Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 16
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 16
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => all
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                    [0] => 10
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1484
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (10)  AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 150, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 7075
                    [post_author] => 10
                    [post_date] => 2014-07-04 00:00:00
                    [post_date_gmt] => 2014-07-04 00:00:00
                    [post_content] => De Staatssecretaris van Financiën heeft in een brief van 3 juli 2014 aan de Tweede Kamer een vijftal specifieke aanpassingen op de Werkkostenregeling [verder WKR]  bekend gemaakt. En waarmee eerdere bezwaren tegen de WKR worden weggenomen en de uitvoerbaarheid van deze  regeling aanzienlijk wordt verbeterd, aldus de Staatssecretaris.

De vijf aanpassingen die de Staatssecretaris aandraagt worden hier kort vermeld. Voor meer details wordt verwezen naar de bewuste brief van de Staatssecretaris.

Ten eerste wordt het nieuwe noodzakelijkheidscriterium beperkt geïntroduceerd  in die zin dat het alleen geldt voor gereedschappen, computers en mobiele communicatiemiddelen.

Ten tweede wordt de huidige afrekensystematiek onder de WKR vereenvoudigd doordat de inhoudingsplichtige voortaan nog maar één keer per jaar hoeft vast te stellen wat zijn verschuldigde belasting in het kader van de WKR is.

In de derde plaats wordt door de introductie van de zogenoemde concernregeling een collectieve generieke vrijstelling gecreëerd en waaruit alle daartoe door de betrokken inhoudingsplichtigen aangewezen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij kunnen worden vergoed en verstrekt.

Te vierde wordt de bestaande regeling voor personeelskorting in de vorm van een gerichte vrijstelling in de WKR gecontinueerd. Hiermee komt de Staatssecretaris tegemoet aan werkgevers met relatief veel deeltijders en daardoor een relatief lage loonsom zoals dat in de detailhandel veel voorkomt.

In de vijfde plaats wordt het onderscheid tussen vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen weggenomen. De vereenvoudigingsgedachte achter de WKR ten spijt dat ongeacht of sprake is van een ter beschikking gestelde voorziening of verstrekking, geen vastleggingen op werknemersniveau in de loonadministratie vereist zijn, blijken er werkgevers te zijn die dergelijke voorzieningen soms liever vergoeden dan ter beschikking stellen. En waarbij deze werkgevers de bijkomende administratieve lasten van vergoedingen voor lief nemen. Om deze werkgevers tegemoet te komen wordt een nieuwe gerichte vrijstelling ingevoerd ten aanzien van een aantal werkplek gerelateerde voorzieningen waarvoor nu een nihilwaardering geldt. Daarmee keren ook de administratieve vereisten weer terug.

Het percentage vrije ruimte wordt verlaagd van 1,5 % naar 1,2 %. Dit om de genoemde maatregelen budgetneutraal in te kunnen voeren.

Het keuzeregime zoals dat thans geldt wordt niet nogmaals [vanaf 1 januari 2015] verlengd. Twee regimes naast elkaar geeft aldus de Staatssecretaris, onduidelijkheid en verlenging van het keuzeregime kent een prijskaartje. Het keuzeregime zal duurder uitvallen naar mate werkgevers meer zicht krijgen op de mogelijkheden van de WKR en waardoor werkgevers beter in staat zullen zijn om het voor hen financieel meest gunstige systeem te kiezen. De kosten van een [permanent] keuzeregime kunnen op termijn oplopen tot 300 miljoen Euro per jaar, aldus de Staatssecretaris.

De kogel lijkt aldus definitief door de kerk: met ingang van 1 januari 2015 wordt de WKR voor alle werkgevers van toepassing en voor zover u als werkgever nog niet bent overgestapt op de WKR, doet u er goed aan de financiële gevolgen van de verplichte overstap naar deze regeling per 1 januari 2015 te gaan inventariseren. In dat kader is het belangrijk dat u als werkgever uw bestaande regelingen ter zake vergoedingen en verstrekkingen ook arbeidsrechtelijk analyseert teneinde zicht te krijgen op de vraag in hoeverre – indien aan de orde – het wijzigen van bestaande regelingen betreffende vergoedingen en verstrekkingen ook vanuit arbeidsrechtelijk oogpunt mogelijk is als opmaat naar de overstap naar de WKR.

Bogaerts & Groenen advocaten kan desgewenst u een dergelijke arbeidsrechtelijke analyse aanbieden.
                    [post_title] => Werkkostenregeling in 2015 voor alle werkgevers
                    [post_excerpt] => 

De Staatssecretaris van Financiën heeft in een brief van 3 juli 2014 aan de Tweede Kamer [zie brief] een vijftal specifieke aanpassingen op de Werkkostenregeling [verder WKR]  bekend gemaakt. En waarmee eerdere bezwaren tegen de WKR worden weggenomen en de uitvoerbaarheid van deze  regeling aanzienlijk wordt verbeterd, aldus de Staatssecretaris.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => werkkostenregeling-in-2015-voor-alle-werkgevers [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 10:26:42 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 09:26:42 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/07/04/werkkostenregeling-in-2015-voor-alle-werkgevers/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 7074 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-07-03 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-07-03 00:00:00 [post_content] =>

Vanaf 1 januari 2015 moeten alle werkgevers verplicht overgaan op de werkkostenregeling. Veel werkgevers en wellicht ook u, die nog niet overgestapt zijn op de werkkostenregeling, zullen  in de komende maanden in samenspraak met hun financiële administratie en/of accountant of belastingadviseur , de bestaande vergoedingen en verstrekkingen binnen het bedrijf moeten gaan inventariseren. Vervolgens zult u de bestaande vergoedingen en verstrekkingen moeten categoriseren om te bepalen welke vergoedingen en verstrekkingen onder de werkkostenregeling vallen en of bepaalde vergoedingen en verstrekkingen voor de loonheffingen vrijgesteld zijn of op nihil kunnen worden gewaardeerd. Op deze wijze kunt u bepalen welke vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte onder de werkkostenregeling kunnen worden opgenomen.

Op basis van de geïnventariseerde en gecategoriseerde vergoedingen en verstrekkingen kunt u een berekening maken van de financiële gevolgen van de toepassing van de werkkostenregeling. Deze financiële gevolgen zijn sterk afhankelijk van de mate waarin de werkkosten binnen de vrije ruimte van thans 1,5% van de totale [fiscale] loonsom van uw bedrijf vallen. Als het totaal van alle vergoedingen en verstrekkingen die als eindheffingsbestanddelen worden aangemerkt, groter is dan de vrije ruimte, bent u als werkgever 80% eindheffing verschuldigd over het surplus. De belastingdruk ligt dan bij u als werkgever.

Teneinde dit laatste zo veel als mogelijk te voorkomen kan het gewenst zijn dat u bepaalde vergoedingen of verstrekkingen versobert of zelfs schrapt. Dit noopt u dan de vervolgvraag te stellen of de vergoedingen en verstrekkingen in kwestie als arbeidsvoorwaarden gelden en zo ja of deze regelingen arbeidsrechtelijk gezien kunnen worden gewijzigd. 

Op basis van de door u aan te leveren inventarisatie van uw bestaande vergoedingen en verstrekkingen die vaak op enigerlei wijze schriftelijk zijn vastgelegd in bijvoorbeeld arbeidscontracten, een arbeidsvoorwaardenregeling of een personeelshandboek, kunnen wij van Bogaerts & Groenen advocaten u tegen een fixed fee van € 250,= exclusief btw een eerste Quick Scan geven van uw mogelijkheden om met het oog op de verplichte overstap naar de werkkostenregeling, uw arbeidsvoorwaarden die toezien op bestaande vergoedingen of verstrekkingen, te wijzigen.

In het voorkomende geval dat bijvoorbeeld de hoeveelheid door u aan te leveren regelingen daartoe aanleiding geeft of dat bijvoorbeeld allerhande nadere inlichtingen nodig zijn omdat veel van uw regelingen niet schriftelijk zijn vastgelegd, zullen nog voorafgaand aan het uitvoeren van de scan in vooroverleg met u nadere afspraken worden gemaakt over de verdere financiële voorwaarden waaronder de scan kan worden uitgevoerd. Advisering in deze blijft immers altijd maatwerk en u als werkgever dient voorafgaand inzicht te hebben in wat de kosten verbonden aan de scan zijn.

Indien u belangstelling hebt of meer wilt weten over de Quick Scan neemt u dan contact op met
advocaat te Boxtel, Den Bosch, Eindhoven en Tilburg

[post_title] => Werkkostenregeling: wat betekent dat voor de arbeidsvoorwaarden? Doe de Quick-Scan [post_excerpt] =>

Vanaf 1 januari 2015 moeten alle werkgevers verplicht overgaan op de werkkostenregeling. Veel werkgevers en wellicht ook u, die nog niet overgestapt zijn op de werkkostenregeling, zullen  in de komende maanden in samenspraak met hun financiële administratie en/of accountant of belastingadviseur , de bestaande vergoedingen en verstrekkingen binnen het bedrijf moeten gaan inventariseren. Vervolgens zult u de bestaande vergoedingen en verstrekkingen moeten categoriseren om te bepalen welke vergoedingen en verstrekkingen onder de werkkostenregeling vallen en of bepaalde vergoedingen en verstrekkingen voor de loonheffingen vrijgesteld zijn of op nihil kunnen worden gewaardeerd. Op deze wijze kunt u bepalen welke vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte onder de werkkostenregeling kunnen worden opgenomen.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => werkkostenregeling-wat-betekent-dat-voor-de-arbeidsvoorwaarden-doe-de-quick-scan [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:20:16 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:20:16 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/07/03/werkkostenregeling-wat-betekent-dat-voor-de-arbeidsvoorwaarden-doe-de-quick-scan/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 7071 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-07-01 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-07-01 00:00:00 [post_content] => De Europese Commissie heeft  bekend gemaakt [zie press release] twee producenten van champignonconserven, het Nederlandse Prochamp en het Franse Bonduelle in het kader een kartelschikking een boete van totaal ruim € 32,2 miljoen te hebben opgelegd. Een derde champignonconserven-producent, het Nederlandse Lutèce, kreeg geen geldboete opgelegd omdat de onderneming het bestaan van het kartel aan de Europese Commissie had onthuld en in ruil daarvoor boete-immuniteit kreeg onder de Clementieregeling 2006 van de Commissie. Prochamp zag haar geldboete verminderen met 30 procent, omdat de onderneming meewerkte aan het onderzoek. De geldboete voor beide bedrijven is daarnaast ook met 10 procent verlaagd omdat in het kader van de kartelschikking alle bedrijven hun deelname aan het kartel en hun aansprakelijkheid in dit verband erkenden. Het doel van de kartelleden was het stabiliseren van de marktaandelen van de betrokken bedrijven en prijsdalingen een halt toe te roepen. Hiervoor werd vertrouwelijke informatie over tenders uitgewisseld, werden minimumprijzen vastgesteld, volumedoelstellingen afgesproken en afnemers onder elkaar verdeeld. Door dit kartel dat meer dan een jaar liep en de detailhandel  heel Europa betrof, ondervonden  alle consumenten er potentieel nadeel van, aldus de Commissie. De Europese Commissie acht het in de foodsector van wezenlijk belang om Europese consumenten tegen concurrentieverstorende praktijken te beschermen. De Commissie heeft aangegeven dat zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost, meer informatie over deze zaak beschikbaar komt in het publieke zaakregister op de website van DG Concurrentie van de Europese Commissie. De Europese Commissie wijst er in haar persbericht verder nog op dat particulieren of ondernemingen die van concurrentiebeperkende praktijken zoals in deze zaak nadeel ondervinden, de zaak voor de nationale rechter kunnen brengen en schadevergoeding kunnen eisen. Het besluit van de Europese Commissie in deze kan voor de nationale rechter als bindend bewijsmateriaal worden gebruikt. [post_title] => Miljoenenboete voor producenten champignonconserven [post_excerpt] =>

De Europese Commissie heeft  bekend gemaakt [zie press release] twee producenten van champignonconserven, het Nederlandse Prochamp en het Franse Bonduelle in het kader een kartelschikking een boete van totaal ruim € 32,2 miljoen te hebben opgelegd. Een derde champignonconserven-producent, het Nederlandse Lutèce, kreeg geen geldboete opgelegd omdat de onderneming het bestaan van het kartel aan de Europese Commissie had onthuld en in ruil daarvoor boete-immuniteit kreeg onder de Clementieregeling 2006 van de Commissie.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => miljoenenboete-voor-producenten-champignonconserven [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 10:55:37 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 09:55:37 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/07/01/miljoenenboete-voor-producenten-champignonconserven/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 7057 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-06-19 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-06-19 00:00:00 [post_content] => Een oud-werknemer van Hanos is in dienst getreden bij Deli XL. Bij Hanos had de werknemer een non-concurrentiebeding inhoudende – samengevat – het verbod om binnen een tijdvak van één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in Nederland en België op enige wijze werkzaam te zijn bij een gelijksoortig of aanverwante onderneming als die van Hanos. De oud-werknemer dagvaart Hanos in kort geding voor de Rechtbank Limburg om het non-concurrentiebeding te vernietigen danwel te schorsen. De Voorzieningenrechter gaat van het feit uit dat Hanos en Deli XL ieder een groothandel op het gebied van onder meer [fresh] food en non-food zijn en dat zij [potentiële] klanten in de horeca, catering, bedrijvensector en instellingen bedienen. Hanos en Deli XL zijn dus directe concurrenten van elkaar. De Voorzieningenrechter wijst de vordering af. Het vragen om vernietiging van het non-concurrentiebeding is vanwege het karakter van het kort geding, dat strekt tot het treffen van een voorlopige voorziening, niet mogelijk. Wat betreft de gevorderde schorsing van het non-concurrentiebeding overweegt de Voorzieningenrechter dat voor een schorsing van een non-concurrentiebeding pas grond bestaat wanneer in kort geding aannemelijk is dat de bodemrechter in afdoende mate van zekerheid zal oordelen dat het beding niet onverminderd in stand zal kunnen blijven. Ook moet de schorsing van een non-concurrentiebeding worden beoordeeld aan de hand van de vraag of de werknemer, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Dat komt neer op een afweging van de belangen van partijen. De oud-werknemer stelt dat het beding zijn vrijheid van arbeidskeuze aantast. De oud-werknemer is slechts kort bij Hanos werkzaam geweest en dit met beperkt klantencontact. De oud-werknemer is nauwelijks op de hoogte van specifieke klant- en/of bedrijfsgegevens van Hanos en beschikt ook niet over vertrouwelijke gegevens. Tijdens zijn interne opleiding bij Deli XL is oud-werknemer niet voor Deli XL naar buiten opgetreden. . De oud-werknemer houdt zich volledig aan het geheimhoudingsbeding, waarmee de belangen van Hanos reeds voldoende zijn veilig gesteld. Hanos wijst er op dat de oud-werknemer ten behoeve van zijn functie vrijwel al haar vertrouwelijke bedrijfsinformatie ter beschikking is gesteld. De oud-werknemer had het beheer over een eigen klantenportefeuille, had veelvuldig contact met zijn klanten en had inzage in alle informatie over klanten. De oud-werknemer was binnen zijn werkgebied verantwoordelijk voor acquisitie en in dat verband maakte hij offertes. De oud-werknemer kende de strategieën van Hanos en had inzage in alle inkoopprijzen en marges om offertes te kunnen maken. De Voorzieningenrechter overweegt dat het aannemelijk is dat de oud-werknemer om zijn functie van accountmanager behoorlijk uit te kunnen oefenen, moest [kunnen] beschikken over de door Hanos gestelde informatie, waarvan niet is betwist dat dit bedrijfsgevoelige informatie betrof. Onaannemelijk wordt geacht dat de oud-werknemer nauwelijks op de hoogte was van specifieke klant- en/of bedrijfsgegevens van Hanos. De korte duur van het dienstverband is op zichzelf onvoldoende om van de stellingen van de oud-werknemer uit te gaan. Onvoldoende aannemelijk is dat de bedrijfsgevoelige informatie thans niet meer actueel zou zijn. Dit betekent dat voorshands voldoende aannemelijk is dat Hanos een zwaarwegend belang heeft de oud-werknemer te houden aan zijn non-concurrentiebeding. In het kader van de afweging van de belangen van partijen overweegt de Voorzieningenrechter onder meer dat het feit dat de oud-werknemer bij Deli XL een opleiding heeft gevolgd en toen geen contact met de klanten van Deli XL heeft gehad, geen omstandigheid is die bij de belangenafweging een rol kan spelen. Immers, die omstandigheid laat onverlet dat de door de oud-werknemer bij Hanos verkregen vertrouwelijke bedrijfsinformatie toch bij de concurrent van Hanos kan zijn terechtgekomen, waartegen nu juist het non-concurrentiebeding bescherming beoogd te bieden. Verder, aldus de Voorzieningenrechter, de functie van oud-werknemer kan als een sleutelfunctie worden aangemerkt. Juist bij een dergelijke functie weegt het voordeel voor de werkgever bij een non-concurrentiebeding op tegen het nadeel voor de werknemer. Aan de effectiviteit van het non-concurrentiebeding, dat qua duur niet extreem lang is, zou sterk afbreuk worden gedaan, indien de werking daarvan zou worden geschorst. De Voorzieningenrechter trekt vooralsnog de conclusie dat het belang van Hanos bij handhaving van het non-concurrentiebeding zwaarder dient te wegen dan het belang van de oud-werknemer bij indiensttreding bij Deli XL of bij een andere concurrent van Hanos. Vooralsnog is niet aannemelijk dat de oud-werknemer door handhaving van het beding onbillijk benadeeld wordt, in verhouding tot het te beschermen belang van Hanos. Het door de oud-werknemer gedane beroep op het grondrecht van een vrije arbeidskeuze wordt afgewezen omdat die keuzevrijheid contractueel beperkt kan worden zoals via een non-concurrentiebeding. Daarnaast is niet gebleken is dat er voor de oud-werknemer nauwelijks of geen mogelijkheden zijn om werk te vinden bij andere bedrijven dan die genoemd in het non-concurrentiebeding. Het beding wordt door de voorzieningenrechter niet geschorst. Saillant detail is dat de oud-werknemer ook nog een beroep heeft gedaan op de Wet werk en zekerheid waarvan het eerste deel [dat oorspronkelijk ten tijde van deze zaak op 1 juli 2014 in werking zou treden maar inmiddels is verschoven naar 1 januari 2015] niet meer toestaat dat een non-concurrentiebeding in een tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt opgenomen. Voor het op deze wet anticiperen, acht de Voorzieningenrechter geen grond. De genoemde wet bepaalt dat het huidige wetsartikel dat ziet op het non-concurrentiebeding, van toepassing blijft op arbeidsovereenkomsten die tot stand zijn gekomen vóór de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid. Zie uitspraak, Rechtbank Limburg d.d. 5 juni 2014 Uit deze zaak blijkt nog maar weer eens dat mits een werkgever het zwaarwegend belang bij een non-concurrentiebeding ook daadwerkelijk kan onderbouwen, er een gerede kans is dat de rechter het beding eerbiedigt. Bovendien, voor een werkgever kan het zinvol zijn om in voor 1 januari 2015 nog af te sluiten tijdelijke arbeidsovereenkomsten een non-concurrentiebeding op te nemen. [post_title] => Het bewezen nut van een non-concurrentiebeding; de kwestie van Deli XL en Hano [post_excerpt] =>

Een oud-werknemer van Hanos is in dienst getreden bij Deli XL. Bij Hanos had de werknemer een non-concurrentiebeding inhoudende – samengevat – het verbod om binnen een tijdvak van één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in Nederland en België op enige wijze werkzaam te zijn bij een gelijksoortig of aanverwante onderneming als die van Hanos.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-bewezen-nut-van-een-non-concurrentiebeding-de-kwestie-van-deli-xl-en-hano [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 10:56:33 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 09:56:33 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/06/19/het-bewezen-nut-van-een-non-concurrentiebeding-de-kwestie-van-deli-xl-en-hano/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 7056 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-04-23 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-04-23 00:00:00 [post_content] => Een bedrijf in Food meldt de aannemer dat een kunststof dekvloer met vloercoating op de afdeling Food niet voldoet aan de bestekeisen. Deze [kennelijk nieuwe] klacht valt onder de door aannemer afgegeven vijfjarige garantie. De aannemer voert ondermeer het verweer dat de opdrachtgever niet tijdig heeft geklaagd onder verwijzing naar artikel 7:761 BW. Voornoemd artikel bepaalt ondermeer dat elke rechtsvordering wegens een gebrek in het opgeleverde werk verjaart door verloop van twee jaren nadat de opdrachtgever ter zake heeft geprotesteerd. Verder is vastgelegd dat indien de rechtsvordering krachtens het voornoemde zou verjaren tussen het tijdstip waarop de aannemer aan de opdrachtgever heeft medegedeeld dat hij het gebrek zou onderzoeken of herstellen en het tijdstip waarop hij het onderzoek en de pogingen tot herstel kennelijk als beëindigd beschouwd, de verjaringstermijn wordt verlengd. In het kader van de arbitrage ten overstaan van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, nodigen de arbiters de opdrachtgever uit in het kader van de tijdige klachtmelding aan te tonen wanneer de opdrachtgever deskundigen heeft ingeschakeld en het daarvan opgemaakte rapport over te leggen. De opdrachtgever verschaft de arbiters niet de verzochte informatie zodat de Raad van Arbitrage er van uit gaat dat de opdrachtgever niet kan aantonen wanneer hij in het kader van de tijdige klachtmelding de deskundigen heeft ingeschakeld, zodat de arbiters er van uitgaan dat de opdrachtgever de klacht niet tijdig aan de aannemer heeft gemeld. Het gevolg daarvan is dat het recht om de vordering in te stellen is komen te vervallen. De vordering van de aannemer tot vloerherstel trof een substantieel bedrag van meer dan € 200.000,=. Deze vordering is door de arbiters afgewezen omdat de opdrachtgever kennelijk niet op formeel juiste wijze bij de aannemer over het gebrek betreffende de vloer heeft geprotesteerd toen de opdrachtgever kennelijk zelf deskundigen heeft ingeschakeld. Het scheidsrechtelijk eindvonnis van 15 mei 2014 onder nummer 31.023 toont maar eens te meer het belang aan om als opdrachtgever tijdig en aantoonbaar bij de aannemer te reclameren over de gebreken teneinde later nog het recht te hebben een vordering in te kunnen stellen. [post_title] => Opdrachtgever in Food; belang van tijdig klagen bij aannemer [post_excerpt] =>

Een bedrijf in Food meldt de aannemer dat een kunststof dekvloer met vloercoating op de afdeling Food niet voldoet aan de bestekeisen. Deze [kennelijk nieuwe] klacht valt onder de door aannemer afgegeven vijfjarige garantie. De aannemer voert ondermeer het verweer dat de opdrachtgever niet tijdig heeft geklaagd onder verwijzing naar artikel 7:761 BW.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => opdrachtgever-in-food-belang-van-tijdig-klagen-bij-aannemer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 10:58:07 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 09:58:07 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/04/23/opdrachtgever-in-food-belang-van-tijdig-klagen-bij-aannemer/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 7048 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-04-14 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-04-14 00:00:00 [post_content] => Binnen de sectoren van Agro en Food zullen hoge energielasten eerder regel dan uitzondering zijn. Het technisch beheer en onderhoud van gebouwen wordt meestal uitbesteed aan installatiebedrijven op basis van inspanningscontracten. Het kan daarom zinvol zijn om te kijken of het juridisch ook anders kan via het prestatiecontract. In een prestatiecontract werken de opdrachtgever en de opdrachtnemer samen op basis van prestatie-eisen. Er worden garanties ten aanzien van de prestaties gegeven en de beloning vindt plaats aan de hand van het behalen van de gestelde doelen. Door middel van prestatiecontracten wordt de prestatie van de leverancier meetbaar met hopelijk als resultaat minder hoge energielasten, een beter binnenklimaat en al met al lagere beheerkosten. Het gebruik van prestatiecontracten gaat vaak gepaard met de inschakeling van een Energy Service Company [ESCo]. ESCo's zijn bedrijven die de aanleg en het onderhoud en beheer van de (klimaat-) installaties van gebouwen overnemen. Door middel van de toepassing van energiebesparende maatregelen wordt door de ESCo een gegarandeerde energiebesparing geleverd. Ook het beheer, onderhoud en monitoring en zelfs de financiering kan door de ESCo onder het prestatiecontract worden verzorgd. ESCo's die met een prestatiecontract werken kunnen in verschillende vormen voorkomen. Een ESCo kan "light" zijn, wanneer het prestatiecontract waaronder de ESCo opereert bijvoorbeeld alleen installaties inregelt. Een product-ESCo richt zich meer op het nemen van één maatregel [bijvoorbeeld met betrekking tot warmte/koude opslag WKO] en voert daar het beheer op. Een installatie-ESCo zal meerdere maatregelen op het gebied van bijvoorbeeld klimaatinstallaties en verlichting nemen en daarop het beheer voeren. En tot slot kan een gebouw-ESCo naast de gegarandeerde energieprestatie ook verantwoordelijk worden gemaakt voor het beheer en het onderhoud van een geheel gebouw. De contractvorm van het prestatiecontract biedt kansen op verduurzaming tegen gelijkblijvende of dalende energie- en beheerkosten. Aan de ander kant, een prestatiecontract vereist net zoals bij andere contractvormen natuurlijk wel dat het geheel van rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer nauwkeurig in het contract wordt vastgelegd. Hiervoor is juridische expertise noodzakelijk. [post_title] => Verduurzaming van vastgoed via prestatiecontracten [post_excerpt] =>

Binnen de sectoren van Agro en Food zullen hoge energielasten eerder regel dan uitzondering zijn. Het technisch beheer en onderhoud van gebouwen wordt meestal uitbesteed aan installatiebedrijven op basis van inspanningscontracten. Het kan daarom zinvol zijn om te kijken of het juridisch ook anders kan via het prestatiecontract.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => verduurzaming-van-vastgoed-via-prestatiecontracten [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 10:58:02 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 09:58:02 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/04/14/verduurzaming-van-vastgoed-via-prestatiecontracten/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 6884 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-03-11 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-03-11 00:00:00 [post_content] =>

In februari van dit jaar hebben de Technische Universiteit Eindhoven, de Provincie Noord Brabant, de Gemeente 's-Hertogenbosch, Avans Hogeschool en bouwonderneming Heijmans de samenwerkingsovereenkomst getekend voor SPARK [center for open innovation in the construction industry]. SPARK is de cross-over voor innovatie en technologie in de bouw en beoogt de kwaliteit van de gebouwde omgeving sterk te verhogen door producten te ontwikkelen die zorgen voor verbetering van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid.

SPARK is [ook]  voor bedrijven of zij nu deel uitmaken van de keten “groen” [agro] of  “grijs” [food] een interessant initiatief nu in hun branches het zoeken van de samenwerking ook het devies is met als aansprekend voorbeeld  AgriFood Capital, de agrifoodcluster in en van Noordoost-Brabant.

Alle vijf genoemde initiatiefnemers van SPARK leveren een bijdrage door zich op SPARK op het terrein van Heijmans langs de Zuid Willemsvaart te vestigen of door mensen of middelen ter beschikking te stellen.

Een aantal partijen naast de vijf initiatiefnemers heeft al toegezegd zich op SPARK te zullen gaan vestigen en de komende tijd zal getracht worden nieuwe deelnemers te werven en ruimtelijke ontwikkeling te realiseren.

Het streven om de hele bouwketen bij SPARK te betrekken en daarmee te komen innovatie en nieuwe technologieën in de bouw spreekt tot de verbeelding en zal noodzakelijk zijn voor de bouw en de projectontwikkeling om in te spelen op trends en veranderende behoeften vanuit de maatschappij op het gebied van het gebruik van de gebouwde omgeving in relatie tot zaken als gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Zaken die ook voor de AgriFood branche van groot belang zijn.

Aandachtspunt bij samenwerkingsvormen in de bouw en in meer brede zin binnen elke agrifood cluster zal wel altijd moeten zijn dat de afspraken over [de uitkomsten van] samenwerking op juridisch deugdelijke wijze worden vastgelegd en waarbij Bogaerts & Groenen advocaten met haar expertise in diverse rechtsgebieden ten behoeve van AgriFood u van dienst kan zijn.

[post_title] => Ook van belang voor AgriFood; SPARK, innovatieve samenwerking in de bouw [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ook-van-belang-voor-agrifood-spark-innovatieve-samenwerking-in-de-bouw [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:30:08 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:30:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/03/11/ook-van-belang-voor-agrifood-spark-innovatieve-samenwerking-in-de-bouw/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 7044 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-02-27 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-02-27 00:00:00 [post_content] =>

Zoals ongetwijfeld bekend is op 1 april 2013 de nieuwe Aanbestedingswet in werking getreden. Deze wet heeft voor nodige veranderingen in het inkoopproces gezorgd. Zo zijn de EMVI gunningscriteria [economisch meest voordelige inschrijving] verplicht en moeten aanbestedende diensten hun keuzes voor onder meer de te voeren procedure voortaan goed motiveren. Met de nieuwe wet is beoogd om het MKB betere kansen te bieden, tot een doelmatige inkoop te komen en de administratieve lasten te verlagen.

Uit een recente studie van Adviesbureau AEVES naar de ervaringen met de Aanbestedingswet blijkt dat hoewel in de dagelijkse inkooppraktijk goed met de wet rekening wordt gehouden, er niet op grotere schaal gegund wordt aan MKB-bedrijven. Een belangrijk doel van de wet wordt derhalve – vooralsnog – niet bereikt. Los van de overweging dat overheidsorganisaties zich dit behoren aan te trekken en zouden moeten bezien in hoeverre de betrokkenheid van het MKB bij aanbestedingen kan worden vergroot, leren de ervaringen met de nieuwe wet dat MKB’ers die voor hun opdrachten aangewezen zijn op succesvolle inschrijvingen op aanbestedingen, er nog altijd goed aandoen zich in een vroeg stadium juridisch te laten voorlichten over de do’s en don’ts bij het inschrijven op een aanbesteding om hun kansen op succes zoveel als mogelijk te vergroten.

Zie ook Aanbestedingsrecht

[post_title] => MKB en aanbesteding [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mkb-en-aanbesteding [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:30:32 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:30:32 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/02/27/mkb-en-aanbesteding/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 7041 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-02-25 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-02-25 00:00:00 [post_content] =>

Of te wel het belang van een nauwkeurig omschreven personeelsbeleid.

Een werknemer wordt ontslag op staande voet gegeven omdat hij op de werkvloer in het bezit was van wikkels met amfetamine/speed. De werknemer heeft het bezit van deze middelen erkend maar betwist dat het enkele bezit een ontslag op staande voet rechtvaardigt. De kantonrechter als voorzieningenrechter in kort geding moet over het ontslag oordelen.

De werkgever heeft als beleid dat aanwezigheid van verdovende middelen onacceptabel is voor het bedrijf, niet alleen omdat handelen in drugs verboden is, maar ook omdat het kan leiden tot gevaarlijke situaties op de werkvloer. Dat beleid aldus de rechter, is uiteraard redelijk en niet in strijd met goed werkgeverschap. De werkgever heeft het beleid aan de medewerkers bekend gemaakt via een memo en via een personeelswijzer. De werknemer erkent dat hij bekend is met het beleid van de werkgever.

Op het eerste gezicht zou toch kunnen worden gedacht dat het ontslag op staande voet stand houdt. Echter, niets is minder waar. De rechter overweegt dat uit het beleid van de werkgever niet blijkt dat ook bij het enkele in bezit hebben van [hard] drugs op de werkvloer, zonder meer ontslag op staande voet volgt en evenmin dat dit voor de werknemer duidelijk had kunnen zijn. Van belang is dat in de   memo en de personeelswijzer alleen expliciet is aangegeven dat in geval van gebruik van of handel in drugs op de werkvloer altijd ontslag op staande voet zal volgen. Dat ook het enkel aanwezig hebben van drugs op de werkvloer tot ontslag op staande voet leidt, blijkt niet, althans onvoldoende uit het kenbaar gemaakte beleid, aldus de rechter.

De rechter stelt verder dat niet is gesteld of  is gebleken dat het aanwezig hebben van drugs tot gevaarlijke situaties heeft geleid of het functioneren van de werknemer negatief heeft beïnvloed. Nu ook niet naar voren is gekomen dat werknemer tijdens het dienstverband niet naar behoren zou hebben gefunctioneerd alsmede nu werknemer zwaar wordt getroffen door het ontslag op staande voet, oordeelt de rechter dat het ontslag op staande voet geen stand kan houden.

Wat deze uitspraak illustreert is dat het zaak is om in het personeelsbeleid nauwkeurig te omschrijven welke gedragingen  leiden tot een ontslag op staande voet. En dat zoals hier wanneer er door de werkgever ook wordt beoogd het enkele bezit van drugs op de werkvloer met ontslag op staande voet te sanctioneren, zulks ook daadwerkelijk in voor de werknemers kenbaar beleid vast te leggen. Immers, wanneer niet expliciet in het personeelsbeleid voor de werknemers kenbaar wordt vastgelegd welke situaties tot een ontslag op staande voet leiden kan het “oprekken” van het personeelsbeleid waar het gaat om ontslagen op staande voet, al snel in strijd met het goed werkgeverschap worden beschouwd met alle voor de werkgever vervelende consequenties van dien wanneer een gegeven ontslag op staande voet geen stand houdt.

[post_title] => Ontslag op staande voet bij drugs op de werkvloer [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ontslag-op-staande-voet-bij-drugs-op-de-werkvloer [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:31:49 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:31:49 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/02/25/ontslag-op-staande-voet-bij-drugs-op-de-werkvloer/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 7037 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-02-20 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-02-20 00:00:00 [post_content] =>

De feiten
De Gemeente Zevenaar organiseert een Europese niet openbare aanbesteding voor de herontwikkeling en realisatie van een nieuw gemeentehuis. Als gunningscriterium geldt de “economisch meest voordelige inschrijving” [EMVI]  en op de aanbestedingsprocedure is de Aanbestedingswet 2012 van toepassing.

Bouwbedrijf BAM stelt als geselecteerde gegadigde na kennisname van de EMVI-criteria, dat op het onderdeel kwaliteit de beoordeling dusdanig weinig gewicht in de schaal legt, dat het om een aanbesteding op laagste prijs lijkt te gaan in plaats van EMVI zoals bedoeld in de Aanbestedingswet. De gemeente handhaaft de gunningsleidraad omdat zij van mening is dat er op relevante en betekeningsvolle wijze op kwaliteit wordt beoordeeld.

BAM dient daarop een klacht in bij de Commissie van Aanbestedingsexperts. Er wordt aan de Commissie verzocht een oordeel te geven over de rechtmatigheid van de door de gemeente gehanteerde gunningssystematiek.

De gemeente reageert op verzoek van de Commissie inhoudelijk op de klacht maar ziet in afwachting van het advies van de Commissie geen aanleiding de inschrijvingstermijn te verlengen. BAM ziet zich daarom genoodzaakt tijdig haar inschrijving in te dienen onder mededeling dat zij zich wat betreft een eventuele gegrondverklaring van de klacht, alle rechten voorbehoudt.

De Commissie komt vervolgens met het oordeel dat de gemeente weliswaar formeel het gunningscriterium van EMVI hanteert, maar dat materieel sprake is van hantering van het gunningscriterium van de laagste prijs en waarmee in strijd wordt gehandeld met artikel 2.114 Aanbestedingswet 2012. De Commissie acht de klacht van BAM gegrond.

De gemeente ziet in het advies geen aanleiding om de aanbestedingsprocedure te staken waarop BAM een kort geding tegen de gemeente start.

De voorzieningenrechter overweegt dat het in zijn algemeenheid niet zo is dat een door de Commissie van Aanbestedingsexperts gegeven advies in een procedure voor de civiele rechter maatgevend is. Aan de andere kant, hoewel het advies van de Commissie niet bindend is, is het ook niet zo dat het advies slechts marginaal kan worden getoetst. Zou dit laatste anders zijn, levert dit een inperking op van het recht van de partijen een geschil in volle omvang aan de rechter voor te leggen in een procedure die met voldoende waarborgen is omkleed.

Het advies van de Commissie aldus de voorzieningenrechter, is een geschrift waaraan in de procedure vrije bewijskracht toekomt en waarmee de rechter bij de waardering van eventueel te leveren bewijs rekening kan houden. Daarbij kan betekenis toekomen aan de deskundigheid van de leden van de Commissie en de daarbij betrokken experts.

Anders gezegd, het advies van de Commissie van Aanbestedingsexperts kan dan ook bij de beoordeling door de voorzieningenrechter worden betrokken.

De voorzieningenrechter doet dit en komt gelijk de Commissie, tot de conclusie dat de gemeente door de wijze van uitwerking van de gunningscriteria, feitelijk heeft gekozen voor het criterium van de “laagste prijs”. Hoewel de voorzieningenrechter niet vindt dat gunning op basis van het criterium “laagste prijs” slechts in uitzonderingssituaties en onder bijzondere omstandigheden is toegestaan, vindt  de voorzieningenrechter wel dat de gemeente niet goed genoeg heeft gemotiveerd waarom zij het criterium van de laagste prijs heeft gebruikt. De slotsom is dan ook dat de gemeente in strijd met artikel 2.114 Aanbestedingswet 2012 heeft gehandeld. De gemeente wordt veroordeeld haar gunningsvoornemen aan de voorlopige winnaar in te trekken.

Conclusie
De les voor aanbestedende diensten is hier dat het advies van de Commissie van Aanbestedingsexperts zwaar weegt en niet zomaar terzijde kan worden geschoven althans niet zonder een goede motivering. De les voor potentiële inschrijvers is dat wanneer er getwijfeld wordt aan de deugdelijkheid van de gunningssystematiek, het kan lonen om tijdig een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedingsexperts. Immers, in het geval van een gegronde klacht die de aanbestedende dienst toch naast zich neerlegt, zal het advies van de Commissie in een kort geding zeker kunnen bijdragen aan de bewijslevering door de eisende partij.

Zie ook Aanbestedingsrecht

[post_title] => Het belang van het advies van de Commissie van Aanbestedingsexperts [post_excerpt] =>

De feiten
De Gemeente Zevenaar organiseert een Europese niet openbare aanbesteding voor de herontwikkeling en realisatie van een nieuw gemeentehuis. Als gunningscriterium geldt de “economisch meest voordelige inschrijving” [EMVI]  en op de aanbestedingsprocedure is de Aanbestedingswet 2012 van toepassing.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => het-belang-van-het-advies-van-de-commissie-van-aanbestedingsexperts [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2015-12-23 07:33:11 [post_modified_gmt] => 2015-12-23 07:33:11 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/02/20/het-belang-van-het-advies-van-de-commissie-van-aanbestedingsexperts/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 7075 [post_author] => 10 [post_date] => 2014-07-04 00:00:00 [post_date_gmt] => 2014-07-04 00:00:00 [post_content] => De Staatssecretaris van Financiën heeft in een brief van 3 juli 2014 aan de Tweede Kamer een vijftal specifieke aanpassingen op de Werkkostenregeling [verder WKR]  bekend gemaakt. En waarmee eerdere bezwaren tegen de WKR worden weggenomen en de uitvoerbaarheid van deze  regeling aanzienlijk wordt verbeterd, aldus de Staatssecretaris. De vijf aanpassingen die de Staatssecretaris aandraagt worden hier kort vermeld. Voor meer details wordt verwezen naar de bewuste brief van de Staatssecretaris. Ten eerste wordt het nieuwe noodzakelijkheidscriterium beperkt geïntroduceerd  in die zin dat het alleen geldt voor gereedschappen, computers en mobiele communicatiemiddelen. Ten tweede wordt de huidige afrekensystematiek onder de WKR vereenvoudigd doordat de inhoudingsplichtige voortaan nog maar één keer per jaar hoeft vast te stellen wat zijn verschuldigde belasting in het kader van de WKR is. In de derde plaats wordt door de introductie van de zogenoemde concernregeling een collectieve generieke vrijstelling gecreëerd en waaruit alle daartoe door de betrokken inhoudingsplichtigen aangewezen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij kunnen worden vergoed en verstrekt. Te vierde wordt de bestaande regeling voor personeelskorting in de vorm van een gerichte vrijstelling in de WKR gecontinueerd. Hiermee komt de Staatssecretaris tegemoet aan werkgevers met relatief veel deeltijders en daardoor een relatief lage loonsom zoals dat in de detailhandel veel voorkomt. In de vijfde plaats wordt het onderscheid tussen vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen weggenomen. De vereenvoudigingsgedachte achter de WKR ten spijt dat ongeacht of sprake is van een ter beschikking gestelde voorziening of verstrekking, geen vastleggingen op werknemersniveau in de loonadministratie vereist zijn, blijken er werkgevers te zijn die dergelijke voorzieningen soms liever vergoeden dan ter beschikking stellen. En waarbij deze werkgevers de bijkomende administratieve lasten van vergoedingen voor lief nemen. Om deze werkgevers tegemoet te komen wordt een nieuwe gerichte vrijstelling ingevoerd ten aanzien van een aantal werkplek gerelateerde voorzieningen waarvoor nu een nihilwaardering geldt. Daarmee keren ook de administratieve vereisten weer terug. Het percentage vrije ruimte wordt verlaagd van 1,5 % naar 1,2 %. Dit om de genoemde maatregelen budgetneutraal in te kunnen voeren. Het keuzeregime zoals dat thans geldt wordt niet nogmaals [vanaf 1 januari 2015] verlengd. Twee regimes naast elkaar geeft aldus de Staatssecretaris, onduidelijkheid en verlenging van het keuzeregime kent een prijskaartje. Het keuzeregime zal duurder uitvallen naar mate werkgevers meer zicht krijgen op de mogelijkheden van de WKR en waardoor werkgevers beter in staat zullen zijn om het voor hen financieel meest gunstige systeem te kiezen. De kosten van een [permanent] keuzeregime kunnen op termijn oplopen tot 300 miljoen Euro per jaar, aldus de Staatssecretaris. De kogel lijkt aldus definitief door de kerk: met ingang van 1 januari 2015 wordt de WKR voor alle werkgevers van toepassing en voor zover u als werkgever nog niet bent overgestapt op de WKR, doet u er goed aan de financiële gevolgen van de verplichte overstap naar deze regeling per 1 januari 2015 te gaan inventariseren. In dat kader is het belangrijk dat u als werkgever uw bestaande regelingen ter zake vergoedingen en verstrekkingen ook arbeidsrechtelijk analyseert teneinde zicht te krijgen op de vraag in hoeverre – indien aan de orde – het wijzigen van bestaande regelingen betreffende vergoedingen en verstrekkingen ook vanuit arbeidsrechtelijk oogpunt mogelijk is als opmaat naar de overstap naar de WKR. Bogaerts & Groenen advocaten kan desgewenst u een dergelijke arbeidsrechtelijke analyse aanbieden. [post_title] => Werkkostenregeling in 2015 voor alle werkgevers [post_excerpt] =>

De Staatssecretaris van Financiën heeft in een brief van 3 juli 2014 aan de Tweede Kamer [zie brief] een vijftal specifieke aanpassingen op de Werkkostenregeling [verder WKR]  bekend gemaakt. En waarmee eerdere bezwaren tegen de WKR worden weggenomen en de uitvoerbaarheid van deze  regeling aanzienlijk wordt verbeterd, aldus de Staatssecretaris.

[post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => werkkostenregeling-in-2015-voor-alle-werkgevers [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2021-12-17 10:26:42 [post_modified_gmt] => 2021-12-17 09:26:42 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => http://bgadvocaten.nl/2014/07/04/werkkostenregeling-in-2015-voor-alle-werkgevers/ [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 172 [max_num_pages] => 18 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => 2ac5689d40836f63557e9943186141e1 [query_vars_changed:WP_Query:private] => 1 [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [query_cache_key:WP_Query:private] => wp_query:237efe97a1241bd4006be216cca17901:0.87411200 17546784480.17111900 1754678449 [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
De Staatssecretaris van Financiën heeft in een brief van 3 juli 2014 aan de Tweede Kamer [zie brief] een vijftal specifieke aanpassingen op de Werkkostenregeling [verder WKR]  bekend gemaakt. En waarmee eerdere bezwaren tegen de WKR worden weggenomen en de uitvoerbaarheid van deze  regeling aanzienlijk wordt verbeterd, aldus de Staatssecretaris.
Lees meer
Vanaf 1 januari 2015 moeten alle werkgevers verplicht overgaan op de werkkostenregeling. Veel werkgevers en wellicht ook u, die nog niet overgestapt zijn op de werkkostenregeling, zullen  in de komende maanden in samenspraak met hun financiële administratie en/of accountant of belastingadviseur , de bestaande vergoedingen en verstrekkingen binnen het bedrijf moeten gaan inventariseren. Vervolgens zult u de bestaande vergoedingen en verstrekkingen moeten categoriseren om te bepalen welke vergoedingen en verstrekkingen onder de werkkostenregeling vallen en of bepaalde vergoedingen en verstrekkingen voor de loonheffingen vrijgesteld zijn of op nihil kunnen worden gewaardeerd. Op deze wijze kunt u bepalen welke vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte onder de werkkostenregeling kunnen worden opgenomen.
Lees meer
De Europese Commissie heeft  bekend gemaakt [zie press release] twee producenten van champignonconserven, het Nederlandse Prochamp en het Franse Bonduelle in het kader een kartelschikking een boete van totaal ruim € 32,2 miljoen te hebben opgelegd. Een derde champignonconserven-producent, het Nederlandse Lutèce, kreeg geen geldboete opgelegd omdat de onderneming het bestaan van het kartel aan de Europese Commissie had onthuld en in ruil daarvoor boete-immuniteit kreeg onder de Clementieregeling 2006 van de Commissie.
Lees meer
Een oud-werknemer van Hanos is in dienst getreden bij Deli XL. Bij Hanos had de werknemer een non-concurrentiebeding inhoudende – samengevat – het verbod om binnen een tijdvak van één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in Nederland en België op enige wijze werkzaam te zijn bij een gelijksoortig of aanverwante onderneming als die van Hanos.
Lees meer
Een bedrijf in Food meldt de aannemer dat een kunststof dekvloer met vloercoating op de afdeling Food niet voldoet aan de bestekeisen. Deze [kennelijk nieuwe] klacht valt onder de door aannemer afgegeven vijfjarige garantie. De aannemer voert ondermeer het verweer dat de opdrachtgever niet tijdig heeft geklaagd onder verwijzing naar artikel 7:761 BW.
Lees meer
Binnen de sectoren van Agro en Food zullen hoge energielasten eerder regel dan uitzondering zijn. Het technisch beheer en onderhoud van gebouwen wordt meestal uitbesteed aan installatiebedrijven op basis van inspanningscontracten. Het kan daarom zinvol zijn om te kijken of het juridisch ook anders kan via het prestatiecontract.
Lees meer
In februari van dit jaar hebben de Technische Universiteit Eindhoven, de Provincie Noord Brabant, de Gemeente ‘s-Hertogenbosch, Avans Hogeschool en bouwonderneming Heijmans de samenwerkingsovereenkomst getekend voor SPARK [center for open...
Lees meer
Zoals ongetwijfeld bekend is op 1 april 2013 de nieuwe Aanbestedingswet in werking getreden. Deze wet heeft voor nodige veranderingen in het inkoopproces gezorgd. Zo zijn de EMVI gunningscriteria [economisch...
Lees meer
Of te wel het belang van een nauwkeurig omschreven personeelsbeleid. Een werknemer wordt ontslag op staande voet gegeven omdat hij op de werkvloer in het bezit was van wikkels met...
Lees meer
De feiten
De Gemeente Zevenaar organiseert een Europese niet openbare aanbesteding voor de herontwikkeling en realisatie van een nieuw gemeentehuis. Als gunningscriterium geldt de “economisch meest voordelige inschrijving” [EMVI]  en op de aanbestedingsprocedure is de Aanbestedingswet 2012 van toepassing.
Lees meer