Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 111
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 111
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1437
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 1100, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 9643
                    [post_author] => 26
                    [post_date] => 2016-07-21 11:56:10
                    [post_date_gmt] => 2016-07-21 09:56:10
                    [post_content] =>  

De Wet Werk en Zekerheid [WWZ] heeft het arbeidsrecht/ontslagrecht ingrijpend gewijzigd. Doel van de WWZ was onder andere dat het arbeidsrecht eenvoudiger, sneller en goedkoper zou worden. Uit onderzoek van de Vereniging van Arbeidsrecht Advocaten Nederland [VAAN] en de Vereniging van Arbeidsrecht [VvA] is gebleken dat niet alle doelstellingen zijn bereikt.

 Uit het onderzoek van de VAAN en de VvA blijkt dat de ontbindingsprocedure bij de Rechtbank door het limitatieve grondenstelstel is bemoeilijkt, hetgeen eveneens door de gepubliceerde en niet-gepubliceerde rechtsspraak wordt bevestigd. Zo blijkt uit de niet-gepubliceerde rechtspraak dat voor de WWZ gemiddeld één op de tien ontbindingsverzoeken werd afgewezen, terwijl dit onder de WWZ in gemiddeld vier op de tien het geval is. Uit de niet-gepubliceerde rechtspraak blijkt dat het aantal afwijzingen onder de WWZ is verviervoudigd.

De ontbindingsprocedure is met name bemoeilijkt omdat de mogelijkheid om ontbinding te vragen wegens verschillende onvoldragen redelijke gronden, die tezamen ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt ontbreekt. Er is derhalve behoefte aan een algemene restgrond, die meer open is dan de huidige h-grond, hetwelk neer komt op ruimte voor het billijkheidsoordeel van vóór de WWZ.

Voorts is gebleken dat de instroom van nieuwe zaken bij de Rechtbank laag is gebleven, niet in de laatste plaats omdat er [nog] meer schikkingen worden getroffen onder de WWZ. Het groot aantal alsnog ingetrokken ontbindingsverzoeken sluit bij dit beeld aan.

Overigens heeft de wetgever in ieder geval éénvan haar hoofddoelen bereikt, namelijk het verlagen van ontslagvergoedingen. Uit het evaluatieonderzoek volgt dat het stelsel minder kostbaar is voor werkgevers. Daar staat tegenover dat werkgevers onder het oude recht gebruik konden maken van de UWV-ontslagroute, waarbij geen vergoeding werd toegekend, terwijl nu bij elk ontslag in beginsel de transitievergoeding verschuldigd is. Uit het onderzoek blijkt dat bij schikkingen onder de WWZ in vergelijkbare gevallen een lagere vergoeding wordt overeengekomen dan voor de WWZ.

Wij adviseren u graag over mogelijkheden met betrekking tot het ontslagrecht. Via deze link kunt u het volledige VAAN-VvA evaluatieonderzoek WWZ 2016 lezen.
                    [post_title] => Evaluatie WWZ: meer afwijzingen, maar wel goedkoper
                    [post_excerpt] => 
                    [post_status] => publish
                    [comment_status] => open
                    [ping_status] => open
                    [post_password] => 
                    [post_name] => evaluatie-wwz-meer-afwijzingen-wel-goedkoper
                    [to_ping] => 
                    [pinged] => 
                    [post_modified] => 2016-07-26 17:28:46
                    [post_modified_gmt] => 2016-07-26 15:28:46
                    [post_content_filtered] => 
                    [post_parent] => 0
                    [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9643
                    [menu_order] => 0
                    [post_type] => post
                    [post_mime_type] => 
                    [comment_count] => 0
                    [filter] => raw
                )

            [1] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 9639
                    [post_author] => 26
                    [post_date] => 2016-07-21 11:33:37
                    [post_date_gmt] => 2016-07-21 09:33:37
                    [post_content] =>  

Vanaf 1 juli 2016 geldt de Klokkenluiderswet. Deze wet regelt de mogelijkheden en bescherming van werknemers die misstanden willen melden. Hieronder vindt u de belangrijkste punten van de klokkenluidersregeling op een rij.

Alle organisaties waar 50 of meer mensen werken, moeten een klokkenluidersregeling hebben. Hierin staat hoe de werkgever om gaat met meldingen van een vermoeden van misstanden. In de wet staat wat er tenminste in de klokkenluidersregeling moet staan. Wie voor 1 juli 2016 al een klokkenluidersregeling had, moet deze dus aanpassen aan de nieuwe wet.

De Klokkenluiderswet geldt voor werkgevers en werkenden [in loondienst, ZZP’er, vrijwilliger, flexwerkers en stagiaires]. Een werknemer kan een melding doen als hij/zij denkt dat er iets mis is in de organisatie waar hij/zij werkt of heeft gewerkt. Hij kan ook melding doen over een organisatie waarmee hij/zij in aanraking is gekomen via zijn werk. De melder moet dan wel zelf iets weten of bemerkt hebben. Iets melden op basis van geruchten of verhalen van andere kan niet.

De melding moet betrekking hebben op misstanden met een maatschappelijk belang:
  • Schending van een wettelijk voorschrift;
  • Gevaar voor de volksgezondheid;
  • Gevaarlijk voor de veiligheid van personen;
  • Gevaar voor de aantasting van het milieu.
Gevaar voor het goed functioneren van overheidsorganisatie of bedrijf als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten. De werkgever mag de werknemer niet benadelen omdat hij/zij een melding gedaan heeft. De werknemer moet de melding wel op de juiste manier gedaan hebben. Benadeling kan zijn ontslag, maar ook eenzijdige overplaatsing, het weigeren van promotie of pesten  inhouden. Het is natuurlijk zaak om een Klokkenluidersregeling op de organisatie af te stemmen. Mocht u hierover vragen hebben dan kunt u hierover contact met ons opnemen. [post_title] => Wet Huis voor Klokkenluiders [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => wet-huis-klokkenluiders [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-07-26 17:30:48 [post_modified_gmt] => 2016-07-26 15:30:48 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9639 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 9626 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-07-15 17:38:34 [post_date_gmt] => 2016-07-15 15:38:34 [post_content] => Pokémon Go is het eerste augmented reality spel dat een enorme hype is geworden.[1] Door gebruik te maken van onze echte wereld, worden dit soort spellen een stuk realistischer en daardoor vaak leuker om te spelen.[2] Stel je eens voor dat in jouw straat een leger klaar staat voor de strijd met de legers van buurtgenoten of dat het huis van de sims bij jou in de tuin staat? Mensenmassa_pokemonGO Een spel als Pokémon Go veroorzaakt echter ook onwenselijkheden. In een eerder artikel hebben wij al gewezen op privacyrisico’s die gepaard kunnen gaan met het spelen van Pokémon Go voordat het in Europa beschikbaar is. Een ander probleem is het volgende. De spelers van het spel komen op bepaalde plaatsen in het dorp of in de stad bijeen. Deze plaatsen hebben in het spel een belangrijke stempel hebben gekregen, zoals het zijn van een ‘gym’, waar pokémon gevechten gehouden kunnen worden, of zogeheten pokéstops, waar attributen verdiend kunnen worden. Met behulp van eerder uitgebrachte games hebben de makers van Pokémon Go, Niantic Labs, informatie ingewonnen over locaties die hiervoor geschikt zijn. Dit zijn meestal markante gebouwen, monumenten of ornamenten, zoals beeldjes of muurschilderingen. De eigenaren of gebruikers worden dag en nacht geconfronteerd met pokémontrainers die voor hun huis staan. Zij hebben er niet voor gekozen hiermee geconfronteerd te worden, maar wat valt hiertegen te doen?
Wordt de hinder veroorzaakt door de mensen voor de deur of de makers van het spel?
Allereerst is goed om na te gaan wie de overlast veroorzaakt. Zijn dat de personen die voor jouw deur staan? Het snelle antwoord hierop zal ‘ja’ luiden, maar elk van deze mensen individueel bezien doet weinig verkeerd. Zij staan immers op een openbare plaats, waar zij simpelweg mogen staan. Een samenscholingsverbod zal ook niet snel worden opgelegd, omdat de openbare orde of veiligheid niet in gedrang komt. Bovendien kunnen zich in één enkele straat al meerdere pokéstops of gyms bevinden en je kunt moeilijk voor elk van deze plaatsen samenscholingsverboden uitvaardigen. De makers van het spel kunnen mijns inziens eerder als veroorzaker worden beschouwd.  Zij hebben immers deze locaties bepaald en lokken mensen met dit spel ernaartoe. Maar handelen zij hierdoor onrechtmatig?
Hoe hinderlijk is de hinder?
Nog los van de vraag of het mogelijk is en welke stappen ervoor nodig zijn om een Amerikaanse partij, zoals Niantic Labs, aan te kunnen spreken, biedt de Nederlandse wet wel de mogelijkheid om op te treden tegen een partij die voor hinder zorgt. Als eigenaar van de woning kun je stellen dat de hinder een inbreuk vormt op jouw eigendomsrecht, omdat het genot hierdoor afneemt. Een rechter kan vervolgens bepalen dat de veroorzaker ervoor moet zorgen dat de hinder stopt. De Hoge Raad[3] heeft in 1972 al bepaald dat de ernst van de hinder en de omstandigheden waaronder deze plaatsvindt, bepalen of er sprake is van een inbreuk op het eigendomsrecht. Dit is een nogal vaag criterium, waaruit niet meer dan de conclusie kan worden getrokken dan dat het mogelijk kan zijn om op te treden als de hinder maar erg genoeg is en lang genoeg duurt. Hoeveel pokémontrainers moet je dulden voor je huis voordat je ertegen kunt optreden? Hiervan zal niet snel sprake zijn en elk geval zal op zichzelf staand beoordeeld moeten worden. Misschien is het maar het beste om vast te houden aan het idee dat het hier om een hype gaat, die vanzelf weer voorbijgaat. Anderen zijn juist wel blij met het publiek voor de deur, zo denkt Niantic Labs tenminste. Inmiddels verschijnen er namelijk berichten dat Niantic Labs bedrijven juist wil laten betalen om bij wijze van reclame een functie te krijgen in het spel.[4] Als er maar genoeg bedrijven zijn die hiervoor willen betalen, dan zou daarmee de overlast ook kunnen afnemen. [1] http://www.nu.nl/games/4293588/13-miljoen-nederlanders-spelen-pokemon-go.html [2]http://www.wareable.com/vr/virtual-reality-vs-augmented-reality-which-is-the-future [3] HR 10 maart 1972, NJ 1927, 178. [4] https://tweakers.net/nieuws/113543/niantic-wil-geld-verdienen-aan-pokemon-go-met-gesponsorde-locaties.html [post_title] => Pokémon Go, leuk maar hoe krijg ik die mensen hier weg? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => pokemon-go-leuk-hoe-krijg-mensen-hier-weg [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-10-26 16:31:09 [post_modified_gmt] => 2022-10-26 14:31:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9626 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 9612 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-07-14 15:13:39 [post_date_gmt] => 2016-07-14 13:13:39 [post_content] =>   Alleen wanneer je onder een steen leeft zal de recente smartphonehype Pokémon Go je nog niet hebben bereikt. Even heel kort, Pokémon Go is een smartphonespelletje dat door middel van augmented reality, digitale Pokémon projecteert in de echte wereld. Spelers van Pokémon Go kunnen zich daarmee zelf Pokémontrainers wanen. Iets waar velen ongetwijfeld lang naar uit hebben gekeken. Pokemon_Go Vooralsnog is Pokémon Go alleen te downloaden via een APK-bestand voor Android telefoons of via een Amerikaans, Australisch of Nieuw-Zeelands AppleID voor Iphone-gebruikers. In Nederland en de rest van de Europese Unie is de app nog niet te downloaden. Heel veel mensen willen echter niet wachten tot het moment dat de app ook in Europa te downloaden is en zoeken naar mogelijkheden om hem al eerder te downloaden. Die mogelijkheid is er natuurlijk, waardoor ook in Nederland de Pokémon Go hype ook steeds grotere proporties aanneemt[1]. Natuurlijk ga ik hier niet betogen dat de app op een dergelijke manier verkrijgen dom is, maar ik vind het wel goed om erop te wijzen dat met het downloaden van de app via een ander land, je daarmee een  privacy-risico loopt. Dit geldt zeker wanneer van de Amerikaanse appstore gebruik gemaakt wordt. Persoonsgegevens en locatiegegevens zullen opgeslagen worden op Amerikaanse servers. Hierop wijst de ontwikkelaar van het spel ook nadrukkelijk. Nu hoeft ook dat natuurlijk niet meteen een probleem op te leveren, maar het is wel zo dat in de Verenigde Staten een lager niveau van bescherming van persoonsgegevens wordt aangehouden dan in de Europese Unie. Al eerder schreef ik een artikel over de Schrems uitspraak, waarin een Oostenrijker met succes het privacybeleid van Facebook aanvocht.[2] Dat heeft er zelfs toe geleid dat er een volledig nieuw verdrag gesloten moest worden tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten [het EU-US Privacy Shield] om ervoor te zorgen dat persoonsgegevens van beide zijden uitgewisseld kunnen worden. Mocht het dus een keer fout gaan en door een datalek komen je gegevens op straat te liggen, dan is het heel moeilijk om daar vanuit Nederland in Amerika iets tegen te doen. Nogmaals, ik wil niet zeggen dat je niet Pokémon Go zou moeten downloaden als je echt niet kan wachten op een Europese download, maar wees ervan bewust dat je persoonsgegevens minder goed beveiligd zijn dan hier in Europa. Zeker als dat wordt gekoppeld aan het voor het spel noodzakelijke doorgeven van de eigen locatie, dan kan ik mij zo voorstellen dat er toch wel zeer waardevolle informatie in handen van de Amerikanen komt. Vind je dat niet erg, laat je dan vooral niet tegenhouden. Heb je daar je bedenkingen bij, dan is het misschien beter om te wachten op een Europese download. En of je nu al gaat spelen, dan wel nog even wacht, ik wens je in ieder geval veel plezier!   [1] http://www.nu.nl/groningen/4293019/eerste-pokemon-go-bekeuring-uitgedeeld-.html [2] https://bg.legal/europese-facebook-gegevens-worden-onvoldoende-beschermd-in-amerika   [post_title] => Pokémon Go, leuk maar hoe zit het met de privacy? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => pokemon-go-leuk-hoe-zit-privacy [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-07-14 15:19:06 [post_modified_gmt] => 2016-07-14 13:19:06 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9612 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 9594 [post_author] => 10 [post_date] => 2016-07-12 15:54:33 [post_date_gmt] => 2016-07-12 13:54:33 [post_content] =>     De feiten Abattoir Amsterdam exploiteert een slachterij die in opdracht van derden voornamelijk runderen en kalveren slacht. Abattoir Amsterdam heeft op een zeker moment 7 kalveren [verder “de 7 kalveren”] geslacht afkomstig van een kalverhouderijbedrijf. In diezelfde periode is door TNO onderzoeks-bureau DUCARES onderzoek gedaan van onder meer urinemonsters en haarmonsters genomen bij kalveren van het bewuste kalverhouderijbedrijf. Het resultaat van dit onderzoek luidde de aanwezigheid van het [verboden] spierversterkende middel Clenbuterol. Het kalverhouderijbedrijf is nog dezelfde dag onder toezicht gesteld. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit [NVWA] op de hoogte gesteld van voornoemd onderzoeksresultaat, heeft Abattoir Amsterdam mondeling medegedeeld dat bij kalveren van het bewuste kalverhouderijbedrijf het gebruik van het middel Clenbuterol was aangetoond en waarop Abattoir Amsterdam vervolgens procedures heeft ingeleid met het oog op het uit de handel nemen van [lichaamsmateriaal van] de 7 kalveren. Naar aanleiding van het onderzoeksresultaat zijn vervolgens zowel bij kalveren uit de stallen van het kalverhouderijbedrijf ten aanzien waarvan aanwezigheid van Clenbuterol was aangetoond, als bij kalveren uit haar stallen waar nog geen monsters waren genomen [in welke laatstbedoelde stallen de 7 kalveren hadden gestaan] diverse monsters genomen ten behoeve van verder onderzoek. De NVWA bericht Abattoir Amsterdam dat omdat door laatstgenoemde de 7 kalveren afkomstig van het bewuste kalverhouderijbedrijf zijn ontvangen [en geslacht], en welke runderen mogelijk besmet zijn geweest met de verboden stof Clenbuterol, Abattoir Amsterdam op grond van artikel 19 van verordening [EG] nummer 187/2002 [ook wel de General Food Law genoemd], gehouden is onmiddellijk procedures in te leiden om het vlees van de 7 kalveren en de producten ervan uit voorzorg uit de handel te halen.  Abattoir Amsterdam moet vervolgens de NVWA een volledige melding doen over de door haar te nemen acties ter voldoening aan voorgenoemde verplichting van de General Food Law. Bij gebreke hiervan zal de NVWA een inspectie bij Abattoir Amsterdam uitvoeren om na te gaan of de bewuste verplichtingen zijn uitgevoerd. Bij onvoldoende stappen ter zake zal de NVWA genoodzaakt zijn maatregelen te nemen. Uit het eerder genoemde nadere onderzoek volgt later dat in de monsters van kalveren uit de stallen waar de 7 kalveren hadden gestaan, geen Clenbuterol was aangetroffen. Evenmin is in de overige genomen monsters van kalveren van het kalverhouderijbedrijf Clenbuterol aangetroffen. Gelet hierop heeft de NVWA Abattoir Amsterdam aangegeven dat er geen gezondheidsrisico is voor de consument en het geblokkeerde vlees van [onder meer] de 7 kalveren kan worden vrijgegeven. Overigens, er is [dus] wel aanwezigheid van Clenbuterol aangetoond in andere kalveren van het kalverhouderijbedrijf maar deze kalveren hebben gestaan in een andere stal dan de stal waarin de 7 [door Abattoir Amsterdam geslachte] kalveren hebben gestaan. Vordering Abattoir Amsterdam vordert dat de Staat de schade van Abattoir Amsterdam vergoedt ten gevolge van het op grond van wat Abattoir Amsterdam noemt de “recall-vordering”, uit de handel hebben moeten nemen van het vlees van de 7 kalveren, terwijl achteraf gezien de “recall-vordering” onterecht is geweest en waarmee het door de Staat niet willen vergoeden van de schade van Abattoir Amsterdam, onrechtmatig is. Beoordeling rechtbank De recall-verplichting op grond van artikel 19 van de General Food Law houdt in dat voor een exploitant van een levensmiddelenbedrijf als Abattoir Amsterdam in geval zij redenen heeft om aan te nemen dat door haar ten behoeve van de consumptie geslacht en verwerkt vlees niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, de direct werkende verplichting geldt om onmiddellijk procedures te entameren om dit vlees uit de handel te [laten] nemen. Voor het ontstaan van deze recall-verplichting is niet vereist dat definitief is vastgesteld dat sprake is van een werkelijk en onmiddellijk gevaar voor de voedselveiligheid en de volksgezondheid. De [eerste] onderzoeks-resultaten waar de NVWA Abattoir Amsterdam op heeft gewezen, had dus zo wie zo reden voor Abattoir Amsterdam moeten zijn om aan te nemen dat het vlees van de 7 kalveren niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldeed. De berichtgeving van de NVWA aan Abattoir Amsterdam over de eerste onderzoeksresultaten, was gerechtvaardigd en niet in strijd met enige rechtsnorm en levert geen onrechtmatig handelen van de Staat op. De rechtbank wijst erop dat de berichtgeving van de NVWA aan Abattoir Amsterdam geen “recall-vordering” is geweest. Met haar mededelingen heeft de NVWA Abattoir Amsterdam terecht gewezen op de recall-verplichting en op de gevolgen van het niet naleven daarvan. De recall-verplichting volgt uit artikel 19 van de General Food Law en voor het ontstaan van de recall-verplichting is dan ook geen vordering van de NVWA noodzakelijk. Het beroep van Abattoir Amsterdam op nadeelcompensatie omdat de maatregelen achteraf bezien niet nodig waren geweest, wordt ook door de rechtbank afgewezen. Voor een beroep op nadeelcompensatie moet sprake zijn van onevenredig nadelige – dat wil zeggen: buiten het normale maatschappelijke risico of het normale bedrijfsrisico vallende, en op een beperkte groep burgers of instellingen drukkende – gevolgen van een overheidshandeling of overheidsbesluit. Bij de beoordeling of sprake is van normaal bedrijfsrisico dienen de voorzienbaarheid voor de ondernemer van de schade te worden betrokken, de omvang van de schade en de aard van de overheids-handeling. Niet is in geschil dat in deze zaak geen sprake is van een overheidsbesluit. Als de berichtgeving van de NVWA al als een relevante overheidshandeling dient te worden beschouwd – de recall-verplichting van Abattoir Amsterdam is immers niet het [directe] gevolg van deze berichtgeving, maar volgt uit artikel 19 van de General Food Law – stuit het betoog van Abattoir Amsterdam af op de omstandigheid dat [de beweerdelijke omvang van] de schade voor haar voorzienbaar was en dat de geleden schade dus tot haar normaal bedrijfsrisico behoort. De rechtbank komt tot de slotsom dat het de Staat geen verwijt treft, en er geen grond is voor schadevergoeding aan Abattoir Amsterdam. Beschouwing Welke les kan nu uit deze uitspraak worden getrokken? Welnu, wanneer een exploitant van een levensmiddelenbedrijf redenen heeft [bijvoorbeeld door berichtgeving van de NVWA] aan te nemen dat een levensmiddel dat hij ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd heeft niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, heeft hij de verplichting onmiddellijk de procedure in te leiden om het betrokken levensmiddel uit de handel te nemen. De daaraan verbonden kosten zijn voorzienbaar en behoren tot het normaal bedrijfsrisico. Als achteraf uit nader onderzoek blijkt dat het levensmiddel dat aldus uit de handel is genomen, volgens de NVWA weer kan worden vrijgegeven omdat er geen gezondheidsrisico is voor de consument, levert dit in beginsel dus geen overheidsaansprakelijkheid op. Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf doet er dan ook goed aan om niet alleen de terughaalactie in voldoende mate te nemen om een volledige melding aan de NVWA dienaangaande te kunnen doen [dit ter vermijding van het opgelegd krijgen van een bestuurlijke boete door de NVWA], maar ook om deze actie zo uit te voeren dat de kosten zo beperkt mogelijk blijven en het weer in handel brengen van het levensmiddel zo mogelijk nog kan. Immers, er kan niet [altijd] worden uitgesloten dat geblokkeerde levensmiddelen in een later stadium door de NVWA toch weer worden vrijgegeven zoals deze zaak illustreert. En omdat daarbij de kosten van de recall blijven rusten op de exploitant van het levensmiddelenbedrijf, vormt schadebeperking het devies. Lees hier de volledige Uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 9 maart 2016 [post_title] => Recall-verplichting leidt niet tot overheidsaansprakelijkheid [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => recall-verplichting-leidt-tot-overheidsaansprakelijkheid [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-07-26 17:25:37 [post_modified_gmt] => 2016-07-26 15:25:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9594 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 9536 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-07-05 17:22:54 [post_date_gmt] => 2016-07-05 15:22:54 [post_content] =>   Wanneer u uw geld verdient met de ontwikkeling van ICT-producten [software, apps, e.d.] is het belangrijk om te beschermen wat u hebt ontwikkeld. Dat met de ontwikkeling van software auteursrecht ontstaat bij de maker daarvan, zie ik als bekende informatie. Ik ga in dit artikel dan ook geen tijd besteden aan wat het auteursrecht is en welke rechten dat aan de maker van het werk geeft. Wilt u daar mee over weten, dan is een simpele zoekopdracht via Google meer dan voldoende. Nee, wat ik wel ga doen is wijzen op een ondergeschoven kindje qua aandachtspunten van ICT bedrijven. De bescherming van uw auteursrecht kan richting uw klanten nog zo goed vastgelegd worden door middel van  contractuele bepalingen, het gevaar komt van binnenuit! Het gevaar komt van binnenuit?! Zoals het kopje al doet vermoeden is een van de grootste gevaren voor inbreuk op uw auteursrecht te vinden bij uw werknemers. Ongetwijfeld hebt u als ICT-bedrijf arbeidsovereenkomsten afgesloten met uw werknemers, waarin ook een bepaling staat opgenomen over het auteursrecht dat ontstaat bij de ontwikkeling van software. Gebruikelijk is een bepaling zoals de volgende: Alle intellectuele eigendomsrechten, ontstaan tijdens de uitoefening van het dienstverband en waarop de werknemer enig recht kan uitoefenen, komen toe aan de werkgever, als ware de werkgever de maker van het werk. Voor zover het intellectueel eigendomsrecht niet op basis van de wet noch de vorige volzin, overgaat op de werkgever, dan zal werknemer zijn/haar medewerking verlenen voor de overdracht van enig intellectueel eigendomsrecht aan werkgever. Werkgever is voor deze overdracht geen vergoeding verschuldigd aangezien dat reeds in het salaris is verdisconteerd. Bovenstaande schuingedrukte tekst is een voorbeeld om aan te sluiten bij de Auteurswet, doordat hiermee bereikt wordt dat het auteursrecht dat (mogelijk) bij de werknemer ontstaat, toekomt aan de werkgever. Even een zijstapje, deze regel geldt niet in die gevallen dat een opdrachtnemer (ZZP-er/freelancer) wordt ingeschakeld bij wie het auteursrecht komt te rusten, aangezien een opdrachtnemer per definitie niet in dienst zal zijn van de opdrachtgever. Terug naar de werkgever en de werknemer. Uit een recente uitspraak[1] blijkt dat er soms wel degelijk sprake kan zijn van discussie over de vraag waar het auteursrecht rust, ook al is er een bepaling waarin wordt vastgesteld dat het auteursrecht aan de werkgever wordt overgedragen. Dit laatste speelt met name in die gevallen dat het auteursrecht door een werknemer kan worden geclaimd op een werk dat niet is gecreëerd bij de uitoefening van het dienstverband. Uit deze uitspraak blijkt dat het auteursrecht op de werken die door de werknemer zijn vervaardigd, terwijl deze niet tot de taakomschrijving van de werknemer horen, aan de werknemer toekomt . Ook in het geval de werkgever het werk nuttig kan gebruiken. Dit ongeacht een bepaling zoals hierboven weergegeven. Ik hoor u als ICT-werkgever denken; wat moeten we hieraan doen? Er zijn een aantal opties die u hier hebt. Deze worden hierna in willekeurige volgorde gegeven, aangezien niet één oplossing de beste is. Taakomschrijving
  • Maak de taakomschrijving van de werknemer zo breed mogelijk. Voorkom dat een werknemer bijvoorbeeld is ingehuurd als appontwikkelaar en hij in een onbewaakt moment een aantal regels code schrijft, die voor een belangrijke softwaretoepassing van de werkgever uitermate nuttig zijn. Zoals al bleek, kan in die gevallen gesteld worden dat het schrijven van die code niet tot de taakomschrijving van de werknemer behoorde, en het auteursrecht op de code dus bij de werknemer blijft rusten. Als gezegd kan dit voorkomen worden door een brede taakomschrijving, die rekening houdt met alle mogelijke werkzaamheden van de werknemer.
 Overdragen auteursrecht
  • In voorkomende gevallen kan de werkgever van de werknemer verlangen om zijn handtekening onder een document dat het auteursrecht overdraagt te plaatsen. In dat geval zal er geen enkele discussie kunnen ontstaan over de overdracht. Lastig is natuurlijk wel dat de werknemer zich op dat moment mogelijk beseft dat hij een belangrijk recht in handen heeft en dus zijn huid duur zal verkopen.
Beter toezicht op werknemers
  • Een laatste oplossing en waarschijnlijk ook het intrappen van een open deur, komt neer op het beter controleren van activiteiten van de werknemers. Probeer als werkgever zoveel mogelijk inzichtelijk te hebben waar je werknemers mee bezig zijn en welke intellectuele eigendomsrechten daarmee zouden kunnen ontstaan. Dit heeft weer twee voordelen, aan de ene kant zijn intellectuele eigendomsrechten natuurlijk waardevol en kunnen ze ook voor de onderneming een belangrijke extra bron van inkomsten vormen en aan de andere kant geldt dat ook arbeidsrechtelijk gezien toezicht zal moeten worden gehouden op de werknemers.
In de ICT-branche is het natuurlijk wel zo dat werknemers heel veel vrijheid krijgen en die vrijheid ook willen hebben. U zult als ICT-ondernemer ook steeds goed moeten laveren tussen aan de ene kant volledige controleren van de werknemers, wat mogelijk de creativiteit inperkt en aan de andere kan niet al teveel toestaan, omdat daarmee het risico bestaat dat intellectuele eigendomsrechten misgelopen worden. Wat de allerbeste oplossing is en of er niet meer oplossingen zijn te combineren, is natuurlijk lastig in zijn algemeenheid te zeggen, maar wees in ieder geval bewust van de risico’s.  
[1] Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam, 6 april 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:1938
[post_title] => ICT Werkgever vs. ICT werknemer, wie heeft het auteursrecht op software? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ict-werkgever-vs-ict-werknemer-auteursrecht-op-software [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-07-26 17:12:43 [post_modified_gmt] => 2016-07-26 15:12:43 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9536 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 9515 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-06-28 16:24:10 [post_date_gmt] => 2016-06-28 14:24:10 [post_content] =>   De nieuwe Wet Civielrechtelijk Bestuursverbod (“WCB”) treedt op 1 juli 2016 in werking. Het doel van deze wet is om te voorkomen dat malafide (oud-)bestuurders ook in de nabije toekomst bestuurder of commissaris mogen zijn. Een bestuurder die een bestuursverbod krijgt opgelegd, mag vervolgens maximaal vijf jaar niet als bestuurder of commissaris van een rechtspersoon fungeren. Zowel het Openbaar Ministerie als de curator kan de rechtbank vragen een bestuursverbod op te leggen. Wordt de bestuurder in strijd met het bestuursverbod alsnog als bestuurder of commissaris aangesteld, dan loopt hij het risico een dwangsom te moeten betalen. Bovendien is de aanstelling nietig. De wet noemt de gevallen waarin zo’n verbod kan worden opgelegd. A. Handelingen voor faillissement Het eerste geval waarin een bestuurder het risico loopt een bestuursverbod opgelegd te krijgen, doet zich voor als de rechter heeft geoordeeld dat de bestuurder voor zijn handelen of nalaten aansprakelijk is (zogeheten bestuurdersaansprakelijkheid). Een tweede geval doet zich voor wanneer de bestuurder doelbewust paulianeuze rechtshandelingen heeft verricht waardoor schuldeisers zijn benadeeld. Ten slotte loopt een bestuurder risico als hij ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement en hem daarvan een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. B. Handelingen tijdens faillissement De wet sanctioneert ook het handelen van een bestuurder tijdens faillissement. Wanneer de bestuurder in ernstige mate tekort schiet in de nakoming van zijn informatie- of medewerkingsverplichtingen, loopt hij eveneens het risico een bestuursverbod opgelegd te krijgen. C. Fiscale handelingen Wanneer de rechtspersoon van de bestuurder ook aan enkele fiscale verplichtingen niet voldoet, loopt hij het risico een bestuursverbod opgelegd te krijgen. Dit heeft betrekking op belastingen die bij wege van aanslag worden geheven. Dit risico doet zich ten eerste voor wanneer de rechtspersoon opzettelijk geen aangifte heeft gedaan of opzettelijk een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan. Ten tweede kan een bestuursverbod worden opgelegd als het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten is dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven. Ten slotte kan een bestuursverbod opgelegd worden als het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige is te wijten dat belasting niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de in de belastingwet gestelde termijn is betaald. Conclusie Onrechtmatig handelen is van alle tijden. Met het in werking treden van de WCB worden de risico’s voor de bestuurders echter groter. Het valt te hopen dat bestuurders nogmaals nadenken voordat men hiertoe overgaat. Bovendien doen bestuurders er verstandig aan om bij twijfel informatie in te winnen. De toekomst zal echter moeten uitwijzen hoe vaak curatoren of het Openbaar Ministerie een beroep op de nieuwe bevoegdheden zullen doen. [post_title] => Per 1 juli 2016: Nieuwe bevoegdheden om op te treden tegen malafide bestuurders [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => per-1-juli-2016-nieuwe-bevoegdheden-om-op-treden-malafide-bestuurders [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-01-03 10:15:34 [post_modified_gmt] => 2022-01-03 09:15:34 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9515 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 9518 [post_author] => 6 [post_date] => 2016-06-27 16:33:13 [post_date_gmt] => 2016-06-27 14:33:13 [post_content] =>   united kingdom exit from europe relative image   Nu de Britten de EU gaan verlaten is het de vraag wat dit gaat betekenen voor de bescherming, gebruik en exploitatie van intellectuele eigendomsrechten (IP). Moeten licentie / distributieovereenkomsten worden aangepast? Moet naast een Uniemerk (zoals we sinds kort Europese / gemeenschapsmerken noemen) een UK merkregistratie worden gevestigd? Kunnen Nederlandse vonnissen nog in de UK ten uitvoer worden gelegd? In dit artikel zal ik aangeven welke actie is vereist om IP te beschermen. Algemeen Binnen de EU is een interne markt gecreëerd waar een vrij verkeer van goederen en diensten geldt. Nationale wetgeving, ook op het gebied van IP, mag geen barrière creëren voor de handel tussen lidstaten. Daarom staat EU regelgeving in hiërarchie boven nationale wetgeving. Bij de toepassing van nationale wetgeving moeten rechters, ook wanneer partijen er geen beroep op doen, EU regelgeving voorrang geven. Om de handel binnen de interne markt te bevorderen is er een Uniemerk (tot 23 maart jl. Gemeenschapsmerk genoemd), een geregistreerd gemeenschapsmodel en een niet-geregistreerd gemeenschapsmodel. Verder krijgen we in 2017 eindelijk een unie octrooi (genaamd: unitair octrooi). De nationale merken en modellen zijn blijven bestaan maar mogen geen onnodige handelsbelemmeringen opwerpen. Het nationale merken / modellenrecht wordt uitgelegd in overeenstemming met EU merken- en modellen regelgeving. Nu de Britten hebben gekozen voor "leave" zal de procedure van artikel 50 van het EU Verdrag (Verdrag van Lissabon) moeten worden gevolgd. Uiterlijk binnen een periode van twee jaar zullen de voorwaarden overeengekomen moeten worden voor het uittreden van de UK. Vergelijk dit met een convenant bij het ontbinden van een huwelijksgoederengemeenschap. In dit 'handelakkoord' zullen de voorwaarden worden vastgelegd waaronder de UK en de EU handel drijven. Zo'n akkoord heeft de EU ook met andere landen zoals onder ander Noorwegen en Zwitserland. Nederland heeft zo'n handelsverdrag met Oekraïne net weggestemd. Of en onder welke voorwaarden zo'n handelsverdrag met de UK er komt is onzeker en onduidelijk. In een dergelijk handelsverdrag zullen waarschijnlijk ook afspraken worden vastgelegd over IP gerelateerde onderwerpen. Uniemerk / gemeenschapsmodel Met een Uniemerk / gemeenschapsmodel heeft de houder een exclusief recht voor alle landen van de Europese Unie. Wanneer de UK uit de EU treedt dan betekent dit dat een Uniemerk / gemeenschapsmodel vanaf dat moment geen bescherming meer biedt in de UK. Het is nog onduidelijk of bestaande registraties makkelijk kunnen worden omgezet in een UK registratie. Wanneer dat niet kan dan zal een houder een nieuw UK merk / modelrecht moeten aanvragen. Voor een modelrecht is dat een probleem omdat dit nieuw moet zijn ten tijde van de aanvraag. Bij een nieuwe merkregistratie kan een probleem ontstaan wanneer bestaande UK merkhouders van een merk dat lijkt op het te registeren merk bezwaar maken tegen de registratie. Afhankelijk van de bekendheid van het merk in de UK kan daar met een beroep op inburgering of voorgebruik doeltreffend verweer tegen worden gevoerd. Actie: degene die nu nog geen UK merkregistratie heeft en alleen een Uniemerk heeft doet er verstandig aan tijdig een UK merkregistratie aan te vragen. Verder kan er een verschil gaan ontstaan in de uitleg van UK IP regelgeving en EU IP regelgeving. Zo worden er regelmatig door nationale rechters vragen aan het EU Hof van Justitie gesteld over de uitleg van begrippen. Zo zijn er bijvoorbeeld uitspraken over wanneer een merk een "bekend merk" is. De EU uitspraken zijn ook richting gevend voor nationale merken. UK rechters zijn na het uittreden niet meer gebonden aan uitspraken van EU rechters en dat kan leiden tot een andere uitleg. En dat kan weer leiden tot onduidelijkheid bij het gebruik van merken / modellen in de EU en de UK. Wat in de UK wel of niet mag zou anders kunnen zijn in de EU. Het is nog onduidelijk of brexit gevolgen zal hebben voor het akkoord wat eindelijk is bereikt over het unitair octrooi. Met een unitair octrooi verkrijgt de octrooihouder een octrooi in de gehele EU (uitgezonderd Spanje en Kroatië). Omdat alleen EU lidstaten deel kunnen nemen zal de UK hier niet aan kunnen deelnemen. Brexit heeft in ieder geval gevolgen voor de handhaving van IP rechten in en buiten de UK. Nu is het mogelijk dat een nationale rechter een uitspraak doet die ook in andere lidstaten ten uitvoer kan worden gelegd. Dat is handig en efficiënt bij inbreuken. Inbreuken zijn vaak niet beperkt tot één lidstaat. Na de brexit zal er meer geprocedeerd moeten worden met het risico van verschillende uitkomsten van de procedure in de EU en de UK. Licenties In een licentieovereenkomst kan zijn bepaald dat een licentienemer het recht krijgt om IP (en know how) te gebruiken in de landen van de Europese Unie. In dat geval is het gebied (territory) gedefinieerd als 'Europese Unie'. In een uitzonderingsgeval zijn landen van de Europese Unie expliciet benoemd. Wanneer de UK uit de Europese Unie treedt behoort het vanaf dat moment niet meer tot de Europese Unie en zou de UK vanaf dat moment dus niet meer tot het gebied behoren waar de licentienemer gebruiksrechten heeft gekregen. Actie: in een addendum bij een licentieovereenkomst dienen partijen nadrukkelijk afspraken te maken over uitbreiding van het gebied waardoor (expliciet) ook de UK tot het gebied gaat behoren. In veel overeenkomsten is bepaald dat aanpassingen / aanvullingen schriftelijk dienen te worden vastgelegd en ondertekend door de daartoe bevoegde personen. Alleen dan is de aanpassing/aanvulling rechtsgeldig. Dit betekent dat een email vastlegging van nieuwe afspraken waarschijnlijk dus niet voldoende is om rechtsgeldig te zijn. Distributie, agentuur  De regelgeving voor diverse vormen van een verticale overeenkomst ( distributie, franchise, exclusieve afname, etc) is bepaald door een Europese verordening (rechtstreeks van toepassing en dus vergelijkbaar met een nationale wet; bv verticale overeenkomsten, voedselveiligheid) of een Europese richtlijn (die in nationale wetgeving moet worden omgezet waardoor tussen lidstaten verschillen kunnen bestaan: bv agentuur). Door het uitreden van de UK zal nationale UK regelgeving mogelijk aangepast worden waardoor afgeweken wordt van EU regelgeving. De uitleg van het recht wordt, wanneer het is gebaseerd op EU regelgeving, in hoogste instantie bepaald door de Europese gerechten ( Gerecht van Eerste Aanleg en Hof van Justitie EU). Met het uittreden uit de EU worden uitspraken van deze gerechten in de UK niet meer bindend. Tenuitvoerlegging  In een aantal verdragen zijn afspraken gemaakt over de betekening in lidstaten, de erkenning van uitspraken van rechters in andere lidstaten en het recht dat van toepassing is (wanneer partijen daar geen afspraak over hebben gemaakt). Door het uittreden van de UK betekent dit dat deze verdragen niet langer werking hebben in de UK en met UK partijen. Zoals eerder aangegeven zal de uitleg van regelinggeving uiteen gaan lopen. Dit betekent dat de uitleg van regels over merken, distributie, agentuur, alleenverkoop, etc. uiteen zullen gaan lopen. Dit betekent dat bedrijven die zaken doen met UK bedrijven vaker dan nu (ook) een beroep zullen moeten doen op UK advocaten. Voor UK bedrijven zal gelden dat zij vaker (ook) een beroep zullen moeten doen op EU advocaten. Actie: wanneer in een overeenkomst is gekozen voor Engels recht dan zou dit heroverwogen moeten worden. De rechtsontwikkeling van het Engels recht zal anders gaan lopen dan het Nederlands / Europees recht. Conclusie  Bedrijven die IP rechten hebben die ook werking moeten hebben in de UK zouden moeten inventariseren wat voor IP zij hebben en of actie is vereist om deze rechten te behouden in de UK. Wanneer in een overeenkomst is gekozen voor Engels recht dan zou overwogen moeten worden om dit aan te passen nu, waarschijnlijk, de rechtsontwikkeling van de UK een andere gaat worden dan die in Nederland en de EU. Wanneer in een overeenkomst 'de Europese Unie' als gebied is genoemd waar rechten van toepassing zijn, dan zou dit in een addendum bij de overeenkomst aangepast moeten worden. [post_title] => Brexit vereist actie voor houders IP (merken, octrooien, etc) [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => brexit-vereist-actie-houders-ip-merken-octrooien [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-07-12 09:31:40 [post_modified_gmt] => 2016-07-12 07:31:40 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9518 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 9530 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-06-22 16:58:40 [post_date_gmt] => 2016-06-22 14:58:40 [post_content] => Wanneer u tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek nietsvermoedend een vaststellingsovereenkomst onder uw neus geschoven krijgt, kan er paniek ontstaan. Dat snap ik. Wat nu? Moet u akkoord gaan met ontslag? Wat zijn uw rechten? Op welke vergoeding heeft u recht? Krijgt u de juridische advieskosten vergoed? En hoe zit het met een WW-uitkering als u dit ondertekent? In dit artikel loods ik u door deze moeilijke situatie. Voordat u gaat nadenken over hoe een ontslagregeling eruit zou moeten zien, is het belangrijk te beseffen dat het – sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid in 2015 –  moeilijker is geworden voor uw werkgever om de arbeidsovereenkomst te laten ontbinden door de rechter. Daar zijn hoge(re) eisen aan gesteld dan voorheen. Wanneer u überhaupt niet met het ontslag akkoord wilt gaan, kunt u er dus ook voor kiezen geen vaststellingsovereenkomst te ondertekenen en indien nodig verweer te voeren in een ontbindingsprocedure. Zie ter illustratie bijvoorbeeld dit nieuwsartikel. Lees hier het gehele artikel in pdf. De_vaststellingsovereenkomst_en_ontslag Dirk School [post_title] => Een vaststellingsovereenkomst. En nu? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => vaststellingsovereenkomst-en-nu [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2019-07-05 10:08:49 [post_modified_gmt] => 2019-07-05 08:08:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9530 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 9419 [post_author] => 10 [post_date] => 2016-06-22 10:19:39 [post_date_gmt] => 2016-06-22 08:19:39 [post_content] =>   Uitspraak van de Rechtbank Midden Nederland van 25 mei 2016 [ECLI:NL:RBMNE:2016:2901]. Feiten: Een taxibedrijf verliest een onderhandse aanbesteding. Het taxibedrijf staakt hierdoor haar bedrijfsactiviteiten en vraagt [en krijgt] toestemming van het UWV voor opzegging van de arbeidsovereenkomsten met werknemers. Enkele van deze werknemers treden aansluitend op de ontslagdatum, in dienst bij de winnaar van de aanbesteding en dit voor de bepaalde tijd van zes maanden en voor een beperkt[er] aantal uren [dan in dienst van het taxibedrijf]. De werknemers vorderen betaling door het taxibedrijf van de transitievergoeding. In de wet is vastgelegd dat een werknemer recht heeft op een transitievergoeding, indien hij ten minste 24 maanden in dienst is en de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt opgezegd, op initiatief van de werkgever niet wordt verlengd, danwel op verzoek van de werkgever door de rechter wordt ontbonden. Het taxibedrijf betwist de gevorderde transitievergoeding door onder meer, onder verwijzing naar de parlementaire behandeling van de Wet werk en zekerheid, aan te geven dat wanneer een [hier] vervoersopdracht na aanbesteding van het ene na het andere vervoersbedrijf overgaat, het uitgangspunt is dat de werknemer met het werk "meeverhuist" naar de nieuwe werkgever en de opbouw van de transitievergoeding doorloopt bij de nieuwe werkgever. En waarmee de winnaar van de aanbesteding moet worden aangemerkt als opvolgend werkgever nu de aanleiding voor de overgang is gelegen in de gunning van de vervoersopdracht aan de opvolgende werkgever. De kantonrechter volgt het taxibedrijf niet in voornoemde argumentatie. Uit de parlementaire stukken met betrekking tot de Wet werk en zekerheid blijkt dat is uitgegaan van de situatie dat bij een werkgeverswisseling de opgebouwde rechten van de werknemer meegaan naar de nieuwe werkgever. Echter deze situatie doet zich in het onderhavige zaak niet voor. Naast het feit dat er geen overgang van onderneming van het taxibedrijf naar de winnaar van de aanbesteding is geweest en het vervoerscontract ook niet via een openbare aanbesteding op de winnaar van de aanbesteding is overgegaan [het betrof immers een onderhandse aanbesteding], is van belang dat het de winnaar van de aanbesteding vrij stond om werknemers van het taxibedrijf wel of niet een baanaanbod te doen en gold die vrijheid ook voor de voorwaarden waaronder een arbeidscontract kom worden aangeboden. Voorts aldus de Kantonrechter, met het beroep op het vermeende opvolgend werkgeverschap van de winnaar van aanbesteding, miskent het taxibedrijf dat de bepaling omtrent het opvolgend werkgeverschap dient ter bescherming van de belangen van de werknemer die met een werkgeverswisseling te maken krijgt en daartoe slechts een voorziening treft voor de berekening van de duur van de arbeidsovereenkomst. Hierdoor geldt dat al zou de winnaar van de aanbesteding als opvolgend werkgever moeten worden aangemerkt, dit niet het taxibedrijf ontslaat van de verplichting te moeten afrekenen [door middel van betaling van een transitievergoeding] over de periode van het dienstverband die aan de werkgeverwisseling is voorafgegaan. Voorts is van belang dat niet in geschil is dat het taxibedrijf de arbeidsovereenkomsten met de werknemers na verkregen UWV-toestemming heeft opgezegd. De Kantonrechter meent dat in een situatie als onderhavige waarin dus daadwerkelijk de werkgever op diens initiatief de arbeids-overeenkomst heeft opgezegd, het te gekunsteld is om aan te nemen dat het initiatief van de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten aan werknemerszijde zou liggen [in welk laatstgenoemd geval er geen transitievergoeding verschuldigd zou zijn]. De juridische moraal van dit verhaal is dat na een aanbesteding goed moet worden gekeken of er sprake is van een verplichte overname van het personeel. Bijvoorbeeld in het kader van een overgang van onderneming of bijvoorbeeld in het kader van de Wet personenvervoer 2000 of gebaseerd op een CAO. Indien daar sprake van is, zal de verliezer van de aanbesteding veelal geen transitievergoeding verschuldigd zijn aan werknemers die verplicht de overstap naar de nieuwe werkgever maken. Als een verplichte overstap naar een nieuwe werkgever niet aan de orde is, en een werkgever die de aanbesteding heeft verloren, gaat over tot opzegging van de arbeidsovereenkomsten, moet een transitievergoeding door deze werkgever worden betaald. In het geval een werknemer zijn werk in dezelfde omvang en onder dezelfde arbeidsvoorwaarden kan voortzetten bij de nieuwe werkgever en de opgebouwde rechten van de werknemer gaan mee naar de nieuwe werkgever, zou sprake kunnen zijn van een situatie waar de eerdergenoemde parlementaire geschiedenis op heeft gedoeld en dit zou mogelijk er toe kunnen leiden dat de aanvankelijke werkgever dan toch geen transitie-vergoeding verschuldigd is op het moment van de overstap. Kortom, er zal in geval van [na] een aanbesteding door zowel verliezer als winnaar, dus door de aanvankelijke werkgever en [hier verondersteld] nieuwe werkgever, beoordeeld moeten worden wat de gevolgen daarvan zijn voor de werknemers van eerstgenoemde die overstappen. Dit ter bepaling of en zo ja wie van deze partijen bij de aanbesteding mogelijk een transitievergoeding aan de werknemers in kwestie verschuldigd zal zijn. [post_title] => Werkgeverswisseling na aanbesteding en de transitievergoeding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => werkgeverswisseling-aanbesteding-en-transitievergoeding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-07-05 16:17:23 [post_modified_gmt] => 2016-07-05 14:17:23 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9419 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 9643 [post_author] => 26 [post_date] => 2016-07-21 11:56:10 [post_date_gmt] => 2016-07-21 09:56:10 [post_content] =>   De Wet Werk en Zekerheid [WWZ] heeft het arbeidsrecht/ontslagrecht ingrijpend gewijzigd. Doel van de WWZ was onder andere dat het arbeidsrecht eenvoudiger, sneller en goedkoper zou worden. Uit onderzoek van de Vereniging van Arbeidsrecht Advocaten Nederland [VAAN] en de Vereniging van Arbeidsrecht [VvA] is gebleken dat niet alle doelstellingen zijn bereikt.  Uit het onderzoek van de VAAN en de VvA blijkt dat de ontbindingsprocedure bij de Rechtbank door het limitatieve grondenstelstel is bemoeilijkt, hetgeen eveneens door de gepubliceerde en niet-gepubliceerde rechtsspraak wordt bevestigd. Zo blijkt uit de niet-gepubliceerde rechtspraak dat voor de WWZ gemiddeld één op de tien ontbindingsverzoeken werd afgewezen, terwijl dit onder de WWZ in gemiddeld vier op de tien het geval is. Uit de niet-gepubliceerde rechtspraak blijkt dat het aantal afwijzingen onder de WWZ is verviervoudigd. De ontbindingsprocedure is met name bemoeilijkt omdat de mogelijkheid om ontbinding te vragen wegens verschillende onvoldragen redelijke gronden, die tezamen ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt ontbreekt. Er is derhalve behoefte aan een algemene restgrond, die meer open is dan de huidige h-grond, hetwelk neer komt op ruimte voor het billijkheidsoordeel van vóór de WWZ. Voorts is gebleken dat de instroom van nieuwe zaken bij de Rechtbank laag is gebleven, niet in de laatste plaats omdat er [nog] meer schikkingen worden getroffen onder de WWZ. Het groot aantal alsnog ingetrokken ontbindingsverzoeken sluit bij dit beeld aan. Overigens heeft de wetgever in ieder geval éénvan haar hoofddoelen bereikt, namelijk het verlagen van ontslagvergoedingen. Uit het evaluatieonderzoek volgt dat het stelsel minder kostbaar is voor werkgevers. Daar staat tegenover dat werkgevers onder het oude recht gebruik konden maken van de UWV-ontslagroute, waarbij geen vergoeding werd toegekend, terwijl nu bij elk ontslag in beginsel de transitievergoeding verschuldigd is. Uit het onderzoek blijkt dat bij schikkingen onder de WWZ in vergelijkbare gevallen een lagere vergoeding wordt overeengekomen dan voor de WWZ. Wij adviseren u graag over mogelijkheden met betrekking tot het ontslagrecht. Via deze link kunt u het volledige VAAN-VvA evaluatieonderzoek WWZ 2016 lezen. [post_title] => Evaluatie WWZ: meer afwijzingen, maar wel goedkoper [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => evaluatie-wwz-meer-afwijzingen-wel-goedkoper [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2016-07-26 17:28:46 [post_modified_gmt] => 2016-07-26 15:28:46 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/?p=9643 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1437 [max_num_pages] => 144 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => e747b31ceef5030be60d36b7101184bd [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
  De Wet Werk en Zekerheid [WWZ] heeft het arbeidsrecht/ontslagrecht ingrijpend gewijzigd. Doel van de WWZ was onder andere dat het arbeidsrecht eenvoudiger, sneller en goedkoper zou worden. Uit onderzoek...
Lees meer
21 jul 2016
BG.legal
  Vanaf 1 juli 2016 geldt de Klokkenluiderswet. Deze wet regelt de mogelijkheden en bescherming van werknemers die misstanden willen melden. Hieronder vindt u de belangrijkste punten van de klokkenluidersregeling...
Lees meer
Pokémon Go is het eerste augmented reality spel dat een enorme hype is geworden.[1] Door gebruik te maken van onze echte wereld, worden dit soort spellen een stuk realistischer en...
Lees meer
  Alleen wanneer je onder een steen leeft zal de recente smartphonehype Pokémon Go je nog niet hebben bereikt. Even heel kort, Pokémon Go is een smartphonespelletje dat door middel...
Lees meer
    De feiten Abattoir Amsterdam exploiteert een slachterij die in opdracht van derden voornamelijk runderen en kalveren slacht. Abattoir Amsterdam heeft op een zeker moment 7 kalveren [verder “de...
Lees meer
  Wanneer u uw geld verdient met de ontwikkeling van ICT-producten [software, apps, e.d.] is het belangrijk om te beschermen wat u hebt ontwikkeld. Dat met de ontwikkeling van software...
Lees meer
  De nieuwe Wet Civielrechtelijk Bestuursverbod (“WCB”) treedt op 1 juli 2016 in werking. Het doel van deze wet is om te voorkomen dat malafide (oud-)bestuurders ook in de nabije...
Lees meer
    Nu de Britten de EU gaan verlaten is het de vraag wat dit gaat betekenen voor de bescherming, gebruik en exploitatie van intellectuele eigendomsrechten (IP). Moeten licentie /...
Lees meer
Wanneer u tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek nietsvermoedend een vaststellingsovereenkomst onder uw neus geschoven krijgt, kan er paniek ontstaan. Dat snap ik. Wat nu? Moet u akkoord gaan met ontslag? Wat...
Lees meer
  Uitspraak van de Rechtbank Midden Nederland van 25 mei 2016 [ECLI:NL:RBMNE:2016:2901]. Feiten: Een taxibedrijf verliest een onderhandse aanbesteding. Het taxibedrijf staakt hierdoor haar bedrijfsactiviteiten en vraagt [en krijgt] toestemming...
Lees meer