WP_Query Object
(
[query] => Array
(
[paged] => 27
[news-type] => blog
)
[query_vars] => Array
(
[paged] => 27
[news-type] => blog
[error] =>
[m] =>
[p] => 0
[post_parent] =>
[subpost] =>
[subpost_id] =>
[attachment] =>
[attachment_id] => 0
[name] =>
[pagename] =>
[page_id] => 0
[second] =>
[minute] =>
[hour] =>
[day] => 0
[monthnum] => 0
[year] => 0
[w] => 0
[category_name] =>
[tag] =>
[cat] =>
[tag_id] =>
[author] =>
[author_name] =>
[feed] =>
[tb] =>
[meta_key] =>
[meta_value] =>
[preview] =>
[s] =>
[sentence] =>
[title] =>
[fields] =>
[menu_order] =>
[embed] =>
[category__in] => Array
(
)
[category__not_in] => Array
(
)
[category__and] => Array
(
)
[post__in] => Array
(
)
[post__not_in] => Array
(
)
[post_name__in] => Array
(
)
[tag__in] => Array
(
)
[tag__not_in] => Array
(
)
[tag__and] => Array
(
)
[tag_slug__in] => Array
(
)
[tag_slug__and] => Array
(
)
[post_parent__in] => Array
(
)
[post_parent__not_in] => Array
(
)
[author__in] => Array
(
[0] => 6
)
[author__not_in] => Array
(
)
[search_columns] => Array
(
)
[ignore_sticky_posts] =>
[suppress_filters] =>
[cache_results] => 1
[update_post_term_cache] => 1
[update_menu_item_cache] =>
[lazy_load_term_meta] => 1
[update_post_meta_cache] => 1
[post_type] =>
[posts_per_page] => 10
[nopaging] =>
[comments_per_page] => 50
[no_found_rows] =>
[taxonomy] => news-type
[term] => blog
[order] => DESC
)
[tax_query] => WP_Tax_Query Object
(
[queries] => Array
(
[0] => Array
(
[taxonomy] => news-type
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
[operator] => IN
[include_children] => 1
)
)
[relation] => AND
[table_aliases:protected] => Array
(
[0] => wp_term_relationships
)
[queried_terms] => Array
(
[news-type] => Array
(
[terms] => Array
(
[0] => blog
)
[field] => slug
)
)
[primary_table] => wp_posts
[primary_id_column] => ID
)
[meta_query] => WP_Meta_Query Object
(
[queries] => Array
(
)
[relation] =>
[meta_table] =>
[meta_id_column] =>
[primary_table] =>
[primary_id_column] =>
[table_aliases:protected] => Array
(
)
[clauses:protected] => Array
(
)
[has_or_relation:protected] =>
)
[date_query] =>
[queried_object] => WP_Term Object
(
[term_id] => 56
[name] => Blog van medewerkers
[slug] => blog
[term_group] => 0
[term_taxonomy_id] => 56
[taxonomy] => news-type
[description] =>
[parent] => 0
[count] => 1413
[filter] => raw
)
[queried_object_id] => 56
[request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS wp_posts.ID
FROM wp_posts LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT JOIN wp_icl_translations wpml_translations
ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type)
WHERE 1=1 AND (
wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND wp_posts.post_author IN (6) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
wpml_translations.language_code = 'nl'
AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
AND ( (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations
WHERE trid = wpml_translations.trid
AND language_code = 'nl'
) = 0
) OR (
( SELECT COUNT(element_id)
FROM wp_icl_translations t2
JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
AND t2.language_code = 'nl'
AND (
p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR
( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
)
) = 0 ) )
) ) AND wp_posts.post_type IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) ) OR wp_posts.post_type NOT IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' ) )
GROUP BY wp_posts.ID
ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
LIMIT 260, 10
[posts] => Array
(
[0] => WP_Post Object
(
[ID] => 6908
[post_author] => 6
[post_date] => 2012-08-21 00:00:00
[post_date_gmt] => 2012-08-20 22:00:00
[post_content] => In Frankrijk is een geschil ontstaan over het in de handel mogen brengen van zaden voor groente en bloemen van ‘oude rassen’ die niet meer voorkomen in nationale catologi van rassen. Het bedrijf Graines Baumaux brengt zaden op de markt, welke wel zijn geregistreerd. Kokopelli, een zadencollectief zonder winstoogmerk, brengt zaden voor groente en bloemen van ‘oude rassen’ op de markt. Baumaux heeft een zaak aanhangig gemaakt tegen Kokopelli op grond van oneerlijke concurrentie.
Bij arrest van 14 januari 2008 heeft het tribunal de grande instance de Nancy (Nancy regionale rechtbank, Frankrijk) Kokopelli veroordeeld om een schadevergoeding te betalen aan Graines Baumaux. De rechtbank oordeelde dat Kokopelli en Baumaux beiden actief waren op de markt van “oude rassen”, dat van de producten die zij verhandelden er 233 identiek of soortgelijk waren, en dat zij de producten leveren aan dezelfde klanten (amateur tuinders) en dat zij dus concurrenten van elkaar waren. Om die reden overwoog de rechtbank dat Kokopelli zich bezighield met daden van oneerlijke concurrentie door de verkoop van groentezaad, dat niet was opgenomen in de Franse catalogi, noch in de gemeenschappelijke rassenlijst voor groentegewassen.
Kokopelli stelde beroep in tegen dit vonnis bij de Cour d'appel de Nancy (Nancy Hof van Beroep), die aan het Hof van Justitie vragen stelde naar de geldigheid van de Europese richtlijn betreffende het in de handel brengen van groentezaad en van de Europese richtlijn “tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van zaaizaadmengsels van groenvoedergewassen die bestemd zijn voor gebruik bij het behoud van de natuurlijke omgeving” .
In het arrest van 12 juli 2012 stelt het Europese Hof van Justitie vast dat de geldigheid van de twee richtlijnen niet wordt aangetast door bepaalde beginselen van het EU-recht of door de EU-verplichtingen die voortvloeien uit het Internationaal Verdrag inzake Plantaardige Genetische Bronnen voor Voedsel en Landbouw (ITPGRFA).
Het Hof merkt daarover allereerst op dat het proportionaliteitsbeginsel vereist dat voorzieningen, ter uitvoering van EU-wetgeving, geschikt moeten zijn voor de verwezenlijking van de legitieme doelstellingen van deze wetgeving en niet verder mogen gaan dan wat nodig is om ze te verwezenlijken.
Het Hof stelt vast dat de primaire doelstelling van de regels met betrekking tot de acceptatie van groentezaad is om de productiviteit te verbeteren in de groenteteelt in de EU. De gemeenschappelijke rassenlijst voor groentegewassen op basis van de nationale catalogi, als middel voor een hogere productiviteit in de teelt, is een middel dat in staat is om ervoor te zorgen dat deze doelstelling wordt bereikt. Opname in een dergelijke nationale catalogi vereist dat het zaad van groentegewassen zich onderscheidt van andere en stabiel en uniform is. Dit maakt het mogelijk dat geschikt zaad wordt gebruikt en dus dat landbouwproductiviteit wordt verhoogd op basis van de betrouwbaarheid van de kenmerken van het zaad.
Zo stelt het Hof vast dat de nationale catalogi voor groentezaad niet verder gaat dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. De eis van de notering in de officiële catalogi en de daarmee verband houdende acceptatiecriteria waarborgen dat zaaizaad van een bepaald ras de eigenschappen heeft die nodig zijn om een hoog niveau van agrarische productie van goede kwaliteit te waarborgen.
Vervolgens stelt het Hof vast dat de betrokken richtlijnen rekening houden met de economische belangen van handelaren, zoals Kokopelli, die 'oude rassen' te koop aanbieden die niet aan de voorwaarden voor opname in de officiële catalogi voldoen. Immers deze richtlijnen sluiten het in de handel brengen van deze rassen niet uit. Het is juist dat er geografische, kwantitatieve en etiketeringsbeperkingen zijn gesteld met betrekking tot zaad van deze rassen, maar deze beperkingen blijven binnen de grenzen. Het Hof merkt op dat de EU-wetgever niet de liberalisering van de markt voor zaad van 'oude rassen’ nastreefde, maar op zoek was naar het verlichten van de acceptatieregels terwijl het ontstaan van een parallelle markt voor dergelijke zaad voorkomen moest worden, omdat dit waarschijnlijk een belemmering zou vormen van de interne markt voor zaad van groenterassen.
Conclusie
De niche-teelt van 'instandhoudingsrassen' en 'rassen die zijn ontwikkeld voor bijzondere omstandigheden' ten behoeve van het behoud van de agrarische biodiversiteit is onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Hier verandert niets aan. Maar zaadtelers kunnen blijven optreden tegen degene die zaden verkopen die niet in de daarvoor bestemde nationale catalogi zijn geregistreerd.
[post_title] => Hof van Justitie oordeelt dat een verbod op handel in zaden van oude rassen niet in strijd is met Europese Richtlijnen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => hof-van-justitie-oordeelt-dat-een-verbod-op-handel-in-zaden-van-oude-rassen-niet-in-strijd-is-met-europese-richtlijnen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-12-14 16:44:11
[post_modified_gmt] => 2021-12-14 15:44:11
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/2012/08/21/hof-van-justitie-oordeelt-dat-een-verbod-op-handel-in-zaden-van-oude-rassen-niet-in-strijd-is-met-europese-richtlijnen/
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[1] => WP_Post Object
(
[ID] => 6909
[post_author] => 6
[post_date] => 2012-08-21 00:00:00
[post_date_gmt] => 2012-08-20 22:00:00
[post_content] => In Staatscourant 13827 van 3 juli 2012 is mededeling gedaan van de melding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Hessing B.V., een onderdeel van The Greenery B.V., voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over Groentehof B.V.
Op 7 augustus 2012 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit besloten dat voor het tot stand brengen van de hierboven genoemde concentratie geen vergunning is vereist. Dit besluit 7465/19 is aan de meldende partijen op 7 augustus 2012 bekendgemaakt.
De Mededingingswet is van toepassing op alle ondernemingen en verenigingen van ondernemers die actief zijn op de Nederlandse markt. Dus ook ondernemingen, brancheverenigingen, telersverenigingen, coöperaties etc. In de food sector.
In de mededingingswet is bepaald dat voor het tot stand brengen van een "grote" concentratie deze gemeld moet worden bij de NMa. Onder een concentratie wordt zowel een fusie, een overname als een joint-venture verstaan. Er is sprake van een "grote" concentratie indien de betrokken ondernemingen tezamen jaarlijks in totaal meer dan EUR 113.450.000 wereldwijd omzetten én minstens twee van hen binnen Nederland elk een jaaromzet van minimaal EUR 30 miljoen realiseren. Als ondernemingen deel uitmaken van een concern is voor partijen bij een fusie of een joint venture of in het geval van een overname alleen voor de verkrijger de omzet van het concern bepalend voor het al dan niet overschrijden van deze drempels.
Nadat een concentratie is gemeld beoordeelt de NMa of voor het tot stand brengen een vergunning is vereist. In de vergunningfase onderzoekt de NMa of de concentratie de daadwerkelijke mededinging op (een deel van) de Nederlandse markt op significante wijze zal belemmeren, met name als het resultaat van het ontstaan of het versterken van een economische machtspositie. Om tot een oordeel te kunnen komen onderzoekt de NMa nader wat de relevante markten zijn en welke posities de bij de concentratie betrokken ondernemingen daarop innemen. De NMa onderzoekt voorts onder meer de positie van de concurrenten op de relevante markten, de mate waarin afnemers en leveranciers afhankelijk zijn van de nieuw te vormen onderneming en de mogelijkheden van derden om tot de markt toe te treden.
Ook belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen een voorgenomen concentratie.
Het tot stand brengen van een concentratie waarbij regels van de mededingingswet zijn overtreden, waaronder de verplichte melding van het voornemen om de concentratie tot stand te brengen, vormt een economisch delict waar de bestuurders persoonlijk ook voor aansprakelijk kunnen zijn.
[post_title] => Hessing, onderdeel van de Greenery, heeft geen vergunning nodig voor overname Groentehof
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => hessing-onderdeel-van-de-greenery-heeft-geen-vergunning-nodig-voor-overname-groentehof
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-12-14 16:40:24
[post_modified_gmt] => 2021-12-14 15:40:24
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/2012/08/21/hessing-onderdeel-van-de-greenery-heeft-geen-vergunning-nodig-voor-overname-groentehof/
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[2] => WP_Post Object
(
[ID] => 7012
[post_author] => 6
[post_date] => 2012-06-14 00:00:00
[post_date_gmt] => 2012-06-14 00:00:00
[post_content] => Ex-franchisenemer gebonden aan non-concurrentiebeding voor geheel Nederland. Beding is niet strijdig met de Mededingingswet. Beroep op een vrijstellingsbepaling in de Mededingingswet mogelijk.
Een ex-franchisenemer verzoekt de rechter tevergeefs om een non-concurrentiebeding nietig te verklaren omdat het beding in strijd zou zijn met het kartelverbod van artikel 6 Mededingingswet. In 2009 zijn partijen een franchiseovereenkomst overeen gekomen. De franchisegever heeft een franchiseformule ontwikkeld voor mobiele reparatie van fietsen, rolstoelen en rollators ten behoeve van particulieren en bedrijven. In de franchiseovereenkomst is vastgelegd dat de franchisenemer na het eindigen van de overeenkomst in geheel Nederland geen concurrerende activiteiten mag ondernemen. De franchiseovereenkomst is door de franchisenemer tussentijds opgezegd. De franchisegever constateert dat wordt gehandeld in strijd met het non-concurrentiebeding.
De franchisegever verzoekt in kort geding om de ex-franchisenemer te verbieden concurrerende activiteiten te verrichten. De franchisenemer verweert zich onder andere met de stelling dat de bepaling in de franchiseovereenkomst nietig is omdat zij strijdig is met artikel 6 van de Mededingingswet; het kartelverbod.
De Voorzieningenrechter oordeelt dat niet is weersproken dat het marktaandeel van de gehele franchiseorganisatie (uitgaande van de geografische markt Nederland) minder dan 10% bedraagt. Indien sprake is van een marktaandeel dat niet groter is dan 10%, dan is een dergelijk beding op grond van artikel 7 Mededingingswet in principe wel toegestaan.
De franchisenemer heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan moet worden aangenomen dat het betreffende non-concurrentiebeding ontoelaatbaar zou zijn.
In artikel 6 Mededingingswet is bepaald dat bepaalde afspraken en feitelijke gedragingen tussen ondernemingen nietig zijn. Een paar jaar geleden is de wet aangepast en is in artikel 7 opgenomen dat artikel 6 niet geldt indien:
- het gezamenlijke marktaandeel van de bij de overeenkomst, het besluit of de onderling afgestemde feitelijke gedraging betrokken ondernemingen of ondernemersverenigingen op geen van de relevante markten waarop de overeenkomst, het besluit of de onderling afgestemde feitelijke gedraging van invloed is, groter is dan 10%, en
- de overeenkomst, het besluit of de onderling afgestemde feitelijke gedraging de handel tussen lidstaten niet op merkbare wijze ongunstig kan beïnvloeden.
Het is aan partijen zelf om deze analyse te maken. De Nederlandse Mededingingsautoriteit [NMa] geeft geen beoordeling vooraf.
Maar ook indien niet aan de eisen van artikel 7 is voldaan, kan een overeenkomst of feitelijke gedraging toch zijn toegestaan. Dan moet de overeenkomst per saldo een positief effect hebben. Dat moeten partijen zelf vaststellen aan de hand van de eisen van artikel 6 lid 3:
“Het eerste lid geldt niet voor overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die bijdragen tot verbetering van de productie of van de distributie of tot bevordering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen
- beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, of
- de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen en diensten de mededinging uit te schakelen.
Indien de overeenkomst hier niet aan voldoet, dan is deze van rechtswege nietig.
[post_title] => Non-concurrentiebeding in franchiseovereenkomst niet strijdig met mededigingswet
[post_excerpt] =>
Ex-franchisenemer gebonden aan non-concurrentiebeding voor geheel Nederland. Beding is niet strijdig met de Mededingingswet. Beroep op een vrijstellingsbepaling in de Mededingingswet mogelijk.
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => non-concurrentiebeding-in-franchiseovereenkomst-niet-strijdig-met-mededigingswet
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2015-12-23 09:52:50
[post_modified_gmt] => 2015-12-23 09:52:50
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/2012/06/14/non-concurrentiebeding-in-franchiseovereenkomst-niet-strijdig-met-mededigingswet/
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
)
[post_count] => 3
[current_post] => -1
[before_loop] => 1
[in_the_loop] =>
[post] => WP_Post Object
(
[ID] => 6908
[post_author] => 6
[post_date] => 2012-08-21 00:00:00
[post_date_gmt] => 2012-08-20 22:00:00
[post_content] => In Frankrijk is een geschil ontstaan over het in de handel mogen brengen van zaden voor groente en bloemen van ‘oude rassen’ die niet meer voorkomen in nationale catologi van rassen. Het bedrijf Graines Baumaux brengt zaden op de markt, welke wel zijn geregistreerd. Kokopelli, een zadencollectief zonder winstoogmerk, brengt zaden voor groente en bloemen van ‘oude rassen’ op de markt. Baumaux heeft een zaak aanhangig gemaakt tegen Kokopelli op grond van oneerlijke concurrentie.
Bij arrest van 14 januari 2008 heeft het tribunal de grande instance de Nancy (Nancy regionale rechtbank, Frankrijk) Kokopelli veroordeeld om een schadevergoeding te betalen aan Graines Baumaux. De rechtbank oordeelde dat Kokopelli en Baumaux beiden actief waren op de markt van “oude rassen”, dat van de producten die zij verhandelden er 233 identiek of soortgelijk waren, en dat zij de producten leveren aan dezelfde klanten (amateur tuinders) en dat zij dus concurrenten van elkaar waren. Om die reden overwoog de rechtbank dat Kokopelli zich bezighield met daden van oneerlijke concurrentie door de verkoop van groentezaad, dat niet was opgenomen in de Franse catalogi, noch in de gemeenschappelijke rassenlijst voor groentegewassen.
Kokopelli stelde beroep in tegen dit vonnis bij de Cour d'appel de Nancy (Nancy Hof van Beroep), die aan het Hof van Justitie vragen stelde naar de geldigheid van de Europese richtlijn betreffende het in de handel brengen van groentezaad en van de Europese richtlijn “tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van zaaizaadmengsels van groenvoedergewassen die bestemd zijn voor gebruik bij het behoud van de natuurlijke omgeving” .
In het arrest van 12 juli 2012 stelt het Europese Hof van Justitie vast dat de geldigheid van de twee richtlijnen niet wordt aangetast door bepaalde beginselen van het EU-recht of door de EU-verplichtingen die voortvloeien uit het Internationaal Verdrag inzake Plantaardige Genetische Bronnen voor Voedsel en Landbouw (ITPGRFA).
Het Hof merkt daarover allereerst op dat het proportionaliteitsbeginsel vereist dat voorzieningen, ter uitvoering van EU-wetgeving, geschikt moeten zijn voor de verwezenlijking van de legitieme doelstellingen van deze wetgeving en niet verder mogen gaan dan wat nodig is om ze te verwezenlijken.
Het Hof stelt vast dat de primaire doelstelling van de regels met betrekking tot de acceptatie van groentezaad is om de productiviteit te verbeteren in de groenteteelt in de EU. De gemeenschappelijke rassenlijst voor groentegewassen op basis van de nationale catalogi, als middel voor een hogere productiviteit in de teelt, is een middel dat in staat is om ervoor te zorgen dat deze doelstelling wordt bereikt. Opname in een dergelijke nationale catalogi vereist dat het zaad van groentegewassen zich onderscheidt van andere en stabiel en uniform is. Dit maakt het mogelijk dat geschikt zaad wordt gebruikt en dus dat landbouwproductiviteit wordt verhoogd op basis van de betrouwbaarheid van de kenmerken van het zaad.
Zo stelt het Hof vast dat de nationale catalogi voor groentezaad niet verder gaat dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. De eis van de notering in de officiële catalogi en de daarmee verband houdende acceptatiecriteria waarborgen dat zaaizaad van een bepaald ras de eigenschappen heeft die nodig zijn om een hoog niveau van agrarische productie van goede kwaliteit te waarborgen.
Vervolgens stelt het Hof vast dat de betrokken richtlijnen rekening houden met de economische belangen van handelaren, zoals Kokopelli, die 'oude rassen' te koop aanbieden die niet aan de voorwaarden voor opname in de officiële catalogi voldoen. Immers deze richtlijnen sluiten het in de handel brengen van deze rassen niet uit. Het is juist dat er geografische, kwantitatieve en etiketeringsbeperkingen zijn gesteld met betrekking tot zaad van deze rassen, maar deze beperkingen blijven binnen de grenzen. Het Hof merkt op dat de EU-wetgever niet de liberalisering van de markt voor zaad van 'oude rassen’ nastreefde, maar op zoek was naar het verlichten van de acceptatieregels terwijl het ontstaan van een parallelle markt voor dergelijke zaad voorkomen moest worden, omdat dit waarschijnlijk een belemmering zou vormen van de interne markt voor zaad van groenterassen.
Conclusie
De niche-teelt van 'instandhoudingsrassen' en 'rassen die zijn ontwikkeld voor bijzondere omstandigheden' ten behoeve van het behoud van de agrarische biodiversiteit is onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Hier verandert niets aan. Maar zaadtelers kunnen blijven optreden tegen degene die zaden verkopen die niet in de daarvoor bestemde nationale catalogi zijn geregistreerd.
[post_title] => Hof van Justitie oordeelt dat een verbod op handel in zaden van oude rassen niet in strijd is met Europese Richtlijnen
[post_excerpt] =>
[post_status] => publish
[comment_status] => open
[ping_status] => open
[post_password] =>
[post_name] => hof-van-justitie-oordeelt-dat-een-verbod-op-handel-in-zaden-van-oude-rassen-niet-in-strijd-is-met-europese-richtlijnen
[to_ping] =>
[pinged] =>
[post_modified] => 2021-12-14 16:44:11
[post_modified_gmt] => 2021-12-14 15:44:11
[post_content_filtered] =>
[post_parent] => 0
[guid] => http://bgadvocaten.nl/2012/08/21/hof-van-justitie-oordeelt-dat-een-verbod-op-handel-in-zaden-van-oude-rassen-niet-in-strijd-is-met-europese-richtlijnen/
[menu_order] => 0
[post_type] => post
[post_mime_type] =>
[comment_count] => 0
[filter] => raw
)
[comment_count] => 0
[current_comment] => -1
[found_posts] => 263
[max_num_pages] => 27
[max_num_comment_pages] => 0
[is_single] =>
[is_preview] =>
[is_page] =>
[is_archive] => 1
[is_date] =>
[is_year] =>
[is_month] =>
[is_day] =>
[is_time] =>
[is_author] =>
[is_category] =>
[is_tag] =>
[is_tax] => 1
[is_search] =>
[is_feed] =>
[is_comment_feed] =>
[is_trackback] =>
[is_home] =>
[is_privacy_policy] =>
[is_404] =>
[is_embed] =>
[is_paged] => 1
[is_admin] =>
[is_attachment] =>
[is_singular] =>
[is_robots] =>
[is_favicon] =>
[is_posts_page] =>
[is_post_type_archive] =>
[query_vars_hash:WP_Query:private] => 9cd995957b533b67aa2b079f767c20e9
[query_vars_changed:WP_Query:private] => 1
[thumbnails_cached] =>
[allow_query_attachment_by_filename:protected] =>
[stopwords:WP_Query:private] =>
[compat_fields:WP_Query:private] => Array
(
[0] => query_vars_hash
[1] => query_vars_changed
)
[compat_methods:WP_Query:private] => Array
(
[0] => init_query_flags
[1] => parse_tax_query
)
[tribe_is_event] =>
[tribe_is_multi_posttype] =>
[tribe_is_event_category] =>
[tribe_is_event_venue] =>
[tribe_is_event_organizer] =>
[tribe_is_event_query] =>
[tribe_is_past] =>
[tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object
(
[filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object
*RECURSION*
)
)
In Frankrijk is een geschil ontstaan over het in de handel mogen brengen van zaden voor groente en bloemen van ‘oude rassen’ die niet meer voorkomen in nationale catologi van...
Lees meer
In Staatscourant 13827 van 3 juli 2012 is mededeling gedaan van de melding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat...
Lees meer
Ex-franchisenemer gebonden aan non-concurrentiebeding voor geheel Nederland. Beding is niet strijdig met de Mededingingswet. Beroep op een vrijstellingsbepaling in de Mededingingswet mogelijk.
Lees meer