Publicatie
WP_Query Object ( [query] => Array ( [paged] => 3 [news-type] => publicatie ) [query_vars] => Array ( [paged] => 3 [news-type] => publicatie [error] => [m] => [p] => 0 [post_parent] => [subpost] => [subpost_id] => [attachment] => [attachment_id] => 0 [name] => [pagename] => [page_id] => 0 [second] => [minute] => [hour] => [day] => 0 [monthnum] => 0 [year] => 0 [w] => 0 [category_name] => [tag] => [cat] => [tag_id] => [author] => [author_name] => [feed] => [tb] => [meta_key] => [meta_value] => [preview] => [s] => [sentence] => [title] => [fields] => [menu_order] => [embed] => [category__in] => Array ( ) [category__not_in] => Array ( ) [category__and] => Array ( ) [post__in] => Array ( ) [post__not_in] => Array ( ) [post_name__in] => Array ( ) [tag__in] => Array ( ) [tag__not_in] => Array ( ) [tag__and] => Array ( ) [tag_slug__in] => Array ( ) [tag_slug__and] => Array ( ) [post_parent__in] => Array ( ) [post_parent__not_in] => Array ( ) [author__in] => Array ( [0] => 16 ) [author__not_in] => Array ( ) [search_columns] => Array ( ) [ignore_sticky_posts] => [suppress_filters] => [cache_results] => 1 [update_post_term_cache] => 1 [update_menu_item_cache] => [lazy_load_term_meta] => 1 [update_post_meta_cache] => 1 [post_type] => [posts_per_page] => 10 [nopaging] => [comments_per_page] => 50 [no_found_rows] => [taxonomy] => news-type [term] => publicatie [order] => DESC ) [tax_query] => WP_Tax_Query Object ( [queries] => Array ( [0] => Array ( [taxonomy] => news-type [terms] => Array ( [0] => publicatie ) [field] => slug [operator] => IN [include_children] => 1 ) ) [relation] => AND [table_aliases:protected] => Array ( [0] => wp_term_relationships ) [queried_terms] => Array ( [news-type] => Array ( [terms] => Array ( [0] => publicatie ) [field] => slug ) ) [primary_table] => wp_posts [primary_id_column] => ID ) [meta_query] => WP_Meta_Query Object ( [queries] => Array ( ) [relation] => [meta_table] => [meta_id_column] => [primary_table] => [primary_id_column] => [table_aliases:protected] => Array ( ) [clauses:protected] => Array ( ) [has_or_relation:protected] => ) [date_query] => [queried_object] => WP_Term Object ( [term_id] => 28 [name] => Publicatie [slug] => publicatie [term_group] => 0 [term_taxonomy_id] => 28 [taxonomy] => news-type [description] => [parent] => 0 [count] => 165 [filter] => raw ) [queried_object_id] => 28 [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) WHERE 1=1 AND ( wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (28) ) AND wp_posts.post_author IN (16) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR ( wpml_translations.language_code = 'nl' AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' ) AND ( ( ( SELECT COUNT(element_id) FROM wp_icl_translations WHERE trid = wpml_translations.trid AND language_code = 'nl' ) = 0 ) OR ( ( SELECT COUNT(element_id) FROM wp_icl_translations t2 JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id WHERE t2.trid = wpml_translations.trid AND t2.language_code = 'nl' AND ( p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' ) ) ) = 0 ) ) ) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) GROUP BY wp_posts.ID ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC LIMIT 20, 10 [posts] => Array ( [0] => WP_Post Object ( [ID] => 1261 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-10-27 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-10-27 00:00:00 [post_content] =>Een vrouw is in haar tuin door haar hond in haar rechterarm en haar rechterborst gebeten. Zij loopt hierbij letsel op. Zij acht haar echtgenoot voor 50% aansprakelijk voor de door het ongeval veroorzaakte schade. Aansprakelijkheidsverzekering particulieren [AVP] De vrouw en haar echtgenoot hebben een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten. Onderlinge aansprakelijkheid in geval van personenschade is ook gedekt. Hetgeen velen niet weten is dat je dus voor letselschade mogelijk een aanspraak kan doen op je eigen aansprakelijkheidsverzekering. Hiervan is veelal sprake als het ongeval en dus het letsel is toegebracht door een ander gezinslid. Aansprakelijkheid voor schade toegebracht door dieren [art. 6:179BW] De bezitter van een dier is aansprakelijk voor schade die het dier toebrengt aan anderen. Dit is een risicoaansprakelijkheid. De eigen energie van het dier moet de schade hebben toegebracht. En niet bijvoorbeeld een commando dat hij krijgt of opzettelijke uitlokking door het baasje. In deze zaak was hiervan geen sprake. Medebezitter 50% aansprakelijk? Het echtpaar heeft de hond gezamenlijk gekocht en zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Tevens gedragen zij zich ook beiden als bezitter van de hond. Er is aldus sprake van medebezit. De vrouw acht haar man dus voor de helft van de schade door de hondenbeet aansprakelijk op basis van medebezit. Rancune speelt hier overigens geen rol. Zij wenst aanspraak te maken op een uitkering op basis van hun gezamenlijke aansprakelijkheidsverzekering. Hangmat-arrest De vordering van de vrouw is geheel niet vreemd, gelet op het Hangmat-arrest: Een vrouw heeft in haar tuin een hangmat opgehangen aan een gemetselde pilaar. Nadat zij in die hangmat is gaan liggen is de pilaar kort boven de grond afgebroken. Zij heeft hierdoor zeer ernstig letsel opgelopen, namelijk een complete dwarslaesie. Samen met haar echtgenoot is ze eigenaar van de pilaar. De vrouw heeft met succes haar echtgenoot aangesproken. De Rechtbank stelde haar in het gelijk. Wel werd de aansprakelijkheid tot 50% beperkt, omdat de vrouw zelf ook voor de helft eigenaar is van de gebrekkige pilaar. De verzekeraar ging in hoger beroep. De Hoge Raad besliste echter hetzelfde als de Rechtbank en de verzekeraar heeft de [toekomstige]schade voor de helft moeten vergoeden. Oordeel Rechtbank in hondenbeet De rechtbank oordeelt in deze zaak anders. De Rechtbank acht de man niet aansprakelijk, ook niet voor 50%. Een bezitter van een dier wordt, aldus de rechtbank, geacht door het bezit het risico op schade impliciet te hebben aanvaard. De vrouw heeft een bewuste keuze gemaakt om [mede]bezitter van het dier te zijn en heeft daardoor het risico op schade aanvaard. Gelet op de uitspraak door de Hoge Raad in het hangmatarrest is het maar de vraag of dit oordeel van de Rechtbank inzake de hondenbeet stand houdt. Het lijkt tegenstrijdig dat medebezitters van een pilaar elkaar wel en medebezitters van een dier elkaar niet aan kunnen spreken. Het is afwachten op hoger beroep.[post_title] => Echtgenoot aansprakelijk voor hondenbeet bij zijn vrouw? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => echtgenoot-aansprakelijk-voor-hondenbeet-bij-zijn-vrouw [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:03:48 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:03:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/10/27/echtgenoot-aansprakelijk-voor-hondenbeet-bij-zijn-vrouw/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 1235 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-07-08 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-07-08 00:00:00 [post_content] =>Edith de Koning-Witte / Rutger Boogers
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" oktober 2015.
Wanneer een vergunning wordt verleend door een overheidsinstelling, bijvoorbeeld een omgevingsvergunning die de mogelijkheid biedt om te bouwen of een bouwwerk te gebruiken, dan bestaat vaak het beeld dat daarmee elk handelen van de vergunninghouder geoorloofd is zolang het handelen maar in overeenstemming is met de vergunning. Dit is echter niet juist en met regelmaat punt van discussie in de rechtspraak. Een vergunning vrijwaart de vergunninghouder niet tegen aansprakelijkheidsstellingen van die derden die als gevolg van het handelen van vergunninghouder schade lijden. Ik zal dit toelichten aan de hand van een illustratief voorbeeld. Partij A heeft een vergunning gekregen om een plas te dempen met huisvuil. Hiervoor is destijds een [hinderwet]vergunning afgegegven. Vlakbij de plas die gedempt wordt, heeft partij B een perceel waarop hij appels, peren en kersen teelt. Dit deed hij al jaren zonder overlast en problemen. Het dempen van de plas met huisvuil had echter een onbedoeld gevolg: het trok namelijk kraaien en roeken aan. Dat op zich was nog niet zo’n probleem, ware het niet dat deze kraaien en roeken zich tegoed deden aan de appels, peren en kersen die geteeld werden op het erf van partij B. Partij B had als gevolg daarvan nog nauwelijks opbrengsten van zijn oogst en leed dus aanzienlijke schade. De vraag is of partij A hiervoor aansprakelijk was, hij had immers gehandeld overeenkomstig de vergunning die aan hem was verleend. De rechter oordeelde dat het feit dat iemand een vergunning heeft, niet betekent dat hij niet onrechtmatig jegens een ander kan handelen. In dit geval was partij A dus aansprakelijk voor de schade die partij B had geleden. Daar doet ook niet aan af dat de bezwaren van partij B in de procedure van de vergunningverlening, werden afgewezen. Er zijn talloze voorbeelden in de rechtspraak te vinden waarin een vergunninghouder toch aansprakelijk is voor schade die een ander als gevolg van zijn handelen lijdt. Het is dus altijd goed om te realiseren dat het lijden van schade als gevolg van handelen conform een vergunning, onder omstandigheden op de vergunninghouder kan worden verhaald. Deze schade kan – zoals het voorbeeld ook laat zien – aardig oplopen. Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" juli 2015[post_title] => Aansprakelijk voor schade ondanks vergunning? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aansprakelijk-voor-schade-ondanks-vergunning [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:05:32 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:05:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/07/08/aansprakelijk-voor-schade-ondanks-vergunning/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 1243 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-06-08 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-06-08 00:00:00 [post_content] =>Ze zijn aan de orde van de dag; bellende fietsers. Sommigen [gelukkig] met een koptelefoon maar de meesten rustig met één hand aan het stuur en de andere hand met de telefoon aan het oor. Weer anderen appen zelfs op de fiets. Minister Schultz ziet echter geen aanleiding om bellen en appen op de fiets te verbieden. Dus geen boete. Kan een fietser wel aansprakelijk worden gehouden voor de schade van een derde [automobilist] als het ongeval [mede] door het bellen is ontstaan? Strafrecht Bellen en appen op de fiets is dus niet verboden. Je krijgt hiervoor geen boete. Een reden waarom dit niet is ingesteld is dat handhaving praktisch niet mogelijk zou zijn, aldus minister Schultz. Zij heeft met name naar het buitenland gekeken. Bellen leidt echter wel af. Het voeren van een gesprek en het tegelijkertijd kunnen behouden van het overzicht over de verkeerssituatie is een utopie. Het kan gevaarlijke situaties opleveren, ook met één hand aan het stuur fietsen. Als je zo’n situatie veroorzaakt kan je wel een bekeuring krijgen. Civiel recht Een automobilist heeft een ongeval met een bellende fietser. Hoe zit het met de aansprakelijkheid? Uit art. 185 WVW, het beschermingsartikel voor fietsers en voetgangers, valt af te leiden dat bij een ongeval tussen een automobilist en een fietser de automobilist in beginsel aansprakelijk is. Slechts indien de bestuurder van het motorvoertuig kan aantonen dat er sprake is van overmacht is dit anders. Een beroep op overmacht slaagt maar zelden. Bijvoorbeeld als de automobilist in een woonwijk stapvoets rijdt en er komt een fietser met grote snelheid tussen geparkeerde auto’s vandaan kan er sprake zijn van overmacht. Als er geen sprake is van overmacht zal de automobilist bij een fietser vanaf 14 jaar minimaal 50% van de [letsel]schade moeten voldoen. Voor de overige 50% wordt gekeken of er redenen zijn dat dit deel van de schade voor rekening moet blijven van de fietser. Denk bijvoorbeeld aan het door rood licht rijden, geen voorrang verlenen etc. Hierbij wordt wel gekeken naar over en weer gemaakte fouten die hebben bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval, dit noemt men causale verdeling. Vervolgens volgt er eventueel nog een billijkheidscorrectie. Bijvoorbeeld bij ernstig letsel kan het zijn dat de schade van de fietser toch volledig wordt vergoed. Als de aanrijding mogelijk mede is ontstaan door het bellen van de fietser zal de automobilist dit moeten bewijzen. Hij zal moeten aantonen, bijvoorbeeld door getuigen, dat de fietser ten tijde van het ongeval gebruik maakte van de telefoon en dat dit gebruik het ongeval [mede] heeft veroorzaakt. Het alleen bellen op de fiets is dus niet voldoende om de aansprakelijkheid bij de fietser neer te leggen. Het CDA heeft zich hard gemaakt om bij ongevallen met bellende of ‘appende’ fietsers de aansprakelijkheid automatisch bij de fietser te leggen. Minister Schultz gaat ook hier niet in mee omdat fietsers ook al aansprakelijk kunnen worden gesteld op basis van de huidige regels. Dit is echter niet zo eenvoudig gelet op art 185 WVW. 50% van de schade van de fietser moet sowieso vergoed worden door de automobilist. Tevens blijft de bewijslast bij de automobilist. Hij moet aantonen dat er sprake is van gevaarlijk rijgedrag door het bellen en hierdoor het veroorzaken van het ongeval door de fietser.[post_title] => Bellen op de fiets niet strafbaar. Hoe zit het met aansprakelijkheid bij het ontstaan van een ongeval door bellende fietser? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => bellen-op-de-fiets-niet-strafbaar-hoe-zit-het-met-aansprakelijkheid-bij-het-ontstaan-van-een-ongeval-door-bellende-fietser [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:07:21 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:07:21 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/06/08/bellen-op-de-fiets-niet-strafbaar-hoe-zit-het-met-aansprakelijkheid-bij-het-ontstaan-van-een-ongeval-door-bellende-fietser/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 1281 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-05-11 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-05-11 00:00:00 [post_content] => De televisieprogramma’s ‘Red mijn vakantie’ en ‘Helse vakanties’ geven in extreme mate aan, dat vakanties niet altijd verlopen zoals verwacht. Het gaat met enige regelmaat mis, soms vanwege overmacht maar soms ook omdat reisorganisaties de klachten wel kunnen wegnemen maar dat simpelweg niet doen. Zo ook in een onlangs gepubliceerde zaak waarin reisorganisatie Corendon aansprakelijk werd gesteld voor een ongeval tijdens vakantie als gevolg van een lekkage in de doucheruimte van het hotel.Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" juni 2015.
De casus In maart 2012 had een man met zijn echtgenote een reis naar Macedonië geboekt via Corendon. In de reis waren onder meer begrepen het vervoer en het verblijf van zeven dagen in een hotel. In het betreffende hotel was ook een reisleider van Corendon aanwezig. Op de tweede dag van de vakantie klaagt de man bij Corendon over het feit dat de douchecabine ‘onder water was gelopen’. In de dagen daarop verzoekt de man aan Corendon twee keer een andere kamer in verband met de wateroverlast. Tijdens de vijfde vakantiedag gaat het mis. De man komt in de doucheruimte ten val als gevolg waarvan hij letsel oploopt. De man stelt Corendon aansprakelijkheid voor de schade.
Corendon aansprakelijk? Hij beroept zich op een tekortkoming in de uitvoering van de reisovereenkomst. De rechtbank oordeelt dat het algemeen bekend is dat een natte tegelvloer over het algemeen glad is en er een reële kans bestaat op uitglijden en vallen. Die kans neemt ook toe naarmate er meer water en zeep op de tegels ligt. Zeker bij wat oudere mensen, zoals deze man. Reizigers mogen volgens de rechter verwachten dat de doucheruimte in een hotelkamer veilig is en de doucheruimte in het hotel voldeed dan ook niet aan eisen die daaraan gesteld mogen worden.
Voor de juridische beoordeling is vervolgens essentieel dat de man tweemaal heeft geklaagd bij de reisleider van Corendon. Door de reisorganisatie is de lekkage – ondanks een toezegging de problemen op te lossen – niet verholpen en evenmin heeft de man een andere kamer gekregen. Niet alleen heeft het hotel onzorgvuldig gehandeld, ook is Corendon aansprakelijk omdat niet is voldaan aan de verplichting een reiziger hulp en bijstand te verlenen.
Conclusie Indien een reiziger klachten heeft over zijn vakantie, is het altijd goed deze klachten te melden bij de reisorganisatie. Zoals uit deze uitspraak blijkt, rust op de reisorganisatie in beginsel een verplichting om de reiziger hulp en bijstand te verlenen, ook wanneer het om – op het eerste gezicht – relatief onschuldige klachten gaat. Een relatief onschuldige klacht waar geen gehoor aan wordt gegeven kan immers, zoals uit deze uitspraak blijkt, vervelende consequenties hebben.
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" mei 2015.
[post_title] => Is de reisorganisatie aansprakelijk na val in hotelkamer? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-de-reisorganisatie-aansprakelijk-na-val-in-hotelkamer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:08:46 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:08:46 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/05/11/is-de-reisorganisatie-aansprakelijk-na-val-in-hotelkamer/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 1319 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-02-12 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-02-12 00:00:00 [post_content] =>[post_title] => Schadevergoeding voor de ouders van Maja Braderic [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => schadevergoeding-voor-de-ouders-van-maja-braderic [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:11:09 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:11:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/02/12/schadevergoeding-voor-de-ouders-van-maja-braderic/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 1333 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-01-13 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-01-12 23:00:00 [post_content] => Aansprakelijkheid wegbeheerder? In dat geval was een voetganger gestruikeld over een relatief klein verschil in hoogte (2 centimeter) tussen twee klinkers. De rechtbank overweegt dat het bij de beantwoording van de vraag of de openbare weg voldoet aan de eisen die men daaraan mag stellen, aankomt op de naar objectieve maatstaven te beantwoorden vraag of de weg, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen deugdelijk is. Daarbij is ook van belang hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen van de wegbeheerder gevergd kunnen worden. Gezien de verhouding tussen de grootte van de klinker en het pleinoppervlak moet het verschil in hoogte als een kleine oneffenheid van het wegdek worden beschouwd. Een dergelijke kleine oneffenheid levert geen gebrek op dat leidt tot aansprakelijkheid van de wegbeheerder. De omstandigheid dat meteen de volgende dag drie nieuwe tegels waren gelegd op de desbetreffende plek, maakt dit niet anders. De wegbeheerder had toegelicht dat het beleid is dat wanneer er een melding plaatsvindt, er in principe aanpassing plaatsvindt. In een andere zaak liep een voetganger letsel op als gevolg van een oneffenheid van 3 centimeter aan de rand van een parkeerhaven. Ook in dat geval werd aansprakelijkheid van de wegbeheerder afgewezen. Bij het gebruik van het trottoir aan de rand van een parkeerhaven dienen voetgangers rekening te houden met hoogteverschillen. Bij normale voorzichtigheid is de kans klein dat die oneffenheid over het hoofd wordt gezien. De rechter vond de voetganger dus onvoldoende voorzichtig. Oplettendheid vereist! De rechter vindt in algemene zin dat van een voetganger oplettendheid mag worden verwacht. Een normaal oplettende voetganger mag niet uitgaan van een te allen tijde volmaakt effen wegdek, maar moet rekening houden met een zekere mate van oneffenheid. De oneffenheden in wegen kunnen echter ook dusdanig groot (of onopvallend) zijn dat de wegbeheerder wél aansprakelijk is. Het is daarom verstandig om u goed te laten informeren op het moment dat u schade lijdt als gevolg van een dergelijke struikeling. Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" Januari 2015 [post_title] => Valpartij als gevolg van losliggende stoeptegel [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => valpartij-als-gevolg-van-losliggende-stoeptegel [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-23 11:10:54 [post_modified_gmt] => 2021-12-23 10:10:54 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/01/13/valpartij-als-gevolg-van-losliggende-stoeptegel/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 1257 [post_author] => 16 [post_date] => 2014-12-17 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-12-16 23:00:00 [post_content] =>In 2003 werd de 16-jarige Maja Braderic vermoord en haar lichaam in brand gestoken. Pas in december 2014 [11 jaar later] heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beslist over een mogelijke vergoeding in de vorm van shockschade, voor de ouders.
Wetgeving inzake shockschade De wet biedt geen mogelijkheid tot het vorderen van shockschade voor nabestaanden. Wel heeft de Hoge Raad in eerdere uitspraken voorwaarden gesteld waarop toch een vergoeding van shockschade mogelijk is. Naast overige voorwaarden moet er in ieder geval sprake zijn van een hevig emotionele shock door het waarnemen van een ernstige gebeurtenis of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan. Shockschade versus affectieschade Shockschade moet men overigens niet verwarren met affectieschade. Shockschade is immateriële schade in de vorm van psychisch letsel, veroorzaakt door de confrontatie met een ernstige gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is. Affectieschade is het verdriet om het verlies of letsel van een partner of naast familielid. Tot op heden is het niet mogelijk om affectieschade te claimen bij een aansprakelijke partij. Wel ligt er nu een wetsvoorstel voor vergoeding affectieschade. Voorwaarden voor verkrijging shockschade De Hoge Raad heeft in 2002 overwogen dat voor het vergoeden van shockschade er onder andere sprake moet zijn van:Deze voorwaarden worden zeer streng toegepast en menigmaal wordt een vergoeding voor shockschade afgewezen, met name op het vereiste directe confrontatie. Shockschade voor de ouders van Maja Braderic? De Rechtbank had shockschade toegewezen aan de ouders van Maja Braderic. De daders hebben aangevoerd dat er geen recht op shockschade bestaat. Er was geen sprake van een directe confrontatie. De Rechtbank zou aan het begrip rechtstreekse confrontatie een te ruime betekenis hebben toegekend. Gelet op eerdere uitspraken zou een dergelijke verruiming niet zijn aanvaard. De daders gingen daarom in hoger beroep bij het Hof. Sprake van directe confrontatie Volgens het Hof heeft de confrontatie bestaan uit het zien van verkoolde kledingresten en sieraden die van het verbrande lichaam van hun dochter afkomstig waren. Identificatie kon niet meer plaatsvinden omdat het lichaam ernstig verminkt was. Op uitdrukkelijk advies van de technische recherche hebben de ouders de stoffelijke resten van hun dochter niet gezien. Dit staat niet aan een directe confrontatie in de weg, aldus het Hof. Immers de ouders konden zich onvermijdelijk een voorstelling maken van de toestand waarin hun dochter zich na de moord en verbranding bevond. Het Hof legt de directe confrontatie dus wel ruimer uit nu er sprake was van:
- nauwe relatie met het slachtoffer;
- waarneming van de gebeurtenis of directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan;
- psychisch letsel.
Uitspraak Het Hof bekrachtigt het vonnis van de Rechtbank en ieder van de ouders heeft recht op € 12.000,= shockschade. Door de specifieke omstandigheden in deze gruwelijke zaak is volgens het Hof voldaan aan het vereiste van directe confrontatie. Hieruit blijkt maar weer dat elke zaak op zich bekeken moet worden. Een algemene regel voor de vergoeding van shockschade voor alle moord- en doodslagzaken is er niet. Dit artikel is geplaatst in "De Uitstraling" februari 2015
- directe confrontatie met de verkoolde kleding en sieraden;
- onmogelijkheid tot identificatie van dochter;
- uitgebreide media aandacht en strafonderzoek waardoor de ouders voortdurend werden geconfronteerd met de gruwelijke details.
[post_title] => De zelfstandig rijdende auto in opmars [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => de-zelfstandig-rijdende-auto-in-opmars [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:13:39 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:13:39 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/12/17/de-zelfstandig-rijdende-auto-in-opmars/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 1327 [post_author] => 16 [post_date] => 2014-11-24 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-11-24 00:00:00 [post_content] =>De tv serie Knightrider met zijn technisch zeer geavanceerde denkende auto ‘Kitt’ is velen, in ieder geval de oudere jongeren, onder ons bekend. Het leek ver weg maar in de nabije toekomst zal de auto die volledig zelfstandig opereert zijn intrede doen op de Nederlandse wegen. De gedeeltelijk zelfsturende auto’s, denk aan auto’s met automatische ‘inparkeerfunctie’ zijn al een feit.
Maar wie is er aansprakelijk voor schade veroorzaakt door de autonome auto?Wegverkeer veiliger door autonome auto’s
De meeste ongevallen vinden plaats als gevolg van menselijk falen. Het zou dus veel veiliger zijn als de mens niet achter het stuur zou gaan zitten. De overheid stimuleert dan ook de ontwikkeling van autonome auto’s. Het zou de verkeersveiligheid zeer ten goede komen. Nooit meer een dronken bestuurder, geen bumperklevers en geen bestuurders die in slaap vallen. Zelfs slechtzienden en blinden zouden met een autonome auto kunnen rijden.
Maar wat als de autonome auto toch een botsing veroorzaakt? Waar moet het slachtoffer dan met zijn claim terecht?
Huidige situatie
In geval van een botsing met een andere auto spreek je op dit moment de verzekeraar van de auto aan. Voor de beoordeling van de aansprakelijkheid wordt daarbij gekeken naar eventuele fouten van de bestuurders.De allereerste vraag is dan ook: wie bestuurt de autonome auto? Is dat de passagier [lees gebruiker] dan wel de [software] producent? Moet je de gebruiker aanspreken of de fabrikant?
Onrechtmatige daad
Bij een ‘gewone auto’ wordt de verzekeraar van de auto aangesproken op basis van onrechtmatige daad van zijn verzekerde. In het geval er sprake is van een autonome auto kan dit niet nu de gebruiker niet onrechtmatig heeft gehandeld. Er valt hem/haar immers geen verwijt te maken. De gebruiker kan niet ingrijpen nu de volledig autonome auto geen stuur en gas- en rempedalen heeft. Een ongeval met een autonome auto kan immers slechts plaatsvinden als er een technisch mankement is.
Het slachtoffer kan dus niet de gebruiker van de autonome auto aanspreken. Echter wat als de autonome auto toch met een noodrem wordt uitgerust? Heeft de gebruiker dan de plicht om in te grijpen? Moet de gebruiker op het verkeer letten? Het is juist de bedoeling dat de gebruiker niet op het verkeer hoeft te letten. De gebruiker kan vergaderen, bellen, lezen, slapen e.d.
Buitenland
In een aantal Amerikaanse staten en in Duitsland rijden inmiddels al autonome auto’s. Er is echter nog maar weinig aandacht voor de juridische problemen in geval van ongevallen met deze autonome auto’s.Tot op heden zijn ook daar geen wetsaanpassingen en nog weinig literatuur/rechtspraak. Wij kunnen dus niet kijken naar Duitsland en/of Amerika voor mogelijke oplossingen van het juridische vraagstuk.
Risico aansprakelijkheid?
Door het gebruik van autonome auto’s neemt de veiligheid aanzienlijk toe, dus veel minder ongevallen. De verzekeraars hoeven dan ook minder uit te keren. Wellicht is het daarom misschien een optie om een soort risico aansprakelijkheid in het leven te roepen voor de gebruikers van autonome auto’s.
Mocht er toch [sporadisch] een ongeval plaatsvinden dan zal de verzekeraar van de gebruiker van de autonome auto de schade vergoeden ook al heeft de gebruiker niet onrechtmatig gehandeld. Met eventueel de mogelijkheid voor de verzekeraar om op de fabrikant te verhalen.Nog vele vragen dus. Voorlopig is het eerst afwachten op de intrede van de autonome auto op de Nederlandse wegen.
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" december 2014[post_title] => Smartengeld voor nabestaanden, nieuwe kansen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => smartengeld-voor-nabestaanden-nieuwe-kansen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:04:31 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:04:31 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/11/24/smartengeld-voor-nabestaanden-nieuwe-kansen/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 1345 [post_author] => 16 [post_date] => 2014-06-07 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-06-07 00:00:00 [post_content] =>Stel je kind komt te overlijden door een fout van een ander, bijvoorbeeld door een verkeersongeval. Het verlies van een kind veroorzaakt onnoemlijk veel leed bij de ouders. Zeker dan is toewijzing van smartengeld aan de ouders op zijn plaats. In Nederland was dit tot op heden nog steeds niet mogelijk. Komt er nu eindelijk verandering?
Eerder wetsvoorstel in 2010
In 2010 was er een wetsvoorstel door de tweede kamer aangenomen die smartengeld voor nabestaanden regelt; wetsvoorstel affectieschade. Maar liefst 7 jaar duurde de totstandkoming hiervan. Bepaalde nabestaanden zouden een vast bedrag krijgen. Er was veel kritiek op dit voorstel en het voorstel sneuvelde in de eerste kamer. De redenen waren o.a. dat het verdriet om overlijden van een naaste niet in geld valt uit te drukken. De claimcultuur zou toenemen en verdriet wordt gecommercialiseerd.Europees niveau
De bovengenoemde argumenten om geen smartengeld aan nabestaanden toe te kennen zijn achterhaald. Thans blijkt er ook een breed draagvlak te zijn voor de vergoeding van smartengeld aan nabestaanden. In bijna alle Europese landen [op Nederland en Duitsland na] is smartengeld voor nabestaanden [zogenaamde affectieschade] mogelijk. Op Europees niveau is er dus duidelijk een voorkeur voor toekenning van smartengeld aan nabestaanden. De nabestaanden blijken op grond van uitspraken van het Europees Hof ruimere aanspraken te hebben dan waarvan men in Nederland uitgaat.Wetsvoorstel: ‘schadevergoeding voor zorg- en affectieschade’
Uit onderzoek blijkt dat naasten en nabestaanden in vrijwel gelijke mate behoefte hebben aan een vergoeding. Het geeft erkenning van het leed dat naasten is aangedaan en zal bijdragen aan de verwerking van de emotionele gevolgen van de gebeurtenis. Dit, en de ontwikkelingen op Europees niveau, is de reden dat er opnieuw een wetsvoorstel ligt. Dit moet nog wel goedgekeurd worden door de eerste kamer. Het wetsvoorstel voorziet dan ook, naast vergoeding voor zorgkosten, in een regeling voor vergoeding voor affectieschade. Vergoeding van affectieschade is een vorm van smartengeld voor nabestaanden.Voorwaarden
Het wetsvoorstel noemt een aantal voorwaarden:1. Het moet gaan om ernstig letsel en overlijden
2. Alleen bepaalde nabestaanden hebben recht op een vergoeding, namelijk:
- echtgenoten, geregistreerde partners en levensgezellen
- minder- en meerderjarige kinderen
- pleegkinderen
- ouders
- overige personen met nauwe persoonlijke relatie
3. In principe gaat het om vaste schadevergoedingsbedragen. De bedragen variëren tussen de € 12.500,= en € 20.000,=. Er is wel onderscheid in hoogte van het bedrag op basis van:
- ernstig of blijvend letsel
- overlijden
- geweldsmisdrijven [hogere vergoeding bij ernstig of blijvend letsel en overlijden]
Tevens is er een mogelijkheid om op basis van redelijkheid en billijkheid af te wijken van de voorwaarden.
Onduidelijkheden
Er zijn toch nog wel wat vragen over het voorstel. Wanneer spreek je bijvoorbeeld van ernstig letsel. Is er bij kindermisbruik sprake van ernstig en blijvend letsel? Valt psychisch letsel eronder? Wanneer spreek je van een nauwe relatie? Wat als het slachtoffer gedeeltelijk eigen schuld heeft aan bijvoorbeeld het verkeersongeval? Moet dan ook het schadevergoedingsbedrag worden verminderd?Los van deze vragen is het nu wel noodzaak dat de wet er komt. Mogelijk komt er geen derde kans meer.
Uiteraard lost de schadevergoeding het leed van de ouders van het overleden kind niet op maar het geeft wel erkenning voor het leed dat hen is aangedaan. Het is nu wachten op de Eerste kamer.
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" november 2014
[post_title] => Zonder toestemming (naakt)filmpje plaatsen op Youtube onrechtmatig? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => zonder-toestemming-naaktfilmpje-plaatsen-op-youtube-onrechtmatig [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:23:56 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:23:56 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/06/07/zonder-toestemming-naaktfilmpje-plaatsen-op-youtube-onrechtmatig/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 1307 [post_author] => 16 [post_date] => 2014-05-12 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-05-12 00:00:00 [post_content] =>Het internet biedt voor veel mensen veel voordelen en gemakken. Binnen korte tijd kan bijvoorbeeld een foto of filmpje via youtube, MSN, Facebook of whatsapp verspreid worden naar een grote groep mensen. Dat is uiteraard ook de bedoeling van dergelijke programma’s en websites. Tegelijkertijd ligt misbruik op de loer. Onlangs mocht de rechtbank Noord-Nederland zich buigen over de vraag of het zonder toestemming plaatsen van een (naakt)filmpje op Youtube en delen van (naakt)foto’s via MSN onrechtmatig was. Saillant detail: het betrof een filmpje en foto’s van een bekende Nederlander.
De gedaagde in de civiele procedure had, via een onbeveiligd netwerk, een filmpje en foto’s van de computer van zijn buurvrouw (eiseres) gehaald en op internet gezet en vervolgens ook gedeeld via MSN. De rechtbank overweegt in het vonnis dat het zonder toestemming van eiseres plaatsen van een filmpje op internet en het delen van foto’s via MSN waarop eiseres naakt te zien is, onrechtmatig is. Dit beeld- en fotomateriaal is bovendien illegaal door gedaagde van de privécomputer van eiseres naar zijn eigen computer gekopieerd. Door dat handelen is eiseres in haar goede naam en eer aangetast en heeft gedaagde een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van eiseres. Aan de vereisten van een onrechtmatige daad wordt dan ook voldaan. Een en ander geldt temeer nu eiseres een bekende Nederlander was en derhalve ook bekend was bij het grote publiek.
Naast het filmpje waren ook de foto’s op internet geplaatst. Voor het plaatsen van de foto’s op internet werd gedaagde niet aansprakelijk gehouden. De rechtbank concludeerde dat niet is aangetoond dat gedaagde de foto’s ook op internet had geplaatst. Na het delen via MSN kon dat ook iemand anders zijn geweest.Nu de rechtbank constateert dat er sprake is van onrechtmatig handelen is de tweede vraag of eiseres schade heeft geleden en zo ja, hoe hoog de schadevergoeding dan moet zijn. Eiseres vordert een schadevergoeding van € 359.450,00. Voor een belangrijk deel bestaat die schade uit inkomensschade. Daarvoor is echter vereist dat wordt aangetoond dat de schade ook het gevolg is van het onrechtmatig handelen. Met andere woorden: de inkomensschade moet het gevolg zijn van het plaatsen van het filmpje op youtube en de foto’s op MSN. Dat causale verband acht de rechtbank niet aanwezig. De omstandigheid dat bijvoorbeeld boekingen stagneerden, kan ook geheel andere oorzaken hebben. Wat uiteindelijk wel wordt toegewezen is een immateriële schadevergoeding ter hoogte van € 3.000,--. Door eiseres was € 25.000,-- gevorderd. Er wordt dus slechts een deel toegewezen.
Al met al zit de crux dus niet zozeer in de vraag of dergelijk handelen onrechtmatig is. Het probleem ontstaat bij de schade. Vaak is het moeilijk om aan te tonen dat een gevolg is toe te wijzen aan een concrete oorzaak. Immateriële schadevergoeding wordt vaak eerder aangenomen, maar die bedragen zijn veelal niet zo hoog. Soms gaat het ook om min of meer gestandaardiseerde bedragen. Deze uitspraak is wat dat betreft in dit soort zaken illustratief voor de praktijk. Gelet op de complexiteit van de schadevaststelling is het raadzaam om in dit soort gevallen een advocaat in te schakelen die gespecialiseerd is in aansprakelijkheidsrecht.
Edith de Koning-Witte / Rutger Boogers
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" 7 juni 2014
Je bent als inzittende van een bus gewond geraakt door een ongeval. Wie betaalt je letselschade? Voor ongelukken in het openbaar vervoer, zoals in de tram, bus metro, trein, zijn speciale regels opgesteld. De schadevergoeding is echter beperkt.[post_title] => Ongevallen met de bus. Waar kunnen inzittenden hun schade verhalen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ongevallen-met-de-bus-waar-kunnen-inzittenden-hun-schade-verhalen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2019-06-24 10:53:13 [post_modified_gmt] => 2019-06-24 08:53:13 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/05/12/ongevallen-met-de-bus-waar-kunnen-inzittenden-hun-schade-verhalen/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 1261 [post_author] => 16 [post_date] => 2015-10-27 00:00:00 [post_date_gmt] => 2015-10-27 00:00:00 [post_content] =>Veiligheid openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is over het algemeen veiliger voor de gebruikers ervan dan voor de andere weggebruikers. De Nederlandse overheid stimuleert al sinds dag en dauw het gebruik van openbaar vervoer als alternatief voor autogebruik. Aandacht voor de veiligheid zal dan ook hoog in het vaandel moeten staan. Toch vinden er regelmatig ongevallen plaats. Dit varieert van het sterk remmen door een buschauffeur waarbij reizigers door de bus geslingerd kunnen worden en verwondingen oplopen. [Nog steeds hebben niet alle bussen veiligheidsgordels]. Echter ook grotere ongevallen vinden plaats, zoals een aanrijding met een ander voertuig of een eenzijdige aanrijding. Denk aan het treinongeval in Amsterdam in 2012 waarbij meer dan 100 slachtoffers vielen. Dit jaar nog botsten in Rotterdam drie trams op elkaar waarbij eveneens gewonden vielen.Aansprakelijkheid van de vervoerder
Op het moment dat je een kaartje koopt heb je een overeenkomst gesloten met de vervoerder. De vervoerder moet er dan voor zorgen dat hij jou veilig op de plaats van bestemming brengt. De vervoerder is dan ook aansprakelijk voor letselschade opgelopen tijdens de rit. Dit is wettelijk geregeld voor binnenlands openbaar vervoer. De letterlijke tekst is: ‘de vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer aan de reiziger is overkomen’.Uitzondering: overmacht
Als de vervoerder aannemelijk kan maken dat er sprake is van overmacht is hij niet aansprakelijk. Er is geen sprake van overmacht als het vervoermiddel niet goed functioneerde of het materieel [bv spoor] niet functioneerde. Fouten van de bestuurder leveren ook geen overmacht op. Alleen als de vervoerder kan aantonen dat het ongeval niet te voorkomen was geweest en dat ondanks alle mogelijke voorzorgsmaatregelen letsel niet voorkomen had kunnen worden is er sprake van overmacht.Beperking aansprakelijkheid
Als de vervoerder bewijst dat er sprake is van eigen schuld bij de reiziger kan de aansprakelijkheid beperkt worden. Bijvoorbeeld als de reiziger de gordel niet heeft gedragen, terwijl deze wel aanwezig was.Beperking schade-uitkering
Als de aansprakelijkheid van de vervoerder vast staat en de vervoerder zich dus niet kan beroepen op overmacht zal de vervoerder in beginsel alle schade van de slachtoffers moeten voldoen. Echter er geldt een wettelijk maximum van € 137.000,00 per slachtoffer. Bij slachtoffers met ernstig letsel is de schade vele malen groter. Een schadevergoeding van € 137.000,00 is dan bij lange na niet toereikend. Slachtoffers met ernstig letsel, zoals hersenletsel, dwarslaesie e.d. krijgen dus niet hun volledige schade vergoed. Dit maximum geldt niet als er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de vervoerder en de wetenschap dat hieruit schade kan voortvloeien. Hiervan is niet snel sprake. Slechts in een enkel geval kan hier een beroep op worden gedaan.Conclusie
Het is zeer van belang dat gekeken wordt naar optimale veiligheid van het openbaar vervoer. Sowieso vanuit het oogpunt om zoveel mogelijk ongelukken te voorkomen die letsel tot gevolg hebben bij medeweggebruikers maar ook bij inzittenden. Zeker nu voor inzittenden van o.a. de bus, tram, metro en trein een maximum uit te keren bedrag voor schadevergoeding geldt. Bij ernstig letsel schieten de uit te keren maximumbedragen beduidend te kort. Als je slachtoffer bent van een ongeval met het openbaar vervoer is het advies om een letselschadeadvocaat in te schakelen. Edith de Koning-Witte / Rutger Boogers Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" 10 mei 2014Een vrouw is in haar tuin door haar hond in haar rechterarm en haar rechterborst gebeten. Zij loopt hierbij letsel op. Zij acht haar echtgenoot voor 50% aansprakelijk voor de door het ongeval veroorzaakte schade. Aansprakelijkheidsverzekering particulieren [AVP] De vrouw en haar echtgenoot hebben een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten. Onderlinge aansprakelijkheid in geval van personenschade is ook gedekt. Hetgeen velen niet weten is dat je dus voor letselschade mogelijk een aanspraak kan doen op je eigen aansprakelijkheidsverzekering. Hiervan is veelal sprake als het ongeval en dus het letsel is toegebracht door een ander gezinslid. Aansprakelijkheid voor schade toegebracht door dieren [art. 6:179BW] De bezitter van een dier is aansprakelijk voor schade die het dier toebrengt aan anderen. Dit is een risicoaansprakelijkheid. De eigen energie van het dier moet de schade hebben toegebracht. En niet bijvoorbeeld een commando dat hij krijgt of opzettelijke uitlokking door het baasje. In deze zaak was hiervan geen sprake. Medebezitter 50% aansprakelijk? Het echtpaar heeft de hond gezamenlijk gekocht en zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Tevens gedragen zij zich ook beiden als bezitter van de hond. Er is aldus sprake van medebezit. De vrouw acht haar man dus voor de helft van de schade door de hondenbeet aansprakelijk op basis van medebezit. Rancune speelt hier overigens geen rol. Zij wenst aanspraak te maken op een uitkering op basis van hun gezamenlijke aansprakelijkheidsverzekering. Hangmat-arrest De vordering van de vrouw is geheel niet vreemd, gelet op het Hangmat-arrest: Een vrouw heeft in haar tuin een hangmat opgehangen aan een gemetselde pilaar. Nadat zij in die hangmat is gaan liggen is de pilaar kort boven de grond afgebroken. Zij heeft hierdoor zeer ernstig letsel opgelopen, namelijk een complete dwarslaesie. Samen met haar echtgenoot is ze eigenaar van de pilaar. De vrouw heeft met succes haar echtgenoot aangesproken. De Rechtbank stelde haar in het gelijk. Wel werd de aansprakelijkheid tot 50% beperkt, omdat de vrouw zelf ook voor de helft eigenaar is van de gebrekkige pilaar. De verzekeraar ging in hoger beroep. De Hoge Raad besliste echter hetzelfde als de Rechtbank en de verzekeraar heeft de [toekomstige]schade voor de helft moeten vergoeden. Oordeel Rechtbank in hondenbeet De rechtbank oordeelt in deze zaak anders. De Rechtbank acht de man niet aansprakelijk, ook niet voor 50%. Een bezitter van een dier wordt, aldus de rechtbank, geacht door het bezit het risico op schade impliciet te hebben aanvaard. De vrouw heeft een bewuste keuze gemaakt om [mede]bezitter van het dier te zijn en heeft daardoor het risico op schade aanvaard. Gelet op de uitspraak door de Hoge Raad in het hangmatarrest is het maar de vraag of dit oordeel van de Rechtbank inzake de hondenbeet stand houdt. Het lijkt tegenstrijdig dat medebezitters van een pilaar elkaar wel en medebezitters van een dier elkaar niet aan kunnen spreken. Het is afwachten op hoger beroep.[post_title] => Echtgenoot aansprakelijk voor hondenbeet bij zijn vrouw? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => echtgenoot-aansprakelijk-voor-hondenbeet-bij-zijn-vrouw [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-09-20 16:03:48 [post_modified_gmt] => 2016-09-20 14:03:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2015/10/27/echtgenoot-aansprakelijk-voor-hondenbeet-bij-zijn-vrouw/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 47 [max_num_pages] => 5 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => ddbd0b45d0b6a8769318ec1c47ff9701 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )Edith de Koning-Witte / Rutger Boogers
Dit artikel is gepubliceerd in "De Uitstraling" oktober 2015.