onder de definitie van medisch hulpmiddel valt en ook niet onder die van het begrip geneesmiddel naar werking.
Conclusie
Er zijn dus verschillende omstandigheden in de beoordeling welke regelgeving nou precies van toepassing is. De belangrijkste is of de werkzaamheid wetenschappelijk is bewezen. Indien een product het vertrouwen wekt bij de consument dat het toch werkzaam is, kan het als geneesmiddel naar aandiening
kwalificeren. Het zal zelden voorkomen dat een geneesmiddel ook een medisch hulpmiddel is. Mocht het product toch onder beide omschrijvingen vallen, heeft de regelgeving van geneesmiddelen voorrang.
Heeft u vragen? Neem dan
contact met ons op!
ECLI:EU:C:2023:34
Art. 2, lid 2 richtlijn 2001/83.
[post_title] => Kan een geneesmiddel ook een medisch hulpmiddel zijn?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => kan-een-geneesmiddel-ook-een-medisch-hulpmiddel-zijn
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:00:23
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:00:23
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35205
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[8] => WP_Post Object
(
[ID] => 35197
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-03-07 09:07:38
[post_date_gmt] => 2023-03-07 08:07:38
[post_content] =>
Rookverbod in zorginstellingen
Sinds 1 juli 2021 geldt een rookverbod in (semi)publieke en openbare gebouwen op grond van de
Tabaks- en Rookwarenwet. Dit geldt ook voor de gezondheidszorg. Het is echter niet verplicht om een rookverbod in te stellen in privéruimten van cliënten en in de open lucht. Toch voeren sommige zorginstellingen een rookverbod in dat ook roken op het terrein of in privéruimten verbiedt. In onderstaande zaak klaagden cliënten over het rookverbod.
Het geschil
In de huisregels van een GGzE-instelling was opgenomen dat in alle gebouwen een rookverbod geldt. Vanaf 1 juli 2022 is het tevens
niet toegestaan om op het terrein van de zorginstelling en in de privéruimten te roken.
Verschillende cliënten dienden vervolgens een klacht in bij de klachtencommissie tegen het rookverbod.
Volgens de klachtencommissie valt het binnen de beleidsvrijheid van de GGzE om de verplichting uit de Tabaks- en Rookwarenwet ook in te voeren voor de cliënten. Hierdoor werden de bepalingen in de huisregels (die het voorheen mogelijk maakten om nog wel in de directe omgeving van de instelling te kunnen roken) niet langer van kracht, aldus de klachtencommissie.
De klachtencommissie heeft zichzelf hierdoor onbevoegd verklaard. Een klacht over de huisregels kan immers op grond van art. 10:3 Wvggz alleen aan de klachtencommissie worden voorgelegd, indien deze nog van kracht zijn. De cliënten verzoeken vervolgens de rechtbank om de klacht alsnog
gegrond te verklaren.
Het oordeel van de rechter
Allereerst oordeelt de rechter dat hij op grond van deze procedure het rookbeleid niet kan terug draaien. De rechtbank kan namelijk op grond van de Wvggz alleen een oordeel geven over de klacht en niet over het beleid.
Het rookverbod voor roken in de open lucht is niet opgenomen in de huisregels. Het gevolg is dus dat de klacht niet ziet op het nakomen van een verplichting of beslissing op grond van de huisregels. De rechtbank kan dit onderdeel van de klacht dus niet inhoudelijk beoordelen op grond van art. 10:3 Wvggz.
Ten aanzien van het roken op de eigen kamer oordeelt de rechter als volgt. In art. 6.2 van het Tabaks- en Rookwarenbesluit is bepaald dat de verplichting voor een rookverbod niet geldt voor ruimten waar
geen inbreuk mag worden gemaakt op de persoonlijke levenssfeer, zoals de privékamers van cliënten.
Dit leidt echter niet tot de conclusie dat op grond van de huisregels van de zorginstelling wel op de privékamers gerookt mag worden. Er zijn dus geen huisregels over roken op de privékamer, waardoor de rechtbank ook dit onderdeel van de klacht niet inhoudelijk kan beoordelen.
Rookvrije zorg
In het Nationaal Preventieakkoord is vastgelegd dat in 2030 de gehele zorg rookvrij is. Het afschaffen van (gemeenschappelijke) rookruimtes in alle sectoren is een van de maatregelen uit het
Preventieakkoord. Dit krijgt ook onder meer vorm door het ondersteunen van werknemers en cliënten bij het stoppen met roken.
In bovenstaande zaak was het echter niet mogelijk voor de rechter om een inhoudelijk oordeel te geven over de klacht. Het rookverbod van de zorginstelling blijft van kracht.
Heeft u als zorginstelling
vragen over een klacht of over huisregels? Of heeft u een meer algemeen (zorg)vraagstuk? Neem dan gerust
contact met ons op!
ECLI:NL:RBOBR:2023:629
ECLI:NL:RBOBR:2023:634
[post_title] => Rechter mag niet toetsen aan rookbeleid zorginstelling
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => rechter-mag-niet-toetsen-aan-rookbeleid-zorginstelling
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:01:42
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:01:42
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35197
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[9] => WP_Post Object
(
[ID] => 35066
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-02-24 10:24:05
[post_date_gmt] => 2023-02-24 09:24:05
[post_content] =>
Maakt een beknopte omschrijving van een medische behandeling op de factuur een inbreuk op de privacy?
Op 10 januari jl. deed het gerechtshof Amsterdam uitspraak. Een vrouw vordert een schadevergoeding wegens
schending van de AVG en de geheimhoudingsplicht. Bij de incassoprocedure is gebruik gemaakt van een factuur met een beknopte omschrijving van de behandeling.
Wat speelde er?
Een vrouw had in maart 2018 een medische behandeling ondergaan bij een medisch centrum. Voor de behandeling was een factuur naar de vrouw gestuurd. Nadat zij die niet betaalde werd door een incassoburo een betalingsherinnering toegezonden met de volgende omschrijving van de behandeling:
“099899060 1 of 2 polikliniekenbezoek/consultaties op afstand bij hartfalen of andere hartaandoening”
Ook de betalingsherinnering werd niet betaald door de vrouw. Het medisch centrum heeft toen de
vordering overgedragen aan de incassant.
Het oordeel van de rechtbank
Bij de rechtbank klaagde de vrouw dat haar privacy was geschonden doordat in strijd met de
AVG was gehandeld en met de geheimhoudingsplicht. Volgens de rechtbank had de vrouw onvoldoende onderbouwd waarom de incassant onzorgvuldig/onrechtmatig had gehandeld door op de factuur en de aanmaningen een korte beschrijving te vermelden. Ook klaagde zij over het gebruik ervan in de gerechtelijke procedure. Dit was volgens de rechtbank
niet onrechtmatig, gezien het feit dat partijen hun vorderingen dienen te onderbouwen met onderliggende stukken.
De grieven in hoger beroep
De vrouw komt in hoger beroep en voert zes grieven (bezwaren) tegen het vonnis aan. De grieven gaan samengevat over het volgende. Volgens de vrouw is de verwerking van haar persoonsgegevens onrechtmatig nu de incassant niet zelf als zorgaanbieder kwalificeert. Volgens haar heeft de incassant onvoldoende (gerechtvaardigd) belang om de (behandel)gegevens te gebruiken. Volgens haar is het overleggen van stukken in een gerechtelijke procedure
niet vereist op grond van de wet (artikelen 21 en 22 Rv). Tevens voert ze aan dat het bewaren van haar medisch dossier door de incassant niet gerechtvaardigd is op grond van de AVG.
Het oordeel van het hof
Allereerst stelt het hof dat op grond van art. 1 lid 1 sub c onder 2 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) de incassant ook aan te merken is als zorgaanbieder. Op grond van art. 38 lid 2 Wmg dienen zorgaanbieders een tarief in rekening te brengen met daarbij een
prestatieomschrijving. Dit is tevens vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit. Door een korte omschrijving op de factuur te vermelden heeft de incassant enkel voldaan aan haar
wettelijke verplichting.
Het gebruik is rechtmatig op grond van art. 9 lid 2 sub f en g van de AVG. Het is voor de incassant namelijk noodzakelijk voor de instelling, uitvoering en onderbouwing van een rechtsvordering en voorts proportioneel. Een verwerkingsverbod zoals neergelegd in art. 9 lid 1 AVG is voorts niet van toepassing.
Het hof geeft aan dat de bezwaren van de vrouw op zichzelf begrijpelijk zijn. Echter zijn haar bezwaren tegen de openbaarmaking van de gegevens
onvoldoende zwaarwegend om af te wijken van de afweging die de wetgever heeft gemaakt, aldus het hof.
Tot slot is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de incassant over het medisch dossier beschikt. Hierdoor wordt het verzoek om het medisch dossier te vernietigen afgewezen.
De grieven falen en de vrouw wordt in het ongelijk gesteld en zij moet de proceskosten betalen.
Conclusie
Door een korte omschrijving van de behandeling op de factuur te zetten is
geen inbreuk gemaakt op de privacy. Het vermelden van een korte omschrijving is een wettelijke plicht waar een zorgaanbieder (en ook de incassant) aan moet voldoen.
Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over de privacy van medische gegevens? Of heeft u een algemeen zorgvraagstuk? Neem dan
contact met ons op.
Volledige uitspraak:
ECLI:NL:GHAMS:2023:48
[post_title] => Inbreuk op privacy door beknopte omschrijving factuur?
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => inbreuk-op-privacy-na-beknopte-omschrijving-factuur
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 12:06:25
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 10:06:25
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=35066
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 10
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 36348
[post_author] => 73
[post_date] => 2023-05-22 11:37:49
[post_date_gmt] => 2023-05-22 09:37:49
[post_content] =>
Het beroepsgeheim in de zorg: alles wat zorgverleners moeten weten!
Een zorgverlener moet zwijgen over alles wat hij tijdens de uitoefening van zijn beroep te weten komt over de patiënt. Indien een patiënt het gevoel heeft dat zijn informatie
niet vertrouwelijk blijft, ontstaat er zorgontwijkend gedrag. Een patiënt moet zich met een gerust hart tot een zorgverlener kunnen wenden. Dit volgt (o.a.) uit art. 88 Wet BIG.
Welke informatie valt er onder het beroepsgeheim?
Het medisch beroepsgeheim geldt voor alle informatie die een zorgverlener over een patiënt heeft, dus ook niet-medische informatie. Het gaat daarbij ook over informatie die de zorgverlener indirect ter ore is gekomen.
Het medisch beroepsgeheim bestaat uit een zwijgplicht en een verschoningsrecht.
De
zwijgplicht is de verantwoordelijkheid dat niemand toegang krijgt tot de door de patiënt aan de zorgverlener toevertrouwde informatie. Het
verschoningsrecht is het recht van de zorgverlener om tegenover politie en justitie te zwijgen. Hierin ligt een eigen afweging naar de feiten en omstandigheden.
Wanneer doorbreken?
Het beroepsgeheim mag in beginsel niet doorbroken worden, er zijn echter wel een paar (zorgvuldig bepaalde) uitzonderingsgronden.
- Toestemming patiënt: Als de patiënt zijn nadrukkelijke
toestemming geeft voor het delen van de gegevens is er geen probleem. Ook wanneer de zorgverlener mocht veronderstellen dat de patiënt toestemming zou geven, bijvoorbeeld bij een doorverwijzing wettelijke plicht zorgverlener. Soms heeft de zorgverlener een wettelijke plicht om zijn beroepsgeheim te doorbreken. Dit is bijvoorbeeld het geval indien er bij de GGD een melding over een infectieziekte gedaan moet worden, zoals ook bleek gedurende COVID-19.
- Meldrecht zorgverlener: Daarnaast zijn er wettelijke bepalingen die een zorgverlener het recht geven om te spreken. De zorgverlener heeft in die gevallen
een meldrecht en geen meldplicht. Door het meldrecht kan er een melding worden gedaan zonder de toestemming. Dit is bijvoorbeeld bij een gegrond vermoeden van kindermishandeling (zie hiervoor ook de KNMG Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling). Hier gaat wel een zeer zorgvuldige afweging aan vooraf.
- Afweging belangen bij conflict van plichten: Indien er
een conflict van plichten voor de zorgverlener ontstaat tussen de geheimhoudingsplicht en het delen van de informatie dient een afweging gemaakt te worden. Hiervoor zijn wel een aantal vereisten voor het beroepsgeheim doorbroken mag worden.
- Alles is in het werk gesteld om toestemming tot doorbreking van het geheim te verkrijgen;
- Het niet-doorbreken van het geheim levert voor een ander ernstige schade op;
- De zorgverlener verkeert in gewetensnood door het handhaven van de zwijgplicht;
- Er is geen andere weg dan doorbreking van het geheim om het probleem op te lossen;
- Het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking de schade aan de ander kan worden voorkomen of beperkt;
- Het geheim wordt zo min mogelijk geschonden.
- Zwaarwegend belang: Er zijn ook situaties waarbij een derde
een zwaarwegend belang heeft om de informatie te ontvangen. Denk aan afstammingsgegevens of informatie over een erfelijke aandoening. In dergelijke situaties is het aan de zorgverlener het ‘zwaarwegend belang’ van een derde af te zetten tegen het belang van de geheimhouding.
Conclusie
Het beroepsgeheim is een essentieel principe in de zorg, waarbij zorgverleners de verantwoordelijkheid hebben om vertrouwelijke informatie van patiënten te beschermen.
Het uitgangspunt is dat het beroepsgeheim niet mag worden doorbroken, tenzij er sprake is van een van de uitzonderingsgronden. Het is belangrijk voor zorgverleners om zich bewust te zijn van deze uitzonderingen en om hun professionele oordeel te gebruiken bij het beslissen of het beroepsgeheim moet worden doorbroken.
Heeft u een vraag over het beroepsgeheim of heeft u een algemene zorgvraag? Neem gerust contact op met een van onze medewerkers van de
sectie zorg!
[post_title] => Het beroepsgeheim in de zorg
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => het-beroepsgeheim-in-de-zorg
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2023-06-13 11:50:51
[post_modified_gmt] => 2023-06-13 09:50:51
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => https://bg.legal/?p=36348
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 63
[max_num_pages] => 7
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 08c9a03f049970a8d659350688b722aa
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
Het beroepsgeheim in de zorg: alles wat zorgverleners moeten weten! Een zorgverlener moet zwijgen over alles wat hij tijdens de uitoefening van zijn beroep te weten komt over de patiënt....
Lees meer
De Medical Device Regulation (MDR), ook wel de Verordening medische hulpmiddelen, trad in 2021 in werking. De MDR veranderde de manier waarop medische hulpmiddelen worden gecertificeerd voor gebruik op de...
Lees meer
Navigeren door de Verordening Medische Hulpmiddelen (MDR) is een uitdaging voor organisaties in de medische sector. Door de naleving van de MDR kunnen fabrikanten, zorgverleners en andere betrokken partijen ervoor...
Lees meer
De Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) komt er dan toch echt aan. Dit artikel beschrijft de Wegiz, die onlangs unaniem is aangenomen door de Eerste Kamer na een...
Lees meer
Het aantal digitale diensten in de zorg neemt snel toe. De digitale transformatie van de zorg brengt vele voordelen met zich, maar ook de nodige uitdagingen. Zo wil je als...
Lees meer
De regering wil de integriteit van de zorg verbeteren en zorgen dat zorggeld daadwerkelijk wordt besteed aan de zorgverlening. Met een nieuw wetsvoorstel worden (vergaande) regels geïntroduceerd. In dit artikel...
Lees meer
Afgelopen jaar zagen we dat de zorginkoop niet soepel verliep. Het inkoopproces zal moeten veranderen wil de zorginkoop voor 2024 beter verlopen. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de achtergrond...
Lees meer
Voor een fabrikant van een geneesmiddel een relevante vraag. Het antwoord op de vraag geeft namelijk aan welke regelgeving van toepassing is. In deze bijdrage zal op het antwoord gegeven...
Lees meer
Rookverbod in zorginstellingen Sinds 1 juli 2021 geldt een rookverbod in (semi)publieke en openbare gebouwen op grond van de Tabaks- en Rookwarenwet. Dit geldt ook voor de gezondheidszorg. Het is...
Lees meer
Maakt een beknopte omschrijving van een medische behandeling op de factuur een inbreuk op de privacy? Op 10 januari jl. deed het gerechtshof Amsterdam uitspraak. Een vrouw vordert een schadevergoeding...
Lees meer