Blog van medewerkers

WP_Query Object
(
    [query] => Array
        (
            [paged] => 33
            [news-type] => blog
        )

    [query_vars] => Array
        (
            [paged] => 33
            [news-type] => blog
            [error] => 
            [m] => 
            [p] => 0
            [post_parent] => 
            [subpost] => 
            [subpost_id] => 
            [attachment] => 
            [attachment_id] => 0
            [name] => 
            [pagename] => 
            [page_id] => 0
            [second] => 
            [minute] => 
            [hour] => 
            [day] => 0
            [monthnum] => 0
            [year] => 0
            [w] => 0
            [category_name] => 
            [tag] => 
            [cat] => 
            [tag_id] => 
            [author] => 
            [author_name] => 
            [feed] => 
            [tb] => 
            [meta_key] => 
            [meta_value] => 
            [preview] => 
            [s] => 
            [sentence] => 
            [title] => 
            [fields] => 
            [menu_order] => 
            [embed] => 
            [category__in] => Array
                (
                )

            [category__not_in] => Array
                (
                )

            [category__and] => Array
                (
                )

            [post__in] => Array
                (
                )

            [post__not_in] => Array
                (
                )

            [post_name__in] => Array
                (
                )

            [tag__in] => Array
                (
                )

            [tag__not_in] => Array
                (
                )

            [tag__and] => Array
                (
                )

            [tag_slug__in] => Array
                (
                )

            [tag_slug__and] => Array
                (
                )

            [post_parent__in] => Array
                (
                )

            [post_parent__not_in] => Array
                (
                )

            [author__in] => Array
                (
                )

            [author__not_in] => Array
                (
                )

            [search_columns] => Array
                (
                )

            [ignore_sticky_posts] => 
            [suppress_filters] => 
            [cache_results] => 1
            [update_post_term_cache] => 1
            [update_menu_item_cache] => 
            [lazy_load_term_meta] => 1
            [update_post_meta_cache] => 1
            [post_type] => 
            [posts_per_page] => 10
            [nopaging] => 
            [comments_per_page] => 50
            [no_found_rows] => 
            [taxonomy] => news-type
            [term] => blog
            [order] => DESC
        )

    [tax_query] => WP_Tax_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                    [0] => Array
                        (
                            [taxonomy] => news-type
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                            [operator] => IN
                            [include_children] => 1
                        )

                )

            [relation] => AND
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                    [0] => wp_term_relationships
                )

            [queried_terms] => Array
                (
                    [news-type] => Array
                        (
                            [terms] => Array
                                (
                                    [0] => blog
                                )

                            [field] => slug
                        )

                )

            [primary_table] => wp_posts
            [primary_id_column] => ID
        )

    [meta_query] => WP_Meta_Query Object
        (
            [queries] => Array
                (
                )

            [relation] => 
            [meta_table] => 
            [meta_id_column] => 
            [primary_table] => 
            [primary_id_column] => 
            [table_aliases:protected] => Array
                (
                )

            [clauses:protected] => Array
                (
                )

            [has_or_relation:protected] => 
        )

    [date_query] => 
    [queried_object] => WP_Term Object
        (
            [term_id] => 56
            [name] => Blog van medewerkers
            [slug] => blog
            [term_group] => 0
            [term_taxonomy_id] => 56
            [taxonomy] => news-type
            [description] => 
            [parent] => 0
            [count] => 1350
            [filter] => raw
        )

    [queried_object_id] => 56
    [request] => SELECT SQL_CALC_FOUND_ROWS  wp_posts.ID
					 FROM wp_posts  LEFT JOIN wp_term_relationships ON (wp_posts.ID = wp_term_relationships.object_id) LEFT  JOIN wp_icl_translations wpml_translations
							ON wp_posts.ID = wpml_translations.element_id
								AND wpml_translations.element_type = CONCAT('post_', wp_posts.post_type) 
					 WHERE 1=1  AND ( 
  wp_term_relationships.term_taxonomy_id IN (56)
) AND ((wp_posts.post_type = 'post' AND (wp_posts.post_status = 'publish' OR wp_posts.post_status = 'acf-disabled' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-success' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-failed' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-schedule' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-pending' OR wp_posts.post_status = 'tribe-ea-draft'))) AND ( ( ( wpml_translations.language_code = 'nl' OR (
					wpml_translations.language_code = 'nl'
					AND wp_posts.post_type IN ( 'attachment' )
					AND ( ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
			  FROM wp_icl_translations
			  WHERE trid = wpml_translations.trid
			  AND language_code = 'nl'
			) = 0
			 ) OR ( 
			( SELECT COUNT(element_id)
				FROM wp_icl_translations t2
				JOIN wp_posts p ON p.id = t2.element_id
				WHERE t2.trid = wpml_translations.trid
				AND t2.language_code = 'nl'
                AND (
                    p.post_status = 'publish' OR p.post_status = 'private' OR 
                    ( p.post_type='attachment' AND p.post_status = 'inherit' )
                )
			) = 0 ) ) 
				) ) AND wp_posts.post_type  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  ) OR wp_posts.post_type  NOT  IN ('post','page','attachment','wp_block','wp_template','wp_template_part','wp_navigation','our_sector','our_rechtsgebieden','acf-field-group','bwl_advanced_faq','tribe_venue','tribe_organizer','tribe_events','mc4wp-form','slider-data','actualiteiten','accordion','failissementens','advocaten','blogs','seminar','juridisch-medewerker','backoffice','rechtsgebied-detail' )  )
					 GROUP BY wp_posts.ID
					 ORDER BY wp_posts.menu_order, wp_posts.post_date DESC
					 LIMIT 320, 10
    [posts] => Array
        (
            [0] => WP_Post Object
                (
                    [ID] => 34012
                    [post_author] => 26
                    [post_date] => 2022-12-21 11:32:17
                    [post_date_gmt] => 2022-12-21 10:32:17
                    [post_content] => Sinds 26 mei 2021 geldt nieuwe Europese regelgeving voor medische hulpmiddelen (MDR). De belangrijkste wijzigingen van de nieuwe wetgeving zijn de volgende: 
  • Versterken van het systeem voor de markttoelating;
  • Meer transparantie voor patiënten en betere traceerbaarheid;
  • Strengere regels voor bepaalde producten.
In dit artikel zullen we kijken wat dat betekent voor AI toepassingen in de zorg met een therapeutische werking. Een voorbeeld hiervan is software ontwikkeld voor een VR-bril die tijdens een behandeling gebruikt wordt. Hierbij staan we stil bij de regels van de MDR, de AVG en het voorstel voor de AI-verordening.

Voorstel voor de AI Verordening

Op basis van het voorstel vallen medische hulpmiddelen die door een onafhankelijke instantie beoordeeld moeten worden in de categorie hoog-risico.[1] Dit betekent dat de software uit ons voorbeeld een hoog-risico toepassing is en dus moet voldoen aan alle eisen voor hoog-risico. De verkoper van de software heeft de verantwoordelijkheid om dat allemaal goed te regelen, als gebruiker moet u vooral de instructies van de verkoper volgen.

Algemene verordening gegevensbescherming

Het kan zijn dat de software ook (bijzondere) persoonsgegevens verwerkt. In dat geval is het van belang dat u voor een geldige verwerkingsgrondslag zorgt. Als er bijzondere persoonsgegevens worden verwerkt dan zal u hiervoor waarschijnlijk expliciete toestemming van uw patiënten moeten krijgen. Voor meer informatie over de AI Verordening en de AVG, zie deze blog van LegalAIR. AI in de zorg

Verordening voor medische hulpmiddelen

Een hulpmiddel met therapeutische werking is een hulpmiddel in de zin van de verordening.[2]  In Nederland houdt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toezicht op de naleving van de verordening en de Wet medische hulpmiddelen. Een actief therapeutisch hulpmiddel is een hulpmiddel dat wordt gebruikt, alleen of in combinatie met andere hulpmiddelen, om biologische functies of structuren te ondersteunen, te wijzigen, te vervangen of te herstellen in het kader van een behandeling of een verlichting van een ziekte, letsel of beperking.[3] Medische hulpmiddelen worden ingedeeld in verschillende risicoklassen. Hoe hoger het risico is voor de patiënt, hoe zwaarder de controle is of een hulpmiddel voldoet aan de vereisten en of het hulpmiddel op de markt gebracht mag worden. Software die wordt gebruikt voor het verstrekken van informatie met therapeutische doeleinden behoort tot klasse IIa.[4] Hierdoor moet een onafhankelijke instantie (Notified Body) beoordelen of het product aan de eisen van de verordening voldoet. Enkel voor zorginstellingen die hulpmiddelen intern maken en gebruiken kan een uitzondering van toepassing zijn, hier wordt later in het artikel bij stilgestaan.

Inkopen van medische hulpmiddelen met therapeutische werking

Indien een zorgverlener of zorginstelling de medische hulpmiddelen zelf inkoopt dient ook aan een aantal vereisten te worden voldaan. Zo dient er altijd een CE-markering op het product te staan. Indien het product na 26 mei 2021 op de markt is gebracht dient ook aan de overige vereisten uit de verordening te worden voldaan. Zo mag een hulpmiddel alleen in gebruik worden genomen indien het naar behoren wordt afgeleverd, geïnstalleerd, onderhouden en gebruikt voor het doel waarvoor het ontwikkeld is.[5]  Indien het product wordt ingekocht vanuit een land buiten de EU, gelden de strengere regels voor importeurs.[6]

Regels voor intern ontwikkelde hulpmiddelen

De nieuwe regels van de verordening gelden ook voor hulpmiddelen die zorginstellingen en zorgverleners intern maken en gebruiken. Aan de veiligheids- en prestatie-eisen dient voldaan te zijn. Deze staan in bijlage I van de verordening. Aan de overige vereisten uit de verordening hoeft niet te worden voldaan indien aan de volgende cumulatieve eisen is voldaan:[7]
  • De intern gemaakte hulpmiddelen worden niet aan een ander rechtspersoon overgedragen;
  • Bij de fabricage en het gebruik van het hulpmiddel wordt een passend kwaliteitsmanagementsysteem gebruikt;
  • Op de markt is geen gelijkwaardig hulpmiddel beschikbaar die aan de specifieke behoeften van de patiëntendoelgroep kan worden voldaan;
  • De zorginstelling geeft de bevoegde autoriteiten op verzoek informatie over het gebruik van het hulpmiddel;
  • Er wordt een openbare verklaring opgesteld, waaruit onder andere blijkt dat de hulpmiddelen aan de veiligheids- en prestatie-eisen voldoen;
  • Uit documentatie moet onder andere blijken hoe het productieproces werkt en wat de prestatiegegevens van het hulpmiddel zijn;
  • Ook moeten maatregelen getroffen worden die garanderen dat alle hulpmiddelen volgens dat productieproces worden gemaakt;
  • Daarnaast dienen de ervaringen geëvalueerd te worden en dienen de hulpmiddelen verbeterd te worden.
Indien niet aan alle bovenstaande vereisten wordt voldaan, gelden de regels voor fabrikanten van medische hulpmiddelen.[8]

Conclusie

Voor AI in de zorg met therapeutische werking gelden verschillende eisen waaraan voldaan moet worden. Als zorginstelling of zorgverlener moet u er vooral voor zorgen dat u van een betrouwbare leverancier koopt, die producten inkoopt met de juiste CE-markering. Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan vooral contact op met een van onze specialisten. Auteurs: Jody Esveldt en Robin Verhoef
[1] Art. 6 Voorstel AI Verordening
[2] Art. 2 Verordening (EU) 2017/745
[3] Bijlage VIII, art. 2.4 Verordening (EU) 2017/745
[4] Bijlage VIII, art. 6.3 Verordening (EU) 2017/745
[5] Art. 5, lid 1 Verordening (EU) 2017/745
[6] Zie artikel 13 voor de algemene verplichtingen van de importeur.
[7] Art. 5, lid 5 Verordening (EU) 2017/745
[8] Zie artikel 10 voor de algemene verplichtingen van de fabrikant.
[post_title] => Regels voor AI in de zorg met therapeutische werking [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => regels-voor-ai-in-de-zorg-met-therapeutische-werking [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-21 11:32:17 [post_modified_gmt] => 2022-12-21 10:32:17 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34012 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [1] => WP_Post Object ( [ID] => 34004 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-12-20 16:29:48 [post_date_gmt] => 2022-12-20 15:29:48 [post_content] => Hoe stel je vast of een AI toepassing voldoet aan wet- en regelgeving? Welke wet- en regelgeving is überhaupt van toepassing op een AI toepassing? BG.legal gaat voor een consortium een Proof of Concept (PoC) ontwikkelen van een AI Compliance Check. Het kennisplatform LegalAIR heeft een consortium verzameld van organisaties die vanuit diverse invalshoeken (ethiek, data science, cyberveiligheid, juridisch) zich bezighouden met data/AI. Dit consortium heeft een subsidie aangevraagd en gekregen van de Metropool Regio Eindhoven voor de ontwikkeling van een AI Compliance Check. Het ultieme doel is een vorm van verificatie en rapportage dat de ontwikkelaar en gebruiker van een AI toepassing het vertrouwen geeft dat een specifieke AI toepassing voldoet aan wet- en regelgeving. Daarbij zal ook gekeken worden naar de komende AI Act (AI verordening).

Wat gaan we doen?

  • Onderzoeken wat een passend assessment is om een uitspraak te kunnen doen over het compliant zijn van een AI toepassing.
  • Een rapportage ontwikkelen die verstrekt kan worden aan de AI ontwikkelaar en/of de gebruiker, nadat een compliance assessment is uitgevoerd.
  • Eén of meerdere pilots uitvoeren. Dit betekent dat we met een concreet algoritme het compliance assessment gaan uitvoeren en kijken tot wat voor rapportage dit leidt.

Wat is de planning?

  • In Q1 van 2023 zullen we werken aan het ontwikkelen van een compliance assessment en rapportage.
  • In Q2 van 2023 willen we een of meerdere pilots uitvoeren.
  • In Q3 van 2023 willen we, op basis van de ervaringen en resultaten van de pilots, het PoC van een AI Compliance Check afronden.
Via onze nieuwsbrief zullen we informatie delen over dit project.

Aanmelding nieuwsbrief AI Act (AI verordening):

Meer informatie

Wanneer u meer informatie wilt over deze AI Compliance Check, of over het compliant zijn van een AI toepassing, dan kunt u contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst 2 [post_title] => AI compliance check [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => ai-compliance-check [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-03-08 11:29:21 [post_modified_gmt] => 2023-03-08 10:29:21 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34004 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [2] => WP_Post Object ( [ID] => 33990 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-12-20 16:04:38 [post_date_gmt] => 2022-12-20 15:04:38 [post_content] => Vooral na schandalen zoals de toeslagenaffaire bestaat aarzeling bij het inzetten van algoritmes door overheden. Soms zelfs wantrouwen. Om vast te stellen dat het algoritme geen mensenrechten schendt, is het Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (‘IAMA’) ontwikkeld. Hebben overheden al IAMA’s uitgevoerd? Voor welke algoritmes doen zij dit wel en voor welke niet? Welke overheden hebben al een Algoritmeregister? Welke algoritmes publiceren zij daarin? In een onderzoek onder gemeenten, provincies en waterschappen willen wij hier meer duidelijk over krijgen. Op 5 april 2022 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarbij werd opgeroepen een Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (‘IAMA’) verplicht in te zetten voordat algoritmes worden toegepast bij het evalueren van en nemen van beslissingen over mensen. Overheden zullen - in geval van hoog risico – algoritmes moeten publiceren in een (decentraal) algoritmeregister.

Natuurlijk roept de formulering van de motie vragen op:

  • Wat wordt verstaan onder een algoritme dat wordt “ingezet om evaluaties van of beslissingen over mensen te maken”. Het is duidelijk dat dit ziet op de beslissing over, bijvoorbeeld, of iemand in aanmerking komt voor een toeslag. Maar hoe ruim of krap moet je dit criterium uitleggen?
  • Moet een IAMA eenmalig worden uitgevoerd voorafgaand aan de ingebruikname van een algoritme of moet het worden herhaald tijdens de lifecycle van een algoritme? En op welk moment? En op wiens initiatief (gebruiker of leverancier)?

Ook het algoritmeregister roept nog vragen op:

  • Wie bepaalt welke algoritmes in een algoritmeregister opgenomen moeten worden?
  • Hoeveel informatie moet daarbij worden gegeven over de werking van het algoritme?

In het kader van dit onderzoek hebben wij bij diverse overheden (gemeenten, provincie, waterschappen) verzocht om:

  • een overzicht van alle algoritmes die deze overheid gebruikt bij de dienstverlening;
  • documenten over de algoritmes waaronder handleiding, software, communicatie en e-mails. Daaronder wordt mede verstaan informatie over het gebruik en de werking van algoritmes en/of modellen;
  • informatie en communicatie (IAMA) rapportages over assessments bij het gebruik van algoritmes, indien het algoritme wordt ingezet om evaluatie van of beslissingen over mensen te maken.
Nadat wij deze informatie hebben verzameld, gaan we deze analyseren en onze conclusies/aanbevelingen delen. Wanneer je meer informatie wilt over dit onderzoek naar het gebruik van algoritmes, IAMA’s en algoritmeregister door overheden, dan kun je contact opnemen met Jos van der Wijst. Wilt u graag het gehele onderzoeksrapport ontvangen in uw mailbox? Via deze pagina kunt u het aanvragen. Jos van der Wijst 2 [post_title] => Onderzoek naar gebruik algoritmes door overheden [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => onderzoek-naar-gebruik-algoritmes-door-overheden [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2023-08-17 11:17:08 [post_modified_gmt] => 2023-08-17 09:17:08 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33990 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [3] => WP_Post Object ( [ID] => 33980 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-12-20 15:02:45 [post_date_gmt] => 2022-12-20 14:02:45 [post_content] => Een werknemer, die wist dat zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd, heeft datasets van zijn werkgever gedownload. De werkgever kwam daar achter en heeft de werknemer vervolgens op staande voet ontslagen. De werknemer vordert een vergoeding voor het op deze wijze beëindigen van het dienstverband. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer af. Deze zaak ging over een werknemer die te horen had gekregen dat zijn tijdelijke dienstverband, dat nog drie maanden zou duren, niet zou worden verlengd. De werknemer vroeg de werkgever het dienstverband met onmiddellijke ingang te beëindigen en de resterende drie maanden loon uit te betalen als vergoeding. Daar zou een vaststellingsovereenkomst voor worden opgesteld. De werknemer heeft vervolgens een buitengewoon grote hoeveelheid datasets gedownload, zonder dat dit downloaden werkgerelateerd was. Hij gaf aan dit te hebben gedaan om het proces van het downloaden in een CSV-bestand onder de knie te krijgen, zodat hij sneller klanten kon werven en zich alsnog jegens de werkgever kon bewijzen. De werkgever kwam hier achter en ontsloeg de werknemer op staande voet. De werknemer start vervolgens een procedure tegen de werkgever. Hij vraagt niet om vernietiging van het ontslag op staande voet. Wel vordert hij een billijke vergoeding ter hoogte van € 40.000,= bruto. De werknemer stelt dat de werkgever het ontslag op staande voet heeft gegeven omdat de werkgever vermoedde dat de werknemer de dataset bij een volgende werkgever zou gaan gebruiken. Echter daarvoor heeft de werkgever geen bewijs geleverd. En dus zou hij ten onrechte op staande voet zijn ontslagen. Volgens de kantonrechter is bewijs van dit vermoeden ook niet vereist voor een dringende reden wat kan leiden tot een ontslag op staande voet. Bij een ontslag op staande voet moet het gaan “om gedragingen van de werknemer die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren”. De werkgever had volgens de kantonrechter een gegrond vermoeden dat de werknemer de datasets zou (kunnen) gaan gebruiken. De werkgever mocht werknemer daarop ontslaan.

De kantonrechter verwijst daarbij naar de volgende omstandigheden:

  • Al ruim vóór het telefoontje (8 juni 2022) waarin is aangegeven dat het dienstverband niet verlengd zou worden, is de werknemer als zelfstandige een overeenkomst aangegaan met een ander bedrijf (30 maart 2022);
  • Meteen na het telefoontje heeft de werknemer voor het eerst een grote hoeveelheid datasets gedownload;
  • Vervolgens hebben partijen gesproken over een vaststellingsovereenkomst (9 juni 2022).
  • Een paar dagen (14, 15 of 16 juni) na het telefoontje is de werknemer bij het andere bedrijf gestart als corporate ambassador;
  • Vervolgens (20 juni 2022) heeft de werknemer voor de tweede keer een hoeveelheid datasets gedownload;
  • De datasets zijn relevant voor de nieuwe werkgever/opdrachtgever van de werknemer; deze partij is een potentiële klant van de werkgever;
  • De werkgever is er achter gekomen (20 juni 2022) dat de werknemer tweemaal datasets heeft gedownload en heeft de werknemer meteen op staande voet ontslagen (21 juni 2022).
Een ontslag op staande voet moet ‘onverwijld’ worden gegeven. De rechter vindt dat de werkgever voldoende voortvarend heeft gehandeld. De kantonrechter wijst de vorderingen van de werknemer af.

Wat betekent dit voor de praktijk?

  • Het door een werknemer downloaden van grote datasets, zonder dat dit werk gerelateerd was, kan, onder omstandigheden, een reden zijn voor een ontslag op staande voet;
  • Een werkgever moet voortvarend handelen om aan de eis van ‘onverwijld’ te hebben voldaan. Een werkgever mag de tijd nemen voor onderzoek en overleg met een advocaat.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marlies Hol of Jos van der Wijst. Rechtbank Gelderland, 22 november 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6589 Jos van der Wijst 2 [post_title] => Werknemer die datasets heeft gedownload kon op staande voet worden ontslagen [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => werknemer-die-datasets-heeft-gedownload-kon-op-staande-voet-worden-ontslagen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-23 12:14:38 [post_modified_gmt] => 2022-12-23 11:14:38 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33980 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [4] => WP_Post Object ( [ID] => 33978 [post_author] => 6 [post_date] => 2022-12-20 14:51:55 [post_date_gmt] => 2022-12-20 13:51:55 [post_content] => Deze zaak gaat over twee stichtingen die door Mollie als klant zijn opgezegd. Dit als gevolg van een Wwft cliëntenonderzoek naar de UBO’s van de klanten. Daarbij zou ook gebruik zijn gemaakt van artificiële intelligentie en algoritmes. De klant vermoedt dat sprake is geweest van profilering op basis van onbetrouwbare data. En dus wil de klant inzage in het algoritme en de werking ervan. Betaaldienst Mollie moet een cliëntenonderzoek uitvoeren in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft). Daarvoor heeft Mollie gegevens opgevraagd en verkregen over de uiteindelijk belanghebbende (‘Ultimate Beneficial Owner’, hierna: UBO) van een klant. Mollie geeft in haar privacyverklaring aan dat zij gebruik maakt van artificiële intelligentie en algoritmes om het cliëntenonderzoek te verrichten. Mollie heeft, naar aanleiding van een (doorlopend) cliëntenonderzoek, de relatie met een klant opgezegd.

Inzageverzoek ogv AVG

Deze klant stelt, op basis van de AVG, recht te hebben op inzage in persoonsgegevens die zijn verwerkt in het kader van het cliëntenonderzoek en het doorlopende toezicht door Mollie. De klant baseert zijn verzoek op art. 15 lid 1 aanhef en art. 22 AVG (geautomatiseerde besluitvorming en profilering). Mollie stelt dat zij bij het aangaan van de relatie met de klant persoonsgegevens heeft verkregen van de klant zelf en via de KvK. Daarbij gaat het om de geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum en een kopie van het identiteitsbewijs. Mollie heeft deze gegevens ook aan de klant verstrekt. In deze procedure gaat het om de vraag of Mollie daarmee aan haar verplichtingen heeft voldaan. De klant stelt dat Mollie meer gegevens moet hebben verzameld. Zo vraagt de klant om inzage in “het opgestelde risicoprofiel, de risicoclassificering en de indeling in segmenten waarbij de persoonsgegevens van de klant zijn betrokken c.q. verwerkt, alsmede de gehanteerde objectieve en subjectieve risicofactoren die zijn gekoppeld aan de klant en die zijn gebruikt voor het opstellen van het risicoprofiel en/of de indeling in risicoclassificaties.”. Mollie betwist dat zij profielen van UBO’s maakt of deze goed- of afkeurt. Zij betwist ook gebruik te maken van volledig geautomatiseerde besluiten. Van profilering is ook geen sprake. De rechtbank overweegt dat er geen aanwijzingen zijn dat Mollie onvolledig is geweest in het verstrekken van de persoonsgegevens die zij in het kader van het cliëntenonderzoek heeft verwerkt. De klant stelt dat Mollie niet aan haar verplichtingen heeft voldaan, omdat de accountgegevens (e-mailadressen, contactgegevens, telefoonnummers, IP-adres etc.) niet zijn verstrekt. De rechtbank verwerpt deze stelling. Immers, het gaat hier om stichtingen en niet om een eenmanszaak, wat betekent dat de genoemde bedrijfsgegevens niet kwalificeren als persoonsgegevens van de klant.

Algoritme

De klant verzoekt inzage in het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, en informatie over – kort gezegd – de verwachte gevolgen van die verwerking voor de klant. Mollie heeft aangegeven artificiële intelligentie en algoritmes te gebruiken om het Wwft cliëntenonderzoek te verrichten. Daarnaast heeft Mollie aangegeven dat besluiten altijd door een mens worden beoordeeld. De klant vindt het niet geloofwaardig dat een betekenisvolle toets van automatisch genomen besluiten door een mens plaatsvindt. Daarom dient Mollie inzicht te geven in de logica en parameters van haar verwerkings- of algoritmeproces. Daarbij zou Mollie geen beroep kunnen doen op haar bedrijfsgeheimen, omdat de klant geen inzage vraagt in de techniek zelf, maar alleen in zijn persoonsgegevens. Mollie stelt dat zij geen gebruik maakt van geautomatiseerde besluitvorming of profilering, en ook niet van geautomatiseerde besluitvorming op basis van profilering. Alle besluiten worden door gespecialiseerde en getrainde medewerkers genomen. De rechtbank overweegt dat op grond van art. 13, 14 en 15 AVG informatie moet worden gegeven over het verwerken van persoonsgegevens in algoritmes. En wanneer sprake is van profilering en/of geautomatiseerde besluitvorming, dan moet dat kenbaar worden gemaakt door de verwerkingsverantwoordelijke. Omdat Mollie heeft betwist dat hier sprake van is, had de klant concrete aanwijzingen moeten geven waaruit het tegendeel blijkt. Dit heeft de klant niet gedaan. Dat derde partijen die Mollie heeft ingeschakeld mogelijk wel gebruik maken van artificiële intelligentie en machine learning, is onvoldoende om aan te nemen dat Mollie een verboden vorm van automatische besluitvorming toepast. De verzoeken van de klant worden afgewezen.

Wat betekent dit voor de praktijk:

  • Wanneer bij het verwerken van persoonsgegevens gebruik wordt gemaakt van artificiële intelligentie en algoritmes, dan heeft een betrokkene het recht om daar informatie over te krijgen.
  • Wanneer gebruikt wordt gemaakt van profilering en/of geautomatiseerde besluitvorming, dan moet dit kenbaar worden gemaakt.
  • Dit gaat niet zover dat informatie moet worden verstrekt over de logica en parameters van haar verwerkings- of algoritmeproces.
  • Dit is mogelijk anders wanneer de betrokkene concrete aanwijzingen kan geven dat er wel degelijk sprake zou zijn van profilering en/of geautomatiseerde besluitvorming. Het zou mij niet verbazen dat een rechter dan de bewijslast van het tegendeel bij de verwerker van de persoonsgegevens legt.
  • Concrete aanwijzingen zijn mogelijk te krijgen door een bewijsbeslag onder de verwerker van de persoonsgegevens. Maar ook voor het verkrijgen van toestemming (van een rechter) om dit bewijsbeslag te lagen leggen, zal een betrokkene concrete aanwijzingen moeten hebben voor profilering en/of geautomatiseerde besluitvorming.
Voor meer informatie over dit onderwerp kun je contact opnemen met Jos van der Wijst. Jos van der Wijst 2 [post_title] => Moet Mollie informatie over algoritme verstrekken? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => moet-mollie-informatie-over-algoritme-verstrekken [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-21 14:35:33 [post_modified_gmt] => 2022-12-21 13:35:33 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33978 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [5] => WP_Post Object ( [ID] => 33843 [post_author] => 19 [post_date] => 2022-12-16 10:53:50 [post_date_gmt] => 2022-12-16 09:53:50 [post_content] => Bij omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen is sprake van een gebonden beschikking. Dat komt erop neer dat een aanvraag verleend moet worden, wanneer aan de wettelijke eisen wordt voldaan. Wat zijn die wettelijke eisen [art. 2.10 van de Wabo]?
  • De regels van het bestemmingsplan [of beheersverordening]
  • De regels van de bouwverordening en het bouwbesluit
  • De redelijke eisen van welstand
  • Rechtstreeks werkende provinciale of rijksregels
In de praktijk leiden de redelijke eisen van welstand vaak tot de meeste discussie. Met name omdat die toets een meer subjectief element bevat. De regels van het bestemmingsplan, de bouwverordening en het bouwbesluit zijn in de regel meer objectief. Dat roept de vraag op in hoeverre de gemeente is gebonden aan een welstandsadvies.

De welstandscommissie

In de praktijk wordt veelal een welstandsadvies gegeven door een daartoe ingeschakelde welstandscommissie. Het overnemen van het welstandsadvies door de gemeente behoeft in de regel geen nadere toelichting, tenzij de aanvrager of een derde-belanghebbende een tegenadvies overlegt van een andere deskundig te achten persoon. Dit is anders, indien het welstandsadvies naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont dat de gemeente het niet aan zijn oordeel omtrent de welstand ten grondslag hadden mogen leggen. Hieruit volgt dus al, dat een welstandsadvies niet bindend is. De gemeente zal zelf moeten beoordelen of het bouwwerk conform de redelijke eisen van welstand is [uitspraak Raad van State 10 januari 2018]. Maar, de gemeente mag het advies van de welstandscommissie in beginsel [ongemotiveerd] overnemen, tenzij één van voornoemde uitzonderingsgevallen zicht voordoet. Het staat de gemeente dus ook vrij om van een positief advies af te wijken. Dat moet de gemeente dan wel goed motiveren in het kader van de welstandscriteria. Het zou immers vreemd zijn als een gemeente deskundigen aanwijst en vervolgens zonder gegronde redenen dat oordeel naast zich neerlegt. Welstandsadvies

Wanneer gaat de welstandcommissie te ver?

Het is niet zo dat de welstandscommissie volledig vrij is te bepalen of het bouwwerk voldoet aan de redelijke eisen van welstand. De commissie heeft de – door de gemeenteraad vastgestelde  ̶  welstandscriteria in acht te nemen. Die criteria vormen het toetsingskader. Daarnaast mag de welstandscommissie niet de [bouw]mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, beperken [uitspraak Raad van State 28 november 2018]. Naarmate het bestemmingsplan meer keuze laat tussen verschillende mogelijkheden om een bouwplan te realiseren, heeft de gemeente - met inachtneming van de uitgangspunten van het bestemmingsplan - meer beoordelingsruimte om in het kader van de welstandsbeoordeling een ter beoordeling voorliggend bouwplan in strijd met redelijke eisen van welstand te achten [uitspraak Raad van State 20 september 2015 en 26 mei 2021]. Op grond van artikel 12 lid 3 van de Woningwet mogen welstandscriteria bovendien niet in strijd zijn met het bestemmingsplan. Zijn de criteria dat wel, dan moeten die buiten toepassing blijven. De bebouwingsmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt mogen niet beperkt worden door welstandscriteria [uitspraak Raad van State 16 juni 2010 en 16 mei 2012]. Linksom of rechtsom: de gemeente mag de vergunning alleen verlenen of weigeren, op het punt van de redelijke eisen van welstand, indien het bouwwerk in overeenstemming is met die eisen [verlenen] of daarmee juist in strijd is [weigeren]. Hierop is echter één uitzondering.

Afwijken van een negatief advies

In artikel 2.10 lid 1 sub d van de Wabo is bepaald dat de gemeente kan afwijken van een negatief welstandsadvies als het bouwplan dusdanig maatschappelijk belangrijk is of vanwege sociaal-economische factoren, dat het ondanks de strijd met de redelijke eisen van welstand toch gebouwd mag worden. Het oordeel van de gemeente is dan dus juist niet gebaseerd op de redelijke eisen van welstand en [dus] welstandscriteria. Dat hoeft ook niet, omdat de gemeente die mogelijkheid sowieso al heeft maar dan uitsluitend op grond van een toets aan de welstandseisen.

Niet bindend: beoordelingsruimte

In de praktijk is een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit vaak lastig succesvol aan te vechten vanwege het beperkte en [dus: deels] bindende toetsingskader. Uit het voorgaande blijkt dat er wat betreft welstandseisen toch méér beoordelingsruimte bestaat dan wellicht in de praktijk soms wordt gedacht. Heeft u een vraag over welstand? Neem u dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Rutger Boogers, advocaat omgevingsrecht Rutger Boogers         [post_title] => Is een welstandsadvies bindend voor de gemeente? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => is-een-welstandsadvies-bindend-voor-de-gemeente [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-16 10:53:50 [post_modified_gmt] => 2022-12-16 09:53:50 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33843 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [6] => WP_Post Object ( [ID] => 33849 [post_author] => 68 [post_date] => 2022-12-15 11:08:03 [post_date_gmt] => 2022-12-15 10:08:03 [post_content] => AI-toepassingen volgen elkaar in razendsnel tempo op, waardoor niet iedere ontwikkeling even goed wordt opgemerkt. Dit is echter niet het geval voor het nieuwe AI-programma genaamd ChatGPT. Op 30 november jl. bracht OpenAI deze nieuwe AI-tool uit, die haar gebruikers flink versteld heeft doen staan. Sindsdien houdt het nieuwe programma de gemoederen in de tech industrie flink bezig. ChatGPT is namelijk in staat om, met behulp van AI, zo goed als perfecte teksten te genereren. Daarbij kan gedacht worden aan e-mail, blogposts, gedichten of zelfs lyrics geschreven in de stijl van een bepaalde artiest. In deze blog staan wij dan ook stil bij deze nieuwe toepassing, met name wat ChatGPT is en hoe het werkt.

Wat is ChatGPT?

Zoals hierboven al is opgemerkt, is ChatGPT de nieuwste AI-toepassing van OpenAI, een onderzoeksinitiatief opgezet in 2015 door Elon Musk en Sam Altman met als doel AI te ontwikkelen. ChatGPT is een chatbot voortgeborduurd op het oudere programma InstructGPT. Dit oudere programma is specifiek getraind om instructies snel op te volgen en gedetailleerde antwoorden te geven. ChatGPT kan dit ook, maar kan daarnaast ook nog vervolgvragen beantwoorden, fouten toegeven, onjuiste uitgangspunten aanvechten en ongepaste verzoeken afwijzen. ChatGPT verschilt in de toepassing van oudere software omdat het verschillende beperkingen van deze eerdere toepassingen wegneemt. De chatbot kan namelijk volledig en goed geschreven antwoorden genereren, op het gebied van uiteenlopende en complexe onderwerpen. Bovendien is de AI-tool zeer laagdrempelig, aangezien ChatGPT toegankelijk voor het grote publiek. Desalniettemin merkt OpenAI op dat ChatGPT nog in een experimentele fase zit, waardoor het systeem op bepaalde vlakken nog wat steken laat vallen. Zo kan het nog voorkomen dat het programma een foutief antwoord op een vraag formuleert. Ook geeft ChatGPT af en toe nog antwoord op ongepaste verzoeken. Tot slot kun je nog geen goed antwoord verwachten op vragen die gaan over recente en actuele gebeurtenissen of die naar de mening van het programma vragen.

Hoe werkt het systeem van ChatGPT?

ChatGPT is getraind met behulp van Reinforcement Learning from Human Feedback (RLHF), een deep learning techniek die rekening houdt met menselijke feedback om te leren. Bij deze techniek besturen menselijke experts het algoritme door de meest waarschijnlijke menselijke reacties te selecteren uit de mogelijke reacties die het algoritme heeft gegenereerd. Daarmee leert het systeem om waarheidsgetrouwe reacties op vragen te geven. Op die manier kan een gebruiker een vraag stellen, waarna ChatGPT deze analyseert en daarop een passende reactie geeft. Aangezien ChatGPT de reactie meteen na het stellen van de vraag daarop antwoord geeft, voelt het chatten met de chatbot aan als een vorm van menselijke interactie.

Conclusie

Op het internet staan al verschillende voorbeelden waaruit blijkt dat ChatGPT al in staat is om volledige teksten te genereren. Nu ChatGPT toegankelijk is geworden voor het grote publiek, is de verwachting dat de chatbot nog accurater zal worden in de beantwoording van vragen. Dit wordt ook door Open AI aangemoedigd, omdat zij enkele gebruikers vragen de kwaliteit van het gegenereerde antwoord te beoordelen. Het zal een kwestie van tijd zijn om te zien hoe ChatGPT zich verder zal ontwikkelen en wat de komst van de chatbot in de praktijk zal gaan betekenen. Britt van den Branden nieuw 1 [post_title] => Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van AI: ChatGPT [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => een-nieuwe-ontwikkeling-op-het-gebied-van-ai-chatgpt [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-15 11:08:03 [post_modified_gmt] => 2022-12-15 10:08:03 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33849 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [7] => WP_Post Object ( [ID] => 33769 [post_author] => 65 [post_date] => 2022-12-14 14:27:46 [post_date_gmt] => 2022-12-14 13:27:46 [post_content] => Al in een eerdere blog is geschreven over de nietigverklaring van een model. Echter, ook een merk kan na de registratie daarvan alsnog nietig worden verklaard. Een merkhouder die een ouder merk heeft kan hiervoor bij de bevoegde instantie een nietigheidsprocedure instellen. Een nietigheidsprocedure kan op basis van diverse gronden aanhangig worden gemaakt.

Gronden voor nietigheidsprocedure

Een merk kan nietig worden verklaard als:
  • het merk is ingeschreven ondanks dat het merk niet-onderscheidend of beschrijvend is;
  • het merk te kwader trouw is aangevraagd;
  • Er een ouder ander recht bestaat, bijvoorbeeld een handelsnaamrecht, een auteursrecht of een modelrecht;
  • het merk verwarringwekkend overeenstemt met een ouder merk.

VSL#3 v. VSL3TOTAL

De laatste genoemde grond heeft onlangs tot een uitspraak geleid bij het Europees Hof van Justitie (HvJ). VSL#3 is een in 2001 geregistreerd woordmerk en VSL3TOTAL een woordmerk geregistreerd in 2013. Beide merkregistraties zijn ingeschreven voor waren in klasse 5 voor onder andere gezondheidsproducten. VSL#3 heeft op basis van haar oudere merk een nietigheidsverzoek ingesteld tegen VSL3TOTAL op grond van verwarringsgevaar. De nietigheidsafdeling heeft het verzoek gehonoreerd en geoordeeld om VSL3TOTAL nietig te verklaren. VSL3TOTAL heeft hiertegen beroep ingesteld.

Beoordeling HvJ

Het HvJ licht toe waarom zij niet meegaat in de verweren van VSL3TOTAL, beginnend met het relevante publiek. Volgens het HvJ bestaat het relevante publiek uit medische professionals, artsen, apothekers en eindgebruikers. Dit relevante publiek zal ten aanzien van deze gezondheidsproducten een hoog aandachtsniveau hebben. Ook stelt het HvJ dat de waren identiek zijn, op grond van vaste rechtspraak, aangezien het om waren in dezelfde klasse gaat. Het HvJ gaat niet mee in de stelling van VSL3TOTAL dat het merk VSL#3 geen onderscheidend vermogen heeft, omdat het zou dienen als aanduiding van de substanties van het product en niet als herkomstfunctie. Dit heeft VSL3TOTAL niet voldoende kunnen onderbouwen. Vergelijking van de tekens De vergelijking van tekens geschiedt op basis van visuele, fonetische en begripsmatige gelijkenissen, rekening houdend met de categorie van de waren en de omstandigheden waarin zij op de markt worden gebracht. Volgens het HvJ zijn ‘VSL’ en ‘3’ de onderscheidende elementen in de tekens en ‘#’ en ‘TOTAL’ de niet-onderscheidende elementen. Het HvJ is van oordeel dat de tekens visueel overeenstemmen, omdat de onderscheidende elementen ‘VSL’ en ‘3’ in beide tekens identiek zijn. De fonetische overeenstemming is meer dan gemiddeld overeenstemmend. De ‘#’ zal niet worden uitgesproken waardoor ‘VSL3’ overblijft en fonetisch hetzelfde wordt uitgesproken, aldus het HvJ. Wel is het HvJ het eens dat beide tekens begripsmatig, maar in geringe mate overeenstemmen. Het HvJ concludeert dat het nietigheidsoordeel correct is en het beroep van VSL3TOTAL in zijn geheel moet worden verworpen.

Conclusie

Ook merken die al enige tijd geregistreerd zijn kunnen nietig worden verklaard, indien er sprake is van verwarringsgevaar. Vindt u dat het jongere merk van een ander te veel op uw merk lijkt en wilt u hiertegen optreden? Of heeft u vragen over merken? Neem dan contact op met één van onze specialisten. Mustafa Kahya nieuw [post_title] => Nietigverklaring van een merk [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => nietigverklaring-van-een-merk [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-14 15:03:22 [post_modified_gmt] => 2022-12-14 14:03:22 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33769 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [8] => WP_Post Object ( [ID] => 33794 [post_author] => 26 [post_date] => 2022-12-13 12:27:44 [post_date_gmt] => 2022-12-13 11:27:44 [post_content] => De patiënt en zijn familie. Mag de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst beëindigen? Mag dit ook bij een verstoorde relatie met de familie? Eerder schreven wij over de totstandkoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en de mogelijke gronden waarop de zorgaanbieder kan weigeren om de geneeskundige behandelingsovereenkomst met een patiënt aan te gaan. In dit artikel zullen wij de mogelijkheden bespreken die de zorgaanbieder heeft om de geneeskundige behandelingsovereenkomst op te zeggen. Voor de zorginstelling als contractspartij kunnen ten opzichte van de hulpverlener soms extra eisen bestaan, hier wordt specifiek bij stil gestaan. Ook komt de vraag aan de orde, of een verstoorde relatie met de familie een reden is tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst.

De beëindiging van de behandelingsovereenkomst

Het is een logisch gevolg van de contractvrijheid om op een bepaald moment de behandelingsovereenkomst te beëindigen. De behandelingsovereenkomst kan op verschillende manieren worden beëindigd. Een veel voorkomende mogelijkheid is de beëindiging met wederzijds goedvinden. Dit zal veelal plaatsvinden wanneer de behandelingsovereenkomst is afgerond of in gevallen van een essentieel meningsverschil over de behandeling, zoals over het behandelingsplan.

Het eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de zorgaanbieder

De patiënt kan een behandelingsovereenkomst altijd opzeggen. Een zorgaanbieder kan dat niet zomaar. De wet geeft aan dat het opzeggen alleen kan indien daar gewichtige redenen voor zijn. De zorgaanbieder moet hier heel terughoudend mee omgaan. Er dient namelijk door de zorgaanbieder in hoge mate rekening worden gehouden met de afhankelijkheid en gezondheidstoestand van de patiënt. Redenen voor beëindiging van een behandelingsovereenkomst Wat onder een gewichtige reden valt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Om over te gaan tot opzegging van de behandelingsovereenkomst, moet in principe sprake zijn van een zodanig ernstige situatie dat herstel daarvan niet meer mogelijk is. Hieronder zullen eerst de meest voorkomende redenen worden besproken.
  1. De aard en/of omvang van de hulpvraag wijzigt wezenlijk en gaat de expertise of de mogelijkheden van de hulpverlener te buiten;
  2. De hulpverlener heeft aanzienlijk belang bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst;
  3. De patiënt weigert voortdurend de rekening te betalen;
  4. De hulpverlener heeft een ernstig conflict met de patiënt en/of de patiënt wil niet meewerken aan de behandeling;
  5. De patiënt vertoont zeer onheus of agressief gedrag.
behandelingsovereenkomst 1. De aard en/of omvang van de hulpvraag wijzigt Goede hulpverlening moet altijd voorop staan. Gedurende een behandeling kan de hulpvraag zodanig veranderen, dat de behandelingsovereenkomst moet worden beëindigt en wellicht moet worden overgedragen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als de hulpverlener niet (meer) beschikt over voldoende deskundigheid. 2. Aanzienlijk belang van de hulpverlener Het aanzienlijk belang van de hulpverlener kunnen zowel praktische alspersoonlijke redenen zijn. Een voorbeeld van een praktische reden is het (tijdelijk) stoppen van de praktijk vanwege bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid. Er is ook sprake van een aanzienlijk belang als een hulpverlener persoonlijke gevoelens heeft ontwikkeld voor de patiënt. 3. Patiënt weigert de rekening te betalen Indien een patiënt tot meerdere malen toe (dus structureel) weigert om de rekening van de zorgaanbieder te betalen, kan dat een reden zijn voor opzegging van de behandelingsovereenkomst. Eén onbetaalde rekening is onvoldoende reden. De zorgaanbieder moet de patiënt, bij voorkeur schriftelijk, op de hoogte stellen van de openstaande rekeningen, hem wijzen op zijn plicht om te betalen en de patiënt duidelijk op de consequenties hebben gewezen indien hij daar voldoet. Alleen dan kan de behandelingsovereenkomst worden beëindigd. 4. Ernstig conflict of niet meewerken aan behandeling Om aan deze reden te voldoen moet er wel sprake zijn van een ernstig conflict. Indien een patiënt een second opinion wil of het enkele feit dat de patiënt zich niet aan het zorgplan houdt, is onvoldoende om de behandelingsovereenkomst op te zeggen. De zorgaanbieder kan de behandelingsovereenkomst wel beëindigen indien het conflict ernstige gevolgen heeft voor de behandeling. Indien de patiënt informatie achterhoudt die voor goede hulpverlening noodzakelijk is, terwijl dit redelijkerwijs wel van hem verwacht kon worden, kan de behandelingsovereenkomst ook worden opgezegd. Ook ten aanzien van klachten die de patiënt tegen de hulpverlener indient, moet sprake zijn van herhaling. Een enkele klacht of dreiging daarmee is niet voldoende. De hulpverlener moet dan met de patiënt het gesprek aangaan of de patiënt ook van mening is dat de vertrouwensband onherstelbaar is beschadigd. 5. De patiënt vertoont zeer onheus of agressief gedrag Onder deze categorie vallen verschillende vormen van gedrag die als voldoende reden worden beschouwd, zoals bijvoorbeeld als de patiënt zich discriminerend, seksistisch of uiterst negatief uitlaat, tegenover de hulpverlener of anderen. Andere voorbeelden zijn fysieke agressie, overlast veroorzaken en grensoverschrijdend gedrag, zoals bedreiging. De zorgaanbieder heeft hier een verantwoordelijkheid om de communicatie te herstellen.  Een eenmalige onheuse uitlating is onvoldoende gewichtige reden. Indien het niet lukt om de relatie te herstellen en de patiënt zich meermaals onheus heeft gedragen, kan de behandelingsovereenkomst worden opgezegd. Soms kan een eenmalige gedraging zo extreem zijn dat het van de zorgaanbieder niet gevergd kan worden om de behandelingsovereenkomst voort te zetten. Indien het gedrag van de patiënt samenhangt met de aard van de ziekte, zal de zorgaanbieder terughoudender moeten zijn bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst. In beginsel is de regel dat hoe minder de patiënt aan zijn gedrag kan doen, hoe moeilijker het voor de zorgaanbieder zal zijn om de patiënt de noodzakelijke zorg te onthouden. Ook dit is weer afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Belangrijk is vooral dat de zorgaanbieder moet kunnen aantonen dat deze alles heeft gedaan om de relatie te herstellen tot een aanvaardbare situatie.

Beëindiging vanwege gedrag van familie en/of vertegenwoordigers van de patiënt?

In beginsel kan de behandelingsovereenkomst van de patiënt niet snel worden beëindigd, indien er een verstoorde relatie is tussen de hulpverlener en de vertegenwoordiger. De patiënt zou dan schade lijden door het gedrag van zijn vertegenwoordiger. Echter kan de situatie ontstaan dat het gedrag van de familie en/of de vertegenwoordiger de hulpverlening zodanig verstoort, dat er geen goede hulpverlening meer kan plaatsvinden. Bij de vraag of beëindiging van de behandelingsovereenkomst gerechtvaardigd is, moet de hulpverlener met veel omstandigheden rekening houden. Zo is dit afhankelijk van de gedragingen van dit familielid en van de aard van de relatie tussen de persoon en de patiënt en daarmee de arts. Hierbij dient ook meegewogen worden of er andere, minder verstrekkende, maatregelen mogelijk zijn, waardoor de hulpverlening wel goed kan plaatsvinden. Indien een hulpverlener de behandelingsovereenkomst wil opzeggen vanwege gedragingen van de familie, is het raadzaam dit ook met de patiënt te bespreken. Opzeggen van de behandelingsovereenkomst om deze reden vraagt om extra voorzichtigheid. Wil een zorginstelling als contractspartij de behandelingsovereenkomst opzeggen, gelden nog extra eisen. Dit geldt al helemaal wanneer de patiënt in de instelling verblijft en door de opzegging moet worden overgeplaatst. De zorginstelling moet ook extra aandacht bieden aan het opzegtermijn.

Zorgvuldigheidseisen

Voordat een behandelingsovereenkomst wordt beëindigd, moet de zorgaanbieder de volgende zorgvuldigheidseisen aflopen:
  1. De patiënt herhaaldelijk waarschuwen en onderzoeken of herstel van de relatie mogelijk is;
  2. De patiënt mondeling op de hoogte brengen en het schriftelijk bevestigen aan de patiënt;
  3. Een redelijk termijn aanbieden voordat de behandelingsovereenkomst daadwerkelijk beëindigd wordt;
  4. Noodzakelijke hulp blijven verlenen tot de patiënt een andere zorgaanbieder heeft gevonden;
  5. Medewerking verlenen om elders zorg te ontvangen.
Ook ten aanzien van de familie van de patiënt is het goed om herhaaldelijk te waarschuwen bij ernstig gedrag van de familie en proberen om de relatie te herstellen. Het is raadzaam om met de familie, net zoals bij de patiënt, afspraken te maken over wat wenselijk wordt geacht. Advies is om de gegeven waarschuwing(en) schriftelijk vast te leggen.

Aanvullende aandachtspunten voor de zorginstelling

Indien de behandelingsovereenkomst met de zorginstelling is gesloten gelden niet alleen de voorwaarden die hierboven staan genoemd. Leeft een patiënt essentiële regels van een zorginstelling niet na en is de patiënt herhaaldelijk gewaarschuwd, dan kan de behandelingsovereenkomst opgezegd worden. De zorginstelling moet wel extra terughoudend zijn als blijkt dat de patiënt in grote mate van de zorg afhankelijk is. Dit is al helemaal aan de orde indien hij de zorg niet (snel) van een andere instelling kan krijgen. De duur van de behandelingsovereenkomst is hierbij een omstandigheid die meegewogen dient te worden. Een uiterst zorgvuldige procedure is vereist. Ook op de zorgvuldigheidseisen van de zorginstelling wordt zwaarder getoetst, bijvoorbeeld over het aanhouden van een redelijke termijn voordat de overeenkomst daadwerkelijk wordt beëindigd. Het al dan niet voorhanden hebben van een passend, redelijk alternatief voor hulp buiten de zorginstelling, is van invloed op de bepaling van de termijn.

Conclusie

Bij het opzeggen van de geneeskundige behandeling dient terughoudendheid betracht te worden. Enkel onder bovenstaande redenen en onder strenge zorgvuldigheidseisen kan dit gedaan worden. Naast terughoudendheid is zorgvuldigheid geboden voor een goede afweging. Voor een zorginstelling  gelden strengere eisen. Opzegging van de behandelingsovereenkomst vanwege gedragingen van de familie van de patiënt is dus mogelijk, echter vraagt dit om extra voorzichtigheid. Het advies om goed te blijven communiceren met de patiënt (en de familie) en duidelijke afspraken te maken. Een goede dossieropbouw is noodzakelijk. Bent u een zorginstelling en heeft u vragen over het (al dan niet) aangaan van een geneeskundige behandelingsovereenkomst? Of heeft u meer in het algemeen zorgvraagstukken? Neem dan contact op met Team Zorg BG.legal. [post_title] => Mag de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst beëindigen? [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => mag-de-zorgaanbieder-de-behandelingsovereenkomst-beeindigen [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-15 15:50:21 [post_modified_gmt] => 2022-12-15 14:50:21 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33794 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [9] => WP_Post Object ( [ID] => 33775 [post_author] => 67 [post_date] => 2022-12-13 12:00:50 [post_date_gmt] => 2022-12-13 11:00:50 [post_content] => In een recente uitspraak van 13 september 2022 heeft het Hof ’s-Hertogenbosch, kort gezegd, geoordeeld dat de accountant aansprakelijk is voor de schade die haar klant heeft geleden wegens het niet tijdig deponeren van de jaarrekening. De accountant kreeg van haar klant de opdracht om jaarrekeningen op te stellen en deze vervolgens ook te deponeren. Volgens het Hof houdt deze opdracht ook in dat de accountant zich ertoe verplicht heeft om de jaarrekening tijdig op te maken en te deponeren. Als de jaarrekening niet tijdig wordt gedeponeerd, dan pleegt de accountant dus wanprestatie. De schade die de klant daardoor lijdt, moet door de accountant worden vergoed.

Zorgplicht accountant

De accountant sluit een overeenkomst van opdracht met zijn klant. Daarbij dient de accountant de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen. De accountant heeft dus een zorgplicht jegens zijn klant. De accountant zal telkens de zorgvuldigheid in acht moeten nemen jegens zijn klant die van een redelijk bekwame en redelijk handelende vakgenoot in vergelijkbare omstandigheden mag worden verwacht. Deze zorgplicht kan er zelfs toe leiden dat de accountant zijn klant ongevraagd van advies dient te voorzien. De zorgplicht van de accountant strekt verder naarmate het voor de accountant voorzienbaar is dat zijn klant schade zou kunnen lijden. Als de accountant expliciet heeft afgesproken de jaarrekening van haar klant te deponeren, of als uit omstandigheden blijkt dat zij deze verplichting voor haar rekening neemt, kan sprake zijn van wanprestatie als de jaarrekening vervolgens niet tijdig wordt gedeponeerd. Voor deze wanprestatie kan de accountant worden aangesproken. Ook het eraan bijdragen dat de jaarrekening niet tijdig kan worden gedeponeerd, kan een schending van de zorgplicht opleveren en dus leiden tot aansprakelijkheid van de accountant. Dit aansprakelijkheidsrisico doet zich hoofdzakelijk voor in geval van faillissement van de klant.

Faillissement – gevolgen schending deponeringsplicht

In geval van faillissement zal een curator onderzoek doen naar de oorzaken van het faillissement en de rol daarin van het bestuur. Het zorgdragen voor tijdige deponering van de jaarrekening is een verantwoordelijkheid van het bestuur. Als het bestuur de jaarrekening niet tijdig heeft gedeponeerd, dan staat vast dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Bovendien wordt vermoed dat onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Het is dan aan het bestuur om genoemd vermoeden te weerleggen door aannemelijk te maken dat andere oorzaken tot het faillissement hebben geleid. Dit is dus een lastige uitgangspositie, die enkel wordt veroorzaakt door de niet tijdig gedeponeerde jaarrekening. Als het bestuur er niet in slaagt om aannemelijk te maken dat er andere belangrijke oorzaken zijn van het faillissement, dan kan het bestuur aansprakelijk worden gehouden voor het volledige faillissementstekort. Het zorgdragen voor een tijdige deponering is dan ook van zeer groot belang; niet alleen voor het bestuur, maar ook voor de accountant die zich ertoe heeft verplicht om de jaarrekening op te maken en te deponeren. Als het bestuur wordt aangesproken door een curator op het niet tijdig deponeren van de jaarrekening, dan kan het bestuur op haar beurt immers haar accountant aankijken.

Termijn deponering jaarrekening

Het bestuur dient binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening op te maken. Deze termijn kan met vijf maanden verlengd worden. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders. Het bestuur ondertekent de jaarrekening ten blijke van haar instemming. Als de jaarrekening na tien maanden nog niet is vastgesteld, dan heeft het bestuur nog twee maanden de tijd om (de voorlopige niet vastgestelde) jaarrekening te deponeren. Dus, de jaarrekening dient in beginsel binnen twaalf maanden na afloop van het boekjaar te worden gedeponeerd.

Economisch delict

Aan het niet of niet tijdig deponeren kunnen ook voor de klant buiten faillissement gevolgen kleven. Het niet of niet tijdig deponeren van de jaarrekening is immers een economisch delict en kan leiden tot een boete en een aantekening op het strafblad van de vennootschap. Deze notitie kan verstrekkende gevolgen hebben voor, bijvoorbeeld, het aanvragen van integriteitsverklaringen voor het aanvragen van vergunningen en/of subsidies. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de blog ‘Schending van de deponeringsplicht is economisch delict.

Tips voor de accountant

Een accountant kan aansprakelijkheid voor het niet tijdig deponeren van de jaarrekening eenvoudig voorkomen door haar werkzaamheden op dit gebied uit te sluiten in de opdrachtbevestiging en de klant daarop expliciet te wijzen. En daarnaast kan in de opdrachtbevestiging worden opgenomen dat, ondanks dat de accountant de jaarrekening feitelijk in de praktijk voor haar klant deponeert, het bestuur van de klant verantwoordelijk blijft voor tijdige deponering. Daarnaast kan de accountant aansprakelijkheid voorkomen of tot een minimum beperken door tijdig maatregelen te treffen. Die maatregelen kunnen eruit bestaan dat de accountant: (i) al het nodige doet om alle informatie te verkrijgen die zij nodig heeft om haar werkzaamheden tijdig te kunnen verrichten, en (ii) het bestuur onverwijld en uitdrukkelijk erop wijst (en waarschuwt) wat de gevolgen kunnen zijn van het niet tijdig aanleveren van de gevraagde informatie en het niet-tijdig deponeren van de jaarrekeningen. Vragen? Neem contact op met één van onze specialisten. Remco de Jong nieuw 1 [post_title] => Aansprakelijkheidsrisico’s accountant voor te late deponering van de jaarrekening [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => aansprakelijkheidsrisicos-accountant-voor-te-late-deponering-van-de-jaarrekening [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-13 12:00:09 [post_modified_gmt] => 2022-12-13 11:00:09 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=33775 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) ) [post_count] => 10 [current_post] => -1 [before_loop] => 1 [in_the_loop] => [post] => WP_Post Object ( [ID] => 34012 [post_author] => 26 [post_date] => 2022-12-21 11:32:17 [post_date_gmt] => 2022-12-21 10:32:17 [post_content] => Sinds 26 mei 2021 geldt nieuwe Europese regelgeving voor medische hulpmiddelen (MDR). De belangrijkste wijzigingen van de nieuwe wetgeving zijn de volgende:
  • Versterken van het systeem voor de markttoelating;
  • Meer transparantie voor patiënten en betere traceerbaarheid;
  • Strengere regels voor bepaalde producten.
In dit artikel zullen we kijken wat dat betekent voor AI toepassingen in de zorg met een therapeutische werking. Een voorbeeld hiervan is software ontwikkeld voor een VR-bril die tijdens een behandeling gebruikt wordt. Hierbij staan we stil bij de regels van de MDR, de AVG en het voorstel voor de AI-verordening.

Voorstel voor de AI Verordening

Op basis van het voorstel vallen medische hulpmiddelen die door een onafhankelijke instantie beoordeeld moeten worden in de categorie hoog-risico.[1] Dit betekent dat de software uit ons voorbeeld een hoog-risico toepassing is en dus moet voldoen aan alle eisen voor hoog-risico. De verkoper van de software heeft de verantwoordelijkheid om dat allemaal goed te regelen, als gebruiker moet u vooral de instructies van de verkoper volgen.

Algemene verordening gegevensbescherming

Het kan zijn dat de software ook (bijzondere) persoonsgegevens verwerkt. In dat geval is het van belang dat u voor een geldige verwerkingsgrondslag zorgt. Als er bijzondere persoonsgegevens worden verwerkt dan zal u hiervoor waarschijnlijk expliciete toestemming van uw patiënten moeten krijgen. Voor meer informatie over de AI Verordening en de AVG, zie deze blog van LegalAIR. AI in de zorg

Verordening voor medische hulpmiddelen

Een hulpmiddel met therapeutische werking is een hulpmiddel in de zin van de verordening.[2]  In Nederland houdt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toezicht op de naleving van de verordening en de Wet medische hulpmiddelen. Een actief therapeutisch hulpmiddel is een hulpmiddel dat wordt gebruikt, alleen of in combinatie met andere hulpmiddelen, om biologische functies of structuren te ondersteunen, te wijzigen, te vervangen of te herstellen in het kader van een behandeling of een verlichting van een ziekte, letsel of beperking.[3] Medische hulpmiddelen worden ingedeeld in verschillende risicoklassen. Hoe hoger het risico is voor de patiënt, hoe zwaarder de controle is of een hulpmiddel voldoet aan de vereisten en of het hulpmiddel op de markt gebracht mag worden. Software die wordt gebruikt voor het verstrekken van informatie met therapeutische doeleinden behoort tot klasse IIa.[4] Hierdoor moet een onafhankelijke instantie (Notified Body) beoordelen of het product aan de eisen van de verordening voldoet. Enkel voor zorginstellingen die hulpmiddelen intern maken en gebruiken kan een uitzondering van toepassing zijn, hier wordt later in het artikel bij stilgestaan.

Inkopen van medische hulpmiddelen met therapeutische werking

Indien een zorgverlener of zorginstelling de medische hulpmiddelen zelf inkoopt dient ook aan een aantal vereisten te worden voldaan. Zo dient er altijd een CE-markering op het product te staan. Indien het product na 26 mei 2021 op de markt is gebracht dient ook aan de overige vereisten uit de verordening te worden voldaan. Zo mag een hulpmiddel alleen in gebruik worden genomen indien het naar behoren wordt afgeleverd, geïnstalleerd, onderhouden en gebruikt voor het doel waarvoor het ontwikkeld is.[5]  Indien het product wordt ingekocht vanuit een land buiten de EU, gelden de strengere regels voor importeurs.[6]

Regels voor intern ontwikkelde hulpmiddelen

De nieuwe regels van de verordening gelden ook voor hulpmiddelen die zorginstellingen en zorgverleners intern maken en gebruiken. Aan de veiligheids- en prestatie-eisen dient voldaan te zijn. Deze staan in bijlage I van de verordening. Aan de overige vereisten uit de verordening hoeft niet te worden voldaan indien aan de volgende cumulatieve eisen is voldaan:[7]
  • De intern gemaakte hulpmiddelen worden niet aan een ander rechtspersoon overgedragen;
  • Bij de fabricage en het gebruik van het hulpmiddel wordt een passend kwaliteitsmanagementsysteem gebruikt;
  • Op de markt is geen gelijkwaardig hulpmiddel beschikbaar die aan de specifieke behoeften van de patiëntendoelgroep kan worden voldaan;
  • De zorginstelling geeft de bevoegde autoriteiten op verzoek informatie over het gebruik van het hulpmiddel;
  • Er wordt een openbare verklaring opgesteld, waaruit onder andere blijkt dat de hulpmiddelen aan de veiligheids- en prestatie-eisen voldoen;
  • Uit documentatie moet onder andere blijken hoe het productieproces werkt en wat de prestatiegegevens van het hulpmiddel zijn;
  • Ook moeten maatregelen getroffen worden die garanderen dat alle hulpmiddelen volgens dat productieproces worden gemaakt;
  • Daarnaast dienen de ervaringen geëvalueerd te worden en dienen de hulpmiddelen verbeterd te worden.
Indien niet aan alle bovenstaande vereisten wordt voldaan, gelden de regels voor fabrikanten van medische hulpmiddelen.[8]

Conclusie

Voor AI in de zorg met therapeutische werking gelden verschillende eisen waaraan voldaan moet worden. Als zorginstelling of zorgverlener moet u er vooral voor zorgen dat u van een betrouwbare leverancier koopt, die producten inkoopt met de juiste CE-markering. Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan vooral contact op met een van onze specialisten. Auteurs: Jody Esveldt en Robin Verhoef
[1] Art. 6 Voorstel AI Verordening
[2] Art. 2 Verordening (EU) 2017/745
[3] Bijlage VIII, art. 2.4 Verordening (EU) 2017/745
[4] Bijlage VIII, art. 6.3 Verordening (EU) 2017/745
[5] Art. 5, lid 1 Verordening (EU) 2017/745
[6] Zie artikel 13 voor de algemene verplichtingen van de importeur.
[7] Art. 5, lid 5 Verordening (EU) 2017/745
[8] Zie artikel 10 voor de algemene verplichtingen van de fabrikant.
[post_title] => Regels voor AI in de zorg met therapeutische werking [post_excerpt] => [post_status] => publish [comment_status] => open [ping_status] => open [post_password] => [post_name] => regels-voor-ai-in-de-zorg-met-therapeutische-werking [to_ping] => [pinged] => [post_modified] => 2022-12-21 11:32:17 [post_modified_gmt] => 2022-12-21 10:32:17 [post_content_filtered] => [post_parent] => 0 [guid] => https://bg.legal/?p=34012 [menu_order] => 0 [post_type] => post [post_mime_type] => [comment_count] => 0 [filter] => raw ) [comment_count] => 0 [current_comment] => -1 [found_posts] => 1350 [max_num_pages] => 135 [max_num_comment_pages] => 0 [is_single] => [is_preview] => [is_page] => [is_archive] => 1 [is_date] => [is_year] => [is_month] => [is_day] => [is_time] => [is_author] => [is_category] => [is_tag] => [is_tax] => 1 [is_search] => [is_feed] => [is_comment_feed] => [is_trackback] => [is_home] => [is_privacy_policy] => [is_404] => [is_embed] => [is_paged] => 1 [is_admin] => [is_attachment] => [is_singular] => [is_robots] => [is_favicon] => [is_posts_page] => [is_post_type_archive] => [query_vars_hash:WP_Query:private] => dc050cd3581ed2f0ace6afa1ff2b86d1 [query_vars_changed:WP_Query:private] => [thumbnails_cached] => [allow_query_attachment_by_filename:protected] => [stopwords:WP_Query:private] => [compat_fields:WP_Query:private] => Array ( [0] => query_vars_hash [1] => query_vars_changed ) [compat_methods:WP_Query:private] => Array ( [0] => init_query_flags [1] => parse_tax_query ) [tribe_is_event] => [tribe_is_multi_posttype] => [tribe_is_event_category] => [tribe_is_event_venue] => [tribe_is_event_organizer] => [tribe_is_event_query] => [tribe_is_past] => [tribe_controller] => Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller Object ( [filtering_query:Tribe\Events\Views\V2\Query\Event_Query_Controller:private] => WP_Query Object *RECURSION* ) )
Sinds 26 mei 2021 geldt nieuwe Europese regelgeving voor medische hulpmiddelen (MDR). De belangrijkste wijzigingen van de nieuwe wetgeving zijn de volgende: Versterken van het systeem voor de markttoelating; Meer...
Lees meer
Hoe stel je vast of een AI toepassing voldoet aan wet- en regelgeving? Welke wet- en regelgeving is überhaupt van toepassing op een AI toepassing? BG.legal gaat voor een consortium...
Lees meer
Vooral na schandalen zoals de toeslagenaffaire bestaat aarzeling bij het inzetten van algoritmes door overheden. Soms zelfs wantrouwen. Om vast te stellen dat het algoritme geen mensenrechten schendt, is het...
Lees meer
Een werknemer, die wist dat zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd, heeft datasets van zijn werkgever gedownload. De werkgever kwam daar achter en heeft de werknemer vervolgens op staande...
Lees meer
Deze zaak gaat over twee stichtingen die door Mollie als klant zijn opgezegd. Dit als gevolg van een Wwft cliëntenonderzoek naar de UBO’s van de klanten. Daarbij zou ook gebruik...
Lees meer
Bij omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen is sprake van een gebonden beschikking. Dat komt erop neer dat een aanvraag verleend moet worden, wanneer aan de wettelijke eisen wordt voldaan. Wat...
Lees meer
AI-toepassingen volgen elkaar in razendsnel tempo op, waardoor niet iedere ontwikkeling even goed wordt opgemerkt. Dit is echter niet het geval voor het nieuwe AI-programma genaamd ChatGPT. Op 30 november...
Lees meer
Al in een eerdere blog is geschreven over de nietigverklaring van een model. Echter, ook een merk kan na de registratie daarvan alsnog nietig worden verklaard. Een merkhouder die een...
Lees meer
De patiënt en zijn familie. Mag de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst beëindigen? Mag dit ook bij een verstoorde relatie met de familie? Eerder schreven wij over de totstandkoming van de geneeskundige...
Lees meer
In een recente uitspraak van 13 september 2022 heeft het Hof ’s-Hertogenbosch, kort gezegd, geoordeeld dat de accountant aansprakelijk is voor de schade die haar klant heeft geleden wegens het...
Lees meer